Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:39 [27-09-2025 om 15.54 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:39 [13-10-2025 om 12.33 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 5: | Regel 5: | ||
Drie soorten: | Drie soorten: | ||
- Het natuurlijke leven.((**1 Korintiërs //// | - Het natuurlijke leven.((**1 Korintiërs //// | ||
- | - Het leven van de genade. Alleen de kinderen van God genieten dit leven, als inwoners van het geestelijk | + | - Het leven van de genade. Alleen de kinderen van God genieten dit leven, als inwoners van het geestelijke |
- | - Het leven van de heerlijkheid. Wanneer de ziel weer met het lichaam verenigd is, leidt het een leven dat de apostel [Paulus] onsterfelijk noemt.((*1 Korintiërs 15:44)) Door dit leven zullen de gelovigen eeuwig leven. Dit leven is verborgen in Christus, om bij het einde van de wereld geopenbaard te worden.((*Kolossenzen 3:3)) Het staat tegenover de tweede en eeuwige dood.\\ Over dit [leven] | + | - Het leven van de heerlijkheid. Wanneer de ziel weer met het lichaam verenigd is, leidt het een leven dat de apostel [Paulus] onsterfelijk noemt.((*1 Korintiërs 15:44)) Door dit leven zullen de gelovigen eeuwig leven. Dit leven is verborgen in Christus, om bij het einde van de wereld geopenbaard te worden.((*Kolossenzen 3:3)) Het staat tegenover de tweede en eeuwige dood.\\ Over dit [leven] |
==== 2. Op hoeveel manieren kan men over het eeuwige leven spreken? ==== | ==== 2. Op hoeveel manieren kan men over het eeuwige leven spreken? ==== | ||
Regel 21: | Regel 21: | ||
- Uit de natuur van God. Omdat God onveranderlijk is en eeuwig, trekken we de logische conclusie dat er een eeuwig leven is. | - Uit de natuur van God. Omdat God onveranderlijk is en eeuwig, trekken we de logische conclusie dat er een eeuwig leven is. | ||
- Uit wat de ziel is. Omdat de ziel onsterfelijk is, volgt daaruit dat er na dit leven nog een leven is waarin de ziel, hoewel van het lichaam gescheiden, zelfstandig voortleeft en God kent en prijst. | - Uit wat de ziel is. Omdat de ziel onsterfelijk is, volgt daaruit dat er na dit leven nog een leven is waarin de ziel, hoewel van het lichaam gescheiden, zelfstandig voortleeft en God kent en prijst. | ||
- | - Uit de opstanding van de lichamen. Het zou geen nut hebben dat de lichamen van de gelovigen opstaan, als er geen leven was waarvoor ze zouden opstaan. Sterker nog: de geloofsartikelen over God, Christus, de voorzienigheid en Gods gerechtigheid, | + | - Uit de opstanding van de lichamen. Het zou geen nut hebben dat de lichamen van de gelovigen opstaan, als er geen leven was waarvoor ze zouden opstaan. Sterker nog: de geloofsartikelen over God, Christus, de voorzienigheid en Gods gerechtigheid, |
- Uit het handschrift van God dat in ieders geest is geschreven. Onze geest zegt ons dat ons een [laatste] oordeel te wachten staat. Goddelozen worden daardoor met een bange vrees gekweld en vromen door hoop verkwikt. | - Uit het handschrift van God dat in ieders geest is geschreven. Onze geest zegt ons dat ons een [laatste] oordeel te wachten staat. Goddelozen worden daardoor met een bange vrees gekweld en vromen door hoop verkwikt. | ||
- Uit het feit dat het absurd zou zijn als het er niet was. Want " | - Uit het feit dat het absurd zou zijn als het er niet was. Want " | ||
Regel 27: | Regel 27: | ||
* Daniël 12:2: "Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen." | * Daniël 12:2: "Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen." | ||
* Matteüs 25:46: "En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven." | * Matteüs 25:46: "En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven." | ||
- | * Johannes 10:28: "en Ik geef hun (mijn schapen) eeuwig leven.” | + | * Johannes 10:28: "en Ik geef hun (mijn schapen) eeuwig leven.” |
+ | * Hebreeën 13:14: "Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige." | ||
* 1 Johannes 2:25: "En dit is de belofte, die Hij zelf ons beloofd heeft: het eeuwige leven." | * 1 Johannes 2:25: "En dit is de belofte, die Hij zelf ons beloofd heeft: het eeuwige leven." | ||
- Uit voorbeelden [die we kennen uit de Schrift]. Want Henoch((*Genesis 5:24 *Hebreeën 11:5)), en later Elia((*2 Koningen 2:11)), zijn zonder te sterven in dit eeuwige leven opgenomen en zijn er dus als het ware een onderpand van geweest. Zoals ook Christus ten hemel is opgevaren, en wil dat waar Hij is, ook wij bij Hem zijn.((*Johannes 14:3 *Johannes 17:24)) | - Uit voorbeelden [die we kennen uit de Schrift]. Want Henoch((*Genesis 5:24 *Hebreeën 11:5)), en later Elia((*2 Koningen 2:11)), zijn zonder te sterven in dit eeuwige leven opgenomen en zijn er dus als het ware een onderpand van geweest. Zoals ook Christus ten hemel is opgevaren, en wil dat waar Hij is, ook wij bij Hem zijn.((*Johannes 14:3 *Johannes 17:24)) | ||
Regel 79: | Regel 80: | ||
- In materiële zin op de ware God. | - In materiële zin op de ware God. | ||
- | - In formele zin op het kennen, zien en genieten van God, voor zover we daartoe in staat zullen zijn. Dus op het waarnemen en aannemen [van God]. Want hoewel we ons al enorm zullen verheugen in het samenzijn, zien en spreken met de engelen en gezaligden, | + | - In formele zin op het kennen, zien en genieten van God, voor zover we daartoe in staat zullen zijn. Dus op het waarnemen en aannemen [van God]. Want hoewel we ons al enorm zullen verheugen in het samenzijn, zien en spreken met de engelen en gezaligden, |
- | + | ||
- | Zoals ook de gelukzaligheid van de engelen | + | |
- | + | ||
- | Daarbij erkennen wij Christus als de bewerker van zulk een groot goed, en volgen wij Hem waarheen Hij ook gaat.((*Openbaring 14:4)) We hechten ons aan Hem en zullen nooit van Hem wijken. | + | |
==== 10. Maar we genieten en zien God toch al op deze aarde? ==== | ==== 10. Maar we genieten en zien God toch al op deze aarde? ==== | ||
- | Jazeker. We belijden daarom dat het eeuwige leven nu al in ons begonnen is. Maar nog wel als in een raadsel, dat wil zeggen: in het duister, [niet rechtstreeks en onmiddelijk] maar door middel van geschapen dingen die ons worden voorgehouden. We zien God door middel van iets tussenliggends, hebben geen helder [en rechtstreeks] zicht op Hemzelf. Daarom zegt de apostel dat geen mens ooit God heeft gezien of ook maar kán zien.((*1 Timoteüs 6:16)) | + | Jazeker. We belijden daarom dat het eeuwige leven nu al in ons begonnen is. Maar nog wel als in een raadsel, dat wil zeggen: in het duister, [niet rechtstreeks en onmiddellijk] maar door middel van geschapen dingen die ons worden voorgehouden. We zien God door middel van iets wat er tussen ligt, en hebben geen helder [of rechtstreeks] zicht op Hemzelf. Daarom zegt de apostel dat geen mens ooit God heeft gezien of ook maar kán zien.((*1 Timoteüs 6:16)) |
Wij zien God dus: | Wij zien God dus: | ||
Regel 93: | Regel 90: | ||
- door een natuurlijk zien. We zien Hem in de geschapen dingen, als in een spiegel, waarin een zekere glans van de Godheid oplicht.((*Romeinen 1:20)) | - door een natuurlijk zien. We zien Hem in de geschapen dingen, als in een spiegel, waarin een zekere glans van de Godheid oplicht.((*Romeinen 1:20)) | ||
- door een symbolisch zien. We zien Hem in beelden en tekenen die de afspiegeling zijn van zijn goddelijke heerlijkheid.((*Jesaja 6:1,2 *Exodus 33:23)) | - door een symbolisch zien. We zien Hem in beelden en tekenen die de afspiegeling zijn van zijn goddelijke heerlijkheid.((*Jesaja 6:1,2 *Exodus 33:23)) | ||
- | - door het zien van het geloof. Hierdoor leren wij uit de leer en daden van de Zoon de wil van de Vader jegens ons kennen. | + | - door het zien van het geloof. Hierdoor leren wij uit de leer en daden van de Zoon de wil van de Vader jegens ons kennen. |
- | Maar eens zullen wij met verheerlijkte en opgestane lichamen God zien zoals Hij is, op een wijze die wij nu nog niet kunnen bevatten.((*1 Johannes 3:2)) Dan zullen we zien, niet maar hoe gróót Hij is, maar hoedánig Hij is. En dat zonder | + | Maar eens zullen wij met verheerlijkte en opgestane lichamen God zien zoals Hij is, op een wijze die wij nu nog niet kunnen bevatten.((*1 Johannes 3:2)) Dan zullen we zien, niet maar hoe gróót Hij is, maar hoedánig Hij is. En dat zonder |
==== 11. Zullen we elkaar in het eeuwige leven herkennen? ==== | ==== 11. Zullen we elkaar in het eeuwige leven herkennen? ==== | ||
- | Jazeker, want we zullen vervuld zijn met de Heilige Geest en met wijsheid. Evenals Adam vóór de zondeval, toen hij Gods beeld nog ongeschonden droeg. Toen herkende hij Eva, hoewel hij haar nog nooit gezien had en hem door niemand over haar verteld was.((*Genesis 2:23)) Zo herkende ook Petrus op de berg Mozes en Elia, die hij nooit eerder gezien had, door een innerlijke openbaring, terwijl hij toen nog in een sterfelijk lichaam | + | Jazeker, want we zullen vervuld zijn met de Heilige Geest en met wijsheid. Evenals Adam vóór de zondeval, toen hij Gods beeld nog ongeschonden droeg. Toen herkende hij Eva, hoewel hij haar nog nooit gezien had en hem door niemand over haar verteld was.((*Genesis 2:23)) Zo herkende ook Petrus op de berg Mozes en Elia, die hij nooit eerder gezien had, door een innerlijke openbaring, terwijl hij toen nog in een sterfelijk lichaam |
==== 12. Voor wie is het eeuwige leven bestemd? ==== | ==== 12. Voor wie is het eeuwige leven bestemd? ==== | ||
Regel 109: | Regel 106: | ||
Ons verduisterd verstand kan hierover niets zeggen.((*Jesaja 64:4 *1 Korintiërs 2:9)) En de volkomen kennis ervan zullen we pas in het eeuwige leven zelf verkrijgen, want het is nu nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen.((*1 Johannes 3:2)) Toch kunnen we vanuit de Schrift wel een en ander zeggen over hoe heerlijk het eeuwige leven zal zijn: | Ons verduisterd verstand kan hierover niets zeggen.((*Jesaja 64:4 *1 Korintiërs 2:9)) En de volkomen kennis ervan zullen we pas in het eeuwige leven zelf verkrijgen, want het is nu nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen.((*1 Johannes 3:2)) Toch kunnen we vanuit de Schrift wel een en ander zeggen over hoe heerlijk het eeuwige leven zal zijn: | ||
- | - Ons lichaam en onze ziel zullen in alle opzichten volmaakt zijn. Want de zonde van zowel onze ziel als ons lichaam zal geheel zijn tenietgedaan.((*Jesaja 60:15-20 *Efeziërs 4:25)) We zullen verlost zijn van de dood en van alle rampen. Er zal geen dood meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch pijn, | + | - Ons lichaam en onze ziel zullen in alle opzichten volmaakt zijn. Want de zonde van zowel onze ziel als ons lichaam zal geheel zijn tenietgedaan.((*Jesaja 60:15-20 *Efeziërs 4:25)) We zullen verlost zijn van de dood en van alle rampen. Er zal geen dood meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch pijn, |
- Er zal een volkomen autarkie of zelfgenoegzaamheid zijn. Want men zal geen behoefte hebben aan de hulpmiddelen van dit [tijdelijke] leven, zoals voedsel, drank, kleding, de warmte en het licht van de zon of de koelte van de maan, rust of andere dingen buiten onszelf, die we nodig zouden hebben om ons te versterken of om onze handelingen te kunnen verrichten.((*Psalm 121:6 *Romeinen 14:17 *Openbaring 21:23 *Openbaring 22:5)) Want //El Shaddai//, [Hebreeuws voor] God de almachtige, zal dan alles in allen zijn en met zijn alomvattende goedheid alles vervullen.((*1 Korintiërs 15:28)) De genade van God zal ons genoeg zijn; we zullen God zien en door Hem verzadigd worden uit zijn volheid en heerlijkheid, | - Er zal een volkomen autarkie of zelfgenoegzaamheid zijn. Want men zal geen behoefte hebben aan de hulpmiddelen van dit [tijdelijke] leven, zoals voedsel, drank, kleding, de warmte en het licht van de zon of de koelte van de maan, rust of andere dingen buiten onszelf, die we nodig zouden hebben om ons te versterken of om onze handelingen te kunnen verrichten.((*Psalm 121:6 *Romeinen 14:17 *Openbaring 21:23 *Openbaring 22:5)) Want //El Shaddai//, [Hebreeuws voor] God de almachtige, zal dan alles in allen zijn en met zijn alomvattende goedheid alles vervullen.((*1 Korintiërs 15:28)) De genade van God zal ons genoeg zijn; we zullen God zien en door Hem verzadigd worden uit zijn volheid en heerlijkheid, | ||
- Het zal een zeer heilig leven zijn, want we zullen door Christus op niets anders gericht zijn dan op de heerlijkheid en de verheerlijking van de enige ware God.((*Jesaja 43:7 *Efeziërs 1:12)) We zullen heilig zijn zoals God heilig is; want wij zullen Hem gelijk zijn, hoewel niet gelijkwaardig.((*1 Johannes 3:2)) De kerk zal zonder vlek of rimpel zijn, volstrekt heilig en onberispelijk.((*Efeziërs 5:27 *Openbaring 21:10,11)) | - Het zal een zeer heilig leven zijn, want we zullen door Christus op niets anders gericht zijn dan op de heerlijkheid en de verheerlijking van de enige ware God.((*Jesaja 43:7 *Efeziërs 1:12)) We zullen heilig zijn zoals God heilig is; want wij zullen Hem gelijk zijn, hoewel niet gelijkwaardig.((*1 Johannes 3:2)) De kerk zal zonder vlek of rimpel zijn, volstrekt heilig en onberispelijk.((*Efeziërs 5:27 *Openbaring 21:10,11)) | ||
Regel 115: | Regel 112: | ||
- We zullen gemeenschap hebben aan de goddelijke natuur. Niet door een instorting van het goddelijke wezen in ons, maar door het ontvangen van goddelijke eigenschappen, | - We zullen gemeenschap hebben aan de goddelijke natuur. Niet door een instorting van het goddelijke wezen in ons, maar door het ontvangen van goddelijke eigenschappen, | ||
- Hierbij zal ook de verheerlijking van ons lichaam komen, dat bekleed zal worden met de grootste schoonheid en majesteit, om ons gelijkvormig te maken aan het verheerlijkte lichaam van Christus.((*Filippenzen 3:21)) De rechtvaardigen zullen stralen als de zon((*Matteüs 13:43)) en schitteren als het uitspansel.((*Daniël 12:3)) En ze zullen zijn als Gods engelen.((*Lucas 20:36)) | - Hierbij zal ook de verheerlijking van ons lichaam komen, dat bekleed zal worden met de grootste schoonheid en majesteit, om ons gelijkvormig te maken aan het verheerlijkte lichaam van Christus.((*Filippenzen 3:21)) De rechtvaardigen zullen stralen als de zon((*Matteüs 13:43)) en schitteren als het uitspansel.((*Daniël 12:3)) En ze zullen zijn als Gods engelen.((*Lucas 20:36)) | ||
- | - De uitverkorenen zullen de overwinning behaald hebben op duivel, dood en hel.((*Romeinen 16:20 *Openbaring 20:10-14)) Er zal gemeenschap zijn met alle gezaligden, omgang met de heilige engelen, volmaakte liefde voor God en de naaste, eendracht tussen allen en de hoogste vrede. Want er zal [bij allen] slechts één wil zijn, namelijk de wil van God. Daarom zal alles gebeuren wat zij willen. Er zal ook gezang klinken, want we zullen ons voegen bij de engelenkoren die God zonder ophouden loven. Er zal een overvloed zijn van wat voor lichaam en ziel nodig is. “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgeklommen, | + | - De uitverkorenen zullen de overwinning behaald hebben op duivel, dood en hel.((*Romeinen 16:20 *Openbaring 20:10-14)) Er zal gemeenschap zijn met alle gezaligden, omgang met de heilige engelen, volmaakte liefde voor God en de naaste, eendracht tussen allen en de hoogste vrede. Want er zal [bij allen] slechts één wil zijn, namelijk de wil van God. Daarom zal alles gebeuren wat zij willen. Er zal ook gezang klinken, want we zullen ons voegen bij de engelenkoren die God zonder ophouden loven. Er zal een overvloed zijn van wat voor lichaam en ziel nodig is. “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgeklommen, |
==== 14. Zal de heerlijkheid van het eeuwige leven voor alle uitverkorenen gelijk zijn? ==== | ==== 14. Zal de heerlijkheid van het eeuwige leven voor alle uitverkorenen gelijk zijn? ==== | ||
- | Nee. Zoals God reeds in dit leven zijn gaven niet in gelijke mate aan de uitverkorenen schenkt, zo zal Hij hen ook in de hemel niet met een gelijke mate van heerlijkheid kronen. | + | Nee. Zoals God reeds in dit leven zijn gaven niet in gelijke mate aan de uitverkorenen schenkt, zo zal Hij hen ook in de hemel niet met een gelijke mate van heerlijkheid kronen. |
==== 15. Wanneer begint het eeuwige leven? ==== | ==== 15. Wanneer begint het eeuwige leven? ==== | ||
Regel 130: | Regel 127: | ||
Het zij ons genoeg te weten dat onze geest onmiddellijk na het verlaten van het lichaam terugkeert tot God, die ons de geest gegeven heeft.((*Prediker 12:1,7)) En dat onze ziel na de scheiding van het lichaam bij Christus is, | Het zij ons genoeg te weten dat onze geest onmiddellijk na het verlaten van het lichaam terugkeert tot God, die ons de geest gegeven heeft.((*Prediker 12:1,7)) En dat onze ziel na de scheiding van het lichaam bij Christus is, | ||
- | Omdat zij echter de opstanding van hun lichaam en het volkomen genot van alle door God aan zijn geliefden beloofde goederen nog verwachten, | + | Omdat zij echter de opstanding van hun lichaam en het volkomen genot van alle door God aan zijn geliefden beloofde goederen nog verwachten, |
- | ==== 17. Wat is de plaats waar we eeuwig | + | ==== 17. Waar zullen |
- | Niet deze aarde, en ook niet de wolkenhemel, | + | Niet op deze aarde, en ook niet de in wolkenhemel, |
- | Maar de hemel der hemelen of de hoogste hemel, waarnaar Christus als mens is opgevaren en hoger is geworden dan de zichtbare hemelen.((*Hebreeën 7:26)) Oftewel de 'derde hemel', | + | Maar in de hemel der hemelen of de hoogste hemel, waarnaar Christus als mens is opgevaren en hoger is geworden dan de zichtbare hemelen.((*Hebreeën 7:26)) Oftewel de 'derde hemel', |
- | Maar ná het [laatste] oordeel, bij het herstel van alle dingen, zal de plaats waar de gezaligden eeuwig zullen wonen niet alleen de hemel, maar ook de nieuwe aarde zijn. Want 2 Petrus 3:13 zegt: “Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont”, dat wil zeggen: die een voortreffelijke woonplaats van de rechtvaardigen zullen zijn.((*Jesaja 65:17 *Openbaring 21:1)) | + | Maar ná het [laatste] oordeel, bij het herstel van alle dingen, zal de plaats waar de gezaligden eeuwig zullen wonen niet alleen de hemel, maar ook de nieuwe aarde zijn. Want 2 Petrus 3:13 zegt: “Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont”; dat wil zeggen: die een voortreffelijke woonplaats van de rechtvaardigen zullen zijn.((*Jesaja 65:17 *Openbaring 21:1)) |
==== 18. Wat is het doel van het eeuwige leven? ==== | ==== 18. Wat is het doel van het eeuwige leven? ==== | ||
Regel 153: | Regel 150: | ||
- Deze leer biedt ons troost te midden van de ellende en het onrecht waaraan wij in dit leven onderhevig zijn. | - Deze leer biedt ons troost te midden van de ellende en het onrecht waaraan wij in dit leven onderhevig zijn. | ||
- | - Ze matigt de droefheid die wij voelen over de gestorvenen [in de Heere]. | + | - Ze matigt de droefheid die wij voelen over de gestorvenen [in de Here]. |
- Ze vermindert de angst voor de dood, omdat we geloven dat een beter leven op onze dood zal volgen. We denken aan wat geschreven staat in Openbaring 14:13: "Zalig de doden, die in de Here sterven" | - Ze vermindert de angst voor de dood, omdat we geloven dat een beter leven op onze dood zal volgen. We denken aan wat geschreven staat in Openbaring 14:13: "Zalig de doden, die in de Here sterven" | ||
- Ze maakt ons ijverig in het gehoorzamen van God en zorgzaam in het liefhebben van onze [gelovige] naasten, met wie wij eeuwig in de hemel zullen verkeren. | - Ze maakt ons ijverig in het gehoorzamen van God en zorgzaam in het liefhebben van onze [gelovige] naasten, met wie wij eeuwig in de hemel zullen verkeren. | ||
- | ==== 21. Wat wijkt af [van de leer over het eeuwige leven]? ==== | + | ==== 21. Wat is in strijd |
- De ongerijmde denkbeelden van Democritus, Epicurus, Plinius, Galenus en anderen, die de kwestie van het eeuwige leven bespotten en stellen dat alles met [het sterven van] het lichaam vergaat. | - De ongerijmde denkbeelden van Democritus, Epicurus, Plinius, Galenus en anderen, die de kwestie van het eeuwige leven bespotten en stellen dat alles met [het sterven van] het lichaam vergaat. | ||
- De nieuwsgierige vragen en bepalingen van de pausgezinden over de rangorde van de heiligen in het eeuwige leven. Zoals [het verzinsel] dat wie kuis zijn in het huwelijksleven een dertigvoudige vrucht zullen verkrijgen, de weduwen een zestigvoudige en de maagden een honderdvoudige of zelfs een aureool. | - De nieuwsgierige vragen en bepalingen van de pausgezinden over de rangorde van de heiligen in het eeuwige leven. Zoals [het verzinsel] dat wie kuis zijn in het huwelijksleven een dertigvoudige vrucht zullen verkrijgen, de weduwen een zestigvoudige en de maagden een honderdvoudige of zelfs een aureool. | ||
- | - De [nieuwsgierigheid] van hen die vooruitlopend op de bestemde tijd willen weten wat er in de hemel gebeurt, maar zich minder bekommeren | + | - De [nieuwsgierigheid] van hen die vooruitlopend op de bestemde tijd willen weten wat er in de hemel gebeurt, maar zich minder bekommeren |
- De opvattingen van sommige kerkvaders zoals Ireneüs, Tertullianus en anderen, die meenden dat de zielen van de vromen vóór de opstanding [op de jongste dag] niet naar de hemel opvaren, maar in een tijdelijke verblijfplaats vertoeven, die weliswaar hoger is dan de hel maar dus niet de hemel is. Daar zouden zij verkwikt worden tot aan de [dag van de] opstanding. | - De opvattingen van sommige kerkvaders zoals Ireneüs, Tertullianus en anderen, die meenden dat de zielen van de vromen vóór de opstanding [op de jongste dag] niet naar de hemel opvaren, maar in een tijdelijke verblijfplaats vertoeven, die weliswaar hoger is dan de hel maar dus niet de hemel is. Daar zouden zij verkwikt worden tot aan de [dag van de] opstanding. | ||
- De dwaling van paus Johannes XX((* Vermoedelijk bedoelt Bucanus paus Johannes XIX (19), omdat er door een nummerfout nooit een Johannes XX (20) heeft bestaan.)) die meende dat de zielen God niet zien vóór de dag van de opstanding. | - De dwaling van paus Johannes XX((* Vermoedelijk bedoelt Bucanus paus Johannes XIX (19), omdat er door een nummerfout nooit een Johannes XX (20) heeft bestaan.)) die meende dat de zielen God niet zien vóór de dag van de opstanding. | ||
- | - Lijnrecht tegenover | + | - In regelrechte strijd [met het eeuwige leven zelf] is vooral de eeuwige dood, maar ook verdriet, angst, geschreeuw, kou, afmatting, slaap, ziekte, dood, honger, dorst, armoede, listen, verzoekingen door de satan, pijnigingen en helse verschrikkingen. |