Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
| Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
| institutie:46 [12-08-2025 om 09.46 uur] – Cornelis Bregman | institutie:46 [01-09-2025 om 10.22 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
|---|---|---|---|
| Regel 257: | Regel 257: | ||
| - De werkelijkheid van de besnijdenis is door Hem aan het kruis gerealiseerd, | - De werkelijkheid van de besnijdenis is door Hem aan het kruis gerealiseerd, | ||
| - De Here had in Jeremia 31 een nieuw verbond beloofd. Dat was wel geen nieuw verbond wat het wezen en het doel ervan betreft, want Christus is het wezen en het doel van beide verbonden. Maar in dit nieuwe verbond zijn er wel nieuwe tekenen. De Joden zeggen daarvan dat iets wat eenmaal goed gedaan is, beslist niet behoort veranderd te worden. Dat is echter niet waar, want Augustinus zegt: ‘Als de situatie van de tijd verandert, vereist de zaak zelf ook vaak verandering van wat tevoren gebeurd is.’ | - De Here had in Jeremia 31 een nieuw verbond beloofd. Dat was wel geen nieuw verbond wat het wezen en het doel ervan betreft, want Christus is het wezen en het doel van beide verbonden. Maar in dit nieuwe verbond zijn er wel nieuwe tekenen. De Joden zeggen daarvan dat iets wat eenmaal goed gedaan is, beslist niet behoort veranderd te worden. Dat is echter niet waar, want Augustinus zegt: ‘Als de situatie van de tijd verandert, vereist de zaak zelf ook vaak verandering van wat tevoren gebeurd is.’ | ||
| - | - Het woord //iholem//, eeuwig, betekent niet altijd een tijd zonder einde, maar het kan een bepaalde lange tijdsduur aangeven, of een tijd die ervoor bestemd is een poos te zullen duren. Daarom hebben de apostelen het goed gevonden – en zo hebben ze dat ook vastgelegd – dat aan de heidenen de besnijdenis niet mag worden opgelegd.((*Handelingen 15:27-29)) Paulus plaatst ook de doop nadrukkelijk in de plaats van de besnijdenis.((*Kolossenzen 2:8-12)) Dat hij toch Timoteüs besneden heeft, heeft als oorzaak dat de nood dit eiste. Hij heeft er dus aan toegegeven om vrede te houden en de loop van het Evangelie des te meer te bevorderen, totdat de vrijheid die ons door Christus geschonken is, des te beter bekend zou worden.((*Handelingen 16:3)) | + | - Het woord //olaam//, eeuwig, betekent niet altijd een tijd zonder einde, maar het kan een bepaalde lange tijdsduur aangeven, of een tijd die ervoor bestemd is een poos te zullen duren. Daarom hebben de apostelen het goed gevonden – en zo hebben ze dat ook vastgelegd – dat aan de heidenen de besnijdenis niet mag worden opgelegd.((*Handelingen 15:27-29)) Paulus plaatst ook de doop nadrukkelijk in de plaats van de besnijdenis.((*Kolossenzen 2:8-12)) Dat hij toch Timoteüs besneden heeft, heeft als oorzaak dat de nood dit eiste. Hij heeft er dus aan toegegeven om vrede te houden en de loop van het Evangelie des te meer te bevorderen, totdat de vrijheid die ons door Christus geschonken is, des te beter bekend zou worden.((*Handelingen 16:3)) |
| ==== 35. Christus is zonder zonde ontvangen en geboren, en in Hem is ook het verbond van de toekomende geslachten vervuld. Hij is eveneens gekomen om de besnijdenis af te schaffen en besnijdt zelf ook het hart van andere mensen. Waarom moest Hij dan toch besneden worden? ==== | ==== 35. Christus is zonder zonde ontvangen en geboren, en in Hem is ook het verbond van de toekomende geslachten vervuld. Hij is eveneens gekomen om de besnijdenis af te schaffen en besnijdt zelf ook het hart van andere mensen. Waarom moest Hij dan toch besneden worden? ==== | ||
| - | - Christus wilde betuigen dat Hij een waar mens was, uit het geslacht van Abraham. Hij is onze Broeder, en zo is Hij ook onze metgezel in één en hetzelfde verbond. Dat is de reden waarom Hij ook het teken van dat nieuwe verbond[, de doop, | + | - Christus wilde betuigen dat Hij een waar mens was, uit het geslacht van Abraham. Hij is onze Broeder, en zo is Hij ook onze metgezel in één en hetzelfde verbond. Dat is de reden waarom Hij ook [de doop, |
| - Hij wilde aan de wet onderworpen zijn, opdat wij door Hem van de vloek van de wet zouden worden verlost.((*Galaten 4:4)) | - Hij wilde aan de wet onderworpen zijn, opdat wij door Hem van de vloek van de wet zouden worden verlost.((*Galaten 4:4)) | ||
| - Hij wilde de besnijdenis van de vaderen aan zijn eigen vlees verzegelen en heiligen, zoals ook onze doop door zijn doop bekrachtigd wordt. | - Hij wilde de besnijdenis van de vaderen aan zijn eigen vlees verzegelen en heiligen, zoals ook onze doop door zijn doop bekrachtigd wordt. | ||
| Regel 273: | Regel 273: | ||
| - De voorbijgang, | - De voorbijgang, | ||
| - Door beeldend taalgebruik is het het jaarlijks terugkerende plechtige feest van Pascha en de tijd van het jaar dat die voorbijgang van de engel plaatsvond. De Here had bevel gegeven om deze grote weldaad waardoor de Israëlieten ongeschonden bleven, blijvend te laten gedenken; en zo was het ook een voorbeeld van de weldaad die in Christus zou plaatsvinden.((*Exodus 12:14 *Leviticus 23:14,15)) | - Door beeldend taalgebruik is het het jaarlijks terugkerende plechtige feest van Pascha en de tijd van het jaar dat die voorbijgang van de engel plaatsvond. De Here had bevel gegeven om deze grote weldaad waardoor de Israëlieten ongeschonden bleven, blijvend te laten gedenken; en zo was het ook een voorbeeld van de weldaad die in Christus zou plaatsvinden.((*Exodus 12:14 *Leviticus 23:14,15)) | ||
| - | - Door beeldend taalgebruik waardoor de naam van de zaak zelf aan het teken wordt toegeschreven. Denk aan het lam dat op het feest in alle huizen van de Israëlieten geslacht en gegeten werd. Daardoor moesten ze denken aan de voorbijgang van de Engel die de Egyptenaren sloeg en zijn uitverkorenen spaarde en beschermde. En zo wijst het ook op de uittocht en de verlossing van het volk uit de slavernij in Egypte.((*Exodus 12:11 *Lucas 22:7,8)) Op geestelijke wijze werd zo ook het Lam afgebeeld dat de zonden van de wereld wegdraagt en door zijn dood de Vader ten behoeve van ons verzoent.((*Johannes 1:2)) Jesaja spreekt daar ook van in hoofdstuk 53:7: “Als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open.” | + | - Door beeldend taalgebruik waardoor de naam van de zaak zelf aan het teken wordt toegeschreven. Denk aan het lam dat op het feest in alle huizen van de Israëlieten geslacht en gegeten werd. Daardoor moesten ze denken aan de voorbijgang van de Engel die de Egyptenaren sloeg en zijn uitverkorenen spaarde en beschermde. En zo wijst het ook op de uittocht en de verlossing van het volk uit de slavernij in Egypte.((*Exodus 12:11 *Lucas 22:7,8)) Op geestelijke wijze werd zo ook het Lam afgebeeld dat de zonden van de wereld wegdraagt en door zijn dood de Vader ten behoeve van ons verzoent.((*Johannes 1:2)) Jesaja spreekt daar ook van in hoofdstuk |
| - Door beeldend taalgebruik wordt de naam van het teken aan de betekende zaak gegeven; en zo wordt Christus zelf het Pascha genoemd, want Hij is de waarheid die met het teken, de schaduw ervan overeenkomt. Zie 1 Korintiërs 5:7: “Ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus.” Dit komt overeen met punt 3 hierboven, dus de derde betekenis van de naam “pascha”. | - Door beeldend taalgebruik wordt de naam van het teken aan de betekende zaak gegeven; en zo wordt Christus zelf het Pascha genoemd, want Hij is de waarheid die met het teken, de schaduw ervan overeenkomt. Zie 1 Korintiërs 5:7: “Ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus.” Dit komt overeen met punt 3 hierboven, dus de derde betekenis van de naam “pascha”. | ||
| Regel 326: | Regel 326: | ||
| ==== 42. Waarom wordt Christus Jezus in Openbaring 13:8 het Lam genoemd dat sinds de grondlegging der wereld geslacht is? Paulus zegt toch dat Hij éénmaal in de voleinding der eeuwen verschenen is om door zijn offer de zonde weg te doen? (Hebreeën 9:26). ==== | ==== 42. Waarom wordt Christus Jezus in Openbaring 13:8 het Lam genoemd dat sinds de grondlegging der wereld geslacht is? Paulus zegt toch dat Hij éénmaal in de voleinding der eeuwen verschenen is om door zijn offer de zonde weg te doen? (Hebreeën 9:26). ==== | ||
| - | - Vanwege de vrucht van Zijn dood. Die heeft weliswaar op een bepaald tijdstip plaatsgevonden, | + | - Vanwege de vrucht van zijn dood. Die heeft weliswaar op een bepaald tijdstip plaatsgevonden, |
| - Omdat Christus het Lam Gods is dat de zonde van de wereld wegneemt en dat één offerande voor altijd hen die geheiligd worden volmaakt heeft (Hebreeën 19:14). | - Omdat Christus het Lam Gods is dat de zonde van de wereld wegneemt en dat één offerande voor altijd hen die geheiligd worden volmaakt heeft (Hebreeën 19:14). | ||
| - Omdat Hij geslacht is vanwege de zonde, die nu vanaf het begin van de wereld is uitgewist. | - Omdat Hij geslacht is vanwege de zonde, die nu vanaf het begin van de wereld is uitgewist. | ||
| Regel 332: | Regel 332: | ||
| - Omdat er in niemand anders zaligheid te vinden is (Handelingen 4:12). | - Omdat er in niemand anders zaligheid te vinden is (Handelingen 4:12). | ||
| - Omdat Jezus Christus gisteren en heden dezelfde is en tot in eeuwigheid (Hebreeën 13:8). | - Omdat Jezus Christus gisteren en heden dezelfde is en tot in eeuwigheid (Hebreeën 13:8). | ||
| - | - Vanwege het feit dat Hij wel niet altijd dezelfde is geweest wat Zijn natuur betreft, maar Hij is wel altijd dezelfde | + | - Vanwege het feit dat Hij wel niet altijd dezelfde is geweest wat zijn natuur betreft, maar Hij is wel altijd dezelfde geweest door de kracht van het geloof. Het geloof doet immers de dingen er zijn die men hoopt, en bewijst de dingen die men niet ziet (Hebreeën 11:1). |
| - Vanwege het feit dat Christus als het Hoofd van de gehele algemene Kerk ook Degene is die de verkiezing in Hem werkt van alle gelovigen uit zowel het Oude als Nieuwe Testament – en zo ook de roeping, de rechtvaardiging, | - Vanwege het feit dat Christus als het Hoofd van de gehele algemene Kerk ook Degene is die de verkiezing in Hem werkt van alle gelovigen uit zowel het Oude als Nieuwe Testament – en zo ook de roeping, de rechtvaardiging, | ||
| Regel 343: | Regel 343: | ||
| Er zijn er wel meer geweest, zoals de sabbat, de ark van het verbond, de wassingen en dergelijke, maar deze behoren in strikte zin gesproken toch veel meer een voorbeeld genoemd te worden dan een sacrament. Ze worden namelijk nergens met de sacramenten van het Nieuwe Testament vergeleken, maar de belangrijkste reden is wel dat ze de belofte van genade meer verklaren dan ze door toe-eigening aan ieder persoonlijk verzegelen. | Er zijn er wel meer geweest, zoals de sabbat, de ark van het verbond, de wassingen en dergelijke, maar deze behoren in strikte zin gesproken toch veel meer een voorbeeld genoemd te worden dan een sacrament. Ze worden namelijk nergens met de sacramenten van het Nieuwe Testament vergeleken, maar de belangrijkste reden is wel dat ze de belofte van genade meer verklaren dan ze door toe-eigening aan ieder persoonlijk verzegelen. | ||
| - | - De sabbat of rustdag – zo genoemd naar het Hebreeuwse woord voor ‘rusten’ – was onder de wet [in het Oude Testament] ingesteld om die dag te besteden aan de dienst van God, dus om te bidden en te preken, te offeren en aalmoezen te geven en de gemeente in het geloof op te voeden en te versterken.((*Lucas 4:16)) Het doel ervan was dat de Israëlieten zichzelf en hun personeel niet zouden vermoeien door altijd maar te werken, | + | - De sabbat of rustdag – zo genoemd naar het Hebreeuwse woord voor ‘rusten’ – was onder de wet [in het Oude Testament] ingesteld om die dag te besteden aan de dienst van God, dus om te bidden en te preken, te offeren en aalmoezen te geven en de gemeente in het geloof op te voeden en te versterken.((*Lucas 4:16)) Het doel ervan was dat de Israëlieten zichzelf en hun personeel niet zouden vermoeien door altijd maar te werken, |
| - De ark van het verbond leert drie dingen: | - De ark van het verbond leert drie dingen: | ||
| - Christus is de Bewerker van het verbond tussen God en de uitverkorenen. | - Christus is de Bewerker van het verbond tussen God en de uitverkorenen. | ||
| - Ze was een zichtbaar getuigenis van Gods tegenwoordigheid. In Exodus 25:22 zegt de Here tegen Mozes: “Ik zal dáár met u samenkomen en van het verzoendeksel af, tussen de beide cherubs op de ark der getuigenis, over alles met u spreken wat Ik u voor de Israëlieten gebieden zal.” Daarom wordt ze – en dat is voor sacramenten met een voorbeeldfunctie heel gewoon – ook in beeldende zin ook wel Koning der heerlijkheid en Jehova, God de Here, genoemd. Als de ark voorttrekt, zegt Mozes: “Sta op, Here, opdat uw vijanden verstrooid worden en uw haters van uw aangezicht wegvluchten.” En als ze weer werd neergezet, sprak hij: “Keer weder, Here, tot de tienduizenden der duizenden Israëls” (Numeri 10: | - Ze was een zichtbaar getuigenis van Gods tegenwoordigheid. In Exodus 25:22 zegt de Here tegen Mozes: “Ik zal dáár met u samenkomen en van het verzoendeksel af, tussen de beide cherubs op de ark der getuigenis, over alles met u spreken wat Ik u voor de Israëlieten gebieden zal.” Daarom wordt ze – en dat is voor sacramenten met een voorbeeldfunctie heel gewoon – ook in beeldende zin ook wel Koning der heerlijkheid en Jehova, God de Here, genoemd. Als de ark voorttrekt, zegt Mozes: “Sta op, Here, opdat uw vijanden verstrooid worden en uw haters van uw aangezicht wegvluchten.” En als ze weer werd neergezet, sprak hij: “Keer weder, Here, tot de tienduizenden der duizenden Israëls” (Numeri 10: | ||
| - Ze was ook een voorbeeld van Christus, in Wie alle schatten van wijsheid en verstand zijn. Het sittim- of cederhout vermolmt niet en scheidt een heel heldere en heerlijk ruikende hars af; en dat hout wordt ook wel “het leven van de gestorvenen” genoemd, omdat het dode lichaam erin voor vertering bewaard wordt. Zo wijst dat dode lichaam op de kracht en de verdienste van Christus’ bloed.\\ \\ De volgende dingen waren in de ark of de kist van het verbond: | - Ze was ook een voorbeeld van Christus, in Wie alle schatten van wijsheid en verstand zijn. Het sittim- of cederhout vermolmt niet en scheidt een heel heldere en heerlijk ruikende hars af; en dat hout wordt ook wel “het leven van de gestorvenen” genoemd, omdat het dode lichaam erin voor vertering bewaard wordt. Zo wijst dat dode lichaam op de kracht en de verdienste van Christus’ bloed.\\ \\ De volgende dingen waren in de ark of de kist van het verbond: | ||
| - | - De gouden kruik waarin het manna was; het manna beeldt Christus af, Die het brood des levens is.((*Exodus 16:33 *Johannes 6:35 *Hebreeën 9:4)) | + | - De gouden kruik waarin het manna was; het manna beeldt Christus af, die het brood des levens is.((*Exodus 16:33 *Johannes 6:35 *Hebreeën 9:4)) |
| - | - De staf van Aäron, die gebloeid had; dit zag op het priesterambt van Jezus Christus. Zijn priesterstaf was eerst als een dorre staf in de wereld, maar na Zijn dood en opstanding is ze beginnen te bloeien en brengt ze zoete vruchten van het heilig Evangelie voort onder de heidenen.((*Numeri 17:8)) | + | - De staf van Aäron, die gebloeid had; dit zag op het priesterambt van Jezus Christus. Zijn priesterstaf was eerst als een dorre staf in de wereld, maar na zijn dood en opstanding is ze beginnen te bloeien en brengt ze zoete vruchten van het heilig Evangelie voort onder de heidenen.((*Numeri 17:8)) |
| - De stenen tafelen van het verbond, waarin de Tien Geboden door Gods vinger gegrift waren; | - De stenen tafelen van het verbond, waarin de Tien Geboden door Gods vinger gegrift waren; | ||
| - | - Er lag een gouden deksel op de ark, dat de genadestoel genoemd werd, terwijl de Griekse vertaling over het v verzoendeksel spreekt. Dat deksel betekent Christus, de Middelaar, die de verzoening is voor onze zonden en de schaduw die ons bedekt tegen de toorn en het verschrikkelijke oordeel van God.((*Romeinen 3:24 *1 Johannes 2:2)) | + | - Er lag een gouden deksel op de ark, dat de genadestoel genoemd werd, terwijl de Griekse vertaling over het verzoendeksel spreekt. Dat deksel betekent Christus, de Middelaar, die de verzoening is voor onze zonden en de schaduw die ons bedekt tegen de toorn en het verschrikkelijke oordeel van God.((*Romeinen 3:24 *1 Johannes 2:2)) |
| - | - De belofte die God hierbij gaf, | + | - De belofte die God hierbij gaf, |
| - De kist of de ark van het verbond was zelf ook een voorbeeld van de gemeente der uitverkorenen. Zij wordt gevoed met hemels manna en naar de wijze van Melchizedek door de scepter van de priester geregeerd. Gods wet is in de tafelen van hun hart ingegrift en zo is ze een bewaker van de boeken der profeten en apostelen. En zoals het koper het vergulde goud van de huichelaars verbeeldde, zo was het gelouterde goud waarmee de kist overtrokken was, een beeld van de gelovigen, die in het vuur van de verdrukkingen beproefd worden.((*1 Petrus 1:7)) Zo worden zij terecht als werkelijk “gouden” mensen gesteld boven de Joden en de goddeloze mensen. | - De kist of de ark van het verbond was zelf ook een voorbeeld van de gemeente der uitverkorenen. Zij wordt gevoed met hemels manna en naar de wijze van Melchizedek door de scepter van de priester geregeerd. Gods wet is in de tafelen van hun hart ingegrift en zo is ze een bewaker van de boeken der profeten en apostelen. En zoals het koper het vergulde goud van de huichelaars verbeeldde, zo was het gelouterde goud waarmee de kist overtrokken was, een beeld van de gelovigen, die in het vuur van de verdrukkingen beproefd worden.((*1 Petrus 1:7)) Zo worden zij terecht als werkelijk “gouden” mensen gesteld boven de Joden en de goddeloze mensen. | ||
| - De draagstokken wijzen op de dienaren, de herders en de leraars van de gemeente; ze zijn gezanten en boodschappers van Christus. | - De draagstokken wijzen op de dienaren, de herders en de leraars van de gemeente; ze zijn gezanten en boodschappers van Christus. | ||
| Regel 385: | Regel 385: | ||
| Maar datgene wat gegeten of in het lichaam aangebracht werd, was om zo te spreken het eigenlijke sacrament. Daarom is het altaar bestemd voor de offers, maar voor het sacrament dat gegeten wordt, gebruikt men een tafel. De apostel zegt dan ook in 1 Korintiërs 10:21: “Gij kunt niet de beker des Heren drinken én de beker der boze geesten, gij kunt niet aan de tafel des Heren deel hebben én aan de tafel der boze geesten.” Daar blijkt uit dat de gemeenten in de vroege christelijke gemeenten geen altaar gekend hebben. De uitspraak in Hebreeën 13:10, namelijk “Wij hebben een altaar”, betekent niet een materieel altaar van hout of steen, maar in beeldende zin is dat Christus. | Maar datgene wat gegeten of in het lichaam aangebracht werd, was om zo te spreken het eigenlijke sacrament. Daarom is het altaar bestemd voor de offers, maar voor het sacrament dat gegeten wordt, gebruikt men een tafel. De apostel zegt dan ook in 1 Korintiërs 10:21: “Gij kunt niet de beker des Heren drinken én de beker der boze geesten, gij kunt niet aan de tafel des Heren deel hebben én aan de tafel der boze geesten.” Daar blijkt uit dat de gemeenten in de vroege christelijke gemeenten geen altaar gekend hebben. De uitspraak in Hebreeën 13:10, namelijk “Wij hebben een altaar”, betekent niet een materieel altaar van hout of steen, maar in beeldende zin is dat Christus. | ||
| - | Andere offers waren weer zoenoffers, die gebracht werden voor de zonde van de priester, van heel het volk en van de vorsten; | + | Andere offers waren weer zoenoffers, die gebracht werden voor de zonde van de priester, van heel het volk en van de vorsten; |
| Daarom mogen de sacramenten die met gebed en dankzegging wettig zijn uitgevoerd, ook in enige mate een offer genoemd worden, maar dan alleen een dankoffer, dus zonder bloed, en geen zoenoffer. Er is immers geen offer meer nodig dat gebracht moet worden, omdat er ook geen vergeving van zonden meer verdiend moet worden. Het enige offer tot verzoening dat [Christus voor ons] gebracht heeft, moeten we door het geloof aannemen.((*Hebreeën 10:18)) | Daarom mogen de sacramenten die met gebed en dankzegging wettig zijn uitgevoerd, ook in enige mate een offer genoemd worden, maar dan alleen een dankoffer, dus zonder bloed, en geen zoenoffer. Er is immers geen offer meer nodig dat gebracht moet worden, omdat er ook geen vergeving van zonden meer verdiend moet worden. Het enige offer tot verzoening dat [Christus voor ons] gebracht heeft, moeten we door het geloof aannemen.((*Hebreeën 10:18)) | ||
| - | Toch getuigt de apostel in Hebreeën 13:15 dat ons twee soorten van dankoffer nagelaten zijn, namelijk een lof-offer of een offer van dankzegging, | + | Toch getuigt de apostel in Hebreeën 13:15 dat ons twee soorten van dankoffer nagelaten zijn, namelijk een lof-offer of een offer van dankzegging, |
| Hoewel er in de goede werken van de christenen, zoals door aalmoezen en dergelijke, iets uitwendigs is, worden ze toch vanwege dat uitwendige aspect geen offer genoemd. Er is dus geen sprake van uitwendige, maar van geestelijke offers; en daarom worden alle gelovigen ook wel priesters genoemd.((*1 Petrus 2:5)) | Hoewel er in de goede werken van de christenen, zoals door aalmoezen en dergelijke, iets uitwendigs is, worden ze toch vanwege dat uitwendige aspect geen offer genoemd. Er is dus geen sprake van uitwendige, maar van geestelijke offers; en daarom worden alle gelovigen ook wel priesters genoemd.((*1 Petrus 2:5)) | ||
| - | ==== 46. Is het niet nodig dat we Christus ook vandaag aan de dag nog offeren, zodat Zijn offer, eenmaal aan het kruis gebracht, aan ons ook toegeëigend wordt? ==== | + | ==== 46. Is het niet nodig dat we Christus ook vandaag aan de dag nog offeren, zodat zijn offer, eenmaal aan het kruis gebracht, aan ons ook toegeëigend wordt? ==== |
| Op geen enkele manier! | Op geen enkele manier! | ||
| - | - Juist het feit dat Zijn offer ons toegeëigend wordt, maakt duidelijk dat dit van te voren al is gebeurd. Het strijdt bovendien ook met elkaar dat iets wat al gedaan is, weer opnieuw gedaan moet worden. | + | - Juist het feit dat zijn offer ons toegeëigend wordt, maakt duidelijk dat dit van te voren al is gebeurd. Het strijdt bovendien ook met elkaar dat iets wat al gedaan is, weer opnieuw gedaan moet worden. |
| - | - Op dezelfde manier zou Christus ook weer opnieuw mens moeten worden, sterven en opstaan, zodat de vrucht van Zijn menswording, | + | - Op dezelfde manier zou Christus ook weer opnieuw mens moeten worden, sterven en opstaan, zodat de vrucht van zijn menswording, |
| - De toe-eigening van het offer is het offer zélf niet. | - De toe-eigening van het offer is het offer zélf niet. | ||
| - | - De kracht van Christus’ offer wordt ons inwendig toegeëigend door de kracht van de Heilige Geest, en uitwendig door de verkondiging van het Woord en door de sacramenten die Christus heeft ingesteld.((*Romeinen 6 *Kolossenzen 2:12)) Zo dikwijls namelijk als het Evangelie verkondigd wordt en de sacramenten naar de instelling van Christus bediend worden – zo dikwijls wordt Christus geofferd of opgedragen. En dan niet aan God, maar aan ons, opdat wij Hem door het geloof aannemen en Hem met ons hele hart als het ware met beide armen omhelzen. Nadat Christus in de wereld gekomen is en Zijn offer éénmaal gebracht heeft, is er geen uitwendig en daadwerkelijk offer meer overgebleven om opnieuw gebracht te worden. | + | - De kracht van Christus’ offer wordt ons inwendig toegeëigend door de kracht van de Heilige Geest, en uitwendig door de verkondiging van het Woord en door de sacramenten die Christus heeft ingesteld.((*Romeinen 6 *Kolossenzen 2:12)) Zo dikwijls namelijk als het Evangelie verkondigd wordt en de sacramenten naar de instelling van Christus bediend worden – zo dikwijls wordt Christus geofferd of opgedragen. En dan niet aan God, maar aan ons, opdat wij Hem door het geloof aannemen en Hem met ons hele hart als het ware met beide armen omhelzen. Nadat Christus in de wereld gekomen is en zijn offer éénmaal gebracht heeft, is er geen uitwendig en daadwerkelijk offer meer overgebleven om opnieuw gebracht te worden. |
| - Christus sterft niet meer, en de dood heerst niet meer over Hem.((*Romeinen 6:9)) | - Christus sterft niet meer, en de dood heerst niet meer over Hem.((*Romeinen 6:9)) | ||
| - Door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden. En wij zijn geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus, dat eenmaal heeft plaatsgevonden.((*Hebreeën 10:14)) Zo is Hij eens en voor altijd binnengegaan in het heiligdom, waardoor Hij een eeuwige verlossing verwierf.((*Hebreeën 9:12)) | - Door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden. En wij zijn geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus, dat eenmaal heeft plaatsgevonden.((*Hebreeën 10:14)) Zo is Hij eens en voor altijd binnengegaan in het heiligdom, waardoor Hij een eeuwige verlossing verwierf.((*Hebreeën 9:12)) | ||
| - | - Christus heeft Zelf gezegd: “Het is volbracht” (Johannes 19:30). | + | - Christus heeft zelf gezegd: “Het is volbracht” (Johannes 19:30). |
| ==== 47. Er is maar één Christus, maar hoe komt het dan dat er zoveel sacramenten en offers ingesteld zijn geweest? ==== | ==== 47. Er is maar één Christus, maar hoe komt het dan dat er zoveel sacramenten en offers ingesteld zijn geweest? ==== | ||
| Regel 411: | Regel 411: | ||
| ==== 48. Maar waarom heeft men in het Oude Testament méér sacramenten gehad dan wij nu hebben? ==== | ==== 48. Maar waarom heeft men in het Oude Testament méér sacramenten gehad dan wij nu hebben? ==== | ||
| - | Omdat de Kerk toen begon te bestaan en men veel minder wist over Christus dan ons na Zijn komst in de wereld bekend is, nu Hij Zijn lang verwachte offer heeft gebracht. | + | Omdat de Kerk toen begon te bestaan en men veel minder wist over Christus dan ons na zijn komst in de wereld bekend is, nu Hij zijn lang verwachte offer heeft gebracht. |
| ==== 49. Wat voor tekenen zijn de sacramenten? | ==== 49. Wat voor tekenen zijn de sacramenten? | ||
| - | Het zijn gedenktekens die ons alles wat gebeurd is, zoals het lijden en de dood van Christus, in de herinnering brengen. Het zijn ook tekenen die vooruit wijzen en ons spreken over de dingen die nog gebeuren moeten, zoals de opstanding en de toekomstige heerlijkheid die in ons werkelijkheid zullen worden. Maar dat niet alleen! Het zijn ook tekenen van de dingen en gaven die er nú zijn en die we daadwerkelijk en waarachtig mogen genieten – dingen die iets be-tekenen en daarvan ook een zegel en een onderpand zijn.((*Romeinen 4:11)) | + | Het zijn gedenktekens die ons alles wat gebeurd is, zoals het lijden en de dood van Christus, in herinnering brengen. Het zijn ook tekenen die vooruit wijzen en ons spreken over de dingen die nog gebeuren moeten, zoals de opstanding en de toekomstige heerlijkheid die in ons werkelijkheid zullen worden. Maar dat niet alleen! Het zijn ook tekenen van de dingen en gaven die er nú zijn en die we daadwerkelijk en waarachtig mogen genieten – dingen die iets be-tekenen en daarvan ook een zegel en een onderpand zijn.((*Romeinen 4:11)) |
| ==== 50. Wat zijn de sacramenten van het nieuwe verbond? ==== | ==== 50. Wat zijn de sacramenten van het nieuwe verbond? ==== | ||
| Regel 432: | Regel 432: | ||
| - Alleen de doop en het Avondmaal verzegelen de gerechtigheid van het geloof.((*Kolossenzen 2:11,12 *1 Korintiërs 5:7)) | - Alleen de doop en het Avondmaal verzegelen de gerechtigheid van het geloof.((*Kolossenzen 2:11,12 *1 Korintiërs 5:7)) | ||
| - Ook Paulus spreekt niet over méér verzegelingen en panden die we met Christus als ons Hoofd hebben; zie 1 Korintiërs 12:13: “Door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, (…) en allen zijn wij met één Geest gedrenkt.” | - Ook Paulus spreekt niet over méér verzegelingen en panden die we met Christus als ons Hoofd hebben; zie 1 Korintiërs 12:13: “Door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, (…) en allen zijn wij met één Geest gedrenkt.” | ||
| - | - De eerste apostolische kerk heeft ook niet méér sacramenten gebruikt.((*Handelingen 2:38-42)) | + | - De eerste apostolische kerk heeft ook nier méér sacramenten gebruikt, en Jezus Christus heeft zelf alleen |
| - | - Jezus Christus heeft Zelf alleen deze twee sacramenten deelgenomen.((*Matteüs 3:13 *Matteüs 26:26,27)) | + | |
| - De voetwassing waarover men leest in Johannes 13:5 en het zalven van de zieken in Markus 6:13 en Jakobus 5:14 zijn niet door Christus ingesteld om in de gemeente altijd gepraktiseerd te worden. Daarom mogen ze ook geen sacramenten genoemd worden, want door geen van beide wordt de rechtvaardigheid door het geloof in ons verzegeld. En de zalving die de apostelen en andere godzalige mensen in die tijd vrijwillig gebruikten, is in strijd met de zalving die in de tijd van de pauselijke heerschappij plaatsvond bij het bezoeken van de zieken. Die vroegere zalving was een teken dat men de gezondheid weer terug zou krijgen en men dus in leven zou blijven. Maar de [roomse] zalving is een teken dat er geen hoop op gezondheid meer is en dat men moet sterven. | - De voetwassing waarover men leest in Johannes 13:5 en het zalven van de zieken in Markus 6:13 en Jakobus 5:14 zijn niet door Christus ingesteld om in de gemeente altijd gepraktiseerd te worden. Daarom mogen ze ook geen sacramenten genoemd worden, want door geen van beide wordt de rechtvaardigheid door het geloof in ons verzegeld. En de zalving die de apostelen en andere godzalige mensen in die tijd vrijwillig gebruikten, is in strijd met de zalving die in de tijd van de pauselijke heerschappij plaatsvond bij het bezoeken van de zieken. Die vroegere zalving was een teken dat men de gezondheid weer terug zou krijgen en men dus in leven zou blijven. Maar de [roomse] zalving is een teken dat er geen hoop op gezondheid meer is en dat men moet sterven. | ||
| Regel 448: | Regel 447: | ||
| Er wordt ook nergens gesproken over een materiële vorm van olie. In 1 Johannes 2:20 staat wel: “Gij hebt een zalving van de Heilige en gij weet dat allen”, maar dat heeft niets met de olie in de roomse kerk te maken, maar met de genade van de Heilige Geest. | Er wordt ook nergens gesproken over een materiële vorm van olie. In 1 Johannes 2:20 staat wel: “Gij hebt een zalving van de Heilige en gij weet dat allen”, maar dat heeft niets met de olie in de roomse kerk te maken, maar met de genade van de Heilige Geest. | ||
| - | Ook het huwelijk is geen sacrament, want het is vóór de val ingesteld, niet om een zegel van de gerechtigheid door het geloof te zijn, maar als een middel om op een wettige manier het menselijke geslacht voort te zetten. Het huwelijk is iets gemeenschappelijks geweest voor alle gelovigen onder het Oude en Nieuwe Testament, maar ook voor hen die niet werkelijk christen waren, ja zelfs voor de heidenen; en dat zal het ook blijven tot het einde van de wereld. Het huwelijk kan ten slotte geen sacrament zijn, omdat Christus | + | Ook het huwelijk is geen sacrament, want het is vóór de val ingesteld, niet om een zegel van de gerechtigheid door het geloof te zijn, maar als een middel om op een wettige manier het menselijke geslacht voort te zetten. Het huwelijk is iets gemeenschappelijks geweest voor alle gelovigen onder het Oude en Nieuwe Testament, maar ook voor hen die niet werkelijk christen waren, ja zelfs voor de heidenen; en dat zal het ook blijven tot het einde van de wereld. Het huwelijk kan ten slotte geen sacrament zijn, omdat Christus |
| ==== 52. Waarom zijn er onder de wet andere sacramenten geweest dan er nu onder het Evangelie zijn? ==== | ==== 52. Waarom zijn er onder de wet andere sacramenten geweest dan er nu onder het Evangelie zijn? ==== | ||
| Regel 460: | Regel 459: | ||
| ==== 53. Waarin komen de sacramenten van het Oude en Nieuwe Testament overeen? ==== | ==== 53. Waarin komen de sacramenten van het Oude en Nieuwe Testament overeen? ==== | ||
| - | In Hem die de sacramenten heeft ingesteld, is alles begrepen, zowel het doel als de belangrijkste aspecten ervan, de betekende zaak en de manier van spreken erover. God is namelijk Degene die de sacramenten in beide verbonden heeft ingesteld.((*Hebreeën 1:1)) Het doel is een en hetzelfde, want de sacramenten willen tekenen zijn van Gods genade tegenover | + | In Hem die de sacramenten heeft ingesteld, is alles begrepen, zowel het doel als de belangrijkste aspecten ervan, de betekende zaak en de manier van spreken erover. God is namelijk Degene die de sacramenten in beide verbonden heeft ingesteld.((*Hebreeën 1:1)) Het doel is een en hetzelfde, want de sacramenten willen tekenen zijn van Gods genade tegenover |
| Het gaat ook over dezelfde aspecten, want zowel de sacramenten van het Nieuwe als van het Oude Testament bevatten het teken en de betekende zaak, en in beide sacramenten is het teken van een andere aard. | Het gaat ook over dezelfde aspecten, want zowel de sacramenten van het Nieuwe als van het Oude Testament bevatten het teken en de betekende zaak, en in beide sacramenten is het teken van een andere aard. | ||
| - | De betekende zaak of anders gezegd: het wezen ervan, is één, namelijk Christus met al Zijn weldaden zoals de vergeving van de zonden, de rechtvaardiging, | + | De betekende zaak of anders gezegd: het wezen ervan, is één, namelijk Christus met al zijn weldaden zoals de vergeving van de zonden, de rechtvaardiging, |
| - | Hetzelfde wat door de besnijdenis betekend wordt, wordt ook in onze doop betekend. En datzelfde geldt voor het paaslam ten aanzien van het Avondmaal. Daardoor hebben de patriarchen onder de wet door het geloof deel gekregen aan dezelfde Christus en Zijn weldaden die wij door het Evangelie in het geloof hebben ontvangen. Zij hebben in dezelfde Christus geloofd en dezelfde beloften ontvangen.((*Hebreeën 11:2 e.v.)) “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid” (Hebreeën 13:8). Het Lam Gods is vanaf het begin van de wereld geslacht (Openbaring 13:8). Augustinus zegt in zijn Boek over de boete: “Zij die Christus in het manna voor ogen hadden, hebben dezelfde geestelijke spijs met ons gegeten.” | + | Hetzelfde wat door de besnijdenis betekend wordt, wordt ook in onze doop betekend. En datzelfde geldt voor het paaslam ten aanzien van het Avondmaal. Daardoor hebben de patriarchen onder de wet door het geloof deel gekregen aan dezelfde Christus en zijn weldaden die wij door het Evangelie in het geloof hebben ontvangen. Zij hebben in dezelfde Christus geloofd en dezelfde beloften ontvangen.((*Hebreeën 11:2 e.v.)) “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid” (Hebreeën 13:8). Het Lam Gods is vanaf het begin van de wereld geslacht (Openbaring 13:8). Augustinus zegt in zijn Boek over de boete: “Zij die Christus in het manna voor ogen hadden, hebben dezelfde geestelijke spijs met ons gegeten.” |
| Ten slotte is de manier van spreken in beide een en dezelfde, namelijk op sacramentele manier, dat wil zeggen: naar de aard van de dingen waarover gesproken wordt. | Ten slotte is de manier van spreken in beide een en dezelfde, namelijk op sacramentele manier, dat wil zeggen: naar de aard van de dingen waarover gesproken wordt. | ||
| Regel 490: | Regel 489: | ||
| De manier van spreken over dingen die van elkaar zijn onderscheiden terwijl men een van beide noemt, volgt de natuurlijke orde in die zin dat waarover het ook gaat, er altijd in oneigenlijke zin of figuurlijke zin gesproken wordt. Zo dikwijls als een zelfstandig woord in een redenering verschillende dingen samenvoegt die door specifieke eigenschappen van elkaar onderscheiden zijn, moet de uitspraak niet letterlijk maar figuurlijk, beeldend worden opgevat. Anders gezegd: zo dikwijls als iets wat werkelijk buiten het verstand om in eigenlijke zin bestaat, met iets anders dat in gelijke mate bestaat, wordt aangeduid – dan is die uitspraak oneigenlijk of figuurlijk. | De manier van spreken over dingen die van elkaar zijn onderscheiden terwijl men een van beide noemt, volgt de natuurlijke orde in die zin dat waarover het ook gaat, er altijd in oneigenlijke zin of figuurlijke zin gesproken wordt. Zo dikwijls als een zelfstandig woord in een redenering verschillende dingen samenvoegt die door specifieke eigenschappen van elkaar onderscheiden zijn, moet de uitspraak niet letterlijk maar figuurlijk, beeldend worden opgevat. Anders gezegd: zo dikwijls als iets wat werkelijk buiten het verstand om in eigenlijke zin bestaat, met iets anders dat in gelijke mate bestaat, wordt aangeduid – dan is die uitspraak oneigenlijk of figuurlijk. | ||
| - | Maar die figuurlijke manier van spreken moet leiden tot eigenlijke uitspraken, en die moeten dus uitgelegd of verklaard worden. Dus: de besnijdenis is het verbond – dat wil zeggen: een teken van het verbond, waardoor God getuigt dat Hij de gelovigen werkelijk in Zijn verbond aanneemt. | + | Maar die figuurlijke manier van spreken moet leiden tot eigenlijke uitspraken, en die moeten dus uitgelegd of verklaard worden. Dus: de besnijdenis is het verbond – dat wil zeggen: een teken van het verbond, waardoor God getuigt dat Hij de gelovigen werkelijk in zijn verbond aanneemt. |
| ==== 55. Waarin verschillen de sacramenten van het Oude en het Nieuwe Testament? ==== | ==== 55. Waarin verschillen de sacramenten van het Oude en het Nieuwe Testament? ==== | ||
| Regel 524: | Regel 523: | ||
| Het Woord had tot de volheid van de tijd de menselijke natuur nog niet aangenomen, maar toch was het in het geloof van de vaderen tegenwoordig – het geloof dat hen met Christus verenigde, Die nog geboren zou worden. Dus datgene wat er nog niet was in de natuur, is er desondanks altijd geweest door de kracht van het geloof. Daarom zegt Christus in Johannes 8:56: “Uw vader Abraham heeft zich erop verheugd mijn dag te zien en hij heeft die gezien en zich verblijd.” | Het Woord had tot de volheid van de tijd de menselijke natuur nog niet aangenomen, maar toch was het in het geloof van de vaderen tegenwoordig – het geloof dat hen met Christus verenigde, Die nog geboren zou worden. Dus datgene wat er nog niet was in de natuur, is er desondanks altijd geweest door de kracht van het geloof. Daarom zegt Christus in Johannes 8:56: “Uw vader Abraham heeft zich erop verheugd mijn dag te zien en hij heeft die gezien en zich verblijd.” | ||
| - | De gelovigen uit vroeger tijd aten dus het vlees van Christus dat voor hen overgeven | + | De gelovigen uit vroeger tijd aten dus het vlees van Christus dat voor hen overgegeven |
| ==== 59. Vergeven de sacramenten de zonden en brengen ze ons de genade aan? Of hebben ze deze zaken in zich en zijn ze ingesteld om ons te rechtvaardigen of wedergeboren te doen worden? Nog anders gevraagd: is de genade aan de sacramenten gebonden? ==== | ==== 59. Vergeven de sacramenten de zonden en brengen ze ons de genade aan? Of hebben ze deze zaken in zich en zijn ze ingesteld om ons te rechtvaardigen of wedergeboren te doen worden? Nog anders gevraagd: is de genade aan de sacramenten gebonden? ==== | ||
| Regel 537: | Regel 536: | ||
| Het is ook niet zo dat de sacramenten invloed hebben op het genadewerk, of dat ze door zichzelf of door hun kracht iets uitwerken, of vanwege hun wezen invloed uitoefenen (zoals de scholastieke theologen leren). Nee, de sacramenten zijn alleen maar dienstbare werktuigen, maar toch oefenen ze een krachtige werking uit voor zover ze ons geloof ondersteunen en voeden. | Het is ook niet zo dat de sacramenten invloed hebben op het genadewerk, of dat ze door zichzelf of door hun kracht iets uitwerken, of vanwege hun wezen invloed uitoefenen (zoals de scholastieke theologen leren). Nee, de sacramenten zijn alleen maar dienstbare werktuigen, maar toch oefenen ze een krachtige werking uit voor zover ze ons geloof ondersteunen en voeden. | ||
| - | Dat gebeurt dan niet door hun eigen inwendige kracht, maar door de kracht van Hem Die de voornaamste in dit werk is. In die zin zegt Paulus dan ook dat het evangelie een kracht tot behoud en zaligheid is voor ieder die gelooft.((*Romeinen 1:16 *1 Timoteüs 4:16)) Dus het lezen van de Heilige Schrift leidt tot zaligheid, al moet men niet denken dat er in de woorden, in de lettergrepen of in de klank van de woorden kracht is. De apostel zegt immers in Hebreeën 4:2 dat het woord van de prediking hun niet van nut was, omdat het niet met geloof gepaard ging. God gebruikt echter het werktuig van het Woord wel tot onze zaligheid, en zo wordt van de gemeente in Efeziërs 5:26 gezegd dat ze geheiligd is door waterbad van het Woord. In Titus 3:5 wordt de doop der wedergeboorte en der vernieuwing door de Heilige Geest genoemd. In Handelingen 22:16 lezen we: “Laat u dopen en uw zonden afwassen, onder aanroeping van zijn naam”, dat is de Naam des Heren. Hierom zegt Augustinus: “Waar heeft het water dat het lichaam besprengt, de kracht vandaan om het hart af te wassen anders dan alleen door het Woord? Niet omdat het uitgesproken wordt, maar omdat men het gelooft.” | + | Dat gebeurt dan niet door hun eigen inwendige kracht, maar door de kracht van Hem die de voornaamste in dit werk is. In die zin zegt Paulus dan ook dat het evangelie een kracht tot behoud en zaligheid is voor ieder die gelooft.((*Romeinen 1:16 *1 Timoteüs 4:16)) Dus het lezen van de Heilige Schrift leidt tot zaligheid, al moet men niet denken dat er in de woorden, in de lettergrepen of in de klank van de woorden kracht is. De apostel zegt immers in Hebreeën 4:2 dat het woord van de prediking hun niet van nut was, omdat het niet met geloof gepaard ging. God gebruikt echter het werktuig van het Woord wel tot onze zaligheid, en zo wordt van de gemeente in Efeziërs 5:26 gezegd dat ze geheiligd is door het waterbad van het Woord. In Titus 3:5 wordt de doop der wedergeboorte en der vernieuwing door de Heilige Geest genoemd. In Handelingen 22:16 lezen we: “Laat u dopen en uw zonden afwassen, onder aanroeping van zijn naam”, dat is de Naam des Heren. Hierom zegt Augustinus: “Waar heeft het water dat het lichaam besprengt, de kracht vandaan om het hart af te wassen anders dan alleen door het Woord? Niet omdat het uitgesproken wordt, maar omdat men het gelooft.” |
| - | Dat men Gods genade niet aan de tekenen zelf hoort te verbinden, leert Petrus ons als hij in 1 Petrus 3:21 over de doop zegt: “Als tegenbeeld daarvan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus.” Cornelius heeft de genade van God ontvangen vóór de doop, | + | Dat men Gods genade niet aan de tekenen zelf hoort te verbinden, leert Petrus ons als hij in 1 Petrus 3:21 over de doop zegt: “Als tegenbeeld daarvan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus.” Cornelius heeft de genade van God ontvangen vóór de doop, |
| ==== 60. Maar drukken de sacramenten een bepaald geestelijk teken of zegel, dat niet uitgewist kan worden, in de ziel? ==== | ==== 60. Maar drukken de sacramenten een bepaald geestelijk teken of zegel, dat niet uitgewist kan worden, in de ziel? ==== | ||
| - | Niet door zichzelf of vanuit eigen kracht , ook niet door een bovennatuurlijke kracht die in ze zou zijn, en niet door een werkelijke en wezenlijke inprent zoals men een teken of zegel op was of geld drukt. Maar toch tekent en verzegelt God Zijn kinderen op de wijze van het sacrament, want Hij geeft hun het pand van Zijn Geest en het licht van het geloof. Daardoor worden ze aan Christus gelijkvormig, | + | Niet door zichzelf of vanuit eigen kracht , ook niet door een bovennatuurlijke kracht die in ze zou zijn, en niet door een werkelijke en wezenlijke inprent zoals men een teken of zegel op was of geld drukt. Maar toch tekent en verzegelt God zijn kinderen op de wijze van het sacrament, want Hij geeft hun het pand van zijn Geest en het licht van het geloof. Daardoor worden ze aan Christus gelijkvormig, |
| In 2 Timoteüs 2:19 staat: “En toch staat ongeschokt het hechte fundament Gods met dit merk: De Here kent de zijnen,” En in 2 Korintiërs 1:21 lezen we: “Hij nu, die ons met u bevestigt in de Gezalfde en ons heeft gezalfd, is God, die ook zijn zegel op ons gedrukt en de Geest tot onderpand in onze harten gegeven heeft.” Efeziërs 1:13 zegt: “In Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de heilige Geest der belofte, die een onderpand is van onze erfenis”, terwijl hoofdstuk 4:30 vervolgt: “En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt.” In Ezechiël 9:4 wordt gezegd dat degenen die zuchtten en kermden, een teken op hun voorhoofd moesten ontvangen. In Openbaring 7:3 lezen we eveneens dat de dienstknechten van God aan hun voorhoofd verzegeld worden, terwijl daar tegenover in Openbaring 13:16 en 17 de kinderen der verderfenis met het merkteken van het beeld getekend zijn. | In 2 Timoteüs 2:19 staat: “En toch staat ongeschokt het hechte fundament Gods met dit merk: De Here kent de zijnen,” En in 2 Korintiërs 1:21 lezen we: “Hij nu, die ons met u bevestigt in de Gezalfde en ons heeft gezalfd, is God, die ook zijn zegel op ons gedrukt en de Geest tot onderpand in onze harten gegeven heeft.” Efeziërs 1:13 zegt: “In Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de heilige Geest der belofte, die een onderpand is van onze erfenis”, terwijl hoofdstuk 4:30 vervolgt: “En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt.” In Ezechiël 9:4 wordt gezegd dat degenen die zuchtten en kermden, een teken op hun voorhoofd moesten ontvangen. In Openbaring 7:3 lezen we eveneens dat de dienstknechten van God aan hun voorhoofd verzegeld worden, terwijl daar tegenover in Openbaring 13:16 en 17 de kinderen der verderfenis met het merkteken van het beeld getekend zijn. | ||
| Regel 559: | Regel 558: | ||
| In het geheel niet! Zij delen alleen de fysieke tekenen uit en bedienen alleen het ambt voor wat de uiterlijke aspecten ervan betreft. Maar God geeft inwendig de hemelse gaven die door de uitwendige tekenen worden uitgebeeld; en Hij geeft ook de groei of vermeerdering van het geloof. God alleen besnijdt immers het hart, | In het geheel niet! Zij delen alleen de fysieke tekenen uit en bedienen alleen het ambt voor wat de uiterlijke aspecten ervan betreft. Maar God geeft inwendig de hemelse gaven die door de uitwendige tekenen worden uitgebeeld; en Hij geeft ook de groei of vermeerdering van het geloof. God alleen besnijdt immers het hart, | ||
| - | De natuur | + | De aard van de woorden die op een bepaalde zaak betrekking hebben, is [nu eenmaal] van die aard dat hetgeen aan het werktuig wordt toegeschreven, |
| ==== 64. Waar en wanneer moet men de sacramenten bedienen? ==== | ==== 64. Waar en wanneer moet men de sacramenten bedienen? ==== | ||
| Regel 567: | Regel 566: | ||
| ==== 65. Welke vorm, gestalte of manier van bediening moet men gebruiken? ==== | ==== 65. Welke vorm, gestalte of manier van bediening moet men gebruiken? ==== | ||
| - | Men moet alleen die tekenen gebruiken die Christus | + | Men moet alleen die tekenen gebruiken die Christus |
| - | Men mag dus geen gewone menselijke ceremoniën gebruiken, maar alleen die ingesteld en bevolen zijn door het gezag van Gods Zoon. Zo moeten ook de gebeden en dankzeggingen gedaan worden naar het voorbeeld van Christus, | + | Men mag dus geen gewone menselijke ceremoniën gebruiken, maar alleen die ingesteld en bevolen zijn door het gezag van Gods Zoon. Zo moeten ook de gebeden en dankzeggingen gedaan worden naar het voorbeeld van Christus, |
| De heerlijkheid en waardigheid van de sacramenten moet men afmeten uit Gods Woord. Maar de menigte, de pracht en de praal van menselijke ceremonies zijn een verhindering voor de zintuigen en het verstand; ze verduisteren alleen maar de ceremoniën die door God zijn ingesteld. | De heerlijkheid en waardigheid van de sacramenten moet men afmeten uit Gods Woord. Maar de menigte, de pracht en de praal van menselijke ceremonies zijn een verhindering voor de zintuigen en het verstand; ze verduisteren alleen maar de ceremoniën die door God zijn ingesteld. | ||
| Regel 575: | Regel 574: | ||
| ==== 66. Aan wie moet men de sacramenten bedienen? ==== | ==== 66. Aan wie moet men de sacramenten bedienen? ==== | ||
| - | De sacramenten en ander uitwendige tekenen zijn gemeenschappelijk bij hen die God wel en die Hem niet vrezen.((*1 Korintiërs 11:27-29)) We denken aan Abraham en zijn huisgenoten, | + | De sacramenten en ander uitwendige tekenen zijn gemeenschappelijk bij hen die God wel en die Hem niet vrezen.((*1 Korintiërs 11:27-29)) We denken aan Abraham en zijn huisgenoten, |
| ==== 67. Waarin komen het Woord en de sacramenten overeen? ==== | ==== 67. Waarin komen het Woord en de sacramenten overeen? ==== | ||
| - In Hem die de werkende Oorzaak is; want de Auteur van de genadebelofte én van de sacramenten is Een en dezelfde, namelijk de Zoon van God, het Hoofd, de Koning, de Leraar en Priester van de gemeente. En dat geldt ook voor hen die de sacramenten bedienen, want de dienaars van het Woord zijn ook de uitdelers van de sacramenten.((*Matteüs 28:19 *1 Korintiërs 4:1)) | - In Hem die de werkende Oorzaak is; want de Auteur van de genadebelofte én van de sacramenten is Een en dezelfde, namelijk de Zoon van God, het Hoofd, de Koning, de Leraar en Priester van de gemeente. En dat geldt ook voor hen die de sacramenten bedienen, want de dienaars van het Woord zijn ook de uitdelers van de sacramenten.((*Matteüs 28:19 *1 Korintiërs 4:1)) | ||
| - | - In de zaak waar het werkelijk om gaat, dus in het belangrijkste onderwerp; want dezelfde zaak wordt in het Woord en in het wettig gebruik van de sacramenten beloofd. Het gaat om dezelfde Christus en Zijn heilzame weldaden. Het evangelie getuigt dat zij die zich tot God bekeren, in de naam van Jezus Christus en door de Geest van onze God afgewassen en geheiligd zijn.((*1 Korintiërs 6:11)) Zij zijn door het evangelie verwekt en door het levende Woord van God wedergeboren.((*1 Korintiërs 4:15 *1 Petrus 1:23)) En zo getuigen ook de sacramenten dat wie in Jezus Christus gedoopt zijn in Zijn dood gedoopt en door het bad van de wedergeboorte zalig gemaakt zijn.((*Romeinen 6:3 *Titus 3:5)) Ze getuigen eveneens dat het brood dat wij breken, de gemeenschap is met het lichaam van Christus.((*1 Korintiërs 10:16)) | + | - In de zaak waar het werkelijk om gaat, dus in het belangrijkste onderwerp; want dezelfde zaak wordt in het Woord en in het wettig gebruik van de sacramenten beloofd. Het gaat om dezelfde Christus en zijn heilzame weldaden. Het evangelie getuigt dat zij die zich tot God bekeren, in de naam van Jezus Christus en door de Geest van onze God afgewassen en geheiligd zijn.((*1 Korintiërs 6:11)) Zij zijn door het evangelie verwekt en door het levende Woord van God wedergeboren.((*1 Korintiërs 4:15 *1 Petrus 1:23)) En zo getuigen ook de sacramenten dat wie in Jezus Christus gedoopt zijn in zijn dood gedoopt en door het bad van de wedergeboorte zalig gemaakt zijn.((*Romeinen 6:3 *Titus 3:5)) Ze getuigen eveneens dat het brood dat wij breken, de gemeenschap is met het lichaam van Christus.((*1 Korintiërs 10:16)) |
| - In de vorm, de gestalte, de wijze waarop of het werktuig waardoor en waarmee men de betekende zaak heilzaam geniet. Het Woord en het sacrament hebben geen baat en helpen niet dan alleen voor hen die deelhebben aan het geloof.((*Johannes 3:33 *Romeinen 14:23 *Hebreeën 11:6)) | - In de vorm, de gestalte, de wijze waarop of het werktuig waardoor en waarmee men de betekende zaak heilzaam geniet. Het Woord en het sacrament hebben geen baat en helpen niet dan alleen voor hen die deelhebben aan het geloof.((*Johannes 3:33 *Romeinen 14:23 *Hebreeën 11:6)) | ||
| - | - In hetzelfde doel waartoe ze ingesteld zijn, want zowel het Woord als de sacramenten zijn middelen waardoor de Zoon van God Zijn kerk onderwijst en voor Hem bijeen vergadert. Hierdoor deelt Hij Zichzelf en al zijn weldaden uit aan hen die behouden zullen worden. Hij doet dat echter op zo’n manier dat Hij wanneer Hij dat wil ook zonder van beide gebruik kan maken en in het hart van de gelovigen kan werken. | + | - In hetzelfde doel waartoe ze ingesteld zijn, want zowel het Woord als de sacramenten zijn middelen waardoor de Zoon van God zijn kerk onderwijst en voor Hem bijeen vergadert. Hierdoor deelt Hij Zichzelf en al zijn weldaden uit aan hen die behouden zullen worden. Hij doet dat echter op zo’n manier dat Hij wanneer Hij dat wil ook zonder van beide gebruik kan maken en in het hart van de gelovigen kan werken. |
| - In de vruchten. Het Woord des levens is voor de vromen een levensgeur ten leven en voor de goddelozen een doodslucht ten dode.((*1 Korintiërs 1:16)) Zo zijn ook de sacramenten vanuit zichzelf voor de gelovigen tot heil, maar voor de ongelovigen zijn ze tot een oordeel en tot hun eigen verdoemenis.((*1 Korintiërs 11:29)) De zalf is goed voor de duif, zegt Nyfenus, maar ze is tot bederf van de vlinder. Ook is het zo dat het zaad van het gepredikte Woord evenals het gebruik van de sacramenten niet direct vruchten voortbrengt, | - In de vruchten. Het Woord des levens is voor de vromen een levensgeur ten leven en voor de goddelozen een doodslucht ten dode.((*1 Korintiërs 1:16)) Zo zijn ook de sacramenten vanuit zichzelf voor de gelovigen tot heil, maar voor de ongelovigen zijn ze tot een oordeel en tot hun eigen verdoemenis.((*1 Korintiërs 11:29)) De zalf is goed voor de duif, zegt Nyfenus, maar ze is tot bederf van de vlinder. Ook is het zo dat het zaad van het gepredikte Woord evenals het gebruik van de sacramenten niet direct vruchten voortbrengt, | ||
| - Ten slotte in de wijze waarop de Heilige Geest het geloof in ons door het Woord schenkt en versterkt. Op dezelfde manier wekt Hij het ook door de sacramenten op en versterkt het. Daaruit volgt dat er evenzeer een vereniging is tussen het uitwendige en inwendige Woord als tussen de aardse tekenen en de hemelse betekende zaken. | - Ten slotte in de wijze waarop de Heilige Geest het geloof in ons door het Woord schenkt en versterkt. Op dezelfde manier wekt Hij het ook door de sacramenten op en versterkt het. Daaruit volgt dat er evenzeer een vereniging is tussen het uitwendige en inwendige Woord als tussen de aardse tekenen en de hemelse betekende zaken. | ||
| Regel 608: | Regel 607: | ||
| ==== 71. Wat is het doel van de sacramenten? | ==== 71. Wat is het doel van de sacramenten? | ||
| - | - Wat God aangaat is het allereerste doel om ons geweten tot nut te zijn en ten aanzien van Hem gerust te stellen. Er is hier namelijk sprake van symbolen, korte uitspraken, heldere beelden, afspiegelingen en tekenen die ons duidelijk maken en helder voor ogen stellen wat Christus Jezus voor ons gedaan heeft en nog doet. Maar dat niet alleen! De sacramenten zijn ook zegels en panden van Gods belofte die men door het geloof aanneemt; van de rechtvaardiging door het geloof; en van onze inlijving in en gemeenschap met Christus. De sacramenten zijn dus versterkingen van ons geloof. “Of weet gij niet dat wij allen die in Christus | + | - Wat God aangaat is het allereerste doel om ons geweten tot nut te zijn en ten aanzien van Hem gerust te stellen. Er is hier namelijk sprake van symbolen, korte uitspraken, heldere beelden, afspiegelingen en tekenen die ons duidelijk maken en helder voor ogen stellen wat Christus Jezus voor ons gedaan heeft en nog doet. Maar dat niet alleen! De sacramenten zijn ook zegels en panden van Gods belofte die men door het geloof aanneemt; van de rechtvaardiging door het geloof; en van onze inlijving in en gemeenschap met Christus. De sacramenten zijn dus versterkingen van ons geloof. “Of weet gij niet dat wij allen die in Christus |
| - Ten aanzien van onszelf zijn er de volgende doelen: | - Ten aanzien van onszelf zijn er de volgende doelen: | ||
| - Ze zijn een teken van de belijdenis van het ware geloof, waardoor wij van andere godsdienstige stromingen onderscheiden worden, zoals soldaten door hun uniform en andere merktekenen worden onderscheiden. | - Ze zijn een teken van de belijdenis van het ware geloof, waardoor wij van andere godsdienstige stromingen onderscheiden worden, zoals soldaten door hun uniform en andere merktekenen worden onderscheiden. | ||
| - Ze brengen de weldaden van Christus in gedachten. “Deze dag moet voor u een gedenkdag worden” (Exodus 12:14 HSV). En in Exodus 13:9 staat: “En het moet voor u als een teken op uw hand zijn, en als een herinnering tussen uw ogen” (HSV). “Doe dat tot Mijn gedachtenis” (Lucas 22:19). | - Ze brengen de weldaden van Christus in gedachten. “Deze dag moet voor u een gedenkdag worden” (Exodus 12:14 HSV). En in Exodus 13:9 staat: “En het moet voor u als een teken op uw hand zijn, en als een herinnering tussen uw ogen” (HSV). “Doe dat tot Mijn gedachtenis” (Lucas 22:19). | ||
| - Ze zijn een getuigenis van onze dankbaarheid. | - Ze zijn een getuigenis van onze dankbaarheid. | ||
| - | - Ze zijn een aansporing van onze plicht tegenover God, want ze zijn een openbaar getuigenis dat wij voor Gods kinderen gehouden willen worden. We geven hiermee aan dat we alleen de ware God willen dienen. Hij is die God Die Zich door zijn betrouwbaar | + | - Ze zijn een aansporing van onze plicht tegenover God, want ze zijn een openbaar getuigenis dat wij voor Gods kinderen gehouden willen worden. We geven hiermee aan dat we alleen de ware God willen dienen. Hij is die God die Zich door zijn betrouwbaar |
| - | - Ze zijn als het ware de verbindingsdraden van de openbare samenkomsten en het samenzijn van de gemeente. En ten slotte functioneren ze als banden van onderlinge liefde en eendracht tussen de leden van de gemeente onder het éne Hoof Christus.((*Handelingen 10:41 *Efeziërs 4:5)) | + | - Ze zijn als het ware de verbindingsdraden van de openbare samenkomsten en het samenzijn van de gemeente. En ten slotte functioneren ze als banden van onderlinge liefde en eendracht tussen de leden van de gemeente onder het éne Hoofd Christus.((*Handelingen 10:41 *Efeziërs 4:5)) |
| ==== 72. Wanneer worden de sacramenten wettig gebruikt? ==== | ==== 72. Wanneer worden de sacramenten wettig gebruikt? ==== | ||
| Regel 620: | Regel 619: | ||
| - Als ze gebruikt worden zoals God ze heeft ingesteld, zonder dat ze tekort gedaan of in hun wezen aangetast worden. | - Als ze gebruikt worden zoals God ze heeft ingesteld, zonder dat ze tekort gedaan of in hun wezen aangetast worden. | ||
| - Als ze gebruikt worden door hen voor wie ze zijn ingesteld, namelijk de huisgenoten van Christus. | - Als ze gebruikt worden door hen voor wie ze zijn ingesteld, namelijk de huisgenoten van Christus. | ||
| - | - Als ze gebruikt worden tot het doel waarvoor ze bestemd zijn. Het gebruik ervan eist dat er geloof aanwezig is dat de betekende zaak, dus de belofte van genade, aanneemt. De belofte is namelijk alleen maar nuttig als ze door het geloof wordt aangenomen; zie Handelingen 8:37: “Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd.” Johannes doopte degenen die hun zonde beleden.((*Matteüs 3:6)) | + | - Als ze gebruikt worden tot het doel waarvoor ze bestemd zijn. Het gebruik ervan eist dat er geloof aanwezig is dat de betekende zaak, dus de belofte van genade, aanneemt. De belofte is namelijk alleen maar nuttig als ze door het geloof wordt aangenomen; zie Handelingen 8:37: “Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd.” Johannes doopte degenen die hun zonden |
| ==== 73. Wat zijn de gevolgen of de vruchten van de sacramenten? | ==== 73. Wat zijn de gevolgen of de vruchten van de sacramenten? | ||
| Regel 628: | Regel 627: | ||
| ==== 74. Welke straf kunnen verachters van het sacrament verwachten? ==== | ==== 74. Welke straf kunnen verachters van het sacrament verwachten? ==== | ||
| - | Een zware straf. Niet dat God nu zo bezorgd is over de ceremoniën, | + | Een zware straf. Niet dat God nu zo bezorgd is over de ceremoniën, |
| ==== 75. Welke dingen zijn in strijd met de leer van de sacramenten? | ==== 75. Welke dingen zijn in strijd met de leer van de sacramenten? | ||
| Regel 653: | Regel 652: | ||
| - De dwaling van hen die niet genoeg hebben aan de hemelse eenvoud, en daarom menen dat ze de waardigheid van de sacramenten met al het mooie dat daarmee gepaard gaat, met meer pracht en praal moeten uitbeelden. | - De dwaling van hen die niet genoeg hebben aan de hemelse eenvoud, en daarom menen dat ze de waardigheid van de sacramenten met al het mooie dat daarmee gepaard gaat, met meer pracht en praal moeten uitbeelden. | ||
| - De dwaling van velen die in de uitwendige gemeenschap van de kerk zijn, zich tevreden stellen met het simpelweg gebruiken van de uitwendige tekenen en zich niet bekommeren over hun wedergeboorte of over hun gemeenschap met het Hoofd Christus. Ze blijven steken in hun zonden. Daarmee gaan ze in tegen de uitspraak van Augustinus: “Het sacrament maakt niet rechtvaardig, | - De dwaling van velen die in de uitwendige gemeenschap van de kerk zijn, zich tevreden stellen met het simpelweg gebruiken van de uitwendige tekenen en zich niet bekommeren over hun wedergeboorte of over hun gemeenschap met het Hoofd Christus. Ze blijven steken in hun zonden. Daarmee gaan ze in tegen de uitspraak van Augustinus: “Het sacrament maakt niet rechtvaardig, | ||
| - | - De dwaling van de pausgezinden | + | - De dwaling van de roomsen |