Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:39

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:39 [13-10-2025 om 09.58 uur] Cornelis Bregmaninstitutie:39 [13-10-2025 om 12.33 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 27: Regel 27:
     * Daniël 12:2: "Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen."     * Daniël 12:2: "Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen."
     * Matteüs 25:46: "En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven."     * Matteüs 25:46: "En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven."
-    * Johannes 10:28: "en Ik geef hun (mijn schapen) eeuwig leven.” Hebreeën 13:14: "Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige."+    * Johannes 10:28: "en Ik geef hun (mijn schapen) eeuwig leven.” 
 +    * Hebreeën 13:14: "Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige."
     * 1 Johannes 2:25: "En dit is de belofte, die Hij zelf ons beloofd heeft: het eeuwige leven."     * 1 Johannes 2:25: "En dit is de belofte, die Hij zelf ons beloofd heeft: het eeuwige leven."
   - Uit voorbeelden [die we kennen uit de Schrift]. Want Henoch((*Genesis 5:24 *Hebreeën 11:5)), en later Elia((*2 Koningen 2:11)), zijn zonder te sterven in dit eeuwige leven opgenomen en zijn er dus als het ware een onderpand van geweest. Zoals ook Christus ten hemel is opgevaren, en wil dat waar Hij is, ook wij bij Hem zijn.((*Johannes 14:3 *Johannes 17:24))   - Uit voorbeelden [die we kennen uit de Schrift]. Want Henoch((*Genesis 5:24 *Hebreeën 11:5)), en later Elia((*2 Koningen 2:11)), zijn zonder te sterven in dit eeuwige leven opgenomen en zijn er dus als het ware een onderpand van geweest. Zoals ook Christus ten hemel is opgevaren, en wil dat waar Hij is, ook wij bij Hem zijn.((*Johannes 14:3 *Johannes 17:24))
Regel 79: Regel 80:
  
   - In materiële zin op de ware God.   - In materiële zin op de ware God.
-  - In formele zin op het kennen, zien en genieten van God, voor zover we daartoe in staat zullen zijn. Dus op het waarnemen en aannemen [van God]. Want hoewel we ons al enorm zullen verheugen in het samenzijn, zien en spreken met de engelen en gezaligden,((*Matteüs 8:11)) zullen we toch niet onze rust vinden in hun aangename aanblik, welwillendheid en omgang, maar in het vreugdevolle en zeer aangename aanschouwen en genieten van God vanwege Christus.((*Matteüs 5:8 *1 Johannes 3:2)) +  - In formele zin op het kennen, zien en genieten van God, voor zover we daartoe in staat zullen zijn. Dus op het waarnemen en aannemen [van God]. Want hoewel we ons al enorm zullen verheugen in het samenzijn, zien en spreken met de engelen en gezaligden,((*Matteüs 8:11)) zullen we toch niet onze rust vinden in hun aangename aanblik, welwillendheid en omgang, maar in het vreugdevolle en zeer aangename aanschouwen en genieten van God vanwege Christus.((*Matteüs 5:8 *1 Johannes 3:2)) Ook de gelukzaligheid van de engelen zelf is immers gelegen in het genieten en aanschouwen van God.((*Matteüs 18:10)) Het is als het geluksgevoel van een hoveling aan het hof van de koning, wanneer deze, om zijn waardering te laten blijken, hem vriendelijk en welwillend aankijkt en belangstellend naar zijn welbevinden vraagt. Daarbij erkennen wij Christus als de bewerker van zulk een groot goed, en volgen wij Hem waarheen Hij ook gaat.((*Openbaring 14:4)) We hechten ons aan Hem en zullen nooit van Hem wijken.
- +
-Ook de gelukzaligheid van de engelen is gelegen in het genieten en aanschouwen van God.((*Matteüs 18:10)) Het is als het geluksgevoel van een hoveling aan het hof van de koning, wanneer deze, om zijn waardering te laten blijken, hem vriendelijk en welwillend aankijkt en belangstellend naar zijn welbevinden vraagt. +
- +
-Daarbij erkennen wij Christus als de bewerker van zulk een groot goed, en volgen wij Hem waarheen Hij ook gaat.((*Openbaring 14:4)) We hechten ons aan Hem en zullen nooit van Hem wijken.+
  
 ==== 10. Maar we genieten en zien God toch al op deze aarde? ==== ==== 10. Maar we genieten en zien God toch al op deze aarde? ====
  
-Jazeker. We belijden daarom dat het eeuwige leven nu al in ons begonnen is. Maar nog wel als in een raadsel, dat wil zeggen: in het duister, [niet rechtstreeks en onmiddellijk] maar door middel van geschapen dingen die ons worden voorgehouden. We zien God door middel van iets wat er tussen ligt, en hebben geen helder [en rechtstreeks] zicht op Hemzelf. Daarom zegt de apostel dat geen mens ooit God heeft gezien of ook maar kán zien.((*1 Timoteüs 6:16))+Jazeker. We belijden daarom dat het eeuwige leven nu al in ons begonnen is. Maar nog wel als in een raadsel, dat wil zeggen: in het duister, [niet rechtstreeks en onmiddellijk] maar door middel van geschapen dingen die ons worden voorgehouden. We zien God door middel van iets wat er tussen ligt, en hebben geen helder [of rechtstreeks] zicht op Hemzelf. Daarom zegt de apostel dat geen mens ooit God heeft gezien of ook maar kán zien.((*1 Timoteüs 6:16))
  
 Wij zien God dus: Wij zien God dus:
Regel 95: Regel 92:
   - door het zien van het geloof. Hierdoor leren wij uit de leer en daden van de Zoon de wil van de Vader jegens ons kennen. Daarover zegt Christus in Johannes 14:9: "Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien".     - door het zien van het geloof. Hierdoor leren wij uit de leer en daden van de Zoon de wil van de Vader jegens ons kennen. Daarover zegt Christus in Johannes 14:9: "Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien".  
  
-Maar eens zullen wij met verheerlijkte en opgestane lichamen God zien zoals Hij is, op een wijze die wij nu nog niet kunnen bevatten.((*1 Johannes 3:2)) Dan zullen we zien, niet maar hoe gróót Hij is, maar hoedánig Hij is. En dat zonder dat er sluiers tussen zijn , veel helderder nog dan Mozes Hem van aangezicht tot aangezicht zag op de berg.((*Exodus 33:11)) En ook nog veel heerlijker dan onze eerste voorouders God zagen vóór de zondeval.((*Openbaring 22:3))+Maar eens zullen wij met verheerlijkte en opgestane lichamen God zien zoals Hij is, op een wijze die wij nu nog niet kunnen bevatten.((*1 Johannes 3:2)) Dan zullen we zien, niet maar hoe gróót Hij is, maar hoedánig Hij is. En dat zonder dat er sluiers tussen zijn, veel helderder nog dan Mozes Hem van aangezicht tot aangezicht zag op de berg.((*Exodus 33:11)) En ook nog veel heerlijker dan onze eerste voorouders God zagen vóór de zondeval.((*Openbaring 22:3))
  
 ==== 11. Zullen we elkaar in het eeuwige leven herkennen? ==== ==== 11. Zullen we elkaar in het eeuwige leven herkennen? ====
Regel 112: Regel 109:
   - Er zal een volkomen autarkie of zelfgenoegzaamheid zijn. Want men zal geen behoefte hebben aan de hulpmiddelen van dit [tijdelijke] leven, zoals voedsel, drank, kleding, de warmte en het licht van de zon of de koelte van de maan, rust of andere dingen buiten onszelf, die we nodig zouden hebben om ons te versterken of om onze handelingen te kunnen verrichten.((*Psalm 121:6 *Romeinen 14:17 *Openbaring 21:23 *Openbaring 22:5)) Want //El Shaddai//, [Hebreeuws voor] God de almachtige, zal dan alles in allen zijn en met zijn alomvattende goedheid alles vervullen.((*1 Korintiërs 15:28)) De genade van God zal ons genoeg zijn; we zullen God zien en door Hem verzadigd worden uit zijn volheid en heerlijkheid,((*Romeinen 14:17 *Openbaring 21:25 *Openbaring 22:5)) en God zal ons te drinken geven uit de stroom van zijn genoegen.((*Psalm 17:15 *Psalm 36:9))   - Er zal een volkomen autarkie of zelfgenoegzaamheid zijn. Want men zal geen behoefte hebben aan de hulpmiddelen van dit [tijdelijke] leven, zoals voedsel, drank, kleding, de warmte en het licht van de zon of de koelte van de maan, rust of andere dingen buiten onszelf, die we nodig zouden hebben om ons te versterken of om onze handelingen te kunnen verrichten.((*Psalm 121:6 *Romeinen 14:17 *Openbaring 21:23 *Openbaring 22:5)) Want //El Shaddai//, [Hebreeuws voor] God de almachtige, zal dan alles in allen zijn en met zijn alomvattende goedheid alles vervullen.((*1 Korintiërs 15:28)) De genade van God zal ons genoeg zijn; we zullen God zien en door Hem verzadigd worden uit zijn volheid en heerlijkheid,((*Romeinen 14:17 *Openbaring 21:25 *Openbaring 22:5)) en God zal ons te drinken geven uit de stroom van zijn genoegen.((*Psalm 17:15 *Psalm 36:9))
   - Het zal een zeer heilig leven zijn, want we zullen door Christus op niets anders gericht zijn dan op de heerlijkheid en de verheerlijking van de enige ware God.((*Jesaja 43:7 *Efeziërs 1:12)) We zullen heilig zijn zoals God heilig is; want wij zullen Hem gelijk zijn, hoewel niet gelijkwaardig.((*1 Johannes 3:2)) De kerk zal zonder vlek of rimpel zijn, volstrekt heilig en onberispelijk.((*Efeziërs 5:27 *Openbaring 21:10,11))   - Het zal een zeer heilig leven zijn, want we zullen door Christus op niets anders gericht zijn dan op de heerlijkheid en de verheerlijking van de enige ware God.((*Jesaja 43:7 *Efeziërs 1:12)) We zullen heilig zijn zoals God heilig is; want wij zullen Hem gelijk zijn, hoewel niet gelijkwaardig.((*1 Johannes 3:2)) De kerk zal zonder vlek of rimpel zijn, volstrekt heilig en onberispelijk.((*Efeziërs 5:27 *Openbaring 21:10,11))
-  - Het eeuwige leven zal zeer aangenaam zijn. De uitverkorenen zullen al hun verlangens bevredigd zien. Of zoals Bernardus zegt: al wat wij liefhebben zullen wij hebben en al wat we niet hebben zullen we niet begeren. Door het voortdurend aanschouwen van God en de tegenwoordigheid van Christus zullen we naar lichaam en ziel met een overvloed van vreugde vervuld zijn.((*Psalm 16:11)) We zullen verzadigd zijn met Gods beeld.((*Psalm 17:15)) Hoe groot zal de vreugde zijn in het aanschouwen van het hoogste Goed, dat een verzameling is van alle goede en vreugdevolle dingen! De Heilige Geest zal in de uitverkorenen een eeuwige en onuitsprekelijke vreugde verwekken, die niemand ons zal ontnemen.((*Johannes 16:22))+  - Het eeuwige leven zal zeer aangenaam zijn. De uitverkorenen zullen al hun verlangens bevredigd zien. Of zoals Bernardus zegt: al wat wij liefhebben zullen wij hebben en al wat we niet hebben zullen we niet begeren. Door het voortdurend aanschouwen van God en de tegenwoordigheid van Christus zullen we naar lichaam en ziel met een overvloed van vreugde vervuld zijn.((*Psalm 16:11)) We zullen verzadigd zijn met Gods beeld.((*Psalm 17:15)) Hoe groot zal de vreugde zijn in het aanschouwen van het hoogste goed, dat een verzameling is van alle goede en vreugdevolle dingen! De Heilige Geest zal in de uitverkorenen een eeuwige en onuitsprekelijke vreugde verwekken, die niemand ons zal ontnemen.((*Johannes 16:22))
   - We zullen gemeenschap hebben aan de goddelijke natuur. Niet door een instorting van het goddelijke wezen in ons, maar door het ontvangen van goddelijke eigenschappen, namelijk: onsterfelijkheid, heerlijkheid, kracht, wijsheid, gerechtigheid en het beeld van God.((*2 Petrus 1:4)) Ze vormen de witte, van fijn linnen gemaakte, zuivere en schitterende klederen waarmee de uitverkorenen bekleed zullen worden.((*Openbaring 3:4,5 *Openbaring 6:11 *Openbaring 7:13 *Openbaring 19:8))   - We zullen gemeenschap hebben aan de goddelijke natuur. Niet door een instorting van het goddelijke wezen in ons, maar door het ontvangen van goddelijke eigenschappen, namelijk: onsterfelijkheid, heerlijkheid, kracht, wijsheid, gerechtigheid en het beeld van God.((*2 Petrus 1:4)) Ze vormen de witte, van fijn linnen gemaakte, zuivere en schitterende klederen waarmee de uitverkorenen bekleed zullen worden.((*Openbaring 3:4,5 *Openbaring 6:11 *Openbaring 7:13 *Openbaring 19:8))
   - Hierbij zal ook de verheerlijking van ons lichaam komen, dat bekleed zal worden met de grootste schoonheid en majesteit, om ons gelijkvormig te maken aan het verheerlijkte lichaam van Christus.((*Filippenzen 3:21)) De rechtvaardigen zullen stralen als de zon((*Matteüs 13:43)) en schitteren als het uitspansel.((*Daniël 12:3)) En ze zullen zijn als Gods engelen.((*Lucas 20:36))   - Hierbij zal ook de verheerlijking van ons lichaam komen, dat bekleed zal worden met de grootste schoonheid en majesteit, om ons gelijkvormig te maken aan het verheerlijkte lichaam van Christus.((*Filippenzen 3:21)) De rechtvaardigen zullen stralen als de zon((*Matteüs 13:43)) en schitteren als het uitspansel.((*Daniël 12:3)) En ze zullen zijn als Gods engelen.((*Lucas 20:36))
-  - De uitverkorenen zullen de overwinning behaald hebben op duivel, dood en hel.((*Romeinen 16:20 *Openbaring 20:10-14)) Er zal gemeenschap zijn met alle gezaligden, omgang met de heilige engelen, volmaakte liefde voor God en de naaste, eendracht tussen allen en de hoogste vrede. Want er zal [bij allen] slechts één wil zijn, namelijk de wil van God. Daarom zal alles gebeuren wat zij willen. Er zal ook gezang klinken, want we zullen ons voegen bij de engelenkoren die God zonder ophouden loven. Er zal een overvloed zijn van wat voor lichaam en ziel nodig is. “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgeklommen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben” zal daar zijn (1 Korintiërs 2:9). Wie zou dus niet wensen door de dood heen te gaan en met Christus te zijn?((*Filippenzen 1:23))+  - De uitverkorenen zullen de overwinning behaald hebben op duivel, dood en hel.((*Romeinen 16:20 *Openbaring 20:10-14)) Er zal gemeenschap zijn met alle gezaligden, omgang met de heilige engelen, volmaakte liefde voor God en de naaste, eendracht tussen allen en de hoogste vrede. Want er zal [bij allen] slechts één wil zijn, namelijk de wil van God. Daarom zal alles gebeuren wat zij willen. Er zal ook gezang klinken, want we zullen ons voegen bij de engelenkoren die God zonder ophouden loven. Er zal een overvloed zijn van wat voor lichaam en ziel nodig is. “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgeklommen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben”, dat zal daar zijn (1 Korintiërs 2:9). Wie zou dus niet wensen door de dood heen te gaan en met Christus te zijn?((*Filippenzen 1:23))
  
 ==== 14. Zal de heerlijkheid van het eeuwige leven voor alle uitverkorenen gelijk zijn? ==== ==== 14. Zal de heerlijkheid van het eeuwige leven voor alle uitverkorenen gelijk zijn? ====
Regel 130: Regel 127:
  
 Het zij ons genoeg te weten dat onze geest onmiddellijk na het verlaten van het lichaam terugkeert tot God, die ons de geest gegeven heeft.((*Prediker 12:1,7)) En dat onze ziel na de scheiding van het lichaam bij Christus is,((*Filippenzen 1:23)) in het paradijs,((*Lucas 23:43)), in de vrede((Wijsheid 3////:////3.)), in de rust,((*Hebreeën 4:3)) in de vertroosting,((*Lucas 16:25)) in verkwikking en stilte, in zekerheid en in Gods hand, zodat geen kwelling ons nog treft.((Wijsheid 3////:////1.)) En dat tot verheerlijking van Gods naam.\\ Het zij ons genoeg te weten dat onze geest onmiddellijk na het verlaten van het lichaam terugkeert tot God, die ons de geest gegeven heeft.((*Prediker 12:1,7)) En dat onze ziel na de scheiding van het lichaam bij Christus is,((*Filippenzen 1:23)) in het paradijs,((*Lucas 23:43)), in de vrede((Wijsheid 3////:////3.)), in de rust,((*Hebreeën 4:3)) in de vertroosting,((*Lucas 16:25)) in verkwikking en stilte, in zekerheid en in Gods hand, zodat geen kwelling ons nog treft.((Wijsheid 3////:////1.)) En dat tot verheerlijking van Gods naam.\\
-Omdat zij echter de opstanding van hun lichaam en het volkomen genot van alle door God aan zijn geliefden beloofde goederen nog verwachten,((*Job 11:15-18)) kunnen we niet zeggen dat ze zich al in een volmaakte en voleindigde zaligheid bevinden, maar slechts in een begin van die zaligheid. Zoals Paulus aangeeft in 2 Timoteüs 4:8: "Voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid, welke te dien dage de Here, de rechtvaardige rechter, mij zal geven, doch niet alleen mij, maar ook allen, die zijn verschijning hebben liefgehad." En in Openbaring 6:9-11 zegt Johannes: ik zag "onder het altaar de zielen van hen, die geslacht waren om het woord van God en om het getuigenis, dat zij hadden. En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen? En aan elk hunner werd een wit gewaad gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het getal vol zou zijn van hun mededienstknechten en hun broeders, die gedood zouden worden evenals zij." Daartegenover staat wat Petrus zegt, dat de onrechtvaardigen [reeds in dit leven] gestraft worden, hetzij door de beëindiging van hun leven, hetzij door andere straffen, en dat zij bewaard worden tot de dag des oordeels, om dan naar lichaam en ziel gekweld te worden met nog veel zwaardere en eeuwige straffen.((*2 Petrus 2:9))+Omdat zij echter de opstanding van hun lichaam en het volkomen genot van alle door God aan zijn geliefden beloofde goederen nog verwachten,((*Job 11:15-18)) kunnen we niet zeggen dat ze zich al in een volmaakte en voleindigde zaligheid bevinden, maar slechts in een begin van die zaligheid. Zoals Paulus aangeeft in 2 Timoteüs 4:8: "Voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid, welke te dien dage de Here, de rechtvaardige rechter, mij zal geven, doch niet alleen mij, maar ook allen, die zijn verschijning hebben liefgehad." En in Openbaring 6:9-11 zegt Johannes: ik zag "onder het altaar de zielen van hen, die geslacht waren om het woord van God en om het getuigenis, dat zij hadden. En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen? En aan elk hunner werd een wit gewaad gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het getal vol zou zijn van hun mededienstknechten en hun broeders, die gedood zouden worden evenals zij." Daartegenover staat wat Petrus zegt, dat de onrechtvaardigen [reeds in dit leven] gestraft worden, hetzij door de beëindiging van hun leven, hetzij door andere straffen, en dat zij bewaard worden tot de dag des oordeels, om dan naar lichaam en ziel gekweld te worden met nog veel zwaardere en eeuwige straffen.((*2 Petrus 2:9))
  
-==== 17. Wat is de plaats waar we eeuwig zullen leven? ====+==== 17. Waar zullen we eeuwig leven? ====
  
- Niet op deze aarde, en ook niet de in wolkenhemel, waar nu nog dood, verschrikking en zonde, en de machten van de duisternis en de boze geesten wonen,((*Johannes 10:23 *Efeziërs 2:2 *Efeziërs 6:11)) want die zullen vergaan.((*2 Petrus 3:10))\\+Niet op deze aarde, en ook niet de in wolkenhemel, waar nu nog dood, verschrikking en zonde, en de machten van de duisternis en de boze geesten wonen,((*Johannes 10:23 *Efeziërs 2:2 *Efeziërs 6:11)) want die zullen vergaan.((*2 Petrus 3:10))\\
 Maar in de hemel der hemelen of de hoogste hemel, waarnaar Christus als mens is opgevaren en hoger is geworden dan de zichtbare hemelen.((*Hebreeën 7:26)) Oftewel de 'derde hemel', waar Paulus naartoe werd gevoerd en die hij het paradijs noemt.((*2 Korintiërs 12:2-4))\\ Maar in de hemel der hemelen of de hoogste hemel, waarnaar Christus als mens is opgevaren en hoger is geworden dan de zichtbare hemelen.((*Hebreeën 7:26)) Oftewel de 'derde hemel', waar Paulus naartoe werd gevoerd en die hij het paradijs noemt.((*2 Korintiërs 12:2-4))\\
 Maar ná het [laatste] oordeel, bij het herstel van alle dingen, zal de plaats waar de gezaligden eeuwig zullen wonen niet alleen de hemel, maar ook de nieuwe aarde zijn. Want 2 Petrus 3:13 zegt: “Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont”; dat wil zeggen: die een voortreffelijke woonplaats van de rechtvaardigen zullen zijn.((*Jesaja 65:17 *Openbaring 21:1)) Maar ná het [laatste] oordeel, bij het herstel van alle dingen, zal de plaats waar de gezaligden eeuwig zullen wonen niet alleen de hemel, maar ook de nieuwe aarde zijn. Want 2 Petrus 3:13 zegt: “Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont”; dat wil zeggen: die een voortreffelijke woonplaats van de rechtvaardigen zullen zijn.((*Jesaja 65:17 *Openbaring 21:1))
Regel 157: Regel 154:
   - Ze maakt ons ijverig in het gehoorzamen van God en zorgzaam in het liefhebben van onze [gelovige] naasten, met wie wij eeuwig in de hemel zullen verkeren.   - Ze maakt ons ijverig in het gehoorzamen van God en zorgzaam in het liefhebben van onze [gelovige] naasten, met wie wij eeuwig in de hemel zullen verkeren.
  
-==== 21. Wat wijkt af van de leer over het eeuwige leven? ====+==== 21. Wat is in strijd [met de leer over het eeuwige leven]? ====
  
   - De ongerijmde denkbeelden van Democritus, Epicurus, Plinius, Galenus en anderen, die de kwestie van het eeuwige leven bespotten en stellen dat alles met [het sterven van] het lichaam vergaat.   - De ongerijmde denkbeelden van Democritus, Epicurus, Plinius, Galenus en anderen, die de kwestie van het eeuwige leven bespotten en stellen dat alles met [het sterven van] het lichaam vergaat.
Regel 164: Regel 161:
   - De opvattingen van sommige kerkvaders zoals Ireneüs, Tertullianus en anderen, die meenden dat de zielen van de vromen vóór de opstanding [op de jongste dag] niet naar de hemel opvaren, maar in een tijdelijke verblijfplaats vertoeven, die weliswaar hoger is dan de hel maar dus niet de hemel is. Daar zouden zij verkwikt worden tot aan de [dag van de] opstanding.   - De opvattingen van sommige kerkvaders zoals Ireneüs, Tertullianus en anderen, die meenden dat de zielen van de vromen vóór de opstanding [op de jongste dag] niet naar de hemel opvaren, maar in een tijdelijke verblijfplaats vertoeven, die weliswaar hoger is dan de hel maar dus niet de hemel is. Daar zouden zij verkwikt worden tot aan de [dag van de] opstanding.
   - De dwaling van paus Johannes XX((* Vermoedelijk bedoelt Bucanus paus Johannes XIX (19), omdat er door een nummerfout nooit een Johannes XX (20) heeft bestaan.)) die meende dat de zielen God niet zien vóór de dag van de opstanding.   - De dwaling van paus Johannes XX((* Vermoedelijk bedoelt Bucanus paus Johannes XIX (19), omdat er door een nummerfout nooit een Johannes XX (20) heeft bestaan.)) die meende dat de zielen God niet zien vóór de dag van de opstanding.
-  - De gedachte dat niet alleen de eeuwige dood tegenover het eeuwige leven staat, maar ook bijvoorbeeld verdriet, angst, geschreeuw, kou, afmatting, slaap, ziekte, dood, honger, dorst, armoede, listen, verzoekingen door de satan, pijnigingen en helse verschrikkingen.+  - In regelrechte strijd [met het eeuwige leven zelf] is vooral de eeuwige dood, maar ook verdriet, angst, geschreeuw, kou, afmatting, slaap, ziekte, dood, honger, dorst, armoede, listen, verzoekingen door de satan, pijnigingen en helse verschrikkingen.


Paginahulpmiddelen