Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:41

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:41 [04-09-2025 om 11.38 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:41 [05-09-2025 om 12.57 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 2: Regel 2:
  
 ==== 1. Waar komt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ vandaan? ==== ==== 1. Waar komt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ vandaan? ====
-‘Gemeente’ of ‘kerk’ is in het Grieks //ecclesia//, en komt van //eccalein//, wat ‘uitroepen’ betekent. Want de samenkomst van de burgers, die door de omroeper uit hun huizen geroepen werden om het besluit van de raad aan te horen, werd door de Grieken //ecclesia//, ‘gemeente’ genoemd. Daarvan komt ook het woord //ecclesiazein//, ‘prediken’ of ‘tot de preek roepen’, en //ecclesiastes//, ‘prediker’. Deze gemeente wordt ook wel //synagoge// genoemd, dat is: ‘vergadering’. Dit woord komt van //synagein//, oftewel: ‘vergaderen’, ‘verzamelen’, ‘bijeenbrengen’. Maar omdat de Joden hun vergaderingen en de plaatsen waar zij de Wet en de Profeten lazen, synagogen noemden, hebben de christenen hun vergaderingen wat de naam betreft van de Joodse willen onderscheiden. Daarom hebben ze het woord ‘kerk’, ‘gemeente’, of //ecclesia//, dat veel heerlijker klinkt, gebruikt en behouden. Dit woord betekent de vergadering van hen die Christus erkennen en belijden. Sommigen gebruiken daarvoor zeer onterecht het woord ‘stad’ en ‘gemenebest’, al is het waar dat Jakobus 2:2 het woord //synagoge// ook gebruikt: “Want stel, er kwam in uw vergadering (synagogeeen man binnen met een gouden ring ” En in Hebreeën 10:25 staat dat we onze eigen bijeenkomst (//episynagogen//) niet mogen verzuimen.+‘Gemeente’ of ‘kerk’ is in het Grieks //ecclesia//, en komt van //eccalein//, wat ‘uitroepen’ betekent. Want de samenkomst van de burgers, die door de omroeper uit hun huizen geroepen werden om het besluit van de raad aan te horen, werd door de Grieken //ecclesia//, ‘gemeente’ genoemd. Daarvan komt ook het woord //ecclesiazein//, ‘prediken’ of ‘tot de preek roepen’, en //ecclesiastes//, ‘prediker’. Deze gemeente wordt ook wel //synagoge// genoemd, dat is: ‘vergadering’. Dit woord komt van //synagein//, oftewel: ‘vergaderen’, ‘verzamelen’, ‘bijeenbrengen’. Maar omdat de Joden hun vergaderingen en de plaatsen waar zij de Wet en de Profeten lazen, synagogen noemden, hebben de christenen hun vergaderingen wat de naam betreft van de Joodse willen onderscheiden. Daarom hebben ze het woord ‘kerk’, ‘gemeente’, of //ecclesia//, dat veel heerlijker klinkt, gebruikt en behouden. Dit woord betekent de vergadering van hen die Christus erkennen en belijden. Sommigen gebruiken daarvoor zeer onterecht het woord ‘stad’ en ‘gemenebest’, al is het waar dat Jakobus 2:2 het woord //synagoge// ook gebruikt: “Want stel, er kwam in uw vergadering”, synagoge, “een man binnen met een gouden ring”En in Hebreeën 10:25 staat dat we onze eigen bijeenkomst (//episynagogen//) niet mogen verzuimen.
 Het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ is niet absoluut, maar ziet op iets anders: het wordt zo genoemd ten aanzien van God, die de mensen door de verkondigers van zijn Woord uit de wereld roept tot het Rijk van zijn Zoon. En wie die roeping gehoorzaamt en zich tot de kerk of gemeente begeeft – hij wordt //geroepen// genoemd, alsof men zei: //uitgeroepen//, zoals men ziet als Paulus in zijn brieven de groeten doet. Niemand begeeft zich immers opzettelijk tot de gemeente vanuit zichzelf, uit eigen beweging en zichzelf aansporend; maar zoveel als er komen, worden zij door God geroepen. Het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ is niet absoluut, maar ziet op iets anders: het wordt zo genoemd ten aanzien van God, die de mensen door de verkondigers van zijn Woord uit de wereld roept tot het Rijk van zijn Zoon. En wie die roeping gehoorzaamt en zich tot de kerk of gemeente begeeft – hij wordt //geroepen// genoemd, alsof men zei: //uitgeroepen//, zoals men ziet als Paulus in zijn brieven de groeten doet. Niemand begeeft zich immers opzettelijk tot de gemeente vanuit zichzelf, uit eigen beweging en zichzelf aansporend; maar zoveel als er komen, worden zij door God geroepen.
 ==== 2. Op hoeveel manieren wordt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ in de Schrift gebruikt? ==== ==== 2. Op hoeveel manieren wordt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ in de Schrift gebruikt? ====
Regel 93: Regel 93:
   - Het fundament van de ambtelijke bediening. Van de kerk wordt in Efeziërs 2:20 gezegd dat ze gebouwd is op het fundament van de profeten en de apostelen. Dat wil zeggen: op Christus zelf of in overdrachtelijke zin op wat de verbreiding ervan betreft, op de verkondiging en het getuigenis van de bijbelse leer, op de leer van de apostelen en profeten waarvan zij beiden getuigen, of op beide testamenten, het Oude en het Nieuwe Testament. Ambrosius zegt daarvan dat zij het fundament van de kerk vormen. Zo kan worden gezegd dat de stad van God niet één maar twaalf fundamenten heeft waarop de namen van de apostelen van het Lam geschreven zijn; zie Openbaring 21:14. Hierdoor lijkt het dat Jakobus, Petrus en Johannes steunpilaren van de kerk genoemd werden; zie Galaten 2:9. Dat wil zeggen: daar leken ze op en dat waren ze voor een deel, omdat ze door hun arbeid de kerk en de dienst van God als het ware ondersteunden en onderhielden. Maar Christus Jezus zelf is de fundamentele Hoeksteen, die het hele huis alleen overeind houdt; zie Efeziërs 2:20-22.   - Het fundament van de ambtelijke bediening. Van de kerk wordt in Efeziërs 2:20 gezegd dat ze gebouwd is op het fundament van de profeten en de apostelen. Dat wil zeggen: op Christus zelf of in overdrachtelijke zin op wat de verbreiding ervan betreft, op de verkondiging en het getuigenis van de bijbelse leer, op de leer van de apostelen en profeten waarvan zij beiden getuigen, of op beide testamenten, het Oude en het Nieuwe Testament. Ambrosius zegt daarvan dat zij het fundament van de kerk vormen. Zo kan worden gezegd dat de stad van God niet één maar twaalf fundamenten heeft waarop de namen van de apostelen van het Lam geschreven zijn; zie Openbaring 21:14. Hierdoor lijkt het dat Jakobus, Petrus en Johannes steunpilaren van de kerk genoemd werden; zie Galaten 2:9. Dat wil zeggen: daar leken ze op en dat waren ze voor een deel, omdat ze door hun arbeid de kerk en de dienst van God als het ware ondersteunden en onderhielden. Maar Christus Jezus zelf is de fundamentele Hoeksteen, die het hele huis alleen overeind houdt; zie Efeziërs 2:20-22.
   - Het krachtige en sterke fundament waarvan gezegd mag worden dat het gebouw rust op Christus, God en mens. Wat betreft het initiatief, de grond en de verdienste van de zaligheid, wat betreft de fontein en de kracht van de bijbelse leer der kerk – het is alles op Christus gefundeerd, omdat Hij alleen de wijsheid, de rechtvaardigheid, de heiligmaking, de verlossing, het eeuwige leven en de heerlijkheid van de gelovigen uitmaakt. Daarom wordt in 1 Korintiërs 3:11 gezegd: “Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen.” En in Jesaja 28:16 wordt Christus een steen ten grondslag genoemd. Dit hoort zó bij Christus dat Hij dit aan niemand anders overdraagt.   - Het krachtige en sterke fundament waarvan gezegd mag worden dat het gebouw rust op Christus, God en mens. Wat betreft het initiatief, de grond en de verdienste van de zaligheid, wat betreft de fontein en de kracht van de bijbelse leer der kerk – het is alles op Christus gefundeerd, omdat Hij alleen de wijsheid, de rechtvaardigheid, de heiligmaking, de verlossing, het eeuwige leven en de heerlijkheid van de gelovigen uitmaakt. Daarom wordt in 1 Korintiërs 3:11 gezegd: “Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen.” En in Jesaja 28:16 wordt Christus een steen ten grondslag genoemd. Dit hoort zó bij Christus dat Hij dit aan niemand anders overdraagt.
-Christus zegt tegen Petrus: “Ik zeg u, dat gij //Petrus// zijt, en op deze //petra// zal Ik mijn gemeente bouwen.” Daarmee zegt de evangelist – die tegelijk ook een uitlegger van deze woorden is – echter niet: U bent de petra, de steen; maar: U bent //Petrus//. Niet op u, Petrus, maar op deze //petra//, deze steen, zal Ik mijn gemeente bouwen. Zo maakt Hij een duidelijk onderscheid tussen deze Petrus, die een onderdeel van het gebouw is, en de steen of //petra//, waar het gebouw op rust. Er is dus een verandering van naam in begrip, en dat blijkt uit de uitgang van de woorden. De kerk is dus op Christus, de Steen of Petra, gebouwd en niet op de apostel Petrus, die direct hierna en daarna nog dikwijls gestruikeld en gevallen is. “En die rots was de Christus” (1 Korintiërs 10:4). Die naam beleed Petrus uit naam van al de discipelen.((*Matteüs 16:16-18)) Bovendien heeft Christus de sleutels – niet van de volledige macht, maar van de kennis – in vers 19 door het noemen van de naam van Petrus, die in naam van hen allen antwoordde, aan allen beloofd. Christus heeft die sleutels aan alle apostelen eendrachtig en zonder onderscheid te maken, gegeven; en in hun persoon aan alle dienaren in de kerk.+Christus zegt tegen Petrus: “Ik zeg u, dat gij //Petrus// zijt, en op deze //petra// zal Ik mijn gemeente bouwen.” Daarmee zegt de evangelist – die tegelijk ook een uitlegger van deze woorden is – echter niet: U bent de petra, de steen; maar: U bent //Petrus//. Niet op u, Petrus, maar op deze //petra//, deze steen, zal Ik mijn gemeente bouwen. Zo maakt Hij een duidelijk onderscheid tussen deze Petrus, die een onderdeel van het gebouw is, en de steen of //petra//, waar het gebouw op rust. Er is dus een verandering van naam in begrip, en dat blijkt uit de uitgang van de woorden. De kerk is dus op Christus, de Steen of Petra, gebouwd en niet op de apostel Petrus, die direct hierna en daarna nog dikwijls gestruikeld en gevallen is. “En die rots was de Christus” (1 Korintiërs 10:4). Die naam beleed Petrus uit naam van al de discipelen.((*Matteüs 16:16-18)) Daarop heeft Christus de sleutels – niet van de volledige macht, maar van de kennis – niet alleen beloofd aan Petrus, maar aan allen namens wie Petrus sprak. Christus heeft de sleutels dus zonder onderscheid aan alle apostelen samen gegeven; en in hun persoon aan alle dienaren in de kerk.
 Dan is er nog iets: tot driemaal toe wordt aan Petrus de opdracht gegeven: “Weidt mijn schapen” (Johannes 21:17). Die woorden maken hem wel tot een herder van de kudde, maar geen enige en algemene herder, want tegen de anderen is ook gezegd: “Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u” (Johannes 20:21). Dan is er nog iets: tot driemaal toe wordt aan Petrus de opdracht gegeven: “Weidt mijn schapen” (Johannes 21:17). Die woorden maken hem wel tot een herder van de kudde, maar geen enige en algemene herder, want tegen de anderen is ook gezegd: “Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u” (Johannes 20:21).
 En ten slotte: Noach was in de ark het hoofd van zijn kinderen, maar hij was geen voorafschaduwing van de paus van Rome, maar wel van Christus((*Genesis 7:13 *1 Petrus 3:21)) - zoals de doop een beeld is van de verlossing die de kerk in de zondvloed ten deel viel. En ten slotte: Noach was in de ark het hoofd van zijn kinderen, maar hij was geen voorafschaduwing van de paus van Rome, maar wel van Christus((*Genesis 7:13 *1 Petrus 3:21)) - zoals de doop een beeld is van de verlossing die de kerk in de zondvloed ten deel viel.
Regel 173: Regel 173:
   - De //schaapskudde// en de //schaapstal// van Christus, want de kerk hoort zijn stem en volgt Hem na.((*Lucas 12:32 *Johannes 10:16))   - De //schaapskudde// en de //schaapstal// van Christus, want de kerk hoort zijn stem en volgt Hem na.((*Lucas 12:32 *Johannes 10:16))
   - De //wereld//,((*Johannes 3:16 *1 Johannes 2:1 *2 Korintiërs 5:19)) maar dan in de goede zin van het woord, omdat de kerk het meest edele en uitnemende deel van de wereld is. Bovendien wordt zo de katholiciteit van de kerk gesteld tegenover één natie of volk.   - De //wereld//,((*Johannes 3:16 *1 Johannes 2:1 *2 Korintiërs 5:19)) maar dan in de goede zin van het woord, omdat de kerk het meest edele en uitnemende deel van de wereld is. Bovendien wordt zo de katholiciteit van de kerk gesteld tegenover één natie of volk.
-  - Een //dorsvloer//.((*Lucas 3:17)) De schoven worden namelijk samen met het stro en kaf op de dorsvloer verzameld; en nadat het graan gedorst is, wordt de tarwe door middel van de wan van het kaf gescheiden. Zo is het ook met de het gezelschap van mensen in de kerk, waar godzalige mensen samen bijeen zijn met huichelaars. Maar daarna wordt door de verkondiging van het evangelie – die als een wan te werk gaat – de een van de ander gescheiden.+  - Een //dorsvloer//.((*Lucas 3:17)) De schoven worden namelijk samen met het stro en kaf op de dorsvloer verzameld; en nadat het graan gedorst is, wordt de tarwe door middel van de wan van het kaf gescheiden. Zo is het ook met het gezelschap van mensen in de kerk, waar godzalige mensen samen bijeen zijn met huichelaars. Maar daarna wordt door de verkondiging van het evangelie – die als een wan te werk gaat – de een van de ander gescheiden.
   - Het //nieuwe Jeruzalem//((*Galaten 4:26 *Openbaring 3:12)) en Sion((*Psalm 2:6)), het Koninkrijk der hemelen of ook wel het rijk van Christus of van God.((*Matteüs 5:19,20)) De kerk wordt namelijk door God op een hemelse wijze geregeerd, terwijl de burgers in dat rijk niet anders kunnen doen dan de wereldse dingen verachten en streven naar alles wat van de hemel is.   - Het //nieuwe Jeruzalem//((*Galaten 4:26 *Openbaring 3:12)) en Sion((*Psalm 2:6)), het Koninkrijk der hemelen of ook wel het rijk van Christus of van God.((*Matteüs 5:19,20)) De kerk wordt namelijk door God op een hemelse wijze geregeerd, terwijl de burgers in dat rijk niet anders kunnen doen dan de wereldse dingen verachten en streven naar alles wat van de hemel is.
  


Paginahulpmiddelen