Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:41

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:41 [26-07-2025 om 11.18 uur] Cornelis Bregmaninstitutie:41 [05-09-2025 om 12.57 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 2: Regel 2:
  
 ==== 1. Waar komt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ vandaan? ==== ==== 1. Waar komt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ vandaan? ====
-‘Gemeente’ of ‘kerk’ is in het Grieks //ecclesia//, en komt van //eccalein//, wat ‘uitroepen’ betekent. Want de samenkomst van de burgers, die door de omroeper uit hun huizen geroepen werden om het besluit van de raad aan te horen, werd door de Grieken //ecclesia//, ‘gemeente’ genoemd. Daarvan komt ook het woord //ecclesiazein//, ‘prediken’ of ‘tot de preek roepen’, en //ecclesiastes//, ‘prediker’. Deze gemeente wordt ook wel //synagoge// genoemd, dat is: ‘vergadering’. Dit woord komt van //synagein//, oftewel: ‘vergaderen’, ‘verzamelen’, ‘bijeenbrengen’. Maar omdat de Joden hun vergaderingen en de plaatsen waar zij de Wet en de Profeten lazen, synagogen noemden, hebben de christenen hun vergaderingen wat de naam betreft van de Joodse willen onderscheiden. Daarom hebben ze het woord ‘kerk’, ‘gemeente’, of //ecclesia//, dat veel heerlijker klinkt, gebruikt en behouden. Dit woord betekent de vergadering van hen die Christus erkennen en belijden. Sommigen gebruiken daarvoor zeer onterecht het woord ‘stad’ en ‘gemenebest’, al is het waar dat Jakobus 2:2 het woord //synagoge// ook gebruikt: “Want stel, er kwam in uw vergadering (synagogeeen man binnen met een gouden ring ” En in Hebreeën 10:25 staat dat we onze eigen bijeenkomst (//episynagogen//) niet mogen verzuimen.+‘Gemeente’ of ‘kerk’ is in het Grieks //ecclesia//, en komt van //eccalein//, wat ‘uitroepen’ betekent. Want de samenkomst van de burgers, die door de omroeper uit hun huizen geroepen werden om het besluit van de raad aan te horen, werd door de Grieken //ecclesia//, ‘gemeente’ genoemd. Daarvan komt ook het woord //ecclesiazein//, ‘prediken’ of ‘tot de preek roepen’, en //ecclesiastes//, ‘prediker’. Deze gemeente wordt ook wel //synagoge// genoemd, dat is: ‘vergadering’. Dit woord komt van //synagein//, oftewel: ‘vergaderen’, ‘verzamelen’, ‘bijeenbrengen’. Maar omdat de Joden hun vergaderingen en de plaatsen waar zij de Wet en de Profeten lazen, synagogen noemden, hebben de christenen hun vergaderingen wat de naam betreft van de Joodse willen onderscheiden. Daarom hebben ze het woord ‘kerk’, ‘gemeente’, of //ecclesia//, dat veel heerlijker klinkt, gebruikt en behouden. Dit woord betekent de vergadering van hen die Christus erkennen en belijden. Sommigen gebruiken daarvoor zeer onterecht het woord ‘stad’ en ‘gemenebest’, al is het waar dat Jakobus 2:2 het woord //synagoge// ook gebruikt: “Want stel, er kwam in uw vergadering”, synagoge, “een man binnen met een gouden ring”En in Hebreeën 10:25 staat dat we onze eigen bijeenkomst (//episynagogen//) niet mogen verzuimen.
 Het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ is niet absoluut, maar ziet op iets anders: het wordt zo genoemd ten aanzien van God, die de mensen door de verkondigers van zijn Woord uit de wereld roept tot het Rijk van zijn Zoon. En wie die roeping gehoorzaamt en zich tot de kerk of gemeente begeeft – hij wordt //geroepen// genoemd, alsof men zei: //uitgeroepen//, zoals men ziet als Paulus in zijn brieven de groeten doet. Niemand begeeft zich immers opzettelijk tot de gemeente vanuit zichzelf, uit eigen beweging en zichzelf aansporend; maar zoveel als er komen, worden zij door God geroepen. Het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ is niet absoluut, maar ziet op iets anders: het wordt zo genoemd ten aanzien van God, die de mensen door de verkondigers van zijn Woord uit de wereld roept tot het Rijk van zijn Zoon. En wie die roeping gehoorzaamt en zich tot de kerk of gemeente begeeft – hij wordt //geroepen// genoemd, alsof men zei: //uitgeroepen//, zoals men ziet als Paulus in zijn brieven de groeten doet. Niemand begeeft zich immers opzettelijk tot de gemeente vanuit zichzelf, uit eigen beweging en zichzelf aansporend; maar zoveel als er komen, worden zij door God geroepen.
 ==== 2. Op hoeveel manieren wordt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ in de Schrift gebruikt? ==== ==== 2. Op hoeveel manieren wordt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ in de Schrift gebruikt? ====
Regel 14: Regel 14:
   - Op een verkeerde manier wordt het woord gebruikt voor een gemeente met een valse leer; dat is een gezelschap der boosdoeners, een samenspanning((*Psalm 26:5)) van goddelozen tegen Christus en Zijn waarheid.   - Op een verkeerde manier wordt het woord gebruikt voor een gemeente met een valse leer; dat is een gezelschap der boosdoeners, een samenspanning((*Psalm 26:5)) van goddelozen tegen Christus en Zijn waarheid.
 ==== 3. Wat is de kerk? ==== ==== 3. Wat is de kerk? ====
-De kerk is een vergadering van mensen, die door de verkondiging van het Evangelie krachtig uit de wereld geroepen en daarvoor uitgekozen zijn. Daardoor gaan zij in Christus geloven, zij hangen Hem aan als hun enig Hoofd en belijden dat ze in Hem geloven. Uit het geloof kennen en dienen zij God zoals Hij Zich in zjn Woord openbaart. Onder hen worden ook de leerlingen((Waarschijnlijk bedoelt Bucanus met hen degenen die onderwijs krijgen in de christelijke leer met het oog op hun aanstaande doop, waardoor zij tot de christelijke gemeente behoren.)) en kinderen van de uitverkorenen en soms ook van de huichelaars gerekend, hoewel die laatsten vanwege hun jeugd nog niet kunnen geroepen kunnen worden of de sacramenten kunnen gebruiken.((*Romeinen 10:14 *Handelingen 1:39 *1 Korintiërs 7:14))+De kerk is een vergadering van mensen, die door de verkondiging van het Evangelie krachtig uit de wereld geroepen en daarvoor uitgekozen zijn. Daardoor gaan zij in Christus geloven, zij hangen Hem aan als hun enig Hoofd en belijden dat ze in Hem geloven. Uit het geloof kennen en dienen zij God zoals Hij Zich in zijn Woord openbaart. Onder hen worden ook de leerlingen((Waarschijnlijk bedoelt Bucanus met hen degenen die onderwijs krijgen in de christelijke leer met het oog op hun aanstaande doop, waardoor zij tot de christelijke gemeente behoren.)) en kinderen van de uitverkorenen en soms ook van de huichelaars gerekend, hoewel die laatsten vanwege hun jeugd nog niet kunnen geroepen kunnen worden of de sacramenten kunnen gebruiken.((*Romeinen 10:14 *Handelingen 1:39 *1 Korintiërs 7:14))
 De kerk is ook een vergadering van mensen die overal vandaan door God uit de verdorven menigte van het hele menselijke geslacht door de stem van het Evangelie tot het geestelijke rijk van Christus geroepen zijn. Zij zijn afgezonderd van andere vergaderingen van mensen, en onderscheiden zich door het gehoor van Gods Woord, het geloof, de sacramenten, het gebed, een heilig leven en een belijdenis van de waarheid. Hun samenkomsten zijn gegrond op de Hoeksteen Christus, opdat God in hen zal wonen en naar de profetische en apostolische leer in der eeuwigheid gediend en geëerd zal worden. Zie Johannes 10:4,5 waar Jezus zegt dat zijn schapen naar zijn stem luisteren, en niet naar die van een ander. De kerk is ook een vergadering van mensen die overal vandaan door God uit de verdorven menigte van het hele menselijke geslacht door de stem van het Evangelie tot het geestelijke rijk van Christus geroepen zijn. Zij zijn afgezonderd van andere vergaderingen van mensen, en onderscheiden zich door het gehoor van Gods Woord, het geloof, de sacramenten, het gebed, een heilig leven en een belijdenis van de waarheid. Hun samenkomsten zijn gegrond op de Hoeksteen Christus, opdat God in hen zal wonen en naar de profetische en apostolische leer in der eeuwigheid gediend en geëerd zal worden. Zie Johannes 10:4,5 waar Jezus zegt dat zijn schapen naar zijn stem luisteren, en niet naar die van een ander.
 Deze omschrijving wordt ontleend aan het voorbeeld van Abraham, die met zijn huisgenoten uit Ur in het land van de Chaldeeën uit het midden van de afgodendienaars geroepen is. Hij is Gods stem gehoorzaam geweest en heeft zich door de gehoorzaamheid van het geloof afgescheiden van de goddeloosheid van de wereld om nu zijn Naam te belijden.((*Genesis 12:1 *Genesis 13:18 *Genesis 15:6 *Genesis 17:13 *Handelingen 7:3 *Romeinen 4:13 e.v.)) Deze omschrijving wordt ontleend aan het voorbeeld van Abraham, die met zijn huisgenoten uit Ur in het land van de Chaldeeën uit het midden van de afgodendienaars geroepen is. Hij is Gods stem gehoorzaam geweest en heeft zich door de gehoorzaamheid van het geloof afgescheiden van de goddeloosheid van de wereld om nu zijn Naam te belijden.((*Genesis 12:1 *Genesis 13:18 *Genesis 15:6 *Genesis 17:13 *Handelingen 7:3 *Romeinen 4:13 e.v.))
Regel 23: Regel 23:
  ==== 5. Wordt deze ene kerk of gemeente dan niet onderscheiden? ====  ==== 5. Wordt deze ene kerk of gemeente dan niet onderscheiden? ====
 Jawel, en dat op vele manieren. Jawel, en dat op vele manieren.
-  - Ten aanzien van haar wezen. Er zijn kerken die we eenvoudigweg de ene naam ‘kerk’ geven, maar er zijn andere kerken die we wel dezelfde naam geven, maar dan op basis van één bepaald aspect.\\ De eerstbedoelde kerken voldoen aan de bovengenoemde omschrijving van het wezen van de kerk, dat het namelijk een vergadering is van mensen, die de enige ware God in Christus uit zijn beschreven Woord erkent en dient en Hem in en door alles – hoewel in verschillende mate – oprecht gehoorzaamt. Deze kerk wordt daarom ook een rechtzinnige, zuivere en gezonde kerk of gemeente genoemd.\\ Bij de tweede categorie van kerken zien we dat men afwijkt van de kennis van God en van de manier waarop men Hem vanuit zjn Woord moet dienen. Zo’n kerk wordt een dwalende, ketterse of schisma-veroorzakende kerk genoemd, die of in het geloof of in de liefde of in beide dwaalt. Zo kan de christelijke kerk die momenteel in Griekenland onder het geweld van de Turken zucht, ten aanzien van enkele aspecten nog wel een kerk genoemd worden. En dat geldt ook voor de wederdopers of andere ketters die nog niet geheel van de evangelische leer zijn vervreemd. In die zin zijn ook de bijeenkomsten van de roomsen nog kerken en gemeenten, zoals een melaatse of een geestesziek mens vanwege zijn ziekte niet ophoudt een mens te zijn. Daarom zegt Tertullianus in Boek 4 tegen Marcion: “De hommels maken ook honing, en zo stichten de Marcionieten ook gemeenten.” Wat de bijeenkomsten betreft van deze tweede categorie van kerken, worden die met meer recht een kerk genoemd, die zich het meest aan de omschrijving houden van wat een kerk is. Maar die kerkelijke bijeenkomsten die zich het minst daaraan behouden, worden eigenlijk ten onrechte en nauwelijks geloofwaardig nog kerk genoemd.+  - Ten aanzien van haar wezen. Er zijn kerken die we eenvoudigweg de ene naam ‘kerk’ geven, maar er zijn andere kerken die we wel dezelfde naam geven, maar dan op basis van één bepaald aspect.\\ De eerstbedoelde kerken voldoen aan de bovengenoemde omschrijving van het wezen van de kerk, dat het namelijk een vergadering is van mensen, die de enige ware God in Christus uit zijn beschreven Woord erkent en dient en Hem in en door alles – hoewel in verschillende mate – oprecht gehoorzaamt. Deze kerk wordt daarom ook een rechtzinnige, zuivere en gezonde kerk of gemeente genoemd.\\ Bij de tweede categorie van kerken zien we dat men afwijkt van de kennis van God en van de manier waarop men Hem vanuit zijn Woord moet dienen. Zo’n kerk wordt een dwalende, ketterse of schisma-veroorzakende kerk genoemd, die of in het geloof of in de liefde of in beide dwaalt. Zo kan de christelijke kerk die momenteel in Griekenland onder het geweld van de Turken zucht, ten aanzien van enkele aspecten nog wel een kerk genoemd worden. En dat geldt ook voor de wederdopers of andere ketters die nog niet geheel van de evangelische leer zijn vervreemd. In die zin zijn ook de bijeenkomsten van de roomsen nog kerken en gemeenten, zoals een melaatse of een geestesziek mens vanwege zijn ziekte niet ophoudt een mens te zijn. Daarom zegt Tertullianus in Boek 4 tegen Marcion: “De hommels maken ook honing, en zo stichten de Marcionieten ook gemeenten.” Wat de bijeenkomsten betreft van deze tweede categorie van kerken, worden die met meer recht een kerk genoemd, die zich het meest aan de omschrijving houden van wat een kerk is. Maar die kerkelijke bijeenkomsten die zich het minst daaraan behouden, worden eigenlijk ten onrechte en nauwelijks geloofwaardig nog kerk genoemd.
   - De kerk wordt ook gradueel en in trap en mate onderscheiden. De ene kerk wordt volmaakt genoemd en de andere onvolmaakt.\\ De volmaakte kerk voldoet geheel aan de twee vereisten, namelijk een volkomen kennis van Gods Woord en de volkomen gehoorzaamheid tot zijn geopenbaarde wil,((*Johannes 1:14 *Johannes 17:23 *Efeziërs 4:13,31 *Kolossenzen 3:4)) die in dit leven begonnen wordt en in het toekomende leven zal voleind worden.((*Filippenzen 3:12-14))\\ De onvolmaakte kerk mist een van deze delen geheel en al of heeft daar maar weinig van. Zo worden de samenkomsten van de Korintiërs die ontkenden dat er een opstanding zou zijn, en de vergaderingen der Galaten die zeiden dat de verdiensten van Christus alléén niet genoeg waren om ons voor God te rechtvaardigen, door Paulus toch kerken en gemeenten genoemd; maar zij waren wel onvolmaakt. Het is als bij een huis of een lichaam waar enige delen of leden aan gemist worden, in mindere mate een huis en lichaam zijn dan wanneer dat huis of lichaam al zijn delen geheel bezit.   - De kerk wordt ook gradueel en in trap en mate onderscheiden. De ene kerk wordt volmaakt genoemd en de andere onvolmaakt.\\ De volmaakte kerk voldoet geheel aan de twee vereisten, namelijk een volkomen kennis van Gods Woord en de volkomen gehoorzaamheid tot zijn geopenbaarde wil,((*Johannes 1:14 *Johannes 17:23 *Efeziërs 4:13,31 *Kolossenzen 3:4)) die in dit leven begonnen wordt en in het toekomende leven zal voleind worden.((*Filippenzen 3:12-14))\\ De onvolmaakte kerk mist een van deze delen geheel en al of heeft daar maar weinig van. Zo worden de samenkomsten van de Korintiërs die ontkenden dat er een opstanding zou zijn, en de vergaderingen der Galaten die zeiden dat de verdiensten van Christus alléén niet genoeg waren om ons voor God te rechtvaardigen, door Paulus toch kerken en gemeenten genoemd; maar zij waren wel onvolmaakt. Het is als bij een huis of een lichaam waar enige delen of leden aan gemist worden, in mindere mate een huis en lichaam zijn dan wanneer dat huis of lichaam al zijn delen geheel bezit.
   - Ten aanzien van haar ouderdom en toestand. De Israëlitische kerk was onder de wet, zoals een weeskind is onder zijn verantwoordelijke voogd. Maar ze nam toe en groeide op, dat wil zeggen: ze groeide toe naar de komst van Christus. Door Hem is het voogdijschap en het toezicht over de kerk opgehouden, en de christelijke kerk groeit nu toe naar de toekomst van Christus waarin beide één zijn. Zo heeft de kerk het perspectief op de vrijheid in Hem, nog niet in het volle genot ervan, maar wel met het recht erop.((*Galaten 4:1-3))   - Ten aanzien van haar ouderdom en toestand. De Israëlitische kerk was onder de wet, zoals een weeskind is onder zijn verantwoordelijke voogd. Maar ze nam toe en groeide op, dat wil zeggen: ze groeide toe naar de komst van Christus. Door Hem is het voogdijschap en het toezicht over de kerk opgehouden, en de christelijke kerk groeit nu toe naar de toekomst van Christus waarin beide één zijn. Zo heeft de kerk het perspectief op de vrijheid in Hem, nog niet in het volle genot ervan, maar wel met het recht erop.((*Galaten 4:1-3))
Regel 68: Regel 68:
   - De godzalige bisschoppen na de apostolische tijd hebben door onvoorzichtigheid sommige verkeerde dingen met de waarheid vermengd en de dwalingen daaruit aan het nageslacht doorgegeven. Ook is niet alles in de kerk direct en in één ogenblik tot verval gekomen. Maar de pest van de ketterij heeft zich langzamerhand wijd en zijd verspreid, totdat ze ten slotte de gehele wereld ermee besmet heeft. Ondertussen is de kerk niet in totale zin tot in de grond toe vervallen, want God heeft de overblijfsels, namelijk zijn uitverkorenen, erin overgehouden. De Heilige Geest heeft de algemene afval van het geloof tevoren al voorzegd,((*2 Tessalonicenzen 2:3 *1 Timoteüs 4:1)) en in Openbaring 13:3-7 wordt gezegd dat de gehele aarde met grote verbazing het beest is gevolgd, en dat daaraan macht gegeven is over alle geslachten, taal en natie. Al degenen die op de aarde wonen, zullen het aanbidden – zij van wie de namen niet geschreven zijn in het boek des levens; dat wil zeggen allen, behalve de uitverkorenen.   - De godzalige bisschoppen na de apostolische tijd hebben door onvoorzichtigheid sommige verkeerde dingen met de waarheid vermengd en de dwalingen daaruit aan het nageslacht doorgegeven. Ook is niet alles in de kerk direct en in één ogenblik tot verval gekomen. Maar de pest van de ketterij heeft zich langzamerhand wijd en zijd verspreid, totdat ze ten slotte de gehele wereld ermee besmet heeft. Ondertussen is de kerk niet in totale zin tot in de grond toe vervallen, want God heeft de overblijfsels, namelijk zijn uitverkorenen, erin overgehouden. De Heilige Geest heeft de algemene afval van het geloof tevoren al voorzegd,((*2 Tessalonicenzen 2:3 *1 Timoteüs 4:1)) en in Openbaring 13:3-7 wordt gezegd dat de gehele aarde met grote verbazing het beest is gevolgd, en dat daaraan macht gegeven is over alle geslachten, taal en natie. Al degenen die op de aarde wonen, zullen het aanbidden – zij van wie de namen niet geschreven zijn in het boek des levens; dat wil zeggen allen, behalve de uitverkorenen.
 ==== 14. Waar was de kerk toen? ==== ==== 14. Waar was de kerk toen? ====
-Tertullianus zegt in zijn boek over de boetvaardigheid dat de kerk uit een of twee personen kan bestaan. Dus als er in die verdorven en heilloze tijden maar een of twee trouwe dienstknechten van God geweest zijn, is dat voldoende om van een kerk te spreken. Daarom komt het ons niet toe om zo nauwkeurig mogelijk te noteren of te zeggen in welke tijd precies de kerk is begonnen met haar afval. We moeten ons juist veel meer beijveren om haar uit die jammerlijke positie kunnen uithelpen en redden.+Tertullianus zegt in zijn boek over de boetvaardigheid dat de kerk uit een of twee personen kan bestaan. Dus als er in die verdorven en heilloze tijden maar een of twee trouwe dienstknechten van God geweest zijn, is dat voldoende om van een kerk te spreken. Daarom komt het ons niet toe om zo nauwkeurig mogelijk te noteren of te zeggen in welke tijd precies de kerk is begonnen met haar afval. We moeten ons juist veel meer beijveren om haar uit die jammerlijke positie te kunnen uithelpen en redden.
 ==== 15. Wat is de bron en oorzaak van de kerk? ==== ==== 15. Wat is de bron en oorzaak van de kerk? ====
 De voornaamste bron en oorzaak is God, de Vader, die de kerk voor Zichzelf uitverkoren heeft en die haar in de tijd ook roept en om Zich heen verzamelt; zie Efeziërs 1:4 en Johannes 1:13. In dat laatste vers staat dat de gelovigen “niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren” zijn. En in Johannes 6:44 lezen we: “Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke.” De voornaamste bron en oorzaak is God, de Vader, die de kerk voor Zichzelf uitverkoren heeft en die haar in de tijd ook roept en om Zich heen verzamelt; zie Efeziërs 1:4 en Johannes 1:13. In dat laatste vers staat dat de gelovigen “niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren” zijn. En in Johannes 6:44 lezen we: “Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke.”
Regel 77: Regel 77:
 De materiële oorzaak bestaat uit mensen, die overal ter wereld gevonden worden om bijeen te komen. Het gebod van Christus luidde dan ook: “Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping” (Marcus 16:15,16). De materiële oorzaak bestaat uit mensen, die overal ter wereld gevonden worden om bijeen te komen. Het gebod van Christus luidde dan ook: “Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping” (Marcus 16:15,16).
 ==== 16. Maar zijn de gelukzalige engelen ook niet een materieel deel van de ware kerk? ==== ==== 16. Maar zijn de gelukzalige engelen ook niet een materieel deel van de ware kerk? ====
-Jazeker, en dat geldt ook voor de zielen van de gelukzaligen; zij mogen zelfs het meest schone en meest uitnemende deel ervan zijn.((*Psalm 103:20)) In Hebreeën 1:6-7 en 12:23 spreekt de apostel over een vergadering van vele duizenden engelen en een gemeente van eerstgeborenen die in de hemelen opgeschreven zijn. Hier wordt dus gesproken over geesten en engelen. Christus is ook in zijn mens-zijn het Hoofd en de Here van alle schepselen, en dus ook van de engelen.((*Kolossenzen 1:17,18))+Jazeker, en dat geldt ook voor de zielen van de gelukzaligen; zij mogen zelfs het meest schone en meest uitnemende deel ervan zijn.((*Psalm 103:20)) In Hebreeën 1:6,7 en 12:23 spreekt de apostel over een vergadering van vele duizenden engelen en een gemeente van eerstgeborenen die in de hemelen opgeschreven zijn. Hier wordt dus gesproken over geesten en engelen. Christus is ook in zijn mens-zijn het Hoofd en de Here van alle schepselen, en dus ook van de engelen.((*Kolossenzen 1:17,18))
 Maar hier spreken we over de kerk die God door het bloed van Zijn Zoon verworven heeft en door Zijn Woord heeft bijeengebracht. God heeft de gelukzalige engelen die nooit afgevallen zijn, niet verlost en dus heeft Hij hen ook niet aangenomen; zie Hebreeën 2:16. Hij roept hen ook niet door de dienst van zijn Woord tot de gemeenschap van zijn kerk, maar Hij heeft hen wel in hun eerste staat van gelukzaligheid ondersteund en bevestigd. Daarom zeggen wij dat de kerk alleen uit de mensen wordt bijeengebracht volgens het beloftewoord dat de Vader zijn Zoon gegeven heeft; zie Psalm 2:8. Maar hier spreken we over de kerk die God door het bloed van Zijn Zoon verworven heeft en door Zijn Woord heeft bijeengebracht. God heeft de gelukzalige engelen die nooit afgevallen zijn, niet verlost en dus heeft Hij hen ook niet aangenomen; zie Hebreeën 2:16. Hij roept hen ook niet door de dienst van zijn Woord tot de gemeenschap van zijn kerk, maar Hij heeft hen wel in hun eerste staat van gelukzaligheid ondersteund en bevestigd. Daarom zeggen wij dat de kerk alleen uit de mensen wordt bijeengebracht volgens het beloftewoord dat de Vader zijn Zoon gegeven heeft; zie Psalm 2:8.
-==== 17. Heeft de kerk geen Hoofd? ====+==== 17. Heeft de kerk niet een Hoofd? ====
 Ja, want de kerk is een lichaam; ze is wel geen natuurlijk en fysiek lichaam, maar ze is wel een geestelijk lichaam dat voor het oog verborgen is.((*1 Korintiërs 10:16 *1 Korintiërs 12:12 *Kolossenzen 1:18)) Daaruit volgt dus noodzakelijk dat ze een Hoofd moet hebben waardoor ze geregeerd, gevoed en gekoesterd wordt en waarvan ze afhankelijk is. Elk levend lichaam heeft zijn eigen hoofd waaronder het door de Schepper is gesteld en waaruit het zijn leven haalt. Ja, want de kerk is een lichaam; ze is wel geen natuurlijk en fysiek lichaam, maar ze is wel een geestelijk lichaam dat voor het oog verborgen is.((*1 Korintiërs 10:16 *1 Korintiërs 12:12 *Kolossenzen 1:18)) Daaruit volgt dus noodzakelijk dat ze een Hoofd moet hebben waardoor ze geregeerd, gevoed en gekoesterd wordt en waarvan ze afhankelijk is. Elk levend lichaam heeft zijn eigen hoofd waaronder het door de Schepper is gesteld en waaruit het zijn leven haalt.
 Dus ook de kerk heeft haar Hoofd; niet meerdere hoofden, maar één Hoofd. Ze kan ook niet zonder Hoofd zijn. Ze lijkt ook niet op een wanschapen dier met veel hoofden, twee of meer, zodat na het afsterven van het ene het andere de plaats ervan kan innemen. Dan zou ze even dikwijls moeten sterven als ze van haar hoofd beroofd wordt, en weer levend worden zodra ze weer een nieuw hoofd krijgt. Zoiets zou er heel monsterachtig en wanschapen uitzien. Dus ook de kerk heeft haar Hoofd; niet meerdere hoofden, maar één Hoofd. Ze kan ook niet zonder Hoofd zijn. Ze lijkt ook niet op een wanschapen dier met veel hoofden, twee of meer, zodat na het afsterven van het ene het andere de plaats ervan kan innemen. Dan zou ze even dikwijls moeten sterven als ze van haar hoofd beroofd wordt, en weer levend worden zodra ze weer een nieuw hoofd krijgt. Zoiets zou er heel monsterachtig en wanschapen uitzien.
Regel 85: Regel 85:
   - Door zijn volmaaktheid, want Hij alleen is werkelijk God en werkelijk mens, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn; zie Kolossenzen 1:18 en 2:10.   - Door zijn volmaaktheid, want Hij alleen is werkelijk God en werkelijk mens, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn; zie Kolossenzen 1:18 en 2:10.
   - Door zijn ambt, want alleen Christus is Koning, Profeet en Hogepriester, Die over zijn kerk heerst en haar leidt en bestuurt zoals een hoofd het lichaam bestuurt.((*Openbaring 1:6))   - Door zijn ambt, want alleen Christus is Koning, Profeet en Hogepriester, Die over zijn kerk heerst en haar leidt en bestuurt zoals een hoofd het lichaam bestuurt.((*Openbaring 1:6))
-  - Door zijn kracht, want alleen Hij geeft zijn ledematen kracht, sterkte, gevoelsbewegingen, het geestelijk leven en alles wat goed voor haar is.((*Johannes 6:5-7 *Johannes 15:1-2)) En alleen Hij – die door de band van de Geest met het lichaam verenigd is – brengt haar volmaaktheid voort en zorgt ook voor de het samen gebonden zijn, de overeenstemming en de gemeenschap van alle leden onder elkaar en met God.((*Johannes 1:3 *Johannes 17:22 *Efeziërs 4:12)) Hij alleen neemt nooit afstand van zijn kerk, maar is altijd bij haar door zijn Geest;((*Matteüs 28:20)) en alleen Hij geeft zijn lichaam het leven.((*Efeziërs 5:24)) Hij sterft nooit en te nimmer, want de dood zal geen heerschappij meer over Hem hebben; zie Romeinen 6:9. Hij houdt er dan ook geen stadhouder op na, evenmin als een bruid geen twee hoofden of twee bruidegoms heeft. +  - Door zijn kracht, want alleen Hij geeft zijn ledematen kracht, sterkte, gevoelsbewegingen, het geestelijk leven en alles wat goed voor haar is.((*Johannes 6:5-7 *Johannes 15:1-2)) En alleen Hij – die door de band van de Geest met het lichaam verenigd is – brengt haar volmaaktheid voort en zorgt ook voor het samengebonden zijn, de overeenstemming en de gemeenschap van alle leden onder elkaar en met God.((*Johannes 1:3 *Johannes 17:22 *Efeziërs 4:12)) Hij alleen neemt nooit afstand van zijn kerk, maar is altijd bij haar door zijn Geest;((*Matteüs 28:20)) en alleen Hij geeft zijn lichaam het leven.((*Efeziërs 5:24)) Hij sterft nooit en te nimmer, want de dood zal geen heerschappij meer over Hem hebben; zie Romeinen 6:9. Hij houdt er dan ook geen stadhouder op na, evenmin als een bruid geen twee hoofden of twee bruidegoms heeft. 
-  - Door zijn leer, want Hij alleen is de Herder van de enige schaapstal van Christus’ kudde.((*Johannes 10:16)) Hij is naar het getuigenis van Petrus de opperherder.((*1 Petrus 5:4)) Niemand van de herders in de christelijke kerk heeft dan ook dezelfde positie als de hogepriester onder de wet in het Oude Testament. Want de hogepriester toen was een werkelijke voorafschaduwing van Christus.((*Psalm 110:4 *Hebreeën 7:17 *Hebreeën 9:7,11)) Dat geldt echter voor niemand van de herders in de christelijke kerk; zij zijn geen voorbeeld van Christus. De oudtestamentische hogepriester was ook alleen maar aangesteld in een klein land met één tempel over één volk. Maar niemand van ons kan geplaatst over de gehele wereld, hoewel de kerk daarover wel verstrooid is. Dat zou zoiets zijn als de gehele wereld in één stad te willen opsluiten, zoals Hiëronymus zegt.+  - Door zijn leer, want Hij alleen is de Herder van de enige schaapstal van Christus’ kudde.((*Johannes 10:16)) Hij is naar het getuigenis van Petrus de opperherder.((*1 Petrus 5:4)) Niemand van de herders in de christelijke kerk heeft dan ook dezelfde positie als de hogepriester onder de wet in het Oude Testament. Want de hogepriester toen was een werkelijke voorafschaduwing van Christus.((*Psalm 110:4 *Hebreeën 7:17 *Hebreeën 9:7,11)) Dat geldt echter voor niemand van de herders in de christelijke kerk; zij zijn geen voorafbeeldingen van Christus. De oudtestamentische hogepriester was ook alleen maar aangesteld in een klein land met één tempel over één volk. Maar niemand van ons kan geplaatst zijn over de gehele wereld, hoewel de kerk daarover wel verstrooid is. Dat zou zoiets zijn als de gehele wereld in één stad te willen opsluiten, zoals Hiëronymus zegt.
 De paus is dus niet het dienende hoofd in de katholieke of algemene kerk. Dat kan ook op geen enkele manier vanuit de Schrift bewezen worden. En omdat het Koninkrijk van Christus niet van deze wereld is, heeft Hij ook geen onderkoning of stadhouder nodig. De dienst in de kerk, die bestaat uit de bediening van het evangelie en van de sacramenten, kan door niemand over de gehele aardbodem tegelijk in praktijk gebracht worden. De schenking die keizer Constantijn aan paus Silvester gegeven zou hebben, zegt ons al genoeg hoe we hierover moeten denken; dat is namelijk de stem die Silvester vanuit de hemel gehoord heeft: “Nu is het vergif over de kerk uitgestort.” En ook het bekende spreekwoord //Quam fabulam longi temporis fallacia finxit// zegt ons genoeg, namelijk: een fabeltje uit oude tijden. De paus is dus niet het dienende hoofd in de katholieke of algemene kerk. Dat kan ook op geen enkele manier vanuit de Schrift bewezen worden. En omdat het Koninkrijk van Christus niet van deze wereld is, heeft Hij ook geen onderkoning of stadhouder nodig. De dienst in de kerk, die bestaat uit de bediening van het evangelie en van de sacramenten, kan door niemand over de gehele aardbodem tegelijk in praktijk gebracht worden. De schenking die keizer Constantijn aan paus Silvester gegeven zou hebben, zegt ons al genoeg hoe we hierover moeten denken; dat is namelijk de stem die Silvester vanuit de hemel gehoord heeft: “Nu is het vergif over de kerk uitgestort.” En ook het bekende spreekwoord //Quam fabulam longi temporis fallacia finxit// zegt ons genoeg, namelijk: een fabeltje uit oude tijden.
 Wie de paus dus een algemene bisschop noemt – zo zegt Gregorius de Grote, die zelf een roomse bisschop was – is werkelijk een voorloper van de antichrist. Wie de paus dus een algemene bisschop noemt – zo zegt Gregorius de Grote, die zelf een roomse bisschop was – is werkelijk een voorloper van de antichrist.
Regel 93: Regel 93:
   - Het fundament van de ambtelijke bediening. Van de kerk wordt in Efeziërs 2:20 gezegd dat ze gebouwd is op het fundament van de profeten en de apostelen. Dat wil zeggen: op Christus zelf of in overdrachtelijke zin op wat de verbreiding ervan betreft, op de verkondiging en het getuigenis van de bijbelse leer, op de leer van de apostelen en profeten waarvan zij beiden getuigen, of op beide testamenten, het Oude en het Nieuwe Testament. Ambrosius zegt daarvan dat zij het fundament van de kerk vormen. Zo kan worden gezegd dat de stad van God niet één maar twaalf fundamenten heeft waarop de namen van de apostelen van het Lam geschreven zijn; zie Openbaring 21:14. Hierdoor lijkt het dat Jakobus, Petrus en Johannes steunpilaren van de kerk genoemd werden; zie Galaten 2:9. Dat wil zeggen: daar leken ze op en dat waren ze voor een deel, omdat ze door hun arbeid de kerk en de dienst van God als het ware ondersteunden en onderhielden. Maar Christus Jezus zelf is de fundamentele Hoeksteen, die het hele huis alleen overeind houdt; zie Efeziërs 2:20-22.   - Het fundament van de ambtelijke bediening. Van de kerk wordt in Efeziërs 2:20 gezegd dat ze gebouwd is op het fundament van de profeten en de apostelen. Dat wil zeggen: op Christus zelf of in overdrachtelijke zin op wat de verbreiding ervan betreft, op de verkondiging en het getuigenis van de bijbelse leer, op de leer van de apostelen en profeten waarvan zij beiden getuigen, of op beide testamenten, het Oude en het Nieuwe Testament. Ambrosius zegt daarvan dat zij het fundament van de kerk vormen. Zo kan worden gezegd dat de stad van God niet één maar twaalf fundamenten heeft waarop de namen van de apostelen van het Lam geschreven zijn; zie Openbaring 21:14. Hierdoor lijkt het dat Jakobus, Petrus en Johannes steunpilaren van de kerk genoemd werden; zie Galaten 2:9. Dat wil zeggen: daar leken ze op en dat waren ze voor een deel, omdat ze door hun arbeid de kerk en de dienst van God als het ware ondersteunden en onderhielden. Maar Christus Jezus zelf is de fundamentele Hoeksteen, die het hele huis alleen overeind houdt; zie Efeziërs 2:20-22.
   - Het krachtige en sterke fundament waarvan gezegd mag worden dat het gebouw rust op Christus, God en mens. Wat betreft het initiatief, de grond en de verdienste van de zaligheid, wat betreft de fontein en de kracht van de bijbelse leer der kerk – het is alles op Christus gefundeerd, omdat Hij alleen de wijsheid, de rechtvaardigheid, de heiligmaking, de verlossing, het eeuwige leven en de heerlijkheid van de gelovigen uitmaakt. Daarom wordt in 1 Korintiërs 3:11 gezegd: “Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen.” En in Jesaja 28:16 wordt Christus een steen ten grondslag genoemd. Dit hoort zó bij Christus dat Hij dit aan niemand anders overdraagt.   - Het krachtige en sterke fundament waarvan gezegd mag worden dat het gebouw rust op Christus, God en mens. Wat betreft het initiatief, de grond en de verdienste van de zaligheid, wat betreft de fontein en de kracht van de bijbelse leer der kerk – het is alles op Christus gefundeerd, omdat Hij alleen de wijsheid, de rechtvaardigheid, de heiligmaking, de verlossing, het eeuwige leven en de heerlijkheid van de gelovigen uitmaakt. Daarom wordt in 1 Korintiërs 3:11 gezegd: “Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen.” En in Jesaja 28:16 wordt Christus een steen ten grondslag genoemd. Dit hoort zó bij Christus dat Hij dit aan niemand anders overdraagt.
-Christus zegt tegen Petrus: “Ik zeg u, dat gij //Petrus// zijt, en op deze //petra// zal Ik mijn gemeente bouwen.” Daarmee zegt de evangelist – die tegelijk ook een uitlegger van deze woorden is – echter niet: U bent de petra, de steen; maar: U bent //Petrus//. Niet op u, Petrus, maar op deze //petra//, deze steen, zal Ik mijn gemeente bouwen. Zo maakt Hij een duidelijk onderscheid tussen deze Petrus, die een onderdeel van het gebouw is, en de steen of //petra//, waar het gebouw op rust. Er is dus een verandering van naam in begrip, en dat blijkt uit de uitgang van de woorden. De kerk is dus op Christus, de Steen of Petra, gebouwd en niet op de apostel Petrus, die direct hierna en daarna nog dikwijls gestruikeld en gevallen is. “En die rots was de Christus” (1 Korintiërs 10:4). Die naam beleed Petrus uit naam van al de discipelen.((*Matteüs 16:16-18)) Bovendien heeft Christus de sleutels – niet van de volledige macht, maar van de kennis – in vers 19 door het noemen van de naam van Petrus, die in naam van hen allen antwoordde, aan allen beloofd. Christus heeft die sleutels aan alle apostelen eendrachtig en zonder onderscheid te maken, gegeven; en in hun persoon aan alle dienaren in de kerk.+Christus zegt tegen Petrus: “Ik zeg u, dat gij //Petrus// zijt, en op deze //petra// zal Ik mijn gemeente bouwen.” Daarmee zegt de evangelist – die tegelijk ook een uitlegger van deze woorden is – echter niet: U bent de petra, de steen; maar: U bent //Petrus//. Niet op u, Petrus, maar op deze //petra//, deze steen, zal Ik mijn gemeente bouwen. Zo maakt Hij een duidelijk onderscheid tussen deze Petrus, die een onderdeel van het gebouw is, en de steen of //petra//, waar het gebouw op rust. Er is dus een verandering van naam in begrip, en dat blijkt uit de uitgang van de woorden. De kerk is dus op Christus, de Steen of Petra, gebouwd en niet op de apostel Petrus, die direct hierna en daarna nog dikwijls gestruikeld en gevallen is. “En die rots was de Christus” (1 Korintiërs 10:4). Die naam beleed Petrus uit naam van al de discipelen.((*Matteüs 16:16-18)) Daarop heeft Christus de sleutels – niet van de volledige macht, maar van de kennis – niet alleen beloofd aan Petrus, maar aan allen namens wie Petrus sprak. Christus heeft de sleutels dus zonder onderscheid aan alle apostelen samen gegeven; en in hun persoon aan alle dienaren in de kerk.
 Dan is er nog iets: tot driemaal toe wordt aan Petrus de opdracht gegeven: “Weidt mijn schapen” (Johannes 21:17). Die woorden maken hem wel tot een herder van de kudde, maar geen enige en algemene herder, want tegen de anderen is ook gezegd: “Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u” (Johannes 20:21). Dan is er nog iets: tot driemaal toe wordt aan Petrus de opdracht gegeven: “Weidt mijn schapen” (Johannes 21:17). Die woorden maken hem wel tot een herder van de kudde, maar geen enige en algemene herder, want tegen de anderen is ook gezegd: “Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u” (Johannes 20:21).
 En ten slotte: Noach was in de ark het hoofd van zijn kinderen, maar hij was geen voorafschaduwing van de paus van Rome, maar wel van Christus((*Genesis 7:13 *1 Petrus 3:21)) - zoals de doop een beeld is van de verlossing die de kerk in de zondvloed ten deel viel. En ten slotte: Noach was in de ark het hoofd van zijn kinderen, maar hij was geen voorafschaduwing van de paus van Rome, maar wel van Christus((*Genesis 7:13 *1 Petrus 3:21)) - zoals de doop een beeld is van de verlossing die de kerk in de zondvloed ten deel viel.
Regel 173: Regel 173:
   - De //schaapskudde// en de //schaapstal// van Christus, want de kerk hoort zijn stem en volgt Hem na.((*Lucas 12:32 *Johannes 10:16))   - De //schaapskudde// en de //schaapstal// van Christus, want de kerk hoort zijn stem en volgt Hem na.((*Lucas 12:32 *Johannes 10:16))
   - De //wereld//,((*Johannes 3:16 *1 Johannes 2:1 *2 Korintiërs 5:19)) maar dan in de goede zin van het woord, omdat de kerk het meest edele en uitnemende deel van de wereld is. Bovendien wordt zo de katholiciteit van de kerk gesteld tegenover één natie of volk.   - De //wereld//,((*Johannes 3:16 *1 Johannes 2:1 *2 Korintiërs 5:19)) maar dan in de goede zin van het woord, omdat de kerk het meest edele en uitnemende deel van de wereld is. Bovendien wordt zo de katholiciteit van de kerk gesteld tegenover één natie of volk.
-  - Een //dorsvloer//.((*Lucas 3:17)) De schoven worden namelijk samen met het stro en kaf op de dorsvloer verzameld; en nadat het graan gedorst is, wordt de tarwe door middel van de wan van het kaf gescheiden. Zo is het ook met de het gezelschap van mensen in de kerk, waar godzalige mensen samen bijeen zijn met huichelaars. Maar daarna wordt door de verkondiging van het evangelie – die als een wan te werk gaat – de een van de ander gescheiden.+  - Een //dorsvloer//.((*Lucas 3:17)) De schoven worden namelijk samen met het stro en kaf op de dorsvloer verzameld; en nadat het graan gedorst is, wordt de tarwe door middel van de wan van het kaf gescheiden. Zo is het ook met het gezelschap van mensen in de kerk, waar godzalige mensen samen bijeen zijn met huichelaars. Maar daarna wordt door de verkondiging van het evangelie – die als een wan te werk gaat – de een van de ander gescheiden.
   - Het //nieuwe Jeruzalem//((*Galaten 4:26 *Openbaring 3:12)) en Sion((*Psalm 2:6)), het Koninkrijk der hemelen of ook wel het rijk van Christus of van God.((*Matteüs 5:19,20)) De kerk wordt namelijk door God op een hemelse wijze geregeerd, terwijl de burgers in dat rijk niet anders kunnen doen dan de wereldse dingen verachten en streven naar alles wat van de hemel is.   - Het //nieuwe Jeruzalem//((*Galaten 4:26 *Openbaring 3:12)) en Sion((*Psalm 2:6)), het Koninkrijk der hemelen of ook wel het rijk van Christus of van God.((*Matteüs 5:19,20)) De kerk wordt namelijk door God op een hemelse wijze geregeerd, terwijl de burgers in dat rijk niet anders kunnen doen dan de wereldse dingen verachten en streven naar alles wat van de hemel is.
  


Paginahulpmiddelen