Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
| Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
| institutie:41 [04-09-2025 om 11.38 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:41 [05-09-2025 om 12.57 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
|---|---|---|---|
| Regel 2: | Regel 2: | ||
| ==== 1. Waar komt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ vandaan? ==== | ==== 1. Waar komt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ vandaan? ==== | ||
| - | ‘Gemeente’ of ‘kerk’ is in het Grieks // | + | ‘Gemeente’ of ‘kerk’ is in het Grieks // |
| Het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ is niet absoluut, maar ziet op iets anders: het wordt zo genoemd ten aanzien van God, die de mensen door de verkondigers van zijn Woord uit de wereld roept tot het Rijk van zijn Zoon. En wie die roeping gehoorzaamt en zich tot de kerk of gemeente begeeft – hij wordt // | Het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ is niet absoluut, maar ziet op iets anders: het wordt zo genoemd ten aanzien van God, die de mensen door de verkondigers van zijn Woord uit de wereld roept tot het Rijk van zijn Zoon. En wie die roeping gehoorzaamt en zich tot de kerk of gemeente begeeft – hij wordt // | ||
| ==== 2. Op hoeveel manieren wordt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ in de Schrift gebruikt? ==== | ==== 2. Op hoeveel manieren wordt het woord ‘kerk’ of ‘gemeente’ in de Schrift gebruikt? ==== | ||
| Regel 93: | Regel 93: | ||
| - Het fundament van de ambtelijke bediening. Van de kerk wordt in Efeziërs 2:20 gezegd dat ze gebouwd is op het fundament van de profeten en de apostelen. Dat wil zeggen: op Christus zelf of in overdrachtelijke zin op wat de verbreiding ervan betreft, op de verkondiging en het getuigenis van de bijbelse leer, op de leer van de apostelen en profeten waarvan zij beiden getuigen, of op beide testamenten, | - Het fundament van de ambtelijke bediening. Van de kerk wordt in Efeziërs 2:20 gezegd dat ze gebouwd is op het fundament van de profeten en de apostelen. Dat wil zeggen: op Christus zelf of in overdrachtelijke zin op wat de verbreiding ervan betreft, op de verkondiging en het getuigenis van de bijbelse leer, op de leer van de apostelen en profeten waarvan zij beiden getuigen, of op beide testamenten, | ||
| - Het krachtige en sterke fundament waarvan gezegd mag worden dat het gebouw rust op Christus, God en mens. Wat betreft het initiatief, de grond en de verdienste van de zaligheid, wat betreft de fontein en de kracht van de bijbelse leer der kerk – het is alles op Christus gefundeerd, omdat Hij alleen de wijsheid, de rechtvaardigheid, | - Het krachtige en sterke fundament waarvan gezegd mag worden dat het gebouw rust op Christus, God en mens. Wat betreft het initiatief, de grond en de verdienste van de zaligheid, wat betreft de fontein en de kracht van de bijbelse leer der kerk – het is alles op Christus gefundeerd, omdat Hij alleen de wijsheid, de rechtvaardigheid, | ||
| - | Christus zegt tegen Petrus: “Ik zeg u, dat gij //Petrus// zijt, en op deze //petra// zal Ik mijn gemeente bouwen.” Daarmee zegt de evangelist – die tegelijk ook een uitlegger van deze woorden is – echter niet: U bent de petra, de steen; maar: U bent //Petrus//. Niet op u, Petrus, maar op deze //petra//, deze steen, zal Ik mijn gemeente bouwen. Zo maakt Hij een duidelijk onderscheid tussen deze Petrus, die een onderdeel van het gebouw is, en de steen of //petra//, waar het gebouw op rust. Er is dus een verandering van naam in begrip, en dat blijkt uit de uitgang van de woorden. De kerk is dus op Christus, de Steen of Petra, gebouwd en niet op de apostel Petrus, die direct hierna en daarna nog dikwijls gestruikeld en gevallen is. “En die rots was de Christus” (1 Korintiërs 10:4). Die naam beleed Petrus uit naam van al de discipelen.((*Matteüs 16: | + | Christus zegt tegen Petrus: “Ik zeg u, dat gij //Petrus// zijt, en op deze //petra// zal Ik mijn gemeente bouwen.” Daarmee zegt de evangelist – die tegelijk ook een uitlegger van deze woorden is – echter niet: U bent de petra, de steen; maar: U bent //Petrus//. Niet op u, Petrus, maar op deze //petra//, deze steen, zal Ik mijn gemeente bouwen. Zo maakt Hij een duidelijk onderscheid tussen deze Petrus, die een onderdeel van het gebouw is, en de steen of //petra//, waar het gebouw op rust. Er is dus een verandering van naam in begrip, en dat blijkt uit de uitgang van de woorden. De kerk is dus op Christus, de Steen of Petra, gebouwd en niet op de apostel Petrus, die direct hierna en daarna nog dikwijls gestruikeld en gevallen is. “En die rots was de Christus” (1 Korintiërs 10:4). Die naam beleed Petrus uit naam van al de discipelen.((*Matteüs 16: |
| Dan is er nog iets: tot driemaal toe wordt aan Petrus de opdracht gegeven: “Weidt mijn schapen” (Johannes 21:17). Die woorden maken hem wel tot een herder van de kudde, maar geen enige en algemene herder, want tegen de anderen is ook gezegd: “Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u” (Johannes 20:21). | Dan is er nog iets: tot driemaal toe wordt aan Petrus de opdracht gegeven: “Weidt mijn schapen” (Johannes 21:17). Die woorden maken hem wel tot een herder van de kudde, maar geen enige en algemene herder, want tegen de anderen is ook gezegd: “Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u” (Johannes 20:21). | ||
| En ten slotte: Noach was in de ark het hoofd van zijn kinderen, maar hij was geen voorafschaduwing van de paus van Rome, maar wel van Christus((*Genesis 7:13 *1 Petrus 3:21)) - zoals de doop een beeld is van de verlossing die de kerk in de zondvloed ten deel viel. | En ten slotte: Noach was in de ark het hoofd van zijn kinderen, maar hij was geen voorafschaduwing van de paus van Rome, maar wel van Christus((*Genesis 7:13 *1 Petrus 3:21)) - zoals de doop een beeld is van de verlossing die de kerk in de zondvloed ten deel viel. | ||
| Regel 173: | Regel 173: | ||
| - De // | - De // | ||
| - De // | - De // | ||
| - | - Een // | + | - Een // |
| - Het //nieuwe Jeruzalem// | - Het //nieuwe Jeruzalem// | ||