Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:43 [08-03-2023 om 11.19 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:43 [23-04-2024 om 21.48 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | ====== De macht en autoriteit van de kerken | + | ====== De macht en autoriteit van de kerk en de synoden ====== |
- | ==== 1. Heeft de kerk enige macht? ==== | + | ==== 1. Heeft de kerk wel enige macht? ==== |
- | Jazeker: | + | Jazeker! Want: |
- | - Omdat geen huisgezin, geen organisatie, geen volk en daarom | + | - Er is geen enkel huisgezin, geen geordend gezelschap, geen maatschappij of staat, |
- | - Omdat God zijn kerkelijke wetten voorgeschreven | + | - God heeft Zelf bepaalde regels voor de kerk voorgeschreven, |
- | - Omdat de priesters en levieten | + | - De priesters en levieten waren in de tijd van het Oude Testament geordend om kerkelijke zaken te behartigen.((*Leviticus 14:3 *Deuteronomium 24:8)) De ‘kerkenraad’ bestond |
- | - Omdat Christus in de plaats van het synagogebestuur (het // | + | - Christus |
- | - Omdat de macht over de sleutels van het Hemelrijk | + | - De zogenaamde sleutelmacht is aan de kerk gegeven |
- | - Omdat de verkondiging van het Woord onnuttig | + | - De verkondiging van het Woord zou niet tot nut zijn, als de kerk geen macht of autoriteit had om de verachters van dat Woord in te tomen en aan banden |
- | - Omdat gelijk men de keizer | + | - Men is verplicht aan de keizer te geven wat hem toekomt, |
- | ==== 2. Hoe wordt zij genoemd? ==== | + | ==== 2. Hoe wordt die macht van de kerk genoemd? ==== |
- | Macht, autoriteit, kerkrecht, de sleutels van het Koninkrijk der Hemelen (Mattheus | + | Die wordt met volmacht, autoriteit, kerkrecht |
- | ==== 3. Wat is de kerkelijke | + | ==== 3. Wat houdt de kerkelijke |
- | Het is een kracht ofwel macht die God de Kerk gegeven heeft om door de dienaars en opzieners van de Kerken uitgeoefend | + | Het is de volmacht of bevoegdheid |
- | ==== 4. Vanwaar | + | ==== 4. Waar komt die volmacht of bevoegdheid vandaan |
- | Van God door Jezus Christus: want wanneer op de mensen ziet door welke deze macht uitgeoefend | + | Van God door Jezus Christus. Als men namelijk van de mens uit beziet |
- | ==== 5. Is de kerkelijke | + | ==== 5. Is de kerkelijke |
- | Jazeker, Christus | + | Ja, zeer zeker! |
- | 2 In het einde: want het einde de overheid is dat zij volk in gerustheid | + | - Wat het //subject// betreft. De burgerlijke macht is namelijk gericht op de // |
+ | - Wat het //doel// betreft. Het doel van de burgerlijke | ||
+ | - Wat de //vorm// betreft. De wereldse macht is meestal van gebiedende aard, en kan uitgeoefend worden in soeverein machtsvertoon waarbij geweld kan worden gebruikt, naar het goeddunken van hem aan wie de macht gegeven is. De burgerlijke overheid heeft ook alle bevoegdheid om wetten uit te vaardigen. Maar de kerkelijke macht heeft een dienend karakter, en wordt begrensd door bepalingen en wetten die door God, de enige Wetgever, worden vastgesteld. De kerk ontvangt immers geboden om te geloven, maar vaardigt die niet zelf uit. Ze mag Gods geboden ook niet veranderen, maar moet die onderhouden en ze ook handhaven. De kerkelijke bevoegdheid is dus een aan haar gegunde en toevertrouwde macht. Wat de kerk God hoort spreken, moet ze alleen maar ná spreken als een echo, als een weerklank; en zo geeft ze de boodschap aan anderen door.((*Maleachi 2:6-7 *Ezechiël 3:17 *Jeremia 23:28 *Matteüs 28:20)) | ||
+ | - Wat de //manier// waarop betreft – en dat geldt dan zowel de rechtspraak als de toepassing daarvan. De burgerlijke autoriteiten spreken recht aan de hand van menselijke wetten, die ze zelf gemaakt hebben. Ze onderzoeken een kwestie heel nauwkeurig, zoals het behoort, en veroordelen de schuldige, ondanks het feit dat hij ontkent, op grond van wat de getuigen melden – als die tenminste terecht opgeroepen zijn.((*Deuteronomium 19:15 *Matteüs 18:16)) De kerkelijke macht oordeelt alleen op gezag van het geschreven Woord van God. Ze onderzoekt de kwestie dus niet op de nauwkeurige manier als het werelds gerecht doet; ze handelt dus anders, maar neemt op samenvattende wijze en naar de aard der liefde kennis van de zaak uit de mond van de zondaar zelf. Als hij zijn zonde heeft bekend, oordeelt de kerk dat hij schuldig is en vermaant hem dan tot boete, berouw, leedwezen en bekering.((*Matteüs 15:25,26 *1 Korintiërs 5:4,5 *2 Korintiërs 2:7 *2 Korintiërs 7:11))\\ Vervolgens voert de burgerlijke macht haar oordeel en vonnis uit door middel van het fysiek leed, door lijfstraffen, | ||
- | 3 Zij verschillen ook //in de vorm// | + | ==== 6. Uit welke elementen bestaat |
- | 4 //In de wijze// | + | Dat zijn er drie: |
- | ==== 6. Hoe menigerlei is de kerkelijke | + | - de bevoegdheid om het Woord te bedienen; |
+ | - de bevoegdheid om vastgestelde regels of richtsnoeren te hanteren; | ||
+ | - de bevoegdheid om de kerkelijke | ||
- | Drieërlei: de macht van de dienst, die van de orde en die van de de bestraffing of de kerkelijke discipline of tucht. Wij zullen daar in de volgende stukken nader over handelen. | + | Over deze drie bevoegdheden zal afzonderlijk gesproken worden. |
- | ==== 7. Wat is de macht van de dienst? ==== | + | ==== 7. Wat is de volmacht om het Woord te bedienen? ==== |
- | De autoriteit | + | Het recht en de bevoegdheid |
- | ==== 8. Wat is het eerste | + | ==== 8. Wat is de eerste van die beide sleutels? ==== |
- | Niet anders dan de prediking van het evangelie die de dienaren | + | Die is niet anders dan de prediking van het evangelie |
- | ==== 9. Hoe veel sleutelen | + | ==== 9. Hoeveel sleutels |
- | Alhoewel dat er niet meer is dan de dienst van het Goddelijk | + | Er is maar één dienst van het goddelijk |
- | //De ontbindende | + | De sleutel |
- | //De bindende | + | De sleutel |
- | En aan de sleutelen is zo veel gelegen | + | Deze sleutels zijn zo belangrijk |
- | ==== 10. Aan wie hangt deze macht? ==== | + | ==== 10. Van wie is deze sleutelmacht afhankelijk? ==== |
- | Niet aan de persoon of de waardigheid van de dienaren(want ze zijn eigenlijk naamloze personen) en kunnen binden | + | Die hangt niet af van de persoon of waardigheid van de dienaren |
- | ==== 11. Wie zijn de sleutelen | + | ==== 11. Aan wie zijn die sleutels |
- | Niet // | + | Niet alleen |
- | ==== 12. Welk is het tweede deel van de kerkelijke | + | ==== 12. Wat is het tweede deel van de kerkelijke |
- | Dat genoemd wordt //de macht der orden// | + | Dat is de volmacht van de kerkelijke tucht, die uitgaat van een bepaalde vastgestelde |
- | ==== 13. Welk is de macht der Kerk over de leer? ==== | + | ==== 13. Wat houdt de volmacht van de kerk over de leer in? ==== |
- | deze is tweeërlei: algemeen en bijzonder. //De algemene macht //is een recht omdat de hele Kerk algemeen is, niet alleen voor de herders maar voor een ieder lidmaat van haar in het bijzonder. Dit betekent: | + | Deze is van tweeërlei |
- | - De Schriftuur trouwelijk te bewaren, gelijk | + | In het algemeen gesproken is deze volmacht iets wat gemeenschappelijk is voor heel de kerk; niet alleen voor de herders, maar voor ieder lidmaat |
- | - De ware leer uit de Schrift te bekennen, toe te laten en toe te stemmen, Johannes 5:39: "Gij onderzoekt de Schriften….." | + | |
- | De // | + | - Het trouw bewaren van de Schriften – zoals een brievenbesteller |
+ | - Het erkennen, aanvaarden | ||
- | Ten laatste ook bestraffend prediken zo het nodig is vertrouwend op de macht van God over alle mensen, zowel hogen als lagen van de bevolking en hun te vermanen, doch alles uit het Woord van God. En in zulke voegen dat niemand | + | De bijzondere volmacht |
- | ==== 14. En is men niet schuldig | + | Dat moet gebeuren door het ijverige onderzoek van elk woord en de observatie van de manier van spreken in de Schrift waar het op dat moment over gaat, door het nadenken over de context van wat voorafgaat en wat volgt, en door de vergelijking van overeenkomstige Schriftgedeelten. De uitleg moet ook overeenkomen met de rechtzinnige leer en het richtsnoer van het geloof zoals dat kort samengevat |
- | ==== aan te nemen al wat zij leest? ==== | + | Dit zijn de geestelijke wapens die God heel effectief kan gebruiken om alle verdedigingswerken ondersteboven |
- | Geenszins maar (er is???) alleen (te luisteren??? | + | Ten slotte mag de kerk ook ‘donderen en bliksemen’ als dat nodig is, en vertrouwend op de almacht van Christus alle mensen aanspreken – of ze nu een hoge of lage positie innemen. Maar dit alles wel gebaseerd op het Woord van God, en ook in die mate dat niemand de overmoed heeft of zich de volmacht toe-eigent om anderen in woord of geschrift |
- | ==== 15. Heeft de Kerk die autoriteit dat zij de Canon of de regels | + | ==== 14. Is men niet verplicht om eenvoudigweg naar de stem van de gemeente te luisteren en alles te accepteren wat zij zegt? ==== |
- | De Kerk mag de boeken die niet canoniek zijn wel canoniek maken. Maar alleen | + | Beslist niet! De kerk mag alleen maar leren en doorgeven wat ze van God geleerd heeft, wat haar bevolen is te verkondigen |
- | ==== 16. Is de Kerk niet het middel waardoor men gelooft dat het de Schriftuur is en ook de andere dingen die de zaligheid betreffen? ==== | + | ==== 15. Heeft de kerk de bevoegdheid om de canon of regel van de Schrift vast te stellen? ==== |
- | Zij is het middel | + | De kerk mag de boeken die niet canoniek zijn, niet alsnog voor canoniek verklaren; |
- | De Kerk mag somtijds | + | ==== 16. Is de kerk niet het middel waardoor men gelooft |
- | ==== 17. Heeft de Kerk de autoriteit | + | De Schrift is inderdaad het middel, maar alleen van uitwendige aard dat in dienst staat [van het geloof], maar er niet de oorzaak van is. De belangrijkste oorzaak waardoor men tot geloof komt, is de Geest van God. De gemeente is daarbij niet meer dan een instrument – dus wel iets waar// |
- | Nee, maar de Heilige Geest die zowel openlijk | + | De kerk kan de mensen door haar gezag en voortdurend getuigenis er soms wel toe brengen dat ze gaan erkennen dat de Schrift canoniek is. We zouden immers niet in de Schrift |
- | - Overmits dat het geloof uit de Schrift alleen voortkomt. | + | ==== 17. Heeft de kerk de volmacht, het gezag en het hoogste recht om de Schrift uit te leggen? ==== |
- | - Overmits men ze door dezelve geest moet uitleggen en verstaan waardoor ze geschreven werd naar 1 Johannes 2:27: " ….. zijn zalving u leert over alle dingen….. " | + | |
- | - Overmits dat de Kerk zo grote autoriteit niet heeft als de Schriftuur | + | |
- | - Overmits dat die van Berea geprezen worden omdat ze de leer van Paulus op de Schrift toetsen en onderzochten. | + | |
- | - Overmits dat de Kerk kan dwalen | + | |
- | - Overmits dat de Kerk alleen macht en autoriteit heeft die de wet gemaakt heeft.Zo las // | + | |
- | - In de concilies zijn dingen van groot gewicht besloten nochtans niet op de autoriteit van de concilies zelf maar op de autoriteit van de Schrift als men ziet geschied te zijn in Hand 15:6-15 | + | |
- | ==== 18. Welk is de macht van de Kerk in het maken van tradities, instellingen of wetten? ==== | + | Nee, die macht ligt bij de Heilige Geest, Die zowel in het openbaar door de woorden |
- | Dezelve is ordineren of instellen: niet dat het daardoor | + | - Het geloof komt alleen uit de Schrift voort. |
+ | - De Schrift moet door dezelfde Geest worden uitgelegd en begrepen door Wie ze ook geschreven | ||
+ | - De kerk heeft een minder groot gezag dan de Heilige Schrift.((*Galaten 1:8)) | ||
+ | - De mensen uit Berea werden geprezen, omdat ze de leer die Paulus bracht, onderzochten | ||
+ | - De kerk kan dwalen. | ||
+ | - Alleen Hij Die de wet gegeven heeft, heeft ook de volmacht | ||
- | Van deze regels spreekt | + | In de concilies van de kerk zijn besluiten genomen |
- | ==== 19. Geef ons enige voorbeelden van de wetten der orde of van inzettingen die van de Kerk mogen gemaakt worden | + | ==== 18. Wat is de volmacht |
- | Zodanig als daar zijn dat men het avondmaal des Heeren nuchter zal houden; met gebogen knieën en ontbloot hoofd te bidden; | + | Dat is de bevoegdheid om iets in te stellen of te verordenen. Dat betekent niet dat het de kerk is toegestaan om bepaalde wetten van wat goed of verkeerd is aan het geweten op te leggen of voor te schrijven((*Galaten 1:8)). We hebben namelijk |
- | ==== 20. Welke dingen moet men waarnemen | + | Over deze bepalingen spreekt de apostel |
- | - Dat zij niet strijden tegen de rechtzinnigheid van het geloof en ook niet van Christus afleiden of bijgelovig zijn: gelijk de meesten zijn van de roomse ceremoniën en inzettingen, | + | ==== 19. Geef eens enkele voorbeelden |
- | - Dat ze niet gesteld worden boven de hemelse Heere die de apostelen betuigen | + | |
- | - Dat men in plaats van een treffelijke heerlijke en nuttelijke ordening er niet toe overgaat onnuttige, belachelijke guigeliche(??? | + | |
- | - Dat de Kerk zoals het in het pausdom toegaat niet een boventallig aantal van zodanige geboden geeft en daarmee de ware en zuivere godsdienst onderdrukt zoals het ook bij de farizieeën eertijds gebeurd is: en dat zij alzo de geboden Gods ten aanzien van het gewone volk niet hebben verminderd. | + | |
- | - Dat zij niet veranderen in bijgelovigheid of goddeloosheid: | + | |
- | - Ten laatste moet men toezien dat zij onder de dekmantel | + | |
- | ==== 21. Wie mogen die wetten maken en breken? ==== | + | Dat zijn bijvoorbeeld zaken als het Avondmaal van de Here houden terwijl men nuchter is, het bidden met gebogen knieën en ontbloot hoofd, het plechtig bedienen van de sacramenten zonder enige slordigheid, |
- | In de bijzondere kerken de herders met doordachte raad van haar kerkenraad | + | ==== 20. Waar moet men op letten als men voor die menselijke instellingen regels voorschrijft |
- | ==== 22. Wat is een wettelijke synode? ==== | + | - Ze mogen niet in strijd zijn met de rechtzinnige leer van het geloof, en evenmin van Christus afleiden of van bijgeloof getuigen, zoals dat van de meeste roomse ceremoniën en instellingen geldt. Ze mogen ook het geweten geen strik om de hals werpen, zoals wetten die alleen maar zijn ingesteld om de bestemming en de vaste gang van zaken van iets te onderhouden, |
+ | - Ze mogen niet verheven worden boven de leer die de apostelen vanuit de hemel ontvangen hadden; en ze mogen ook niet worden beschouwd als altijddurende en onveranderlijke instellingen. Ze mogen namelijk veranderd worden als dat noodzakelijk | ||
+ | - In de plaats van goede, eerlijke en nuttige bepalingen mogen niet allerlei onnuttige, vreemde, lachwekkende, | ||
+ | - De kerk mag ook niet zoals onder de roomsen het geval is, worden overladen door een menigte van dergelijke bepalingen, waardoor de ware en zuivere godsdienst wordt onderdrukt – zoals eertijds ook door de farizeeërs is gebeurd((*Matteüs 23:4)). Daardoor zouden de geboden van God namelijk worden uitgewist ten gunste van die van mensen.((*Matteüs 15:3 *Matteüs 7:13 *Handelingen 15:10)) | ||
+ | - Die bepalingen en instellingen mogen ook niet veranderen in iets van bijgelovige of zelfs goddeloze aard. Er mag ook niet een verkeerd idee van verdienstelijkheid ontstaan, van iets wat echt nodig is en waarmee men God dient. Men mag ze dus niet beschouwen alsof ze nodig zijn tot zaligheid, en ook moet men niet denken dat ze door zichzelf – //ex opere operato//, zoals de roomsen zeggen – vanwege het feit dat ze door ons gedaan worden, een dienst aan God zijn. Als dat gebeurt, moeten ze direct in goede zin gewijzigd worden of radicaal worden afgeschaft – naar het voorbeeld van Hizkia, die de koperen slang stukgeslagen heeft.((*2 Koningen 18:4)) | ||
+ | - Ten slotte moet men erop letten dat ze niet onder de mantel van “een middelmatige zaak” het vergif schuilhouden dat we moeten opdrinken; en dat ze geen dodelijke angel verbergen onder een aantrekkelijk lokmiddel. | ||
- | Het is een vergadering of bijeenkomst en een synode òf van zekere plaatsen (en wordt genoemd een particuliere of provinciale synode) of van de hele kerk (en wordt genoemd een generale of algemene synode) gepresenteerd of bezocht door de personen en die men er voor een zekere tijd toe uitzend. Als de herders | + | ==== 21. Wie mogen deze wetten |
- | En de nuttigheid | + | In de plaatselijke gemeenten mogen dat de herders en leraars doen, met vooraf gegeven advies |
- | ==== 23. Door wie moeten de synodes uitgeschreven of samengeroepen | + | ==== 22. Wat is een wettig |
- | Van de hoge overheid indien deze gelovig | + | Het is een vergadering |
- | ==== 24. Zal men altijd voor waar en onweerspreekbaar houden hetgeen de synodes besluiten? ==== | + | Het nut van zo’n synode is groot, want: |
- | Neen, als blijkt uit de tweede Synode van Nicea, waar men een dienst der afgoden tegen het Woord van God in besloten heeft en de tweede Synode van Efeze waar de Eutychiaanse ketterij de overhand behield: | + | - datgene waar velen hun advies over geven, wordt des te gemakkelijker aangenomen; |
+ | - de dwalingen | ||
- | ==== 25. Hebben de Synodes enige autoriteit? ==== | + | ==== 23. Door wie moeten synoden worden voorgeschreven of uitgevaardigd? ==== |
- | Ja zij, maar zodanige autoriteit die aan het Woord Gods hangt volgens de belofte van Christus in Matteüs 18:20: " Want waar twee of drie(derhalve | + | Door de hoge overheid, als deze althans zelf het christelijk geloof aanhangt |
- | Maar met moet in het bijzonder beseffen dat Christus in het midden van de concilies zal zijn zo zij in Zijn Naam vergaderd worden en de Schrift daarin de voornaamste plaats heeft. Want dan heeft het besluit van de concilies betreffende enig leerstuk dat in geschil staat zijn kracht en het is belang dat het wettelijk onderzocht en ten nauwste getoetst en beproefd is. En het moet daarna geacht zijn als een decreet (of besluit) en oordeel dat uit een wel doordachte raad en overlegging voortgekomen is. Zodanig dat men het zelf ook moet beproeven aan de toetssteen van Gods Woord naar hetgeen staat in de tekst van 1 Tessälonicenzen 5:21: " maar toetst alles en behoudt het goede. " | + | ==== 24. Moet men altijd voor ontegensprekelijk wáár houden wat op de synoden besloten wordt? ==== |
- | ==== 26. Beveelt | + | Nee, en dat blijkt wel als men kijkt naar het tweede concilie van Nicea, dat een besluit nam om tegen Gods Woord in de beeldenverering in te voeren; en dat geldt ook voor de tweede synode van Efeze, waar de ketterse ideeën van Eutyches de overhand behielden, en het concilie in Afrika, waar Cyprianus ook bij tegenwoordig was en waar besloten werd dat men degenen die door ketters gedoopt waren, opnieuw moest dopen. De kerk hier op aarde kan dwalen, ook als ze in vergadering bijeen is, zo is af te leiden uit meerdere Schriftplaatsen.((*Jesaja 56:10 *Jeremia 6:13 *Ezechiël 22:25 *1 Koningen 22:6-23 *Matteüs 22:29 *Johannes 11:47 *2 Tessalonicenzen 2:4-12)) De oorzaak hiervan is dat de kerk hier op aarde niet bestaat uit heilige engelen, maar uit mensen wie het eigen is om te dwalen en te struikelen. Als in Psalm 89:6 gesproken wordt over Gods “trouw in de gemeente der heiligen”, |
- | Jawel, maar met deze daarbij verbonden conditie dat zij ware voorgangers zijn en dat het Boek van de Wet van hun mond niet wijkt: zo zullen als op de stoel van Mozes zitten, dat wil zeggen dat zij de leer van Mozes onvervalst prediken (zoals deze dingen eigen zijn in de dienst van het Woord Gods) en in de wettelijke bediening van de sacramenten. Zo moet men nochtans //de geesten //dat is degenen gehoorzamen die zeggen dat ze met de Geest Gods begiftigd zijn "… beproeft de geesten, of zij uit God zijn …." 1 Johannes 4:1. Hetwelk nergens zekerder door kan geschieden als door het Woord Gods naar hetwelk de Heer ons bevolen heeft dat wij de geesten zullen beproeven en niet horen naar de stemming van de valse profeten. | + | ==== 25. Hebben |
- | ==== 27. Hoe worden de decreten | + | Jazeker, maar dat is wel een gezag dat afhankelijk is van Gods Woord. In Matteüs 18:20 lezen we: “Waar twee of drie – dus ook méér – vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden.” Er valt dus niet aan te twijfelen dat Hij nog veel méér op een algemene vergadering |
- | Regels, //canones, //die dan haar autoriteit en kracht hebben | + | Daar moet men dan wel de voorwaarde aan verbinden dat Christus in het midden |
- | ==== 28. Verbinden zodanige inzettingen niet de gewetens voor God? ==== | + | ==== 26. Maar beveelt |
- | In generlei wijze, omdat zij menselijk | + | Jawel, maar onder deze niet genoemde voorwaarde dat ze wáre voorgangers zijn en het boek van de wet niet uit hun mond wijkt als ze op de stoel van Mozes gezeten |
- | ==== 29. Welk is het einde van de macht? ==== | + | ==== 27. Hoe worden de besluiten |
- | In het algemeen de ere Gods en de stichting | + | Ze worden vaak //canones// genoemd. Deze krijgen pas dan hun gezag en bindende kracht ten aanzien |
- | ==== 30. Welk is het effect, | + | ==== 28. Zijn dergelijke instellingen geen hinderlijke binding ten aanzien |
- | 1 Korintiërs 14:40: " Laat alles betamelijk en in goede orde geschieden. ". De ordening waarmee | + | Op zichzelf gezien |
- | ==== 31. Welke dingen strijden hiertegen? ==== | + | ==== 29. Wat is het doel van dit kerkelijk gezag? ==== |
- | - De dwalingen, zowel van degenen die de Kerk te veel als die haar te weinig invloed toekennen. | + | In het algemeen gesproken: |
- | - Van de Novatianen, of ook wel Katharen; | + | |
- | - De Paapse monarchie en de tirannie die zij zichzelf toe eigenen om koninkrijken te mogen bezitten. | + | |
- | - Dat tirannieke woord, dat de Roomse Paus van niemand mag beoordeeld worden en dat hij boven de concilies staat. | + | |
- | - Dat hij zichzelf de sleutels en macht toe eigent en misbruikt om naar zijn eigen goeddunken de zonden te vergeven en te houden. | + | |
- | - Het opper gezantschap en de volle macht die zij zich toemeten door de kracht en het recht der successie en der kerken en als het haar belieft | + | |
- | - De Paapse ceremoniën en gebruiken mitsgaders de verdichte godsdiensten die tegen het Woord Gods in strijden. | + | |
- | - De dwalingen | + | |
- | - De goddeloze | + | |
- | - De verkeerde ijver over de ceremoniële wet van Mozes. | + | |
- | - De Godslastering waarvoor ze de leken (zoals zij die noemen) weghouden | + | |
- | - Dat de concilies moeten bijeengeroepen, bestuurd en geleid worden door de pauselijke autoriteit en dat zodanige concilies niet kunnen dwalen. | + | |
- | - Dat de Kerk hetgeen dat aan Gods beschreven Woord ontbrak door haar onbeschreven tradities moest aanvullen hetwelk is de Keer meer autoriteit en macht toe te schrijven als het gepast is. | + | |
- | - Dat de Kerk in de algemene concilies uitmunt en dat de waarheid alleen bekend blijft onder de herders. | + | |
- | - Dat de macht, om de Schriftuur uit te leggen bestaat bij de concilies zonder verder hiertegen te mogen beroepen. | + | |
- | - Evenzo dat de approbatie | + | |
- | - De verachting van de inzettingen die gemaakt zijn om de eerlijkheid en de orde in de gemeente te onderhouden. | + | |
- | - De dwaling | + | |
+ | ==== 30. Wat is het nut en resultaat van synodes? ==== | ||
+ | Het aanzien ervan en de goede orde die ze bevorderen.((*1 Korintiërs 14:40)) Wat de orde betreft, hebben degenen die leidinggeven en de verkondigers van het evangelie bepaalde richtlijnen waarnaar ze kunnen handelen. Daardoor gaan de gemeenteleden ook gehoorzaamheid in praktijk brengen, en wordt de vrede, de eenheid en de welstand van de gemeente in stand gehouden. | ||
+ | |||
+ | Wat het aanzien en gezag betreft, worden wij hierdoor aangespoord tot godzaligheid. Daardoor gaan de uitnemendheid en de waardigheid van de praktijk der godzaligheid schitteren. | ||
+ | |||
+ | ==== 31. Welke zaken zijn hiermee in strijd? ==== | ||
+ | |||
+ | - De dwaling van hen die de kerk te veel of juist te weinig gezag toeschrijven. | ||
+ | - De dwaling van de novatianen of katharen, die hen die dwaalden in de belijdenis of die slechte daden deden, niet weer in genade wilden aannemen. | ||
+ | - De roomse heerszuchtige drang naar de monarchie die de roomsen zich toe-eigenen om koninkrijken naar hun hand te kunnen zetten. | ||
+ | - De dictatoriale uitspraak dat de paus van Rome door niemand beoordeeld mag worden, en dat hij boven de concilies en synodes staat. | ||
+ | - Dat de paus zichzelf de sleutels van de macht in de kerk toe-eigent en misbruikt, om naar eigen goeddunken de zonden wél of niet te vergeven. | ||
+ | - De opperheerschappij en de absolute macht die de pausen zich naar eigen goeddunken aanmeten – op grond van hun [zogenaamde] recht van opvolging in de kerk – ten aanzien van de vraag hoe de norm van de Schrift moet worden vastgesteld. Dus hoe het Woord moet worden uitgelegd en wat de juiste betekenis of bedoeling is van de Schrift. Dit betreft ook het recht om artikelen van het geloof te formuleren, nieuwe kerkelijke wetten uit te vaardigen, niet eerder omschreven verordeningen te interpreteren en daarover te oordelen, en goddeloze besluiten te bekrachtigen. Het is immers zo, zeggen ze, dat de paus alle rechten daartoe in het ‘kastje’ van zijn hart heeft opgesloten. | ||
+ | - De roomse ceremonies en gebruiken, en alle andere op niets berustende godsdienstige handelingen die tegen het Woord van God ingaan. | ||
+ | - De dwaling dat de kerk het richtsnoer of de norm zou zijn van alle dingen die men moet geloven, terwijl juist de Schrift het enige richtsnoer is van het geloof. | ||
+ | - Het bijgelovige en zelfs goddeloze waandenkbeeld dat het nodig, verdienstelijk en van godsdienstig belang is om menselijke ceremonies te onderhouden. | ||
+ | - Een verkeerd en zondig ijveren voor de ceremoniële wetten van Mozes. | ||
+ | - De belediging van God die hierin bestaat dat de roomsen aan de leken – zoals ze die noemen – verbieden om de Heilige Schrift te lezen en ook om de Bijbel in de eigen taal uit te geven. | ||
+ | - Daar komt nog bij dat de concilies moeten vergaderen onder het gezag van de paus, die dus deze vergaderingen beïnvloedt en regeert; en de mening da deze concilies dan ook niet kunnen dwalen. | ||
+ | - De dwaling dat de kerk datgene wat in Gods geschreven Woord ontbreekt, door de ongeschreven traditie moet aanvullen. Dat betekent dat aan de kerk méér gezag en macht wordt toegekend dan passend is. | ||
+ | - De dwaling dat de kerk in de algemene concilies een hoogtepunt beleeft en dat de waarheid alleen maar gewaarborgd is onder de herders en leraars van de kerk. | ||
+ | - De dwaling dat de bevoegdheid om de Schrift uit te leggen, bij de concilies berust, zonder dat men zich verder nog op iets kan beroepen. | ||
+ | - De dwaling dat de goedkeuring of het voor betrouwbaar erkennen van de Schrift ten aanzien van de vraag of ze canoniek is of apocrief, afhankelijk is van hoe de kerk daarover oordeelt. | ||
+ | - Het minachtend neerzien op verordeningen die alleen maar tot stand gekomen zijn om de eerbaarheid en de orde in de gemeente te handhaven. | ||
+ | - De dwaling van hen die bij meningsverschillen in de kerk genoeg denken te hebben aan hun eigen mening en oordeel en daardoor aan synodes of synodale besluiten geen waarde toekennen. |