Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:45

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
institutie:45 [09-07-2021 om 12.09 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:45 [09-07-2021 om 12.15 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 110: Regel 110:
       - Dat de daad die gedaan wordt samen met een gelofte, méér waard is dan wanneer die zonder gelofte wordt gedaan. Deze mening is echter niet anders dan het bloed van Christus met voeten treden!       - Dat de daad die gedaan wordt samen met een gelofte, méér waard is dan wanneer die zonder gelofte wordt gedaan. Deze mening is echter niet anders dan het bloed van Christus met voeten treden!
       - Dat het huwelijk door een gelofte ontbonden kan worden; maar als dat waar zou zijn, zouden Gods instellingen door menselijke geboden tenietgedaan kunnen worden.((*Marcus 7:8))       - Dat het huwelijk door een gelofte ontbonden kan worden; maar als dat waar zou zijn, zouden Gods instellingen door menselijke geboden tenietgedaan kunnen worden.((*Marcus 7:8))
-      - Dat de gelofte een daad van overleg is en niet berust op een gebod. Maar er is juist geen werk voor God aangenaam dan wat op de wet van God berust. Ze zijn bovendien van mening dat men alle geboden behoort te houden, omdat er geschreven staat: “Wanneer gij de Here een gelofte doet, zult gij er niet mee talmen haar in te lossen” (Deuteronomium 23:21). Dit slaat echter alleen op wettig gedane geloften die God aangenaam zijn. Anders zou het zelfs toegestaan zijn om zonen en dochters te slachten en te offeren, voor de afgoden altaren op te richten, en honden te offeren – maar zo zou men de gehele wet van God verdraaien! +      - Dat de gelofte een daad van overleg is en niet berust op een gebod. Maar er is juist geen werk voor God aangenaam dan wat op de wet van God berust. Ze zijn bovendien van mening dat men alle geboden behoort te houden, omdat er geschreven staat: “Wanneer gij de Here een gelofte doet, zult gij er niet mee talmen haar in te lossen” (Deuteronomium 23:21). Dit slaat echter alleen op wettige geloftendie God aangenaam zijn. Anders zou het zelfs toegestaan zijn om zonen en dochters te slachten en te offeren, voor de afgoden altaren op te richten, en honden te offeren – maar zo zou men de gehele wet van God verdraaien! 
-  - Het minachten van alles wat God geschapen heeft, wat Hij ons juist opdraagt om met dankzegging te gebruiken. Daarom dwalen de kartuizers heel ernstig, die geloften afleggen om nooit vlees te eten, waardoor ze dat ook degenen die ziek zijn, niet geven.+  - Het minachten van alles wat God geschapen heeft, wat Hij ons juist opdraagt om met dankzegging te gebruiken. Daarom dwalen de kartuizers heel ernstig, die geloften afleggen om nooit vlees te eten, waardoor ze dat ook weigeren te geven aan zieken.
   - Ook het roomse sacrament van het vormsel – zoals zij het noemen – is een dwaling, want het is niet anders dan wat bestreken worden met olie onder het bijgelovig prevelen van een paar woorden.   - Ook het roomse sacrament van het vormsel – zoals zij het noemen – is een dwaling, want het is niet anders dan wat bestreken worden met olie onder het bijgelovig prevelen van een paar woorden.
   - De hoogmoed van de paus is eveneens een dwaling, want hij durft God als het ware na te bootsen in het inlossen van de geloften. Hij kan immers niet aantonen dat God hem tot een rechter over mensen heeft gesteld. Toch is hij zo overmoedig dat hij zonder daarvoor een opdracht te hebben een oordeel uitspreekt over de wettigheid van de inlossing.   - De hoogmoed van de paus is eveneens een dwaling, want hij durft God als het ware na te bootsen in het inlossen van de geloften. Hij kan immers niet aantonen dat God hem tot een rechter over mensen heeft gesteld. Toch is hij zo overmoedig dat hij zonder daarvoor een opdracht te hebben een oordeel uitspreekt over de wettigheid van de inlossing.
-  - Het overtreden, hetzij van de algemene gelofte, die iedere christen in de doop heeft afgelegd, hetzij van een wettige bijzondere gelofte. +  - De overtreding, hetzij van de algemene gelofte, die iedere christen in de doop heeft afgelegd, hetzij van een bijzondere gelofte, mits zij wettig is
-  - De mening van Hiëronymus die beweert dat het beter is niet te geloven dan zijn gelofte niet te volbrengen. Het is immers juist beter als men zijn verkeerde geloften niet nakomt. +  - De mening van Hiëronymusdie beweert dat het beter is niet te geloven dan je gelofte niet te volbrengen. Als het gaat om verkeerde geloften, is het immers juist beter om die niet te volbrengen.
- +


Paginahulpmiddelen