Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:39

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:39 [30-08-2024 om 13.13 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:39 [03-09-2024 om 00.52 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 23: Regel 23:
   - Uit het “handschrift van God” dat hij in het verstand van ieder mens heeft geschreven; want ons verstand zegt ons dat er een laatste oordeel zal zijn. Goddelozen worden daardoor met een bange vrees bevangen en christenen die “in hope zalig worden” verkwikt en verheugd.   - Uit het “handschrift van God” dat hij in het verstand van ieder mens heeft geschreven; want ons verstand zegt ons dat er een laatste oordeel zal zijn. Goddelozen worden daardoor met een bange vrees bevangen en christenen die “in hope zalig worden” verkwikt en verheugd.
   - Uit de bewijstekst die we in 1 Corinthiërs 15:19 vinden: "Indien wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen.” Het geloof steunt dus niet op de dingen van dit tijdelijke leven.   - Uit de bewijstekst die we in 1 Corinthiërs 15:19 vinden: "Indien wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen.” Het geloof steunt dus niet op de dingen van dit tijdelijke leven.
-  - Uit de getuigenissen in de Schrift. Bijvoorbeeld in Daniël 12:2: "Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen." Ook in Mattheüs 25:46: "En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven." In Johannes 10:28: "en Ik geef hun (mijn schapen) eeuwig leven.” In Hebreeën 13:14: "Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige." En in 1 Johannes 2:25: "En dit is de belofte, die Hij zelf ons beloofd heeft: het eeuwige leven."+  - Uit de getuigenissen in de Schrift. Bijvoorbeeld in Daniël 12:2: "Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen." Ook in Matteüs 25:46: "En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven." In Johannes 10:28: "en Ik geef hun (mijn schapen) eeuwig leven.” In Hebreeën 13:14: "Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige." En in 1 Johannes 2:25: "En dit is de belofte, die Hij zelf ons beloofd heeft: het eeuwige leven."
   - Uit de voorbeelden die de Schrift geeft. Henoch, en later Elia, zijn zonder te sterven in dit eeuwige leven opgenomen en zijn daarmee onderpanden en voorbeelden geweest van de zekere hemelvaart van Christus: "Wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.” In Johannes 14:3 en 17:24 staat ten slotte: “Ik wil, dat waar Ik ben, ook zij (de gelovigen) bij Mij zijn."   - Uit de voorbeelden die de Schrift geeft. Henoch, en later Elia, zijn zonder te sterven in dit eeuwige leven opgenomen en zijn daarmee onderpanden en voorbeelden geweest van de zekere hemelvaart van Christus: "Wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.” In Johannes 14:3 en 17:24 staat ten slotte: “Ik wil, dat waar Ik ben, ook zij (de gelovigen) bij Mij zijn."
   - Het is ten slotte een artikel van onze Apostolische Geloofsbelijdenis: “Ik geloof een eeuwig leven.”   - Het is ten slotte een artikel van onze Apostolische Geloofsbelijdenis: “Ik geloof een eeuwig leven.”
Regel 30: Regel 30:
  
   * Het wordt wel een lofprijzing genoemd: het Koninkrijk van God, het Koninkrijk van de Vader of het Koninkrijk der hemelen.   * Het wordt wel een lofprijzing genoemd: het Koninkrijk van God, het Koninkrijk van de Vader of het Koninkrijk der hemelen.
-  * In metaforische zin wordt het eeuwige leven ook de “schoot van Abraham” genoemd. Van ouders wordt immers wel gezegd dat zij hun kinderen in hun schoot dragen. Zo worden de gelovigen als lieve kinderen in de armen van hun aller Vader uit het moeizame bestaan van deze wereld opgenomen, gekoesterd en verkwikt, en van alle gevaren, onheil en levensmoeiten verlost en bevrijd. Ook is het de plaats waar Christus ons een woning bereid heeft, zoals Hij dat uitlegt in Mattheüs 8:11: “Ik zeg u, dat er velen zullen komen van oost en west en zullen aanliggen met Abraham en Isaak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen.” Augustinus schrijft dat hij het niet weet, maar is toch van oordeel dat dit koninkrijk “een oord van hemelse rust” zal zijn en dat de zielen of geesten van de gelukzaligen daar leven en Gods aanschijn zien en genieten.+  * In metaforische zin wordt het eeuwige leven ook de “schoot van Abraham” genoemd. Van ouders wordt immers wel gezegd dat zij hun kinderen in hun schoot dragen. Zo worden de gelovigen als lieve kinderen in de armen van hun aller Vader uit het moeizame bestaan van deze wereld opgenomen, gekoesterd en verkwikt, en van alle gevaren, onheil en levensmoeiten verlost en bevrijd. Ook is het de plaats waar Christus ons een woning bereid heeft, zoals Hij dat uitlegt in Matteüs 8:11: “Ik zeg u, dat er velen zullen komen van oost en west en zullen aanliggen met Abraham en Isaak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen.” Augustinus schrijft dat hij het niet weet, maar is toch van oordeel dat dit koninkrijk “een oord van hemelse rust” zal zijn en dat de zielen of geesten van de gelukzaligen daar leven en Gods aanschijn zien en genieten.
   * Bij wijze van gelijkenis wordt het Koninkrijk der hemelen ook wel het paradijs genoemd, of een lusthof, zoals die in Eden geplant was. Hoewel het duidelijk is dat de gehele aardbodem door de zondvloed verwoest is, wordt er desondanks kinderachtig gedisputeerd waar deze hof gelegen was.   * Bij wijze van gelijkenis wordt het Koninkrijk der hemelen ook wel het paradijs genoemd, of een lusthof, zoals die in Eden geplant was. Hoewel het duidelijk is dat de gehele aardbodem door de zondvloed verwoest is, wordt er desondanks kinderachtig gedisputeerd waar deze hof gelegen was.
  
Regel 36: Regel 36:
   * Het huis van de Vader (Johannes 14:2).   * Het huis van de Vader (Johannes 14:2).
   * Een overvloed van vreugde (Psalm 16:11).   * Een overvloed van vreugde (Psalm 16:11).
-  * De vreugde van uw heer (Mattheüs 25:21).+  * De vreugde van uw heer (Matteüs 25:21).
   * De nieuwe, welgebouwde, heilige en toekomende stad Jeruzalem (Hebreeën 13:14; Openbaring 21:10).   * De nieuwe, welgebouwde, heilige en toekomende stad Jeruzalem (Hebreeën 13:14; Openbaring 21:10).
   * De onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen weggelegd is voor u (1 Petrus 1:4).   * De onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen weggelegd is voor u (1 Petrus 1:4).
Regel 64: Regel 64:
 De verzegelende oorzaak is de Heilige Geest. Onze goede werken en onze verdrukkingen zijn geen verdienende oorzaak, maar een weg tot het Koninkrijk, zegt Bernardus van Clairvaux. En wij moeten door veel verdrukkingen het Koninkrijk van God binnengaan (Handelingen 14:22). De verzegelende oorzaak is de Heilige Geest. Onze goede werken en onze verdrukkingen zijn geen verdienende oorzaak, maar een weg tot het Koninkrijk, zegt Bernardus van Clairvaux. En wij moeten door veel verdrukkingen het Koninkrijk van God binnengaan (Handelingen 14:22).
  
-==== 8. Waarom zegt Christus in Mattheüs 7:14 dat de poort nauw is en de weg smal die tot het leven leidt? ====+==== 8. Waarom zegt Christus in Matteüs 7:14 dat de poort nauw is en de weg smal die tot het leven leidt? ====
  
   - Omdat de toegang tot het eeuwige leven voor het menselijke verstand onbekend en niet te doorgronden is. Maar Christus heeft het ons verklaard.   - Omdat de toegang tot het eeuwige leven voor het menselijke verstand onbekend en niet te doorgronden is. Maar Christus heeft het ons verklaard.
Regel 73: Regel 73:
 ==== 9. Hoe kunnen we ons het eeuwige leven voorstellen? ==== ==== 9. Hoe kunnen we ons het eeuwige leven voorstellen? ====
  
-In materiële zin is God het eeuwige leven, in formele zin is het de kennis Gods zelf; voor zover we het zien op Hem en onze aanneming tot kinderen zullen kunnen doorgronden. Want hoewel we met zeer veel blijdschap van het gezelschap, het voorkomen en de gesprekken met de engelen en gezaligden zullen genieten, zullen we daarmee tóch niet tevreden zijn en erin berusten, maar alleen in het zeer aangename aanschouwen en genieten van God om Christus wil (Matthéüs 5:8; 1 Johannes 3:2).+In materiële zin is God het eeuwige leven, in formele zin is het de kennis Gods zelf; voor zover we het zien op Hem en onze aanneming tot kinderen zullen kunnen doorgronden. Want hoewel we met zeer veel blijdschap van het gezelschap, het voorkomen en de gesprekken met de engelen en gezaligden zullen genieten, zullen we daarmee tóch niet tevreden zijn en erin berusten, maar alleen in het zeer aangename aanschouwen en genieten van God om Christus wil (Matteüs 5:8; 1 Johannes 3:2).
  
 Ook de zaligheid van de engelen bestaat uit het genieten en aanschouwen van God. Het is als het geluksgevoel van een hoveling aan het hof van de koning wanneer deze, om zijn waardering te laten blijken, hem vriendelijk en welwillend aankijkt en belangstellend naar zijn welbevinden vraagt. Zo zullen wij ook al in dit leven Christus kennen als de bewerker van onze zaligheid, en Hem volgen waar Hij ook heengaat. We zullen Hem volgen en nooit meer van Hem afdwalen. Ook de zaligheid van de engelen bestaat uit het genieten en aanschouwen van God. Het is als het geluksgevoel van een hoveling aan het hof van de koning wanneer deze, om zijn waardering te laten blijken, hem vriendelijk en welwillend aankijkt en belangstellend naar zijn welbevinden vraagt. Zo zullen wij ook al in dit leven Christus kennen als de bewerker van onze zaligheid, en Hem volgen waar Hij ook heengaat. We zullen Hem volgen en nooit meer van Hem afdwalen.
Regel 79: Regel 79:
 ==== 10. Maar we genieten God toch al in dit leven en ons geloofsoog ziet Hem toch op deze aarde? ==== ==== 10. Maar we genieten God toch al in dit leven en ons geloofsoog ziet Hem toch op deze aarde? ====
  
-Jazeker. We belijden daarom dat het eeuwige leven nu al in ons begonnen is. Het is echter wel een raadsel; de geschapen werkelijkheid ligt er als een duistere sluier overheen. Wij komen daardoor niet tot een helder aanschouwen. Paulus verklaart daarom in 1 Timothéüs 6:16 dat Hij, de Here der heren, “onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan.”+Jazeker. We belijden daarom dat het eeuwige leven nu al in ons begonnen is. Het is echter wel een raadsel; de geschapen werkelijkheid ligt er als een duistere sluier overheen. Wij komen daardoor niet tot een helder aanschouwen. Paulus verklaart daarom in 1 Timoteüs 6:16 dat Hij, de Here der heren, “onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan.”
  
 Wat wij zien van God komt ten eerste door ons natuurlijk inzicht in de geschapen werkelijkheid; we zien Hem als in een spiegel waarin een zekere glans van de Godheid oplicht. Wat wij zien van God komt ten eerste door ons natuurlijk inzicht in de geschapen werkelijkheid; we zien Hem als in een spiegel waarin een zekere glans van de Godheid oplicht.
Regel 89: Regel 89:
 ==== 11. Zullen we elkaar in het eeuwige leven herkennen? ==== ==== 11. Zullen we elkaar in het eeuwige leven herkennen? ====
  
-Jazeker, want we zullen vervuld zijn van de Heilige Geest en wijsheid, we zullen als Adam voor de val zijn toen hij de zuiverheid van Gods beeld nog droeg. Hij herkende Eva hoewel hij haar nog nooit gezien had en niet wist hoe ze tot aanzien was geroepen (Genesis 2:23). Zo heeft Petrus op de berg, toen hij nog bekleed was met zijn sterfelijk lichaam, alleen maar een indruk gekregen van het eeuwige leven van Mozes en Elia. Hij had ze tevoren nooit gezien maar hen door een innerlijke openbaring herkend (Matthéüs 17:3,4).+Jazeker, want we zullen vervuld zijn van de Heilige Geest en wijsheid, we zullen als Adam voor de val zijn toen hij de zuiverheid van Gods beeld nog droeg. Hij herkende Eva hoewel hij haar nog nooit gezien had en niet wist hoe ze tot aanzien was geroepen (Genesis 2:23). Zo heeft Petrus op de berg, toen hij nog bekleed was met zijn sterfelijk lichaam, alleen maar een indruk gekregen van het eeuwige leven van Mozes en Elia. Hij had ze tevoren nooit gezien maar hen door een innerlijke openbaring herkend (Matteüs 17:3,4).
  
 ==== 12. Wie zijn er voorbestemd tot het eeuwige leven? ==== ==== 12. Wie zijn er voorbestemd tot het eeuwige leven? ====
  
-Een bepaald aantal mensen uit verschillende landen en volkeren zijn persoonlijk voorbestemd. In de Bijbel wordt gezegd: “Hetgeen Israël najaagt, heeft het niet verkregen, maar het uitverkoren deel heeft het verkregen, en de overigen zijn verhard” (Romeinen 11:7). Alleen de gezegenden van de Vader (Matthéüs 25:34), ofwel de uitverkorenen, dus degenen die in Christus geloven, zullen zalig worden. Gelovigen, die doen wat Zijn Vader wil en die hun geloof door de werken bewijzen, zowel mannen als vrouwen, zijn mede-erfgenamen van de genade van het eeuwige leven.+Een bepaald aantal mensen uit verschillende landen en volkeren zijn persoonlijk voorbestemd. In de Bijbel wordt gezegd: “Hetgeen Israël najaagt, heeft het niet verkregen, maar het uitverkoren deel heeft het verkregen, en de overigen zijn verhard” (Romeinen 11:7). Alleen de gezegenden van de Vader (Matteüs 25:34), ofwel de uitverkorenen, dus degenen die in Christus geloven, zullen zalig worden. Gelovigen, die doen wat Zijn Vader wil en die hun geloof door de werken bewijzen, zowel mannen als vrouwen, zijn mede-erfgenamen van de genade van het eeuwige leven.
  
 ==== 13. Wat kunnen we zeggen over de aard van het eeuwige leven?  ==== ==== 13. Wat kunnen we zeggen over de aard van het eeuwige leven?  ====
Regel 109: Regel 109:
 ==== 14. Zullen de uitverkorenen in een gelijke mate delen in de eeuwige heerlijkheid? ==== ==== 14. Zullen de uitverkorenen in een gelijke mate delen in de eeuwige heerlijkheid? ====
  
-Neen, maar zoals als God in dit leven Zijn gaven aan de uitverkorenen niet in gelijke mate schenkt, zo zal Hij zijn gaven in de hemel aan zijn uitverkorenen ook niet in gelijke mate schenken. Christus spreekt er in het bijzonder tot Zijn apostelen over (Matthéüs 19:28). En Paulus is er zeker van dat er een bijzondere kroon voor hem is weggelegd voor zijn arbeid (1 Thessalonicenzen 2:19). Zie ook Daniël 12:3. De Schrift belooft de gelovigen niet alleen het eeuwige leven, maar een ieder daarbij een bijzonder loon naar werken. Deze evenredigheid kan men waarschijnlijk ook betrekken op het verderf als het tegendeel van het eeuwige leven. In dit verband wijzen we op de woorden van Paulus in 1 Corinthiërs 15:41.+Neen, maar zoals als God in dit leven Zijn gaven aan de uitverkorenen niet in gelijke mate schenkt, zo zal Hij zijn gaven in de hemel aan zijn uitverkorenen ook niet in gelijke mate schenken. Christus spreekt er in het bijzonder tot Zijn apostelen over (Matteüs 19:28). En Paulus is er zeker van dat er een bijzondere kroon voor hem is weggelegd voor zijn arbeid (1 Thessalonicenzen 2:19). Zie ook Daniël 12:3. De Schrift belooft de gelovigen niet alleen het eeuwige leven, maar een ieder daarbij een bijzonder loon naar werken. Deze evenredigheid kan men waarschijnlijk ook betrekken op het verderf als het tegendeel van het eeuwige leven. In dit verband wijzen we op de woorden van Paulus in 1 Corinthiërs 15:41.
  
 ==== 15. Wanneer begint het eeuwige leven? ==== ==== 15. Wanneer begint het eeuwige leven? ====
Regel 117: Regel 117:
 ==== 16. Genieten de zielen van de gelovigen direct na hun sterven al de volmaakte en volkomen zaligheid? ==== ==== 16. Genieten de zielen van de gelovigen direct na hun sterven al de volmaakte en volkomen zaligheid? ====
  
-Laten we tevreden zijn met de wetenschap dat direct na de scheiding van lichaam en ziel de zielen van de gelovigen zullen terugkeren tot God die ze hun gegeven heeft (Prediker 12:7). En ook omdat de ziel, nadat zij van het lichaam losgemaakt is, met Christus in het paradijs zal zijn; in de vrede, in de rust, in de vertroosting, in de verkoeling, zonder vrees of zorg. Geborgen in Gods hand zal hen geen leed meer worden aangedaan. Ze zullen deelnemen aan de verheerlijking van de Naam van God. Hoewel niet gezegd mag worden dat het meteen al een volmaakte gelukzaligheid zal zijn. Het is slechts het begin van de zaligheid, want de zielen der gelovigen verwachten de opstanding van het lichaam en de volkomen genieting van alle hemelse goederen die God beloofd heeft aan degenen die Hem liefhebben (2 Timótheüs 4:8; Openbaring 6:9-11). Daartegenover staat wat Petrus in 2 Petrus 2:9 zegt: De onrechtvaardigen zullen gestraft worden door het ontnemen van hun leven of door andere straffen. Ze zullen bewaard worden tot het laatste oordeel, om dan gepijnigd te worden met veel zwaardere straffen en kwellingen, te weten: eeuwige, naar lichaam en ziel.+Laten we tevreden zijn met de wetenschap dat direct na de scheiding van lichaam en ziel de zielen van de gelovigen zullen terugkeren tot God die ze hun gegeven heeft (Prediker 12:7). En ook omdat de ziel, nadat zij van het lichaam losgemaakt is, met Christus in het paradijs zal zijn; in de vrede, in de rust, in de vertroosting, in de verkoeling, zonder vrees of zorg. Geborgen in Gods hand zal hen geen leed meer worden aangedaan. Ze zullen deelnemen aan de verheerlijking van de Naam van God. Hoewel niet gezegd mag worden dat het meteen al een volmaakte gelukzaligheid zal zijn. Het is slechts het begin van de zaligheid, want de zielen der gelovigen verwachten de opstanding van het lichaam en de volkomen genieting van alle hemelse goederen die God beloofd heeft aan degenen die Hem liefhebben (2 Timoteüs 4:8; Openbaring 6:9-11). Daartegenover staat wat Petrus in 2 Petrus 2:9 zegt: De onrechtvaardigen zullen gestraft worden door het ontnemen van hun leven of door andere straffen. Ze zullen bewaard worden tot het laatste oordeel, om dan gepijnigd te worden met veel zwaardere straffen en kwellingen, te weten: eeuwige, naar lichaam en ziel.
  
 ====  ==== ====  ====
Regel 150: Regel 150:
   - De dwalingen van hen die vooruitlopend op het toekomende leven willen weten wat men in de hemel doet, maar tegelijk verzuimen de weg te bewandelen waarlangs men in de hemel komt.   - De dwalingen van hen die vooruitlopend op het toekomende leven willen weten wat men in de hemel doet, maar tegelijk verzuimen de weg te bewandelen waarlangs men in de hemel komt.
   - De waandenkbeelden van sommige kerkvaders als Ireneüs, Tertullianus en anderen, die van mening waren dat de zielen van de vromen pas ten hemel zullen opvaren na de wederkomst van Christus, en dat ze tot aan de opstanding vertoeven op een zekere plek, die niet de hemel is maar wel hoger dan de hel.   - De waandenkbeelden van sommige kerkvaders als Ireneüs, Tertullianus en anderen, die van mening waren dat de zielen van de vromen pas ten hemel zullen opvaren na de wederkomst van Christus, en dat ze tot aan de opstanding vertoeven op een zekere plek, die niet de hemel is maar wel hoger dan de hel.
-  - De dwaling van paus Johannes XX((Vermoedelijk moet dit een andere paus zijn geweest, daar het er met de huidige wetenschappelijke inzichten op lijkt dat Paus Johannes XX nooit heeft bestaan.)) die meende dat de zielen Gods aangezicht niet zullen zien tot aan de dag van de wederkomst.+  - De dwaling van paus Johannes XX((Vermoedelijk bedoelt Bucanus paus Johannes XIX, daar Johannes XX nooit heeft bestaan.)) die meende dat de zielen Gods aangezicht niet zullen zien tot aan de dag van de wederkomst.
   - Tegen het eeuwige leven pleit vooral het bestaan van de eeuwige dood. Ook droefheid en angst, kou en vermoeidheid, klagen en wenen, ziekte en dood, honger, dorst en armoede. En niet in het minst de ergernissen, de verleidingen van de satan en zielsangsten van de gelovigen.   - Tegen het eeuwige leven pleit vooral het bestaan van de eeuwige dood. Ook droefheid en angst, kou en vermoeidheid, klagen en wenen, ziekte en dood, honger, dorst en armoede. En niet in het minst de ergernissen, de verleidingen van de satan en zielsangsten van de gelovigen.


Paginahulpmiddelen