Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:41

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:41 [25-07-2025 om 11.17 uur] Cornelis Bregmaninstitutie:41 [05-09-2025 om 12.57 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 2: Regel 2:
  
 ==== 1. Waar komt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ vandaan? ==== ==== 1. Waar komt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ vandaan? ====
-‘Gemeente’ of ‘kerk’ is in het Grieks //ecclesia//, en komt van //eccalein//, wat ‘uitroepen’ betekent. Want de samenkomst van de burgers, die door de omroeper uit hun huizen geroepen werden om het besluit van de raad aan te horen, werd door de Grieken //ecclesia//, ‘gemeente’ genoemd. Daarvan komt ook het woord //ecclesiazein//, ‘prediken’ of ‘tot de preek roepen’, en //ecclesiastes//, ‘prediker’. Deze gemeente wordt ook wel //synagoge// genoemd, dat is: ‘vergadering’. Dit woord komt van //synagein//, oftewel: ‘vergaderen’, ‘verzamelen’, ‘bijeenbrengen’. Maar omdat de Joden hun vergaderingen en de plaatsen waar zij de Wet en de Profeten lazen, synagogen noemden, hebben de christenen hun vergaderingen wat de naam betreft van de Joodse willen onderscheiden. Daarom hebben ze het woord ‘kerk’, ‘gemeente’, of //ecclesia//, dat veel heerlijker klinkt, gebruikt en behouden. Dit woord betekent de vergadering van hen die Christus erkennen en belijden. Sommigen gebruiken daarvoor zeer onterecht het woord ‘stad’ en ‘gemenebest’, al is het waar dat Jakobus 2:2 het woord //synagoge// ook gebruikt: “Want stel, er kwam in uw vergadering (synagogeeen man binnen met een gouden ring ” En in Hebreeën 10:25 staat dat we onze eigen bijeenkomst (//episynagogen//) niet mogen verzuimen.+‘Gemeente’ of ‘kerk’ is in het Grieks //ecclesia//, en komt van //eccalein//, wat ‘uitroepen’ betekent. Want de samenkomst van de burgers, die door de omroeper uit hun huizen geroepen werden om het besluit van de raad aan te horen, werd door de Grieken //ecclesia//, ‘gemeente’ genoemd. Daarvan komt ook het woord //ecclesiazein//, ‘prediken’ of ‘tot de preek roepen’, en //ecclesiastes//, ‘prediker’. Deze gemeente wordt ook wel //synagoge// genoemd, dat is: ‘vergadering’. Dit woord komt van //synagein//, oftewel: ‘vergaderen’, ‘verzamelen’, ‘bijeenbrengen’. Maar omdat de Joden hun vergaderingen en de plaatsen waar zij de Wet en de Profeten lazen, synagogen noemden, hebben de christenen hun vergaderingen wat de naam betreft van de Joodse willen onderscheiden. Daarom hebben ze het woord ‘kerk’, ‘gemeente’, of //ecclesia//, dat veel heerlijker klinkt, gebruikt en behouden. Dit woord betekent de vergadering van hen die Christus erkennen en belijden. Sommigen gebruiken daarvoor zeer onterecht het woord ‘stad’ en ‘gemenebest’, al is het waar dat Jakobus 2:2 het woord //synagoge// ook gebruikt: “Want stel, er kwam in uw vergadering”, synagoge, “een man binnen met een gouden ring”En in Hebreeën 10:25 staat dat we onze eigen bijeenkomst (//episynagogen//) niet mogen verzuimen.
 Het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ is niet absoluut, maar ziet op iets anders: het wordt zo genoemd ten aanzien van God, die de mensen door de verkondigers van zijn Woord uit de wereld roept tot het Rijk van zijn Zoon. En wie die roeping gehoorzaamt en zich tot de kerk of gemeente begeeft – hij wordt //geroepen// genoemd, alsof men zei: //uitgeroepen//, zoals men ziet als Paulus in zijn brieven de groeten doet. Niemand begeeft zich immers opzettelijk tot de gemeente vanuit zichzelf, uit eigen beweging en zichzelf aansporend; maar zoveel als er komen, worden zij door God geroepen. Het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ is niet absoluut, maar ziet op iets anders: het wordt zo genoemd ten aanzien van God, die de mensen door de verkondigers van zijn Woord uit de wereld roept tot het Rijk van zijn Zoon. En wie die roeping gehoorzaamt en zich tot de kerk of gemeente begeeft – hij wordt //geroepen// genoemd, alsof men zei: //uitgeroepen//, zoals men ziet als Paulus in zijn brieven de groeten doet. Niemand begeeft zich immers opzettelijk tot de gemeente vanuit zichzelf, uit eigen beweging en zichzelf aansporend; maar zoveel als er komen, worden zij door God geroepen.
 ==== 2. Op hoeveel manieren wordt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ in de Schrift gebruikt? ==== ==== 2. Op hoeveel manieren wordt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ in de Schrift gebruikt? ====
Regel 14: Regel 14:
   - Op een verkeerde manier wordt het woord gebruikt voor een gemeente met een valse leer; dat is een gezelschap der boosdoeners, een samenspanning((*Psalm 26:5)) van goddelozen tegen Christus en Zijn waarheid.   - Op een verkeerde manier wordt het woord gebruikt voor een gemeente met een valse leer; dat is een gezelschap der boosdoeners, een samenspanning((*Psalm 26:5)) van goddelozen tegen Christus en Zijn waarheid.
 ==== 3. Wat is de kerk? ==== ==== 3. Wat is de kerk? ====
-De kerk is een vergadering van mensen, die door de verkondiging van het Evangelie krachtig uit de wereld geroepen en daarvoor uitgekozen zijn. Daardoor gaan zij in Christus geloven, zij hangen Hem aan als hun enig Hoofd en belijden dat ze in Hem geloven. Uit het geloof kennen en dienen zij God zoals Hij Zich in zjn Woord openbaart. Onder hen worden ook de leerlingen((Waarschijnlijk bedoelt Bucanus met hen degenen die onderwijs krijgen in de christelijke leer met het oog op hun aanstaande doop, waardoor zij tot de christelijke gemeente behoren.)) en kinderen van de uitverkorenen en soms ook van de huichelaars gerekend, hoewel die laatsten vanwege hun jeugd nog niet kunnen geroepen kunnen worden of de sacramenten kunnen gebruiken.((*Romeinen 10:14 *Handelingen 1:39 *1 Korintiërs 7:14))+De kerk is een vergadering van mensen, die door de verkondiging van het Evangelie krachtig uit de wereld geroepen en daarvoor uitgekozen zijn. Daardoor gaan zij in Christus geloven, zij hangen Hem aan als hun enig Hoofd en belijden dat ze in Hem geloven. Uit het geloof kennen en dienen zij God zoals Hij Zich in zijn Woord openbaart. Onder hen worden ook de leerlingen((Waarschijnlijk bedoelt Bucanus met hen degenen die onderwijs krijgen in de christelijke leer met het oog op hun aanstaande doop, waardoor zij tot de christelijke gemeente behoren.)) en kinderen van de uitverkorenen en soms ook van de huichelaars gerekend, hoewel die laatsten vanwege hun jeugd nog niet kunnen geroepen kunnen worden of de sacramenten kunnen gebruiken.((*Romeinen 10:14 *Handelingen 1:39 *1 Korintiërs 7:14))
 De kerk is ook een vergadering van mensen die overal vandaan door God uit de verdorven menigte van het hele menselijke geslacht door de stem van het Evangelie tot het geestelijke rijk van Christus geroepen zijn. Zij zijn afgezonderd van andere vergaderingen van mensen, en onderscheiden zich door het gehoor van Gods Woord, het geloof, de sacramenten, het gebed, een heilig leven en een belijdenis van de waarheid. Hun samenkomsten zijn gegrond op de Hoeksteen Christus, opdat God in hen zal wonen en naar de profetische en apostolische leer in der eeuwigheid gediend en geëerd zal worden. Zie Johannes 10:4,5 waar Jezus zegt dat zijn schapen naar zijn stem luisteren, en niet naar die van een ander. De kerk is ook een vergadering van mensen die overal vandaan door God uit de verdorven menigte van het hele menselijke geslacht door de stem van het Evangelie tot het geestelijke rijk van Christus geroepen zijn. Zij zijn afgezonderd van andere vergaderingen van mensen, en onderscheiden zich door het gehoor van Gods Woord, het geloof, de sacramenten, het gebed, een heilig leven en een belijdenis van de waarheid. Hun samenkomsten zijn gegrond op de Hoeksteen Christus, opdat God in hen zal wonen en naar de profetische en apostolische leer in der eeuwigheid gediend en geëerd zal worden. Zie Johannes 10:4,5 waar Jezus zegt dat zijn schapen naar zijn stem luisteren, en niet naar die van een ander.
 Deze omschrijving wordt ontleend aan het voorbeeld van Abraham, die met zijn huisgenoten uit Ur in het land van de Chaldeeën uit het midden van de afgodendienaars geroepen is. Hij is Gods stem gehoorzaam geweest en heeft zich door de gehoorzaamheid van het geloof afgescheiden van de goddeloosheid van de wereld om nu zijn Naam te belijden.((*Genesis 12:1 *Genesis 13:18 *Genesis 15:6 *Genesis 17:13 *Handelingen 7:3 *Romeinen 4:13 e.v.)) Deze omschrijving wordt ontleend aan het voorbeeld van Abraham, die met zijn huisgenoten uit Ur in het land van de Chaldeeën uit het midden van de afgodendienaars geroepen is. Hij is Gods stem gehoorzaam geweest en heeft zich door de gehoorzaamheid van het geloof afgescheiden van de goddeloosheid van de wereld om nu zijn Naam te belijden.((*Genesis 12:1 *Genesis 13:18 *Genesis 15:6 *Genesis 17:13 *Handelingen 7:3 *Romeinen 4:13 e.v.))
Regel 23: Regel 23:
  ==== 5. Wordt deze ene kerk of gemeente dan niet onderscheiden? ====  ==== 5. Wordt deze ene kerk of gemeente dan niet onderscheiden? ====
 Jawel, en dat op vele manieren. Jawel, en dat op vele manieren.
-  - Ten aanzien van haar wezen. Er zijn kerken die we eenvoudigweg de ene naam ‘kerk’ geven, maar er zijn andere kerken die we wel dezelfde naam geven, maar dan op basis van één bepaald aspect.\\ De eerstbedoelde kerken voldoen aan de bovengenoemde omschrijving van het wezen van de kerk, dat het namelijk een vergadering is van mensen, die de enige ware God in Christus uit zijn beschreven Woord erkent en dient en Hem in en door alles – hoewel in verschillende mate – oprecht gehoorzaamt. Deze kerk wordt daarom ook een rechtzinnige, zuivere en gezonde kerk of gemeente genoemd.\\ Bij de tweede categorie van kerken zien we dat men afwijkt van de kennis van God en van de manier waarop men Hem vanuit zjn Woord moet dienen. Zo’n kerk wordt een dwalende, ketterse of schisma-veroorzakende kerk genoemd, die of in het geloof of in de liefde of in beide dwaalt. Zo kan de christelijke kerk die momenteel in Griekenland onder het geweld van de Turken zucht, ten aanzien van enkele aspecten nog wel een kerk genoemd worden. En dat geldt ook voor de wederdopers of andere ketters die nog niet geheel van de evangelische leer zijn vervreemd. In die zin zijn ook de bijeenkomsten van de roomsen nog kerken en gemeenten, zoals een melaatse of een geestesziek mens vanwege zijn ziekte niet ophoudt een mens te zijn. Daarom zegt Tertullianus in Boek 4 tegen Marcion: “De hommels maken ook honing, en zo stichten de Marcionieten ook gemeenten.” Wat de bijeenkomsten betreft van deze tweede categorie van kerken, worden die met meer recht een kerk genoemd, die zich het meest aan de omschrijving houden van wat een kerk is. Maar die kerkelijke bijeenkomsten die zich het minst daaraan behouden, worden eigenlijk ten onrechte en nauwelijks geloofwaardig nog kerk genoemd.+  - Ten aanzien van haar wezen. Er zijn kerken die we eenvoudigweg de ene naam ‘kerk’ geven, maar er zijn andere kerken die we wel dezelfde naam geven, maar dan op basis van één bepaald aspect.\\ De eerstbedoelde kerken voldoen aan de bovengenoemde omschrijving van het wezen van de kerk, dat het namelijk een vergadering is van mensen, die de enige ware God in Christus uit zijn beschreven Woord erkent en dient en Hem in en door alles – hoewel in verschillende mate – oprecht gehoorzaamt. Deze kerk wordt daarom ook een rechtzinnige, zuivere en gezonde kerk of gemeente genoemd.\\ Bij de tweede categorie van kerken zien we dat men afwijkt van de kennis van God en van de manier waarop men Hem vanuit zijn Woord moet dienen. Zo’n kerk wordt een dwalende, ketterse of schisma-veroorzakende kerk genoemd, die of in het geloof of in de liefde of in beide dwaalt. Zo kan de christelijke kerk die momenteel in Griekenland onder het geweld van de Turken zucht, ten aanzien van enkele aspecten nog wel een kerk genoemd worden. En dat geldt ook voor de wederdopers of andere ketters die nog niet geheel van de evangelische leer zijn vervreemd. In die zin zijn ook de bijeenkomsten van de roomsen nog kerken en gemeenten, zoals een melaatse of een geestesziek mens vanwege zijn ziekte niet ophoudt een mens te zijn. Daarom zegt Tertullianus in Boek 4 tegen Marcion: “De hommels maken ook honing, en zo stichten de Marcionieten ook gemeenten.” Wat de bijeenkomsten betreft van deze tweede categorie van kerken, worden die met meer recht een kerk genoemd, die zich het meest aan de omschrijving houden van wat een kerk is. Maar die kerkelijke bijeenkomsten die zich het minst daaraan behouden, worden eigenlijk ten onrechte en nauwelijks geloofwaardig nog kerk genoemd.
   - De kerk wordt ook gradueel en in trap en mate onderscheiden. De ene kerk wordt volmaakt genoemd en de andere onvolmaakt.\\ De volmaakte kerk voldoet geheel aan de twee vereisten, namelijk een volkomen kennis van Gods Woord en de volkomen gehoorzaamheid tot zijn geopenbaarde wil,((*Johannes 1:14 *Johannes 17:23 *Efeziërs 4:13,31 *Kolossenzen 3:4)) die in dit leven begonnen wordt en in het toekomende leven zal voleind worden.((*Filippenzen 3:12-14))\\ De onvolmaakte kerk mist een van deze delen geheel en al of heeft daar maar weinig van. Zo worden de samenkomsten van de Korintiërs die ontkenden dat er een opstanding zou zijn, en de vergaderingen der Galaten die zeiden dat de verdiensten van Christus alléén niet genoeg waren om ons voor God te rechtvaardigen, door Paulus toch kerken en gemeenten genoemd; maar zij waren wel onvolmaakt. Het is als bij een huis of een lichaam waar enige delen of leden aan gemist worden, in mindere mate een huis en lichaam zijn dan wanneer dat huis of lichaam al zijn delen geheel bezit.   - De kerk wordt ook gradueel en in trap en mate onderscheiden. De ene kerk wordt volmaakt genoemd en de andere onvolmaakt.\\ De volmaakte kerk voldoet geheel aan de twee vereisten, namelijk een volkomen kennis van Gods Woord en de volkomen gehoorzaamheid tot zijn geopenbaarde wil,((*Johannes 1:14 *Johannes 17:23 *Efeziërs 4:13,31 *Kolossenzen 3:4)) die in dit leven begonnen wordt en in het toekomende leven zal voleind worden.((*Filippenzen 3:12-14))\\ De onvolmaakte kerk mist een van deze delen geheel en al of heeft daar maar weinig van. Zo worden de samenkomsten van de Korintiërs die ontkenden dat er een opstanding zou zijn, en de vergaderingen der Galaten die zeiden dat de verdiensten van Christus alléén niet genoeg waren om ons voor God te rechtvaardigen, door Paulus toch kerken en gemeenten genoemd; maar zij waren wel onvolmaakt. Het is als bij een huis of een lichaam waar enige delen of leden aan gemist worden, in mindere mate een huis en lichaam zijn dan wanneer dat huis of lichaam al zijn delen geheel bezit.
   - Ten aanzien van haar ouderdom en toestand. De Israëlitische kerk was onder de wet, zoals een weeskind is onder zijn verantwoordelijke voogd. Maar ze nam toe en groeide op, dat wil zeggen: ze groeide toe naar de komst van Christus. Door Hem is het voogdijschap en het toezicht over de kerk opgehouden, en de christelijke kerk groeit nu toe naar de toekomst van Christus waarin beide één zijn. Zo heeft de kerk het perspectief op de vrijheid in Hem, nog niet in het volle genot ervan, maar wel met het recht erop.((*Galaten 4:1-3))   - Ten aanzien van haar ouderdom en toestand. De Israëlitische kerk was onder de wet, zoals een weeskind is onder zijn verantwoordelijke voogd. Maar ze nam toe en groeide op, dat wil zeggen: ze groeide toe naar de komst van Christus. Door Hem is het voogdijschap en het toezicht over de kerk opgehouden, en de christelijke kerk groeit nu toe naar de toekomst van Christus waarin beide één zijn. Zo heeft de kerk het perspectief op de vrijheid in Hem, nog niet in het volle genot ervan, maar wel met het recht erop.((*Galaten 4:1-3))
Regel 68: Regel 68:
   - De godzalige bisschoppen na de apostolische tijd hebben door onvoorzichtigheid sommige verkeerde dingen met de waarheid vermengd en de dwalingen daaruit aan het nageslacht doorgegeven. Ook is niet alles in de kerk direct en in één ogenblik tot verval gekomen. Maar de pest van de ketterij heeft zich langzamerhand wijd en zijd verspreid, totdat ze ten slotte de gehele wereld ermee besmet heeft. Ondertussen is de kerk niet in totale zin tot in de grond toe vervallen, want God heeft de overblijfsels, namelijk zijn uitverkorenen, erin overgehouden. De Heilige Geest heeft de algemene afval van het geloof tevoren al voorzegd,((*2 Tessalonicenzen 2:3 *1 Timoteüs 4:1)) en in Openbaring 13:3-7 wordt gezegd dat de gehele aarde met grote verbazing het beest is gevolgd, en dat daaraan macht gegeven is over alle geslachten, taal en natie. Al degenen die op de aarde wonen, zullen het aanbidden – zij van wie de namen niet geschreven zijn in het boek des levens; dat wil zeggen allen, behalve de uitverkorenen.   - De godzalige bisschoppen na de apostolische tijd hebben door onvoorzichtigheid sommige verkeerde dingen met de waarheid vermengd en de dwalingen daaruit aan het nageslacht doorgegeven. Ook is niet alles in de kerk direct en in één ogenblik tot verval gekomen. Maar de pest van de ketterij heeft zich langzamerhand wijd en zijd verspreid, totdat ze ten slotte de gehele wereld ermee besmet heeft. Ondertussen is de kerk niet in totale zin tot in de grond toe vervallen, want God heeft de overblijfsels, namelijk zijn uitverkorenen, erin overgehouden. De Heilige Geest heeft de algemene afval van het geloof tevoren al voorzegd,((*2 Tessalonicenzen 2:3 *1 Timoteüs 4:1)) en in Openbaring 13:3-7 wordt gezegd dat de gehele aarde met grote verbazing het beest is gevolgd, en dat daaraan macht gegeven is over alle geslachten, taal en natie. Al degenen die op de aarde wonen, zullen het aanbidden – zij van wie de namen niet geschreven zijn in het boek des levens; dat wil zeggen allen, behalve de uitverkorenen.
 ==== 14. Waar was de kerk toen? ==== ==== 14. Waar was de kerk toen? ====
-Tertullianus zegt in zijn boek over de boetvaardigheid dat de kerk uit een of twee personen kan bestaan. Dus als er in die verdorven en heilloze tijden maar een of twee trouwe dienstknechten van God geweest zijn, is dat voldoende om van een kerk te spreken. Daarom komt het ons niet toe om zo nauwkeurig mogelijk te noteren of te zeggen in welke tijd precies de kerk is begonnen met haar afval. We moeten ons juist veel meer beijveren om haar uit die jammerlijke positie kunnen uithelpen en redden.+Tertullianus zegt in zijn boek over de boetvaardigheid dat de kerk uit een of twee personen kan bestaan. Dus als er in die verdorven en heilloze tijden maar een of twee trouwe dienstknechten van God geweest zijn, is dat voldoende om van een kerk te spreken. Daarom komt het ons niet toe om zo nauwkeurig mogelijk te noteren of te zeggen in welke tijd precies de kerk is begonnen met haar afval. We moeten ons juist veel meer beijveren om haar uit die jammerlijke positie te kunnen uithelpen en redden.
 ==== 15. Wat is de bron en oorzaak van de kerk? ==== ==== 15. Wat is de bron en oorzaak van de kerk? ====
 De voornaamste bron en oorzaak is God, de Vader, die de kerk voor Zichzelf uitverkoren heeft en die haar in de tijd ook roept en om Zich heen verzamelt; zie Efeziërs 1:4 en Johannes 1:13. In dat laatste vers staat dat de gelovigen “niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren” zijn. En in Johannes 6:44 lezen we: “Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke.” De voornaamste bron en oorzaak is God, de Vader, die de kerk voor Zichzelf uitverkoren heeft en die haar in de tijd ook roept en om Zich heen verzamelt; zie Efeziërs 1:4 en Johannes 1:13. In dat laatste vers staat dat de gelovigen “niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren” zijn. En in Johannes 6:44 lezen we: “Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke.”
Regel 77: Regel 77:
 De materiële oorzaak bestaat uit mensen, die overal ter wereld gevonden worden om bijeen te komen. Het gebod van Christus luidde dan ook: “Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping” (Marcus 16:15,16). De materiële oorzaak bestaat uit mensen, die overal ter wereld gevonden worden om bijeen te komen. Het gebod van Christus luidde dan ook: “Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping” (Marcus 16:15,16).
 ==== 16. Maar zijn de gelukzalige engelen ook niet een materieel deel van de ware kerk? ==== ==== 16. Maar zijn de gelukzalige engelen ook niet een materieel deel van de ware kerk? ====
-Jazeker, en dat geldt ook voor de zielen van de gelukzaligen; zij mogen zelfs het meest schone en meest uitnemende deel ervan zijn.((*Psalm 103:20)) In Hebreeën 1:6-7 en 12:23 spreekt de apostel over een vergadering van vele duizenden engelen en een gemeente van eerstgeborenen die in de hemelen opgeschreven zijn. Hier wordt dus gesproken over geesten en engelen. Christus is ook in zijn mens-zijn het Hoofd en de Here van alle schepselen, en dus ook van de engelen.((*Kolossenzen 1:17,18))+Jazeker, en dat geldt ook voor de zielen van de gelukzaligen; zij mogen zelfs het meest schone en meest uitnemende deel ervan zijn.((*Psalm 103:20)) In Hebreeën 1:6,7 en 12:23 spreekt de apostel over een vergadering van vele duizenden engelen en een gemeente van eerstgeborenen die in de hemelen opgeschreven zijn. Hier wordt dus gesproken over geesten en engelen. Christus is ook in zijn mens-zijn het Hoofd en de Here van alle schepselen, en dus ook van de engelen.((*Kolossenzen 1:17,18))
 Maar hier spreken we over de kerk die God door het bloed van Zijn Zoon verworven heeft en door Zijn Woord heeft bijeengebracht. God heeft de gelukzalige engelen die nooit afgevallen zijn, niet verlost en dus heeft Hij hen ook niet aangenomen; zie Hebreeën 2:16. Hij roept hen ook niet door de dienst van zijn Woord tot de gemeenschap van zijn kerk, maar Hij heeft hen wel in hun eerste staat van gelukzaligheid ondersteund en bevestigd. Daarom zeggen wij dat de kerk alleen uit de mensen wordt bijeengebracht volgens het beloftewoord dat de Vader zijn Zoon gegeven heeft; zie Psalm 2:8. Maar hier spreken we over de kerk die God door het bloed van Zijn Zoon verworven heeft en door Zijn Woord heeft bijeengebracht. God heeft de gelukzalige engelen die nooit afgevallen zijn, niet verlost en dus heeft Hij hen ook niet aangenomen; zie Hebreeën 2:16. Hij roept hen ook niet door de dienst van zijn Woord tot de gemeenschap van zijn kerk, maar Hij heeft hen wel in hun eerste staat van gelukzaligheid ondersteund en bevestigd. Daarom zeggen wij dat de kerk alleen uit de mensen wordt bijeengebracht volgens het beloftewoord dat de Vader zijn Zoon gegeven heeft; zie Psalm 2:8.
-==== 17. Heeft de kerk geen Hoofd? ====+==== 17. Heeft de kerk niet een Hoofd? ====
 Ja, want de kerk is een lichaam; ze is wel geen natuurlijk en fysiek lichaam, maar ze is wel een geestelijk lichaam dat voor het oog verborgen is.((*1 Korintiërs 10:16 *1 Korintiërs 12:12 *Kolossenzen 1:18)) Daaruit volgt dus noodzakelijk dat ze een Hoofd moet hebben waardoor ze geregeerd, gevoed en gekoesterd wordt en waarvan ze afhankelijk is. Elk levend lichaam heeft zijn eigen hoofd waaronder het door de Schepper is gesteld en waaruit het zijn leven haalt. Ja, want de kerk is een lichaam; ze is wel geen natuurlijk en fysiek lichaam, maar ze is wel een geestelijk lichaam dat voor het oog verborgen is.((*1 Korintiërs 10:16 *1 Korintiërs 12:12 *Kolossenzen 1:18)) Daaruit volgt dus noodzakelijk dat ze een Hoofd moet hebben waardoor ze geregeerd, gevoed en gekoesterd wordt en waarvan ze afhankelijk is. Elk levend lichaam heeft zijn eigen hoofd waaronder het door de Schepper is gesteld en waaruit het zijn leven haalt.
 Dus ook de kerk heeft haar Hoofd; niet meerdere hoofden, maar één Hoofd. Ze kan ook niet zonder Hoofd zijn. Ze lijkt ook niet op een wanschapen dier met veel hoofden, twee of meer, zodat na het afsterven van het ene het andere de plaats ervan kan innemen. Dan zou ze even dikwijls moeten sterven als ze van haar hoofd beroofd wordt, en weer levend worden zodra ze weer een nieuw hoofd krijgt. Zoiets zou er heel monsterachtig en wanschapen uitzien. Dus ook de kerk heeft haar Hoofd; niet meerdere hoofden, maar één Hoofd. Ze kan ook niet zonder Hoofd zijn. Ze lijkt ook niet op een wanschapen dier met veel hoofden, twee of meer, zodat na het afsterven van het ene het andere de plaats ervan kan innemen. Dan zou ze even dikwijls moeten sterven als ze van haar hoofd beroofd wordt, en weer levend worden zodra ze weer een nieuw hoofd krijgt. Zoiets zou er heel monsterachtig en wanschapen uitzien.
Regel 85: Regel 85:
   - Door zijn volmaaktheid, want Hij alleen is werkelijk God en werkelijk mens, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn; zie Kolossenzen 1:18 en 2:10.   - Door zijn volmaaktheid, want Hij alleen is werkelijk God en werkelijk mens, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn; zie Kolossenzen 1:18 en 2:10.
   - Door zijn ambt, want alleen Christus is Koning, Profeet en Hogepriester, Die over zijn kerk heerst en haar leidt en bestuurt zoals een hoofd het lichaam bestuurt.((*Openbaring 1:6))   - Door zijn ambt, want alleen Christus is Koning, Profeet en Hogepriester, Die over zijn kerk heerst en haar leidt en bestuurt zoals een hoofd het lichaam bestuurt.((*Openbaring 1:6))
-  - Door zijn kracht, want alleen Hij geeft zijn ledematen kracht, sterkte, gevoelsbewegingen, het geestelijk leven en alles wat goed voor haar is.((*Johannes 6:5-7 *Johannes 15:1-2)) En alleen Hij – die door de band van de Geest met het lichaam verenigd is – brengt haar volmaaktheid voort en zorgt ook voor de het samen gebonden zijn, de overeenstemming en de gemeenschap van alle leden onder elkaar en met God.((*Johannes 1:3 *Johannes 17:22 *Efeziërs 4:12)) Hij alleen neemt nooit afstand van zijn kerk, maar is altijd bij haar door zijn Geest;((*Matteüs 28:20)) en alleen Hij geeft zijn lichaam het leven.((*Efeziërs 5:24)) Hij sterft nooit en te nimmer, want de dood zal geen heerschappij meer over Hem hebben; zie Romeinen 6:9. Hij houdt er dan ook geen stadhouder op na, evenmin als een bruid geen twee hoofden of twee bruidegoms heeft. +  - Door zijn kracht, want alleen Hij geeft zijn ledematen kracht, sterkte, gevoelsbewegingen, het geestelijk leven en alles wat goed voor haar is.((*Johannes 6:5-7 *Johannes 15:1-2)) En alleen Hij – die door de band van de Geest met het lichaam verenigd is – brengt haar volmaaktheid voort en zorgt ook voor het samengebonden zijn, de overeenstemming en de gemeenschap van alle leden onder elkaar en met God.((*Johannes 1:3 *Johannes 17:22 *Efeziërs 4:12)) Hij alleen neemt nooit afstand van zijn kerk, maar is altijd bij haar door zijn Geest;((*Matteüs 28:20)) en alleen Hij geeft zijn lichaam het leven.((*Efeziërs 5:24)) Hij sterft nooit en te nimmer, want de dood zal geen heerschappij meer over Hem hebben; zie Romeinen 6:9. Hij houdt er dan ook geen stadhouder op na, evenmin als een bruid geen twee hoofden of twee bruidegoms heeft. 
-  - Door zijn leer, want Hij alleen is de Herder van de enige schaapstal van Christus’ kudde.((*Johannes 10:16)) Hij is naar het getuigenis van Petrus de opperherder.((*1 Petrus 5:4)) Niemand van de herders in de christelijke kerk heeft dan ook dezelfde positie als de hogepriester onder de wet in het Oude Testament. Want de hogepriester toen was een werkelijke voorafschaduwing van Christus.((*Psalm 110:4 *Hebreeën 7:17 *Hebreeën 9:7,11)) Dat geldt echter voor niemand van de herders in de christelijke kerk; zij zijn geen voorbeeld van Christus. De oudtestamentische hogepriester was ook alleen maar aangesteld in een klein land met één tempel over één volk. Maar niemand van ons kan geplaatst over de gehele wereld, hoewel de kerk daarover wel verstrooid is. Dat zou zoiets zijn als de gehele wereld in één stad te willen opsluiten, zoals Hiëronymus zegt.+  - Door zijn leer, want Hij alleen is de Herder van de enige schaapstal van Christus’ kudde.((*Johannes 10:16)) Hij is naar het getuigenis van Petrus de opperherder.((*1 Petrus 5:4)) Niemand van de herders in de christelijke kerk heeft dan ook dezelfde positie als de hogepriester onder de wet in het Oude Testament. Want de hogepriester toen was een werkelijke voorafschaduwing van Christus.((*Psalm 110:4 *Hebreeën 7:17 *Hebreeën 9:7,11)) Dat geldt echter voor niemand van de herders in de christelijke kerk; zij zijn geen voorafbeeldingen van Christus. De oudtestamentische hogepriester was ook alleen maar aangesteld in een klein land met één tempel over één volk. Maar niemand van ons kan geplaatst zijn over de gehele wereld, hoewel de kerk daarover wel verstrooid is. Dat zou zoiets zijn als de gehele wereld in één stad te willen opsluiten, zoals Hiëronymus zegt.
 De paus is dus niet het dienende hoofd in de katholieke of algemene kerk. Dat kan ook op geen enkele manier vanuit de Schrift bewezen worden. En omdat het Koninkrijk van Christus niet van deze wereld is, heeft Hij ook geen onderkoning of stadhouder nodig. De dienst in de kerk, die bestaat uit de bediening van het evangelie en van de sacramenten, kan door niemand over de gehele aardbodem tegelijk in praktijk gebracht worden. De schenking die keizer Constantijn aan paus Silvester gegeven zou hebben, zegt ons al genoeg hoe we hierover moeten denken; dat is namelijk de stem die Silvester vanuit de hemel gehoord heeft: “Nu is het vergif over de kerk uitgestort.” En ook het bekende spreekwoord //Quam fabulam longi temporis fallacia finxit// zegt ons genoeg, namelijk: een fabeltje uit oude tijden. De paus is dus niet het dienende hoofd in de katholieke of algemene kerk. Dat kan ook op geen enkele manier vanuit de Schrift bewezen worden. En omdat het Koninkrijk van Christus niet van deze wereld is, heeft Hij ook geen onderkoning of stadhouder nodig. De dienst in de kerk, die bestaat uit de bediening van het evangelie en van de sacramenten, kan door niemand over de gehele aardbodem tegelijk in praktijk gebracht worden. De schenking die keizer Constantijn aan paus Silvester gegeven zou hebben, zegt ons al genoeg hoe we hierover moeten denken; dat is namelijk de stem die Silvester vanuit de hemel gehoord heeft: “Nu is het vergif over de kerk uitgestort.” En ook het bekende spreekwoord //Quam fabulam longi temporis fallacia finxit// zegt ons genoeg, namelijk: een fabeltje uit oude tijden.
 Wie de paus dus een algemene bisschop noemt – zo zegt Gregorius de Grote, die zelf een roomse bisschop was – is werkelijk een voorloper van de antichrist. Wie de paus dus een algemene bisschop noemt – zo zegt Gregorius de Grote, die zelf een roomse bisschop was – is werkelijk een voorloper van de antichrist.
Regel 93: Regel 93:
   - Het fundament van de ambtelijke bediening. Van de kerk wordt in Efeziërs 2:20 gezegd dat ze gebouwd is op het fundament van de profeten en de apostelen. Dat wil zeggen: op Christus zelf of in overdrachtelijke zin op wat de verbreiding ervan betreft, op de verkondiging en het getuigenis van de bijbelse leer, op de leer van de apostelen en profeten waarvan zij beiden getuigen, of op beide testamenten, het Oude en het Nieuwe Testament. Ambrosius zegt daarvan dat zij het fundament van de kerk vormen. Zo kan worden gezegd dat de stad van God niet één maar twaalf fundamenten heeft waarop de namen van de apostelen van het Lam geschreven zijn; zie Openbaring 21:14. Hierdoor lijkt het dat Jakobus, Petrus en Johannes steunpilaren van de kerk genoemd werden; zie Galaten 2:9. Dat wil zeggen: daar leken ze op en dat waren ze voor een deel, omdat ze door hun arbeid de kerk en de dienst van God als het ware ondersteunden en onderhielden. Maar Christus Jezus zelf is de fundamentele Hoeksteen, die het hele huis alleen overeind houdt; zie Efeziërs 2:20-22.   - Het fundament van de ambtelijke bediening. Van de kerk wordt in Efeziërs 2:20 gezegd dat ze gebouwd is op het fundament van de profeten en de apostelen. Dat wil zeggen: op Christus zelf of in overdrachtelijke zin op wat de verbreiding ervan betreft, op de verkondiging en het getuigenis van de bijbelse leer, op de leer van de apostelen en profeten waarvan zij beiden getuigen, of op beide testamenten, het Oude en het Nieuwe Testament. Ambrosius zegt daarvan dat zij het fundament van de kerk vormen. Zo kan worden gezegd dat de stad van God niet één maar twaalf fundamenten heeft waarop de namen van de apostelen van het Lam geschreven zijn; zie Openbaring 21:14. Hierdoor lijkt het dat Jakobus, Petrus en Johannes steunpilaren van de kerk genoemd werden; zie Galaten 2:9. Dat wil zeggen: daar leken ze op en dat waren ze voor een deel, omdat ze door hun arbeid de kerk en de dienst van God als het ware ondersteunden en onderhielden. Maar Christus Jezus zelf is de fundamentele Hoeksteen, die het hele huis alleen overeind houdt; zie Efeziërs 2:20-22.
   - Het krachtige en sterke fundament waarvan gezegd mag worden dat het gebouw rust op Christus, God en mens. Wat betreft het initiatief, de grond en de verdienste van de zaligheid, wat betreft de fontein en de kracht van de bijbelse leer der kerk – het is alles op Christus gefundeerd, omdat Hij alleen de wijsheid, de rechtvaardigheid, de heiligmaking, de verlossing, het eeuwige leven en de heerlijkheid van de gelovigen uitmaakt. Daarom wordt in 1 Korintiërs 3:11 gezegd: “Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen.” En in Jesaja 28:16 wordt Christus een steen ten grondslag genoemd. Dit hoort zó bij Christus dat Hij dit aan niemand anders overdraagt.   - Het krachtige en sterke fundament waarvan gezegd mag worden dat het gebouw rust op Christus, God en mens. Wat betreft het initiatief, de grond en de verdienste van de zaligheid, wat betreft de fontein en de kracht van de bijbelse leer der kerk – het is alles op Christus gefundeerd, omdat Hij alleen de wijsheid, de rechtvaardigheid, de heiligmaking, de verlossing, het eeuwige leven en de heerlijkheid van de gelovigen uitmaakt. Daarom wordt in 1 Korintiërs 3:11 gezegd: “Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen.” En in Jesaja 28:16 wordt Christus een steen ten grondslag genoemd. Dit hoort zó bij Christus dat Hij dit aan niemand anders overdraagt.
-Christus zegt tegen Petrus: “Ik zeg u, dat gij //Petrus// zijt, en op deze //petra// zal Ik mijn gemeente bouwen.” Daarmee zegt de evangelist – die tegelijk ook een uitlegger van deze woorden is – echter niet: U bent de petra, de steen; maar: U bent //Petrus//. Niet op u, Petrus, maar op deze //petra//, deze steen, zal Ik mijn gemeente bouwen. Zo maakt Hij een duidelijk onderscheid tussen deze Petrus, die een onderdeel van het gebouw is, en de steen of //petra//, waar het gebouw op rust. Er is dus een verandering van naam in begrip, en dat blijkt uit de uitgang van de woorden. De kerk is dus op Christus, de Steen of Petra, gebouwd en niet op de apostel Petrus, die direct hierna en daarna nog dikwijls gestruikeld en gevallen is. “En die rots was de Christus” (1 Korintiërs 10:4). Die naam beleed Petrus uit naam van al de discipelen.((*Matteüs 16:16-18)) Bovendien heeft Christus de sleutels – niet van de volledige macht, maar van de kennis – in vers 19 door het noemen van de naam van Petrus, die in naam van hen allen antwoordde, aan allen beloofd. Christus heeft die sleutels aan alle apostelen eendrachtig en zonder onderscheid te maken, gegeven; en in hun persoon aan alle dienaren in de kerk.+Christus zegt tegen Petrus: “Ik zeg u, dat gij //Petrus// zijt, en op deze //petra// zal Ik mijn gemeente bouwen.” Daarmee zegt de evangelist – die tegelijk ook een uitlegger van deze woorden is – echter niet: U bent de petra, de steen; maar: U bent //Petrus//. Niet op u, Petrus, maar op deze //petra//, deze steen, zal Ik mijn gemeente bouwen. Zo maakt Hij een duidelijk onderscheid tussen deze Petrus, die een onderdeel van het gebouw is, en de steen of //petra//, waar het gebouw op rust. Er is dus een verandering van naam in begrip, en dat blijkt uit de uitgang van de woorden. De kerk is dus op Christus, de Steen of Petra, gebouwd en niet op de apostel Petrus, die direct hierna en daarna nog dikwijls gestruikeld en gevallen is. “En die rots was de Christus” (1 Korintiërs 10:4). Die naam beleed Petrus uit naam van al de discipelen.((*Matteüs 16:16-18)) Daarop heeft Christus de sleutels – niet van de volledige macht, maar van de kennis – niet alleen beloofd aan Petrus, maar aan allen namens wie Petrus sprak. Christus heeft de sleutels dus zonder onderscheid aan alle apostelen samen gegeven; en in hun persoon aan alle dienaren in de kerk.
 Dan is er nog iets: tot driemaal toe wordt aan Petrus de opdracht gegeven: “Weidt mijn schapen” (Johannes 21:17). Die woorden maken hem wel tot een herder van de kudde, maar geen enige en algemene herder, want tegen de anderen is ook gezegd: “Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u” (Johannes 20:21). Dan is er nog iets: tot driemaal toe wordt aan Petrus de opdracht gegeven: “Weidt mijn schapen” (Johannes 21:17). Die woorden maken hem wel tot een herder van de kudde, maar geen enige en algemene herder, want tegen de anderen is ook gezegd: “Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u” (Johannes 20:21).
 En ten slotte: Noach was in de ark het hoofd van zijn kinderen, maar hij was geen voorafschaduwing van de paus van Rome, maar wel van Christus((*Genesis 7:13 *1 Petrus 3:21)) - zoals de doop een beeld is van de verlossing die de kerk in de zondvloed ten deel viel. En ten slotte: Noach was in de ark het hoofd van zijn kinderen, maar hij was geen voorafschaduwing van de paus van Rome, maar wel van Christus((*Genesis 7:13 *1 Petrus 3:21)) - zoals de doop een beeld is van de verlossing die de kerk in de zondvloed ten deel viel.
Regel 138: Regel 138:
   - Dat wordt ook bevestigd door het voorbeeld van de godzalige voorvaderen, die zich eveneens afgescheiden hebben van de vergadering van afgodendienaars in Israël. Zij hielden hun eigen vergaderingen om daar God te dienen.((*Genesis 12:7, *Genesis 13:18 *Genesis 26:25 *Genesis 33:20 *1 Koningen 3:2 *1 Koningen 18:21 *2 Koningen 4:8 *Psalm 16:4)) Daarom zegt Nazianzus heel fraai: “De arke Noachs ik zoek, om te ontgaan Godes vloek.”   - Dat wordt ook bevestigd door het voorbeeld van de godzalige voorvaderen, die zich eveneens afgescheiden hebben van de vergadering van afgodendienaars in Israël. Zij hielden hun eigen vergaderingen om daar God te dienen.((*Genesis 12:7, *Genesis 13:18 *Genesis 26:25 *Genesis 33:20 *1 Koningen 3:2 *1 Koningen 18:21 *2 Koningen 4:8 *Psalm 16:4)) Daarom zegt Nazianzus heel fraai: “De arke Noachs ik zoek, om te ontgaan Godes vloek.”
 ==== 24. Kan de kerk wel van de waarheid wegdwalen en daarvan geheel en al vervallen? ==== ==== 24. Kan de kerk wel van de waarheid wegdwalen en daarvan geheel en al vervallen? ====
-Als men de kerk in het algemeen beschouwt op de manier die we hierboven hebben weergegeven, namelijk als de triomferende kerk in de hemel en de strijdende kerk op aarde – dan kan de triomferende kerk zeer beslist niet dwalen, omdat ze nu voor eens en altijd van de zonde en de dwaling verlost is. Ook de strijdende kerk heeft bij monde van de profeten en de apostelen door bijzondere genade niet in de leer gedwaald. En dat kan ze ook nooit zolang ze Christus, haar Zaligmaker en Leraar, door het geloof aanhangt en zij door zijn Geest bestuurd wordt. D at kan ze ook niet zo lang ze zich houdt aan het geschreven Woord van God als een licht dat in een duistere plaats schijnt. Dat kan ze ook niet zo lang ze de stem van haar Bruidegom hoort en gehoorzaam luistert naar het onderwijs van de Heilige Geest; zie 2 Petrus 2:19. Ze kan dan niet dwalen of afvallen van de waarheid die nodig is om te geloven. De waarheid die nergens elders in de wereld te vinden is, woont alleen in haar, en daarom noemt Paulus haar als hij hierop let “een pijler, fundament der waarheid” tegenover andere vergaderingen van mensen die leugens aanhangen en ook propageren; zie 1 Timoteüs 3:15. De kerk dwaalt dan dus niet in de dingen die nodig zijn tot zaligheid. +Als men de kerk in het algemeen beschouwt op de manier die we hierboven hebben weergegeven, namelijk als de triomferende kerk in de hemel en de strijdende kerk op aarde – dan kan de triomferende kerk zeer beslist niet dwalen, omdat ze nu voor eens en altijd van de zonde en de dwaling verlost is. Ook de strijdende kerk heeft bij monde van de profeten en de apostelen door bijzondere genade niet in de leer gedwaald. En dat kan ze ook nooit zolang ze Christus, haar Zaligmaker en Leraar, door het geloof aanhangt en zij door zijn Geest bestuurd wordt. Dat kan ze ook niet zo lang ze zich houdt aan het geschreven Woord van God als een licht dat in een duistere plaats schijnt. Dat kan ze ook niet zo lang ze de stem van haar Bruidegom hoort en gehoorzaam luistert naar het onderwijs van de Heilige Geest; zie 2 Petrus 2:19. Ze kan dan niet dwalen of afvallen van de waarheid die nodig is om te geloven. De waarheid die nergens elders in de wereld te vinden is, woont alleen in haar, en daarom noemt Paulus haar als hij hierop let “een pijler, fundament der waarheid” tegenover andere vergaderingen van mensen die leugens aanhangen en ook propageren; zie 1 Timoteüs 3:15. De kerk dwaalt dan dus niet in de dingen die nodig zijn tot zaligheid. 
-Dat doet ze niet zomaar eenvoudigweg [omdat ze kerk is], maar onder een zekere voorwaarde [van Schriftgetrouwheid]. Maar in de dingen die niet direct nodig zijn tot zaligheid, kan ze wel dwalen. In Johannes 16:13 staat: “Wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid”, dat wil zeggen: de waarheid die nodig is om zalig te worden. Zó heeft Christus voor Zijn kerk gebeden, opdat ze in de waarheid geheiligd zou worden; niet om in geen enkele kwestie te dwalen, maar om niet te dwalen in de dingen die de zaligheid betreffen.((*Johannes 17:17)) Men moet dus luisteren naar de stem van de kerk, zoals Christus in Lucas 10:16 zegt: “Wie naar u hoort, hoort naar Mij.” De kerk moet daarbij zó luisteren dat ze eerst Christus Zelf hoort voor ze door anderen gehoord wil worden.+Dat doet ze niet zomaar eenvoudigweg [omdat ze kerk is], maar onder een zekere voorwaarde [van Schriftgetrouwheid]. Maar in de dingen die niet direct nodig zijn tot zaligheid, kan ze wel dwalen. In Johannes 16:13 staat: “Wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid”, dat wil zeggen: de waarheid die nodig is om zalig te worden. Zó heeft Christus voor zijn kerk gebeden, opdat ze in de waarheid geheiligd zou worden; niet om in geen enkele kwestie te dwalen, maar om niet te dwalen in de dingen die de zaligheid betreffen.((*Johannes 17:17)) Men moet dus luisteren naar de stem van de kerk, zoals Christus in Lucas 10:16 zegt: “Wie naar u hoort, hoort naar Mij.” De kerk moet daarbij zó luisteren dat ze eerst Christus zelf hoort voor ze door anderen gehoord wil worden.
 Maar als men niet naar de kerk in het algemeen of haar geheel ziet, maar alleen een bepaalde gemeente op het oog heeft, kan het beslist gebeuren – en dat gebeurt ook – dat sommige afzonderlijke en soms ook vele gemeenten van de waarheid of voor een deel daarvan afvallen. De oorzaak daarvan is dat ze geen goed begrip hebben van de zaken die God ons voorgehouden en voorgeschreven heeft. Dan vallen ze in een bepaalde grove dwaling of ze dwalen geheel en al. Men moet zelfs toegeven dat dit, gezien de beperktheid van het menselijk verstand, nog veel meer plaatsvindt als men afzonderlijk op de lidmaten van die gemeenten let. Paulus spreekt in dit verband van de mens, die een mens is van vlees en bloed; zie Romeinen 3:4. Maar als men niet naar de kerk in het algemeen of haar geheel ziet, maar alleen een bepaalde gemeente op het oog heeft, kan het beslist gebeuren – en dat gebeurt ook – dat sommige afzonderlijke en soms ook vele gemeenten van de waarheid of voor een deel daarvan afvallen. De oorzaak daarvan is dat ze geen goed begrip hebben van de zaken die God ons voorgehouden en voorgeschreven heeft. Dan vallen ze in een bepaalde grove dwaling of ze dwalen geheel en al. Men moet zelfs toegeven dat dit, gezien de beperktheid van het menselijk verstand, nog veel meer plaatsvindt als men afzonderlijk op de lidmaten van die gemeenten let. Paulus spreekt in dit verband van de mens, die een mens is van vlees en bloed; zie Romeinen 3:4.
 Alle mensen zijn leugenachtig en aan de zonde onderworpen. Dat geldt ook voor de godzaligen in dit leven. God geeft die geest van dwaling dikwijls ook kracht, want dat is het loon op de zonde. Maar Hij doet dat dan toch zó dat de uitverkorenen niet in de dwaling volharden, maar na beter onderwijs hierover op de juiste weg terugkeren.((*Matteüs 24:24)) Alle mensen zijn leugenachtig en aan de zonde onderworpen. Dat geldt ook voor de godzaligen in dit leven. God geeft die geest van dwaling dikwijls ook kracht, want dat is het loon op de zonde. Maar Hij doet dat dan toch zó dat de uitverkorenen niet in de dwaling volharden, maar na beter onderwijs hierover op de juiste weg terugkeren.((*Matteüs 24:24))
-De Here zegt in Jesaja 42:19: “Wie is er blind dan mijn knecht en doof als de bode die Ik zend? En in Daniël 9:11, waar over de kerk als volk van God gesproken wordt, lezen we: ”Geheel Israël heeft uw wet overtreden.” In 1 Korintiërs 13:9 staat: “Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren.” De profeet David spreekt in Psalm 25:7: “Here, gedenk niet de zonden van mijn jeugd, noch mijn overtredingen.” De kerk onder Israël en de apostelen hebben gedwaald over de roeping van de heidenen. Daarom moest Petrus worden vermaand om bij Cornelius zonder vrees naar binnen te gaan.((*Handelingen 10:20 *Handelingen 11:2)) Petrus heeft gedwaald ten aanzien van het onderhouden van de wet der ceremoniën, omdat hij geloofde dat sommige voedselproducten nog onrein waren.((*Handelingen 10:14,15)) Hij heeft ook gedwaald toen hij samen met de Joden huichelde [op het punt van de maaltijden].((*Galaten 2:11-13)) Ook de Joods-christelijke gemeente bleef nog ijveren voor de wet van Mozes.((*Handelingen 21:20)) De gemeenten in Galatië stonden de besnijdenis toe.((*Galaten 6:12,13)) Uit de gemeente te Korinte is het misbruik rond het Avondmaal bekend, en ook waren er veel scheuringen onder hen.((*1 Korintiërs 11:18)) Ook waren er dwalingen in de gemeente van Constantinopel. En waarom zou dan nu ook de roomse kerk niet kunnen dwalen? Paulus zegt immers dat de antichrist zal zitten in Gods tempel en daar zal hij de ongerechtigheid tot openbaring brengen (2 Tessalonicenzen 2:4). Athanasius zegt in zijn boek voor degenen die een teruggetrokken leven leiden, dat een zekere Liberius als rooms bisschop toch een aanhanger van Arius was.+De Here zegt in Jesaja 42:19: “Wie is er blind dan mijn knecht en doof als de bode die Ik zend? En in Daniël 9:11, waar over de kerk als volk van God gesproken wordt, lezen we: ”Geheel Israël heeft uw wet overtreden.” In 1 Korintiërs 13:9 staat: “Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren.” De profeet David spreekt in Psalm 25:7: “Here, gedenk niet de zonden van mijn jeugd, noch mijn overtredingen.” De kerk onder Israël en de apostelen hebben gedwaald over de roeping van de heidenen. Daarom moest Petrus worden vermaand om bij Cornelius zonder vrees naar binnen te gaan.((*Handelingen 10:20 *Handelingen 11:2)) Petrus heeft gedwaald ten aanzien van het onderhouden van de wet der ceremoniën, omdat hij geloofde dat sommige voedselproducten nog onrein waren.((*Handelingen 10:14,15)) Hij heeft ook gedwaald toen hij samen met de Joden huichelde [op het punt van de maaltijden].((*Galaten 2:11-13)) Ook de Joods-christelijke gemeente bleef nog ijveren voor de wet van Mozes.((*Handelingen 21:20)) De gemeenten in Galatië stonden de besnijdenis toe.((*Galaten 6:12,13)) Uit de gemeente te  Korinte is het misbruik rond het Avondmaal bekend, en ook waren er veel scheuringen onder hen.((*1 Korintiërs 11:18)) Ook waren er dwalingen in de gemeente van Constantinopel. En waarom zou dan nu ook de roomse kerk niet kunnen dwalen? Paulus zegt immers dat de antichrist zal zitten in Gods tempel en daar zal hij de ongerechtigheid tot openbaring brengen (2 Tessalonicenzen 2:4). Athanasius zegt in zijn boek voor degenen die een teruggetrokken leven leiden, dat een zekere Liberius als rooms bisschop toch een aanhanger van Arius was.
 Christus zegt ten slotte in Lucas 22:32 tegen Petrus: “Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet zou bezwijken.” Daarbij moeten we twee dingen opmerken: Christus zegt ten slotte in Lucas 22:32 tegen Petrus: “Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet zou bezwijken.” Daarbij moeten we twee dingen opmerken:
-  - Dat gaat alleen Petrus aan, want hij zou door een gevaarlijke verleiding worden besprongen – veel meer dan de anderen. Het gaat hier dus niet om de latere volgelingen van Jezus. Christus verstaat onder het geloof niet een historisch geloof, dat alleen kennis en begrip heeft van de juiste opvattingen van de leer. Nee, hier wordt het rechtvaardigende geloof bedoeld dat in het hart en niet zozeer in de mond beleden wordt. Als Christus voor alle pausen in de roomse kerk gebeden had dat ze niet zouden dwalen, is Zijn gebed niet verhoord! Het staat namelijk vast dat veel pausen in de roomse kerk in zeer sterke mate gedwaald hebben.+  - Dat gaat alleen Petrus aan, want hij zou door een gevaarlijke verleiding worden besprongen – veel meer dan de anderen. Het gaat hier dus niet om de latere volgelingen van Jezus. Christus verstaat onder het geloof niet een historisch geloof, dat alleen kennis en begrip heeft van de juiste opvattingen van de leer. Nee, hier wordt het rechtvaardigende geloof bedoeld dat in het hart en niet zozeer in de mond beleden wordt. Als Christus voor alle pausen in de roomse kerk gebeden had dat ze niet zouden dwalen, is zijn gebed niet verhoord! Het staat namelijk vast dat veel pausen in de roomse kerk in zeer sterke mate gedwaald hebben.
   - Die uitspraak van Christus slaat ook niet op het geheel van de roomse kerk, behalve wanneer men zou willen zeggen dat ze goed met Petrus overeenkomt, omdat ze evenals hij Christus heeft verloochend. De vergelijking gaat alleen niet op als ze Petrus zou volgen in zijn tranen hierover en zijn bekering. Het is dus geen goede conclusie om uit het geloof van Petrus – dat een persoonlijk geloof was – eveneens het geloof van de roomse kerk vast te stellen. Christus heeft niet alleen voor de apostelen gebeden, maar ook voor allen die door hun woord in Christus zouden gaan geloven (Johannes 17:20). Al roepen de roomsgezinden met Jeremia 18:18: “Nooit ontbreekt een aanwijzing aan de priester, raad aan de wijze, een woord aan de profeet” – toch moeten ze luisteren naar wat Jeremia 7:4 zegt: “Stel uw vertrouwen niet op bedrieglijke woorden: Des Heren tempel, des Heren tempel, des Heren tempel is dit!” Dit is namelijk een volk dat de stem van de Here niet gehoord heeft, en straf en kastijding niet aanneemt; zie Jeremia 42:21.   - Die uitspraak van Christus slaat ook niet op het geheel van de roomse kerk, behalve wanneer men zou willen zeggen dat ze goed met Petrus overeenkomt, omdat ze evenals hij Christus heeft verloochend. De vergelijking gaat alleen niet op als ze Petrus zou volgen in zijn tranen hierover en zijn bekering. Het is dus geen goede conclusie om uit het geloof van Petrus – dat een persoonlijk geloof was – eveneens het geloof van de roomse kerk vast te stellen. Christus heeft niet alleen voor de apostelen gebeden, maar ook voor allen die door hun woord in Christus zouden gaan geloven (Johannes 17:20). Al roepen de roomsgezinden met Jeremia 18:18: “Nooit ontbreekt een aanwijzing aan de priester, raad aan de wijze, een woord aan de profeet” – toch moeten ze luisteren naar wat Jeremia 7:4 zegt: “Stel uw vertrouwen niet op bedrieglijke woorden: Des Heren tempel, des Heren tempel, des Heren tempel is dit!” Dit is namelijk een volk dat de stem van de Here niet gehoord heeft, en straf en kastijding niet aanneemt; zie Jeremia 42:21.
 ==== 25. Is het de godzaligen wel toegestaan om zich door de gebreken en kwade gewoonten van sommigen af te scheiden van de openbare kerkelijke samenkomsten en dus van hen die de leer van Christus belijden? ==== ==== 25. Is het de godzaligen wel toegestaan om zich door de gebreken en kwade gewoonten van sommigen af te scheiden van de openbare kerkelijke samenkomsten en dus van hen die de leer van Christus belijden? ====
 Op geen enkele manier, dan alleen wanneer zij er door een meerderheid met geweld worden uitgeworpen. De profeten hebben immers ook altijd slechte mensen onder hun gehoor gehad, maar daarom hebben zij die mensen nog niet vaarwelgezegd. Christus heeft Judas tot het laatst toe in de kring van de discipelen geduld; en de landman zegt dat men het onkruid niet moet uittrekken, omdat men anders tegelijk het koren uit de grond trekt. Het is zeer beslist waar dat de kerk hier op aarde nooit zuiver en volmaakt zal zijn, want men zal altijd nog veel kaf en onkruid vinden dat met het koren vermengd is; zie Matteüs 13:29, en heel het gedeelte van vers 24 tot 48. Op geen enkele manier, dan alleen wanneer zij er door een meerderheid met geweld worden uitgeworpen. De profeten hebben immers ook altijd slechte mensen onder hun gehoor gehad, maar daarom hebben zij die mensen nog niet vaarwelgezegd. Christus heeft Judas tot het laatst toe in de kring van de discipelen geduld; en de landman zegt dat men het onkruid niet moet uittrekken, omdat men anders tegelijk het koren uit de grond trekt. Het is zeer beslist waar dat de kerk hier op aarde nooit zuiver en volmaakt zal zijn, want men zal altijd nog veel kaf en onkruid vinden dat met het koren vermengd is; zie Matteüs 13:29, en heel het gedeelte van vers 24 tot 48.
 ==== 26. In welke toestand verkeert de kerk? ==== ==== 26. In welke toestand verkeert de kerk? ====
-  - God wil zijn kinderen uitrusten met het kruis als een veld- en onderscheidingsteken, omdat ze gelijkvormig moeten zijn aan het beeld van Zijn Zoon.((*Romeinen 8:28 *2 Timoteüs 3:12)) Het kruis is echter geen kenteken van de kerk, maar veeleer een toestand waarin de kerk verkeert.+  - God wil zijn kinderen uitrusten met het kruis als een veld- en onderscheidingsteken, omdat ze gelijkvormig moeten zijn aan het beeld van zijn Zoon.((*Romeinen 8:28 *2 Timoteüs 3:12)) Het kruis is echter geen kenteken van de kerk, maar veeleer een toestand waarin de kerk verkeert.
   - Zo lang de kerk in deze wereld is, zijn goeden en kwaden dooreengemengd in haar midden. Dat leert Christus ons ook in de gelijkenissen over het onkruid en het visnet.((*Matteüs 13:24,47))   - Zo lang de kerk in deze wereld is, zijn goeden en kwaden dooreengemengd in haar midden. Dat leert Christus ons ook in de gelijkenissen over het onkruid en het visnet.((*Matteüs 13:24,47))
   - Enerzijds is de kerk door het bloed van Christus gereinigd en gewassen, zodat ze vanwege Christus’ verdienste zonder vlek en rimpel is.((*Efeziërs 5:27)) Ze probeert zelf ook die stand van heiliging te bereiken, maar ze is nog aan veel gebreken en overgebleven zwakheden van het vlees onderworpen. Dat geldt voor elke gelovige in persoonlijke zin die met die zwakheden belast en beladen zijn. Daarom is het voor hen nodig om altijd te bidden: “Vergeef ons onze schulden.”   - Enerzijds is de kerk door het bloed van Christus gereinigd en gewassen, zodat ze vanwege Christus’ verdienste zonder vlek en rimpel is.((*Efeziërs 5:27)) Ze probeert zelf ook die stand van heiliging te bereiken, maar ze is nog aan veel gebreken en overgebleven zwakheden van het vlees onderworpen. Dat geldt voor elke gelovige in persoonlijke zin die met die zwakheden belast en beladen zijn. Daarom is het voor hen nodig om altijd te bidden: “Vergeef ons onze schulden.”
Regel 155: Regel 155:
 Ze wordt met verschillende namen aangeduid, soms ook in beeldende zin: Ze wordt met verschillende namen aangeduid, soms ook in beeldende zin:
   - De kerk als de //moeder// //van de gelovigen//; zie Galaten 4:6. De kerk baart immers kinderen voor God. Zij verenigt hen met Christus, en voedt en onderhoudt hen ook door de verkondiging van het Woord en de voorbeelden van de werkelijk goede werken.((*1 Korintiërs 4:15)) Van hieruit is men ook gekomen tot de uitspraak: “Niemand kan God hebben tot een Vader, die de kerk niet heeft als een moeder.”   - De kerk als de //moeder// //van de gelovigen//; zie Galaten 4:6. De kerk baart immers kinderen voor God. Zij verenigt hen met Christus, en voedt en onderhoudt hen ook door de verkondiging van het Woord en de voorbeelden van de werkelijk goede werken.((*1 Korintiërs 4:15)) Van hieruit is men ook gekomen tot de uitspraak: “Niemand kan God hebben tot een Vader, die de kerk niet heeft als een moeder.”
-  - Het //huis// //van// //Christus// of het huis van de levende God genoemd,((*Psalm 23:6 *1 Timoteüs 3:15)) en ook wel Zijn huisgezin,((*Matteüs 24:45)) omdat God woont te midden van hen die Hij uit genade tot Zijn kinderen heeft aangenomen. De stenen van dit huis zijn levende stenen, en dat geldt zowel voor de herders als voor de kudde.((*1 Petrus 2:5)) Er zijn gouden, maar ook houten en aarden voorwerpen, en het ene is tot eer en het andere tot oneer.((*2 Timoteüs 2:20)) De Vader van het huisgezin is de zeer zorgzame, de almachtige en alwijze God. De Eerstgeborene oftewel de Heer van Vaders huis is Christus, aan Wie alle macht gegeven is. De huisgenoten zijn de uitverkorenen en daarom kinderen van God die zich in dit huis voorzichtig en godzalig moeten gedragen. Degenen die voor de huishouding verantwoordelijk zijn, zijn de dienaren oftewel de verkondigers van het evangelie.((*Matteüs 24:45)) Het voedsel in dat huisgezin is Gods Woord zelf. Uit dit huis zullen de dienstknechten van de zonde, die geen vrucht dragen, ten slotte uitgeworpen worden.((*Johannes 8:35)) +  - Het //huis// //van// //Christus// of het huis van de levende God genoemd,((*Psalm 23:6 *1 Timoteüs 3:15)) en ook wel zijn huisgezin,((*Matteüs 24:45)) omdat God woont te midden van hen die Hij uit genade tot zijn kinderen heeft aangenomen. De stenen van dit huis zijn levende stenen, en dat geldt zowel voor de herders als voor de kudde.((*1 Petrus 2:5)) Er zijn gouden, maar ook houten en aarden voorwerpen, en het ene is tot eer en het andere tot oneer.((*2 Timoteüs 2:20)) De Vader van het huisgezin is de zeer zorgzame, de almachtige en alwijze God. De Eerstgeborene oftewel de Heer van Vaders huis is Christus, aan wie alle macht gegeven is. De huisgenoten zijn de uitverkorenen en daarom kinderen van God die zich in dit huis voorzichtig en godzalig moeten gedragen. Degenen die voor de huishouding verantwoordelijk zijn, zijn de dienaren oftewel de verkondigers van het evangelie.((*Matteüs 24:45)) Het voedsel in dat huisgezin is Gods Woord zelf. Uit dit huis zullen de dienstknechten van de zonde, die geen vrucht dragen, ten slotte uitgeworpen worden.((*Johannes 8:35)) 
-  - De //stad Gods//,((*Psalm 46:5)) de godvrezende veste,((*Jesaja 1:21)) de heilige stad die uit de hemel neerdaalt.((*Openbaring 21:2,10)) het gezelschap van gelovigen, die alleen God als de enige Wetgever aanhangen en die door Zijn Woord en wetten geregeerd worden en de weldaden van Christus genieten. De muur van deze stad is God Zelf, en het sterke bolwerk is het aanroepen van de Here.((*Spreuken 18:10)) De wapens en de veldtekens zijn de goedheid, het geloof, de gerechtigheid en de vrede.((*Psalm 85:11)) De poort en het fundament van de stad is Christus Jezus, en de burgers ervan zijn zij die al eerder Gods huisgenoten genoemd werden.((*Efeziërs 2:19))+  - De //stad Gods//,((*Psalm 46:5)) de godvrezende veste,((*Jesaja 1:21)) de heilige stad die uit de hemel neerdaalt.((*Openbaring 21:2,10)) het gezelschap van gelovigen, die alleen God als de enige Wetgever aanhangen en die door zijn Woord en wetten geregeerd worden en de weldaden van Christus genieten. De muur van deze stad is God zelf, en het sterke bolwerk is het aanroepen van de Here.((*Spreuken 18:10)) De wapens en de veldtekens zijn de goedheid, het geloof, de gerechtigheid en de vrede.((*Psalm 85:11)) De poort en het fundament van de stad is Christus Jezus, en de burgers ervan zijn zij die al eerder Gods huisgenoten genoemd werden.((*Efeziërs 2:19))
   - Het //erfdeel// (//cleros//) //van de Here//. Deze benaming geldt niet alleen voor de herders, maar ook voor de schapen,((*Psalm 2:8 *1 Petrus 5:3)) omdat Christus als een juweel, als een schat en kostbaar en heerlijk pand aan hen gegeven is.   - Het //erfdeel// (//cleros//) //van de Here//. Deze benaming geldt niet alleen voor de herders, maar ook voor de schapen,((*Psalm 2:8 *1 Petrus 5:3)) omdat Christus als een juweel, als een schat en kostbaar en heerlijk pand aan hen gegeven is.
-  - Het //geestelijk lichaam van Christus//. Daarvan is Christus het Hoofd dat het lichaam bezielt,((*Romeinen 12:5)) omdat het lichaam door de Geest van Christus levend gemaakt, gekoesterd en onderhouden wordt en door Zijn volheid tot volmaaktheid komt. Het wordt door de Geest met Christus, het Hoofd, in een nauwe en vaste band verenigd. De ledematen van dit lichaam groeien eveneens door de kracht van de Geest met elkaar op en vormen om zo te spreken een nieuwe eenheid. Dat lichaam wordt ook de vervulling van Christus genoemd.((*Efeziërs 1:23)) Christus vervult wel alles in allen en Hij heeft dus niemands vervulling nodig, maar Hij heeft Zijn kerk zó lief dat Hij dat geestelijke lichaam gebrekkig en ziek vindt behalve wanneer Hij het bij Zich heeft genomen als een lichaam dat leven ontvangt uit Hem. Zo komt het dat Christus dikwijls staat voor heel de kerk, omdat zij met haar Hoofd is verenigd.((*1 Korintiërs 12:12,13 *Galaten 3:16)) De gehele kerk is dus niet anders dan het lichaam van deze ene Christus, omdat dit geestelijke lichaam naar zijn Hoofd wordt vernoemd. Daaruit is de zegswijze ‘in Christus’ ontstaan, die deze realiteit veel beter weergeeft dan ‘met Christus’.((*Romeinen 6:2 *Romeinen 8:3 *Efeziërs 3:6)) Daarom zegt Paulus dat hij in Christus leeft en Christus in hem (Galaten 2:20). Om dezelfde reden zegt Christus in Handelingen 9:4 ook: “Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij?” (Handelingen 9:4) Let ten slotte ook op wat in Kolossenzen 1:4 geschreven is. Hier komt al onze troost uit voort.+  - Het //geestelijk lichaam van Christus//. Daarvan is Christus het Hoofd dat het lichaam bezielt,((*Romeinen 12:5)) omdat het lichaam door de Geest van Christus levend gemaakt, gekoesterd en onderhouden wordt en door zijn volheid tot volmaaktheid komt. Het wordt door de Geest met Christus, het Hoofd, in een nauwe en vaste band verenigd. De ledematen van dit lichaam groeien eveneens door de kracht van de Geest met elkaar op en vormen om zo te spreken een nieuwe eenheid. Dat lichaam wordt ook de vervulling van Christus genoemd.((*Efeziërs 1:23)) Christus vervult wel alles in allen en Hij heeft dus niemands vervulling nodig, maar Hij heeft zijn kerk zó lief dat Hij dat geestelijke lichaam gebrekkig en ziek vindt behalve wanneer Hij het bij Zich heeft genomen als een lichaam dat leven ontvangt uit Hem. Zo komt het dat Christus dikwijls staat voor heel de kerk, omdat zij met haar Hoofd is verenigd.((*1 Korintiërs 12:12,13 *Galaten 3:16)) De gehele kerk is dus niet anders dan het lichaam van deze ene Christus, omdat dit geestelijke lichaam naar zijn Hoofd wordt vernoemd. Daaruit is de zegswijze ‘in Christus’ ontstaan, die deze realiteit veel beter weergeeft dan ‘met Christus’.((*Romeinen 6:2 *Romeinen 8:3 *Efeziërs 3:6)) Daarom zegt Paulus dat hij in Christus leeft en Christus in hem (Galaten 2:20). Om dezelfde reden zegt Christus in Handelingen 9:4 ook: “Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij?” (Handelingen 9:4) Let ten slotte ook op wat in Kolossenzen 1:4 geschreven is. Hier komt al onze troost uit voort.
   - De //berg des Heren//, of ook wel de berg van heiligheid.((*Psalm 3:5 *Psalm 15:1 *Psalm 24:3)) Waarom wordt de kerk zo ook genoemd?    - De //berg des Heren//, of ook wel de berg van heiligheid.((*Psalm 3:5 *Psalm 15:1 *Psalm 24:3)) Waarom wordt de kerk zo ook genoemd? 
     - Omdat ze altijd uitziet naar de dingen die boven zijn, en de aardse dingen die hier beneden zijn veracht.     - Omdat ze altijd uitziet naar de dingen die boven zijn, en de aardse dingen die hier beneden zijn veracht.
     - Omdat men niet tot haar komen kan dan alleen wanneer men door de kracht van de Geest uit het vuil van dit aardse leven opklimt.     - Omdat men niet tot haar komen kan dan alleen wanneer men door de kracht van de Geest uit het vuil van dit aardse leven opklimt.
-    - Omdat haar leer niet kan en ook niet hoort weggemoffeld te worden als iets wat alleen voor de hemel bestemd is.((*Matteüs 5:14)) +    - Omdat haar leer niet hoort weggemoffeld te worden als iets wat alleen voor de hemel bestemd is; bovendien kan dit ook niet.((*Matteüs 5:14)) 
-  - Een //pijler en fundament van de waarheid//.((*1 Timoteüs 3:15)) Ze is dus het actieve fundament, wat echter niet inhoudt dat de waarheid eenvoudigweg van haar afhangt. De waarheid is immers afhankelijk van het Woord. Maar ze wordt zo genoemd omdat ze aan Christus onderworpen is en door de waarheid ondersteund en onderhouden wordt. Daardoor geeft ze de waarheid getuigenis, brengt ze die ook in anderen tot leven, onderhoudt ze die en geeft ze haar bescherming. Ze bevordert de waarheid ook, zodat die onder mensen haar plaats mag hebben. Chrysostomos zegt van de genoemd tekst heel terecht: “De waarheid is de pijler en het fundament van de kerk.” +  - Een //pijler en fundament van de waarheid//.((*1 Timoteüs 3:15)) Ze is dus het actieve fundament, wat echter niet inhoudt dat de waarheid eenvoudigweg van haar afhangt. De waarheid is immers afhankelijk van het Woord. Maar ze wordt zo genoemd omdat ze aan Christus onderworpen is en door de waarheid ondersteund en onderhouden wordt. Daardoor geeft ze de waarheid getuigenis, brengt ze die ook in anderen tot leven, onderhoudt ze die en geeft ze haar bescherming. Ze bevordert de waarheid ook, zodat die onder mensen haar plaats mag hebben. Chrysostomos zegt van de genoemde tekst heel terecht: “De waarheid is de pijler en het fundament van de kerk.” 
-  - Een //wijngaard//.((*Psalm 80:9 *Jesaja 5:2 *Matteüs 21:28 *Johannes 15:1)) De Here heeft Zijn kerk als een wijngaard geplant, en door Zijn Woord en de gaven van Zijn Geest heeft Hij haar zorgvuldig aangeplant. Hij houdt haar ook in hoge waarde, Hij zorgt voor haar en door Zijn hulp en bijstand beschut en beschermt Hij haar op een wonderlijke wijze. En degenen die in de kerk als Zijn kinderen zijn aangenomen, moeten voor God ook heerlijke vruchten van geloof en liefde voort te brengen, waardoor Zijn hart vol blijdschap is.+  - Een //wijngaard//.((*Psalm 80:9 *Jesaja 5:2 *Matteüs 21:28 *Johannes 15:1)) De Here heeft zijn kerk als een wijngaard geplant, en door zijn Woord en de gaven van zijn Geest heeft Hij haar zorgvuldig aangeplant. Hij houdt haar ook in hoge waarde, Hij zorgt voor haar en door zijn hulp en bijstand beschut en beschermt Hij haar op een wonderlijke wijze. En degenen die in de kerk als zijn kinderen zijn aangenomen, moeten voor God ook heerlijke vruchten van geloof en liefde voortbrengen, waardoor zijn hart vol blijdschap is.
   - De //tabernakel// of de tent //van God//,((*Psalm 31:21)) waarin de Here woont. De kerk heeft in dit leven geen rustige en vaste woonplaats, maar het is voor haar nodig dikwijls te verhuizen totdat ze in haar ware vaderland zal zijn opgenomen. Ze wordt ook Gods tempel genoemd,((*1 Korintiërs 3:16)) omdat de Heilige Geest in de harten van de gelovigen woont; en daarin zijn alle christenen priester.((*1 Petrus 2:5)) Het zoenoffer voor de zonde is het offer van Christus waardoor Hij éénmaal voor de zonde is geofferd. Het dankoffer is:   - De //tabernakel// of de tent //van God//,((*Psalm 31:21)) waarin de Here woont. De kerk heeft in dit leven geen rustige en vaste woonplaats, maar het is voor haar nodig dikwijls te verhuizen totdat ze in haar ware vaderland zal zijn opgenomen. Ze wordt ook Gods tempel genoemd,((*1 Korintiërs 3:16)) omdat de Heilige Geest in de harten van de gelovigen woont; en daarin zijn alle christenen priester.((*1 Petrus 2:5)) Het zoenoffer voor de zonde is het offer van Christus waardoor Hij éénmaal voor de zonde is geofferd. Het dankoffer is:
     - de verkondiging van het evangelie, waardoor de dienaars als met een zwaard de vleselijke genegenheden van de mensen doden en ten onder brengen.((*Romeinen 15:16 *Filippenzen 2:17))     - de verkondiging van het evangelie, waardoor de dienaars als met een zwaard de vleselijke genegenheden van de mensen doden en ten onder brengen.((*Romeinen 15:16 *Filippenzen 2:17))
     - het zichzelf opofferen en het doden van het vlees.((*Romeinen 12:2)) Het gebed is als een reuk- en brandoffer;((*Psalm 141:2)) het geloof en de goede werken vormen de dankzegging of ook wel “de offerstieren onzer lippen” die tot uiting komen in het dankoffer,((*Psalm 50:14 *Hosea 14:3)) het goed doen aan de naasten.((*Hosea 6:6 *2 Korintiërs 9:12 *Filippenzen 4:18))     - het zichzelf opofferen en het doden van het vlees.((*Romeinen 12:2)) Het gebed is als een reuk- en brandoffer;((*Psalm 141:2)) het geloof en de goede werken vormen de dankzegging of ook wel “de offerstieren onzer lippen” die tot uiting komen in het dankoffer,((*Psalm 50:14 *Hosea 14:3)) het goed doen aan de naasten.((*Hosea 6:6 *2 Korintiërs 9:12 *Filippenzen 4:18))
-  - De //vriendin//, de //zuster// en de //bruid// van Christus,((*Hooglied 4:7-8 *Efeziërs 5:23)) en de dochter van de koning.((*Psalm 45:10)) Ze is namelijk met Christus verenigd door een geestelijk en niet te verbreken huwelijksverbond. Die vereniging is er door de allersterkste band tussen hen die gelegd is door de Heilige Geest in een reine, zuivere liefde. Christus heeft de bruid verheven tot de gemeenschap van Zijn liefde, Zijn eer en al Zijn genadeweldaden. Daardoor is ze geheel schoon en zonder enige smet. Ze is immers rein en zuiver door de genade, en in het hiernamaals zal ze zonder enige vlek zijn door de heerlijkheid waarin ze is. Hier is het in beginsel al aanwezig, en daar zal het ten volle werkelijkheid worden. Daarom wordt ze ook een reine, zuivere maagd genoemd.((*2 Korintiërs 11:2)) De vrienden tijdens de huwelijksviering zijn de dienaren van het Woord; zij zijn de vrienden van de bruidegom,((*Johannes 3:29)) die de bruid voor de bruidegom werven, de ondertrouw regelen en haar met haar versieringen tot de bruidegom brengen.((*2 Korintiërs 11:2))+  - De //vriendin//, de //zuster// en de //bruid// van Christus,((*Hooglied 4:7-8 *Efeziërs 5:23)) en de dochter van de koning.((*Psalm 45:10)) Ze is namelijk met Christus verenigd door een geestelijk en niet te verbreken huwelijksverbond. Die vereniging is er door de allersterkste band tussen hen die gelegd is door de Heilige Geest in een reine, zuivere liefde. Christus heeft de bruid verheven tot de gemeenschap van zijn liefde, zijn eer en al zijn genadeweldaden. Daardoor is ze geheel schoon en zonder enige smet. Ze is immers rein en zuiver door de genade, en in het hiernamaals zal ze zonder enige vlek zijn door de heerlijkheid waarin ze is. Hier is het in beginsel al aanwezig, en daar zal het ten volle werkelijkheid worden. Daarom wordt ze ook een reine, zuivere maagd genoemd.((*2 Korintiërs 11:2)) De vrienden tijdens de huwelijksviering zijn de dienaren van het Woord; zij zijn de vrienden van de bruidegom,((*Johannes 3:29)) die de bruid voor de bruidegom werven, de ondertrouw regelen en haar met haar versieringen tot de bruidegom brengen.((*2 Korintiërs 11:2))
   - Een //uitverkoren geslacht//, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk dat God Zich als een eigendom toerekent.((*1 Petrus 2:5,9))   - Een //uitverkoren geslacht//, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk dat God Zich als een eigendom toerekent.((*1 Petrus 2:5,9))
-  - De //gemeenschap der heiligen//. Op een geestelijke wijze heeft Christus Zichzelf en al Zijn genadeweldaden aan haar geschonken.((*1 Johannes 1:3 *1 Korintiërs 1:9 *Efeziërs 4:4 *Romeinen 12:5-13 *Kolossenzen 3:15)) Zo schonk Hij de onderlinge gemeenschap door Zijn gaven aan de gelovigen, die hierdoor één hart en één ziel zijn.((*Handelingen 4:32)) +  - De //gemeenschap der heiligen//. Op een geestelijke wijze heeft Christus Zichzelf en al zijn genadeweldaden aan haar geschonken.((*1 Johannes 1:3 *1 Korintiërs 1:9 *Efeziërs 4:4 *Romeinen 12:5-13 *Kolossenzen 3:15)) Zo schonk Hij de onderlinge gemeenschap door zijn gaven aan de gelovigen, die hierdoor één hart en één ziel zijn.((*Handelingen 4:32)) 
-  - De //schaapskudde// en de //schaapstal// van Christus, want de kerk hoort Zijn stem en volgt Hem na.((*Lucas 12:32 *Johannes 10:16))+  - De //schaapskudde// en de //schaapstal// van Christus, want de kerk hoort zijn stem en volgt Hem na.((*Lucas 12:32 *Johannes 10:16))
   - De //wereld//,((*Johannes 3:16 *1 Johannes 2:1 *2 Korintiërs 5:19)) maar dan in de goede zin van het woord, omdat de kerk het meest edele en uitnemende deel van de wereld is. Bovendien wordt zo de katholiciteit van de kerk gesteld tegenover één natie of volk.   - De //wereld//,((*Johannes 3:16 *1 Johannes 2:1 *2 Korintiërs 5:19)) maar dan in de goede zin van het woord, omdat de kerk het meest edele en uitnemende deel van de wereld is. Bovendien wordt zo de katholiciteit van de kerk gesteld tegenover één natie of volk.
-  - Een //dorsvloer//.((*Lucas 3:17)) De schoven worden namelijk samen met het stro en kaf op de dorsvloer verzameld; en nadat het graan gedorst is, wordt de tarwe door middel van de wan van het kaf gescheiden. Zo is het ook met de het gezelschap van mensen in de kerk, waar godzalige mensen samen bijeen zijn met huichelaars. Maar daarna wordt door de verkondiging van het evangelie – die als een wan te werk gaat – de een van de ander gescheiden.+  - Een //dorsvloer//.((*Lucas 3:17)) De schoven worden namelijk samen met het stro en kaf op de dorsvloer verzameld; en nadat het graan gedorst is, wordt de tarwe door middel van de wan van het kaf gescheiden. Zo is het ook met het gezelschap van mensen in de kerk, waar godzalige mensen samen bijeen zijn met huichelaars. Maar daarna wordt door de verkondiging van het evangelie – die als een wan te werk gaat – de een van de ander gescheiden.
   - Het //nieuwe Jeruzalem//((*Galaten 4:26 *Openbaring 3:12)) en Sion((*Psalm 2:6)), het Koninkrijk der hemelen of ook wel het rijk van Christus of van God.((*Matteüs 5:19,20)) De kerk wordt namelijk door God op een hemelse wijze geregeerd, terwijl de burgers in dat rijk niet anders kunnen doen dan de wereldse dingen verachten en streven naar alles wat van de hemel is.   - Het //nieuwe Jeruzalem//((*Galaten 4:26 *Openbaring 3:12)) en Sion((*Psalm 2:6)), het Koninkrijk der hemelen of ook wel het rijk van Christus of van God.((*Matteüs 5:19,20)) De kerk wordt namelijk door God op een hemelse wijze geregeerd, terwijl de burgers in dat rijk niet anders kunnen doen dan de wereldse dingen verachten en streven naar alles wat van de hemel is.
  
Regel 179: Regel 179:
   - met een //kandelaar//((*Openbaring 1:20))   - met een //kandelaar//((*Openbaring 1:20))
   - met een //duiventil//((*Jesaja 60:8)) en ook wel met een //duif//((*Hooglied 2:14 *Hooglied 6:9)), omdat met haar heel goed overeenkomt met wat in een bepaald vers van een duif gezegd wordt:\\ //Est sine selle, gemit, rostro non laedit et ungues\\ Possidet innocuos, puraque grana legit.//\\ Dat betekent:\\ //Zij is zonder gal, zij zucht, haar nagels schaden niemand.\\ Haar bek kwetst ook niet, zij pikt het beste graan.//   - met een //duiventil//((*Jesaja 60:8)) en ook wel met een //duif//((*Hooglied 2:14 *Hooglied 6:9)), omdat met haar heel goed overeenkomt met wat in een bepaald vers van een duif gezegd wordt:\\ //Est sine selle, gemit, rostro non laedit et ungues\\ Possidet innocuos, puraque grana legit.//\\ Dat betekent:\\ //Zij is zonder gal, zij zucht, haar nagels schaden niemand.\\ Haar bek kwetst ook niet, zij pikt het beste graan.//
-   - De kerk wordt ook met een //scheepje//((*Lucas 8:22)) vergeleken, omdat ze zolang ze hier op aarde rondzwerft op een scheepje lijkt dat soms bij mooi weer voor de wind zeilt en direct daarna weer in nood is. Maar haar Stuurman is Christus en de roeiers zijn de dienaren van het Woord.+   - De kerk wordt ook met een //scheepje//((*Lucas 8:22)) vergeleken, omdat ze zolang ze hier op aarde rondzwerftop een scheepje lijkt dat soms bij mooi weer voor de wind zeilt en direct daarna weer in nood is. Maar haar Stuurman is Christus en de roeiers zijn de dienaren van het Woord.
   - Ook wordt de kerk wel met een //akker//((*Matteüs 13:24)) vergeleken, en met het //werk op de akker//.((*1 Korintiërs 3:9))   - Ook wordt de kerk wel met een //akker//((*Matteüs 13:24)) vergeleken, en met het //werk op de akker//.((*1 Korintiërs 3:9))
   - En soms ook wel met een vis- of sleepnet, waarin goede en kwade vissen zijn.((*Matteüs 13:47))   - En soms ook wel met een vis- of sleepnet, waarin goede en kwade vissen zijn.((*Matteüs 13:47))
Regel 188: Regel 188:
   - Omdat ze door het geloof deze weldaden heeft aangenomen, en zich nu beijvert om door de kracht van de Heilige Geest heilig en rechtvaardig te zijn. Daardoor neemt haar pril begonnen heiligheid van dag tot dag toe, hoewel die pas in het eeuwige leven voltooid zal worden.((*Romeinen 8:1 *Efeziërs 5:25-27 *Filippenzen 3:12)) Dit alles wordt de kerk toegeschreven omwille van de uitverkorenen.((*Romeinen 1:7 *Romeinen 8:1 *1 Korintiërs 1:2 *1 Korintiërs 6:11))   - Omdat ze door het geloof deze weldaden heeft aangenomen, en zich nu beijvert om door de kracht van de Heilige Geest heilig en rechtvaardig te zijn. Daardoor neemt haar pril begonnen heiligheid van dag tot dag toe, hoewel die pas in het eeuwige leven voltooid zal worden.((*Romeinen 8:1 *Efeziërs 5:25-27 *Filippenzen 3:12)) Dit alles wordt de kerk toegeschreven omwille van de uitverkorenen.((*Romeinen 1:7 *Romeinen 8:1 *1 Korintiërs 1:2 *1 Korintiërs 6:11))
 ==== 29. Wat is de uiteindelijke krachtbron van de kerk? ==== ==== 29. Wat is de uiteindelijke krachtbron van de kerk? ====
-  - Het waarachtig dienen van God, want de kerk is uitverkoren, bijeengebracht en ertoe geroepen om de ware dienst van God te realiseren en God te verheerlijken in dit en het eeuwige leven.((*1 Petrus 1:9)) Maar het einddoel waar de kerk naar streeft, is God Zelf. In het zien van Hem is de volheid van vreugde; dat is het ware hemelse erfdeel dat niet aangetast en bevlekt kan worden, dat niet kan verwelken en dat nooit kan vergaan.((*Psalm 16:11 *1 Petrus 1:4))+  - Het waarachtig dienen van God, want de kerk is uitverkoren, bijeengebracht en ertoe geroepen om de ware dienst van God te realiseren en God te verheerlijken in dit en het eeuwige leven.((*1 Petrus 1:9)) Maar het einddoel waar de kerk naar streeft, is God zelf. In het zien van Hem is de volheid van vreugde; dat is het ware hemelse erfdeel dat niet aangetast en bevlekt kan worden, dat niet kan verwelken en dat nooit kan vergaan.((*Psalm 16:11 *1 Petrus 1:4))
   - De volkomenheid en de absolute volmaaktheid van de kerk zelf, die zal worden waargemaakt op de jongste dag, wanneer alle uitverkorenen vanuit de vier windstreken verzameld zullen worden. Dan zullen wij allen komen tot de eenheid van het geloof en de kennis van Gods Zoon; dan zullen we komen tot “de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus”.((*Efeziërs 4:13))   - De volkomenheid en de absolute volmaaktheid van de kerk zelf, die zal worden waargemaakt op de jongste dag, wanneer alle uitverkorenen vanuit de vier windstreken verzameld zullen worden. Dan zullen wij allen komen tot de eenheid van het geloof en de kennis van Gods Zoon; dan zullen we komen tot “de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus”.((*Efeziërs 4:13))
 ==== 30. Wat is de taak of de dienst van de kerk? ==== ==== 30. Wat is de taak of de dienst van de kerk? ====
-Dat is het luisteren naar de stem van haar Herder en voor andere stemmen doof te zijn; Gods Woord geloven en Hem gehoorzamen; de sacramenten op een wettige wijze gebruiken; Christus alleen erkennen, aannemen en omhelzen als haar Herder, Leermeester, Hoofd, Bruidegom en Zaligmaker; en ten slotte de sleutels gebruiken die ze van Christus ontvangen heeft, dat wil zeggen ijverig zorgdragen voor de bediening van het Woord.((*Johannes 10:5 *1 Korintiërs 11:23 *Matteüs 16:19 *Matteüs 18:18 *Hebreeën 13:17))+Dat is het luisteren naar de stem van haar Herder en voor andere stemmen doof zijn; Gods Woord geloven en Hem gehoorzamen; de sacramenten op een wettige wijze gebruiken; Christus alleen erkennen, aannemen en omhelzen als haar Herder, Leermeester, Hoofd, Bruidegom en Zaligmaker; en ten slotte de sleutels gebruiken die ze van Christus ontvangen heeft, dat wil zeggen ijverig zorgdragen voor de bediening van het Woord.((*Johannes 10:5 *1 Korintiërs 11:23 *Matteüs 16:19 *Matteüs 18:18 *Hebreeën 13:17))
 ==== 31. Wat is het gevolg en het nut om het geloofsartikel over de kerk steeds op ons persoonlijk toe te passen? ==== ==== 31. Wat is het gevolg en het nut om het geloofsartikel over de kerk steeds op ons persoonlijk toe te passen? ====
   - Dat wij nergens méér naar verlangen dan binnen de gemeenschap van de kerk te zijn, want buiten haar is geen zaligheid.   - Dat wij nergens méér naar verlangen dan binnen de gemeenschap van de kerk te zijn, want buiten haar is geen zaligheid.
Regel 197: Regel 197:
   - Dat we ervaren dat de beloften ook óns aangaan en op ons mogen worden toegepast. De zaligheid zal in Sion zijn, God zal altijd wonen in het midden van Jeruzalem – dat wil zeggen: in zijn kerk, waarvan de berg Sion en Jeruzalem vroeger een beeld waren; en daardoor zal ze nimmermeer bewogen worden.((*Joël 2:32 *Obadja 1:17 *Psalm 46:6 *Zacharia 8:3 *Zacharia 8:8))   - Dat we ervaren dat de beloften ook óns aangaan en op ons mogen worden toegepast. De zaligheid zal in Sion zijn, God zal altijd wonen in het midden van Jeruzalem – dat wil zeggen: in zijn kerk, waarvan de berg Sion en Jeruzalem vroeger een beeld waren; en daardoor zal ze nimmermeer bewogen worden.((*Joël 2:32 *Obadja 1:17 *Psalm 46:6 *Zacharia 8:3 *Zacharia 8:8))
 ==== 32. Welke zaken zijn in strijd met de leer aangaande de kerk? ==== ==== 32. Welke zaken zijn in strijd met de leer aangaande de kerk? ====
-  - De vijanden van de kerk, die dikwijls vanuit het leger van de satan uitvallen doen en de kerk bespringen. De tirannen bestrijden de kerk met geweld; de wijsneuzen, de misleiders en de waanwijzen door de leer te verdraaien; de huichelaars door bijgelovigheid; de epicuristen of de zogenaamde ‘mestvarkens’ door een goddeloos leven te leiden.+  - De vijanden van de kerk, die dikwijls vanuit het leger van de satan uitvallen doen en de kerk bespringen. De tirannen bestrijden de kerk met geweld; de wijsneuzen, de misleiders en de waanwijzen die de leer verdraaien; de huichelaars door hun bijgelovigheid; de epicuristen of de zogenaamde ‘mestvarkens’ door het leiden van een goddeloos leven.
   - De dwalingen van de roomsgezinden:   - De dwalingen van de roomsgezinden:
     - Zij sluiten de leerlingen en de ongedoopte kinderen van de kerk uit.     - Zij sluiten de leerlingen en de ongedoopte kinderen van de kerk uit.
     - Ze veranderen de kerk in een burgerlijk koninkrijk dat bemoeienis heeft met bepaalde landen en gebieden in deze wereld. Ze streven naar de hoogste macht over heel de wereld. De paus heeft daarbij onherroepelijk de macht over zowel gewone burgers als geestelijken, ja zelfs over keizers en koningen. Hij gebiedt om zo te zeggen over hemel en aarde, en is een algemene bisschop over heel de wereld.     - Ze veranderen de kerk in een burgerlijk koninkrijk dat bemoeienis heeft met bepaalde landen en gebieden in deze wereld. Ze streven naar de hoogste macht over heel de wereld. De paus heeft daarbij onherroepelijk de macht over zowel gewone burgers als geestelijken, ja zelfs over keizers en koningen. Hij gebiedt om zo te zeggen over hemel en aarde, en is een algemene bisschop over heel de wereld.
     - Ze leren dat de kerk verschillende hoofden heeft. Christus is dan wel het Hoofd van de triomferende kerk, maar de paus van de strijdende kerk. Hij is degene die de schat van de kerk uitdeelt en zegt ook dat het voor de zaligheid nodig is om te geloven dat de paus van Rome boven allen staat en heer is van alle kerken. Hij is dan, zoals Bonifatius VIII zegt, een heer over allen.     - Ze leren dat de kerk verschillende hoofden heeft. Christus is dan wel het Hoofd van de triomferende kerk, maar de paus van de strijdende kerk. Hij is degene die de schat van de kerk uitdeelt en zegt ook dat het voor de zaligheid nodig is om te geloven dat de paus van Rome boven allen staat en heer is van alle kerken. Hij is dan, zoals Bonifatius VIII zegt, een heer over allen.
-    - Ze binden de katholieke of algemene kerk niet alleen aan het Woord, maar aan een bepaalde plaats, aan de stad Rome, aan de paus en de bisschoppen. Ze stellen de successie of opvolging van personen als een absoluut kenmerk van de kerk. Ze verstaan onder de kerk alleen de herders, en zeggen dat het een ketterij is de naam van kerk ook te verbinden aan de gehele menigte van de gelovigen. Daarmee gaan ze in tegen de woorden van Christus: Op deze Steen – dat is: op Mijzelf – zal Ik Mijn gemeente bouwen; en ook tegen het geloofsartikel dat ons opdraagt te geloven in een algemene kerk.+    - Ze binden de katholieke of algemene kerk niet alleen aan het Woord, maar aan een bepaalde plaats, aan de stad Rome, aan de paus en de bisschoppen. Ze stellen de successie of opvolging van personen als een absoluut kenmerk van de kerk. Ze verstaan onder de kerk alleen de herders, en zeggen dat het een ketterij is de naam van kerk ook te verbinden aan de gehele menigte van de gelovigen. Daarmee gaan ze in tegen de woorden van Christus: Op deze Steen – dat is: op Mijzelf – zal Ik mijn gemeente bouwen; en ook tegen het geloofsartikel dat ons opdraagt te geloven in een algemene kerk.
     - Ze stellen het Woord van God onder het gezag van de kerk, en niet de kerk onder het gezag van Gods Woord.     - Ze stellen het Woord van God onder het gezag van de kerk, en niet de kerk onder het gezag van Gods Woord.
     - Ze stellen dat de leer en de verordeningen van mensen het fundament van de kerk zijn.     - Ze stellen dat de leer en de verordeningen van mensen het fundament van de kerk zijn.
-    - Ze funderen de eenheid van de kerk niet in het geloof en in de Geest, maar in het gebruik en de uniformiteit van dezelfde ceremoniën. Bovendien leren ze dat de veelheid, de zichtbare verschijning, de continuïteit, de oudheid dergelijke kenmerken zijn van de ware kerk.+    - Ze funderen de eenheid van de kerk niet in het geloof en in de Geest, maar in het gebruik en de uniformiteit van dezelfde ceremoniën. Bovendien leren ze dat de veelheid, de zichtbare verschijning, de continuïteit, de oudheid en dergelijke kenmerken zijn van de ware kerk.
   - De roomse clerus oftewel heel die menigte van monniken en geestelijken die de ware betekenis van Gods Woord vervalsen en het ambt van Christus metterdaad verloochenen, omdat ze hun werk of dat van anderen aan zichzelf toeschrijven wat alleen aan Christus toekomt. En dan zijn er ook nog de vele geestelijke orden die genoemd worden naar de naam van hem die de orde heeft ingesteld, van wie zij de regels opvolgen.   - De roomse clerus oftewel heel die menigte van monniken en geestelijken die de ware betekenis van Gods Woord vervalsen en het ambt van Christus metterdaad verloochenen, omdat ze hun werk of dat van anderen aan zichzelf toeschrijven wat alleen aan Christus toekomt. En dan zijn er ook nog de vele geestelijke orden die genoemd worden naar de naam van hem die de orde heeft ingesteld, van wie zij de regels opvolgen.
-  - De menigte van alle ongelovigen samen, die de profetische en apostolische leer, ja, Christus Zelf verwerpen en vervolgen.+  - De menigte van alle ongelovigen samen, die de profetische en apostolische leer, ja, Christus zelf verwerpen en vervolgen.
   - De dwaling van hen die zichzelf wijsmaken dat ieder wel met zijn eigen religie wel zal zalig worden, terwijl er buiten de enige en algemene christelijke kerk geen zaligheid is.   - De dwaling van hen die zichzelf wijsmaken dat ieder wel met zijn eigen religie wel zal zalig worden, terwijl er buiten de enige en algemene christelijke kerk geen zaligheid is.
   - De dwaling van een groep intellectuelen (de zogenaamde academisten) die proberen in te voeren dat in de kerk niemand gestraft of berispt wordt.   - De dwaling van een groep intellectuelen (de zogenaamde academisten) die proberen in te voeren dat in de kerk niemand gestraft of berispt wordt.
   - De dwaling van degenen die in spoor van Plato denken; zij zijn van mening dat de kerk te allen tijde geheel onzichtbaar is, in tegenstelling tot hen die zich erop laten voorstaan dat de kerk hier op aarde altijd zichtbaar geweest is en dat nog is.   - De dwaling van degenen die in spoor van Plato denken; zij zijn van mening dat de kerk te allen tijde geheel onzichtbaar is, in tegenstelling tot hen die zich erop laten voorstaan dat de kerk hier op aarde altijd zichtbaar geweest is en dat nog is.
   - De dwaling van de donatisten, wederdopers en scheurmakers, die zich vanwege de goddelozen losmaken van de ware kerk, waar toch het evangelie zuiver gepredikt en de sacramenten op de juiste manier bediend worden. Zij doen hun uiterste best om de eenheid van het lichaam van Christus te scheuren en de band van vrede, dus de liefde waarmee Christus Zijn kerk verbindt, te verbreken. Daarmee tonen ze heel hoogmoedig hun verachting voor de kerk, waardoor ze het gevaar lopen hun zaligheid te verliezen. Iemand kan geen gemeenschap met Christus hebben als hij niet tot de gemeenschap van de kerk van Christus behoort.   - De dwaling van de donatisten, wederdopers en scheurmakers, die zich vanwege de goddelozen losmaken van de ware kerk, waar toch het evangelie zuiver gepredikt en de sacramenten op de juiste manier bediend worden. Zij doen hun uiterste best om de eenheid van het lichaam van Christus te scheuren en de band van vrede, dus de liefde waarmee Christus Zijn kerk verbindt, te verbreken. Daarmee tonen ze heel hoogmoedig hun verachting voor de kerk, waardoor ze het gevaar lopen hun zaligheid te verliezen. Iemand kan geen gemeenschap met Christus hebben als hij niet tot de gemeenschap van de kerk van Christus behoort.
-  - De tweedracht en de scheuringen. En dan bedoel ik niet zozeer die tweedracht waardoor een verkeerde eenheid verbroken werd, zoals die van de Joden. Nadat zij Christus hadden horen spreken, werden zij door tweedracht van elkaar gescheiden.((*Johannes 9:16 *Johannes 10:19)) Ik bedoel dus niet dat de goeden zich van de slechten afzonderen. Nee, ik bedoel de tweedracht, de scheuringen en afscheidingen waardoor de vergadering van de gelovigen uiteengescheurd wordt, zoals toen de gelovigen van Korinte verdeeld waren.((*1 Korintiërs 3:3 *1 Korintiërs 11:18,19)) Soms verschillen ze niet alleen van mening met elkaar, maar ook scheiden ze van elkaar door niet meer gezamenlijk de kerkdiensten en andere gelegenheden te bezoeken. Dan wil men dus niet meer in gemeenschap met elkaar leven. Het woord ‘ketterij’ of ‘sektevorming’ betekent eigenlijk een bepaalde scheuring die tot stand komt vanwege tweedracht over de leer.((*Handelingen 5:36)) Ketters worden zo genoemd, omdat ze van de algemeen aanvaarde en gezonde leer wegdwalen, het oordeel van God en Zijn kerk minachten, in hun verkeerde mening volharden en de eendracht van de kerk scheuren en kapotmaken.+  - De tweedracht en de scheuringen. En dan bedoel ik niet zozeer die tweedracht waardoor een verkeerde eenheid verbroken werd, zoals die van de Joden. Nadat zij Christus hadden horen spreken, werden zij door tweedracht van elkaar gescheiden.((*Johannes 9:16 *Johannes 10:19)) Ik bedoel dus niet dat de goeden zich van de slechten afzonderen. Nee, ik bedoel de tweedracht, de scheuringen en afscheidingen waardoor de vergadering van de gelovigen uiteengescheurd wordt, zoals toen de gelovigen van Korinte verdeeld waren.((*1 Korintiërs 3:3 *1 Korintiërs 11:18,19)) Soms verschillen ze niet alleen van mening met elkaar, maar ook scheiden ze van elkaar door niet meer gezamenlijk de kerkdiensten en andere gelegenheden te bezoeken. Dan wil men dus niet meer in gemeenschap met elkaar leven. Het woord ‘ketterij’ of ‘sektevorming’ betekent eigenlijk een bepaalde scheuring die tot stand komt vanwege tweedracht over de leer.((*Handelingen 5:36)) Ketters worden zo genoemd, omdat ze van de algemeen aanvaarde en gezonde leer wegdwalen, het oordeel van God en zijn kerk minachten, in hun verkeerde mening volharden en de eendracht van de kerk scheuren en kapotmaken.
   - Het verachten van de kerkelijke vergaderingen door mensen die zich erop laten voorstaan alles zelf wel te weten; mensen die de preken verzuimen om hun eigen ding te kunnen doen, of omdat de predikant in hun ogen te simpel is, of omdat thuis hun werk opstapelt, of omdat ze voor de preken zelf hun neus ophalen; mensen die bang zijn voor kruis, of mensen die thuisblijven om machtige rijke mensen of hun vrienden daarmee een genoegen te doen. Dan is er ook nog het misbruik van hen die wel naar de kerk komen vanwege een mal bijgeloof, of vanwege de eer die ze ermee inleggen door uit gewoonte te komen, of om de tijd daarmee door te komen. Ook zijn er die maar zeer zelden komen, zo te hooi en te gras, zoals men wel zegt. Of er zijn mensen die daar een praatje maken en zo onnuttig hun tijd verkwisten, of met hun gedachten heel ergens anders zijn, of na een of twee woorden gehoord te hebben weer naar buiten gaan. Kort samengevat: mensen die de preken wel horen, maar een slecht leven leiden.   - Het verachten van de kerkelijke vergaderingen door mensen die zich erop laten voorstaan alles zelf wel te weten; mensen die de preken verzuimen om hun eigen ding te kunnen doen, of omdat de predikant in hun ogen te simpel is, of omdat thuis hun werk opstapelt, of omdat ze voor de preken zelf hun neus ophalen; mensen die bang zijn voor kruis, of mensen die thuisblijven om machtige rijke mensen of hun vrienden daarmee een genoegen te doen. Dan is er ook nog het misbruik van hen die wel naar de kerk komen vanwege een mal bijgeloof, of vanwege de eer die ze ermee inleggen door uit gewoonte te komen, of om de tijd daarmee door te komen. Ook zijn er die maar zeer zelden komen, zo te hooi en te gras, zoals men wel zegt. Of er zijn mensen die daar een praatje maken en zo onnuttig hun tijd verkwisten, of met hun gedachten heel ergens anders zijn, of na een of twee woorden gehoord te hebben weer naar buiten gaan. Kort samengevat: mensen die de preken wel horen, maar een slecht leven leiden.


Paginahulpmiddelen