Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:47

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:47 [17-02-2021 om 11.32 uur] – Externe bewerking 127.0.0.1institutie:47 [24-04-2024 om 10.23 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 3: Regel 3:
 ==== 1. Waar komt het woord 'doop' vandaan? ==== ==== 1. Waar komt het woord 'doop' vandaan? ====
  
-Het Latijnse woord //baptismus// (doop) komt van het Griekse werkwoord //baptein//, dat zoveel betekent als dopen, onderdompelen, indopen, nat maken of wassen. Van //baptein// afgeleid zijn de woorden //baptizoo// (ik doop, ik doop onder in, ik was af), en //baptomai// (ik word gedoopt). En van //baptein// komen ook de woorden //baptismos// en //baptisma// (een doop, een onderdoop of een afwassing). Een //baptisterion// (Lat.) is dan een waterbad, een waterkuip van hout of steen waarin men zich wast. Het woord //baptistes// of //baptista// is iemand die doopt. Hiervan komen de woorden //anabaptist// (Wederdoper) en //katabaptist// (iemand die de doop tegenspreekt.+Het Latijnse woord //baptismus// (doop) komt van het Griekse werkwoord //baptein//, dat zoveel betekent als dopen, onderdompelen, indopen, nat maken of wassen. Van //baptein// komen woorden als //baptizoo// (ik doop of dompel onder, ik was af), //baptomai// (ik word gedoopt) en //baptismos// (een doop, een onderdoop of een afwassing). 
 +In het Latijn is //baptisterion// een waterbad of waterkuip van hout of steen waarin men zich wast. Een //baptista// is iemand die doopt. Hiervan komen de woorden //anabaptist// (Wederdoper) en //katabaptist// (iemand die de doop tegenspreekt).
  
-//Op hoeveel manieren wordt het woord 'doop' in de Schrift gebruikt?//+//Op hoeveel manieren wordt dit woord voor 'doop' of 'afwassing'  in de Schrift gebruikt?//
  
 Op twee manieren: Op twee manieren:
  
-  - In eigenlijke zin. Dan bedoelen we de eenvoudige afwassing, zoals bijvoorbeeld in de levitische wet voorgeschreven. Bijvoorbeeld in Hebreeën 9:10 "en onderscheiden wassingen" of dopen waar de mensen mee gedoopt of gereinigd werden die voor onrein gehouden werden. Deze afwassingen waren voorbeelden van onze doop. Ook wordt het woord op deze manier gebruikt voor de het doorgeschoten onderhouden van de wet door de farizeeën in Markus 7:4 " en van de markt komende eten zij niet dan na zich gereinigd te hebben; en vele andere dingen zijn er, waaraan zij zich volgens overlevering houden, bijvoorbeeld het onderdompelen van bekers en kannen en koperwerk en bedden".+  - In eigenlijke zin. Dan bedoelen we een gewone afwassing, zoals bijvoorbeeld in de levitische wet is voorgeschreven. Zo spreekt Hebreeën 9:10 van de "onderscheiden wassingen" waarmee onreine mensen 'gedooptof gereinigd werden. Deze afwassingen waren voorafbeeldingen van onze doop.\\ Ook wordt het woord 'doop' gebruikt voor het doorgeschoten onderhouden van de wet door de farizeeën in Marcus 7:4"en van de markt komende eten zij niet dan na zich gereinigd te hebben; en vele andere dingen zijn er, waaraan zij zich volgens overlevering houden, bijvoorbeeld het onderdompelen van bekers en kannen en koperwerk en bedden".
   - In oneigenlijke zin wordt het woord op veel verschillende manieren gebruikt:   - In oneigenlijke zin wordt het woord op veel verschillende manieren gebruikt:
-      - Bij wijze van een gelijkenis.Zo wordt de zondvloed waar God de zonden van de wereld mee strafte en waarin Hij het huisgezin van Noach in de ark bewaarde, een doop genoemd als een voorbeeld van onze doop.((*1 Petrus 3:21)) En zo wordt ook de doorgang door de Rode Zee, waarin Farao met zijn leger verzonk en waardoorheen Israël behouden werd een doop genoemd. Ook het schuilen onder de wolk waarvan we in 1 Korintiërs 10:2 lezen wordt daar een doop genoemd.Sommigen doen hier bij gelijkenis nog bij de doop van de tranen en de boetvaardigheid van de zondares, waarmee ze Christus voeten waste.((*Lucas 7:38)) Ook wordt het woord doop bij gelijkenis gebruikt voor kruis en bittere benauwdheid. Die worden dan vergeleken met een diepe waterstroom waarin degenen die in benauwdheid en ellendigheid zijn, ondergaan. Zoals in Matteüs 20:22 HSV " Kunt u de drinkbeker drinken die Ik drinken zal, en met de doop gedoopt worden waarmee Ik gedoopt wordt?" Ook Lucas 12:50: "Ik moet gedoopt worden met een doop, en hoe beklemt het mij totdat het volbracht is." Daarom wordt het van de Kerkvaders genoemd: de bloeddoop of de doop des bloeds wanneer christenen gemarteld en hun bloed om het geloof in Christus vergoten+      - Bij wijze van een gelijkenis.Zo wordt de zondvloed waar God de zonden van de wereld mee strafte en waarin Hij het huisgezin van Noach in de ark bewaarde, een doop genoemd als een "tegenbeeld" of voorafbeelding van onze doop.((*1 Petrus 3:21)) En zo wordt ook de doorgang door de Rode Zee, waarin Farao met zijn leger verzonk en waardoorheen Israël behouden werd een doop genoemd. Ook het schuilen onder de wolk waarvan we in 1 Korintiërs 10:2 lezen wordt daar een doop genoemd. Sommigen wijzen hierbij ook nog op de doop van de tranen en de boetvaardigheid van de zondares, waarmee ze de voeten van Christus waste.((*Lucas 7:38)) Ook wordt het woord 'doopbij gelijkenis gebruikt voor kruis en bittere benauwdheid. Die worden dan vergeleken met een diepe waterstroom waarin mensen kunnen verdrinken en ondergaan. Zoals in Matteüs 20:22"Kunt u de drinkbeker drinken die Ik drinken zal, en met de doop gedoopt worden waarmee Ik gedoopt wordt?" (HSV) En Lucas 12:50: "Ik moet gedoopt worden met een doop, en hoe beklemt het mij totdat het volbracht is." Daarom spreken de kerkvaders ook van een 'bloeddoopwanneer christenen gemarteld werden en hun bloed vergoten vanwege hun geloof in Christus. 
-      - Bij wijze van een overneming. Zo wordt het gebruikt voor de zending en uitstorting van de Heilige Geest, of voor de bijzonder gaven van de Heilige Geest die de gelovigen soms ontvingen door de waterdoop. Als in Handelingen 1:5 "Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze." Zo wordt er gesproken van de doop des Geestes of de vuurs.+      - Als een figuurlijke manier van spreken. Zo wordt het gebruikt voor de zending en uitstorting van de Heilige Geest, of voor de bijzonder gaven van de Heilige Geest die de gelovigen soms ontvingen door de waterdoop. Als in Handelingen 1:5 "Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze." Zo wordt er gesproken van de doop des Geestes of de vuurs.
       - Bij wijze van een synecdoche, dat wil zeggen: een deel wordt genomen voor het geheel. Zo wordt het woord doop gebruikt voor heel de leer en dienst van Johannes in Johannes 4:1 en 3:23, zie ook Matteüs 21:25 "Vanwaar was de doop van Johannes? Uit de hemel" dat is van God "of uit de mensen? Want hij predikte de doop der bekering tot vergeving van zonden". Marcus 1:4. In Handelingen 18:25 lezen we van Apollos, die wist alleen van de doop van Johannes. Zo wordt het ook gebruikt in Handelingen 19:3 en 4 Paulus zegt tot hen: " Waarin zijt gij dan gedoopt?" Daarmee wordt bedoeld: In welke leer bent u onderwezen? Zij zeiden: " In de doop van Johannes". Dat is: in de leer die Johannes predikte en met de doop verzegelde.       - Bij wijze van een synecdoche, dat wil zeggen: een deel wordt genomen voor het geheel. Zo wordt het woord doop gebruikt voor heel de leer en dienst van Johannes in Johannes 4:1 en 3:23, zie ook Matteüs 21:25 "Vanwaar was de doop van Johannes? Uit de hemel" dat is van God "of uit de mensen? Want hij predikte de doop der bekering tot vergeving van zonden". Marcus 1:4. In Handelingen 18:25 lezen we van Apollos, die wist alleen van de doop van Johannes. Zo wordt het ook gebruikt in Handelingen 19:3 en 4 Paulus zegt tot hen: " Waarin zijt gij dan gedoopt?" Daarmee wordt bedoeld: In welke leer bent u onderwezen? Zij zeiden: " In de doop van Johannes". Dat is: in de leer die Johannes predikte en met de doop verzegelde.
       - Door een overnoeming en door uitnemendheid ??? Voor het gewone sacrament der gemeente waardoor wij ons in het openbaar begeven in de dienst van onze kapitein Christus, om onder Hem de christelijke krijg te voeren en waardoor we ons aan Hem door een eed verplichten en verbinden. Dit sacrament wordt door de Kerkvaders waterdoop genoemd of ook wel doop des bloeds omdat de kracht van de doop ontleend wordt aan het bloed van Christus. 1Johannes 1:7 "Het bloed van Christus reinigt ons van alle zonden". En ook wordt het genoemd: de doop des Geestes. Omdat het bloed van Christus ons door de Heilige Geest toegeëigend wordt. In welke laatste betekenis wij het woord doop of baptismus passend op dit sacrament gebruiken. Zo wordt het ook bij veel volkeren gebruikt. Wij geven daarom aan dit woord doop de voorkeur boven het woord wassing.       - Door een overnoeming en door uitnemendheid ??? Voor het gewone sacrament der gemeente waardoor wij ons in het openbaar begeven in de dienst van onze kapitein Christus, om onder Hem de christelijke krijg te voeren en waardoor we ons aan Hem door een eed verplichten en verbinden. Dit sacrament wordt door de Kerkvaders waterdoop genoemd of ook wel doop des bloeds omdat de kracht van de doop ontleend wordt aan het bloed van Christus. 1Johannes 1:7 "Het bloed van Christus reinigt ons van alle zonden". En ook wordt het genoemd: de doop des Geestes. Omdat het bloed van Christus ons door de Heilige Geest toegeëigend wordt. In welke laatste betekenis wij het woord doop of baptismus passend op dit sacrament gebruiken. Zo wordt het ook bij veel volkeren gebruikt. Wij geven daarom aan dit woord doop de voorkeur boven het woord wassing.
Regel 174: Regel 175:
 ==== 36. Aangezien het teken degenen toekomt die deel hebben aan de belofte, waarom de kleine kinderen gedoopt worden, zal men hen dan ook het avondmaal des Heren uitreiken? ==== ==== 36. Aangezien het teken degenen toekomt die deel hebben aan de belofte, waarom de kleine kinderen gedoopt worden, zal men hen dan ook het avondmaal des Heren uitreiken? ====
  
-Sommige oudvaders zijn van dat gevoelen geweest, zoals Cyprianus ((Serm. 5 de lapsis)) en ook Augustinus ((Lib. de excl. dogmat. cap. 52)) daartoe bewogen zijnde door de woorden uit Johannes 6:53 //tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet, en Zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in uzelf.// \\ Maar wij gaan daar niet in mee; want deze plaats spreekt niet van het sacramenteel eten, maar van het geestelijk eten. Het spreekt van het geloof waardoor de gelovigen die op Christus steunen levend gemaakt worden. Ze vertrouwen dat hij voor hen Zijn lichaam heeft opgeofferd en Zijn bloed heeft uitgestort. Op deze wijze is het vlees van Christus voor ons een spijs en Zijn bloed voor ons een drank geworden. \\ Ook werd daarvoor wel aangedragen de spreuk: //die de belofte toekomt, die komt ook het teken toe//. Dit is wel waar, maar dan wel naar Gods schikking en naar de eigenschap van ieder sacrament. In dier voege namelijk dat het sacrament der inlijving zowel aan de kinderen als aan de volwassenen op gelijke wijze medegedeeld wordt; alhoewel in het Oude Testament alleen aan de manspersonen, en ook niet eerder dan op de achtste dag; maar in het Nieuwe Testament zowel aan de manlijke als aan de vrouwelijke personen zonder daarvoor een vaste tijd te bestemmen. \\ Maar het sacrament van de voeding werd in het Nieuwe Testament alleen aan de volwassenen meegedeeld; en dat vanwege het bijzondere doel en de verscheidenheid van de omstandigheden van werking en daad. \\ En zo heeft het Avondmaal zijn eigen doel, opdat in de openbare vergadering de dood des Heren in het gebruik daarvan verkondigd zou worden; daarin is ook vereist dat ieder die ten avondmaal zal gaan zichzelf eerst oprecht beproeve. De bijzondere handelingen betreffen ook de uiterlijke ceremonie, als eten en drinken, die voorwaar in de kinderen geen plaats hebben. \\ Ook was de besnijdenis in het Oude Testament ook voor de jonge kinderen; maar het Pascha alleen voor degenen die vanwege hun leeftijd konden vragen wat het inhield en beduide((*Exodus 12:26)). \\ Hierom zegt het bekende versje: \\ //Ebrius, infamis,erroneusatque furentus. \\ Cum pueris, Domini non debent fumere corpus.// \\ Oftewel: Dronkaards, kwalijk beruchte dwaalgeesten, onzinnigen en kinderen behoren aan de tafel des Heren niet te gaan.+Sommige oudvaders zijn van dat gevoelen geweest, zoals Cyprianus ((Serm. 5 de lapsis)) en ook Augustinus ((Lib. de excl. dogmat. cap. 52)) daartoe bewogen zijnde door de woorden uit Johannes 6:53 //tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet, en Zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in uzelf.// \\ Maar wij gaan daar niet in mee; want deze plaats spreekt niet van het sacramenteel eten, maar van het geestelijk eten. Het spreekt van het geloof waardoor de gelovigen die op Christus steunen levend gemaakt worden. Ze vertrouwen dat hij voor hen Zijn lichaam heeft opgeofferd en Zijn bloed heeft uitgestort. Op deze wijze is het vlees van Christus voor ons een spijs en Zijn bloed voor ons een drank geworden. \\ Ook werd daarvoor wel aangedragen de spreuk: //die de belofte toekomt, die komt ook het teken toe//. Dit is wel waar, maar dan wel naar Gods schikking en naar de eigenschap van ieder sacrament. In dier voege namelijk dat het sacrament der inlijving zowel aan de kinderen als aan de volwassenen op gelijke wijze medegedeeld wordt; alhoewel in het Oude Testament alleen aan de manspersonen, en ook niet eerder dan op de achtste dag; maar in het Nieuwe Testament zowel aan de manlijke als aan de vrouwelijke personen zonder daarvoor een vaste tijd te bestemmen. \\ Maar het sacrament van de voeding werd in het Nieuwe Testament alleen aan de volwassenen meegedeeld; en dat vanwege het bijzondere doel en de verscheidenheid van de omstandigheden van werking en daad. \\ En zo heeft het Avondmaal zijn eigen doel, opdat in de openbare vergadering de dood des Heren in het gebruik daarvan verkondigd zou worden; daarin is ook vereist dat ieder die ten avondmaal zal gaan zichzelf eerst oprecht beproeft. De bijzondere handelingen betreffen ook de uiterlijke ceremonie, als eten en drinken, die voorwaar in de kinderen geen plaats hebben. \\ Ook was de besnijdenis in het Oude Testament ook voor de jonge kinderen; maar het Pascha alleen voor degenen die vanwege hun leeftijd konden vragen wat het inhield en beduide((*Exodus 12:26)). \\ Hierom zegt het bekende versje: \\ //Ebrius, infamis,erroneusatque furentus. \\ Cum pueris, Domini non debent fumere corpus.// \\ Oftewel: Dronkaards, kwalijk beruchte dwaalgeesten, onzinnigen en kinderen behoren aan de tafel des Heren niet te gaan.
  
 ==== 37. Waarom wilde Christus in zijn dertigste jaar gedoopt worden, daar Hij immers de vergeving der zonden en de wedergeboorte niet nodig had? ((*Lucas 3:23)) ==== ==== 37. Waarom wilde Christus in zijn dertigste jaar gedoopt worden, daar Hij immers de vergeving der zonden en de wedergeboorte niet nodig had? ((*Lucas 3:23)) ====
Regel 302: Regel 303:
 ==== 52 Is het ene sacrament niet beter als het andere? ==== ==== 52 Is het ene sacrament niet beter als het andere? ====
  
-Niet ten aanzien van //het wezen//, dat wil zeggen, niet daarin alsof men in de doop alleen ontving de gave van de genade van Christus en niet Christus zelfmaar in het avondmaal het lichaam en bloed van Christus, alhoewel ze niet alle (als ons tegensprekers zeggen) zijn genade ontvangenaangezien het doel ofwel de relatie en opzicht in beiden een en hetzelfde is, ??? die ook de form derzelver mag genoemd worden, te weten onze vereniging of vergezelschapping met Christus die zowel in de doop als in het avondmaal verzegeld wordt.((*Efeziërs 3:6 *1 Korintiërs 10:16,17))+Niet ten aanzien van //het wezen//, \\ dat wil zeggen, niet daarin alsof men in de doop alleen ontving de gave van de genade van Christus en niet Christus zelfmaar in het avondmaal het lichaam en bloed van Christus, alhoewel ze niet allen zijn genade ontvangen (zoals ons tegensprekers zeggen); daar het doel ofwel de relatie en opzicht in beiden een en hetzelfde is, die ook de daadwerkelijke uitwerking van beiden mag genoemd worden, te weten onze vereniging of vergezelschapping met Christus die zowel in de doop als in het avondmaal verzegeld wordt.((*Efeziërs 3:6 *1 Korintiërs 10:16,17))
  
-Maar alleen //in de reden//, dat is ten aanzien zowel van ons begin of opgang in Christus, als van onze toeneming en onderhouding en Hem; want inzover het meer is om geboren te worden als om gevoed te worden, inzover mag het sacrament der wedergeboorte gesteld worden boven het sacrament van voeding namelijk het heilig avondmaal. \\ Maar inzover het uitnemender is voor het eeuwige leven gevoed en gekoesterd te worden, (in dier voege dat men altijd herboren mensen blijft), inzover moet het heilig avondmaal gesteld worden vóór de doop. \\ Maar aangezien de waardigheid van beiden heel en al hangt aan de betekende zaak, namelijk de gemeenschap die wij aan Christus hebben, alhoewel de doop ons die afbeeld door het waterbad en het avondmaal door de spijze en de drank, toch is het beter dat men zich matige in de vergelijking van beiden, opdat het niet schijne dat men de een meer toeschrijft dan de ander. \\ Want het water in de doop is niet minder, op een sacramentele wijze van spreken, het bloed van Christus als de wijn in het avondmaal het bloed van Christus is.((*1 Petrus 1:2)) En het is ook niet minder om in de doop in Christus ingelijfd te worden, met Hem gekruisigd te worden, te sterven en begraven te worden, te verrijzen en Christus aan te doen, als in het avondmaal Zijn vlees te eten en Zijn bloed te drinken. En tenslotte wordt ons een en dezelfde Christus voorgesteld in de doop als een wasvat, een ingang tot het huis des Heren, en als een kleed; en in het avondmaal als een spijs en drank Hem door het geloof meer en meer te genieten.+Maar alleen //in de reden//, \\ dat is ten aanzien zowel van ons begin of opgang in Christus, als van onze toeneming en onderhouding in Hem; want inzoverre het meer is om geboren te wordenals om gevoed te worden, inzoverre mag het sacrament der wedergeboorte gesteld worden boven het sacrament van voeding namelijk het heilig avondmaal. 
 + 
 +Daar het uitnemender is voor het eeuwige leven gevoed en gekoesterd te worden, (in dier voege dat men altijd herboren mensen blijft), zou men kunnen zeggen dat het heilig avondmaal gesteld worden vóór de doop. \\ Maar aangezien de waardigheid van beiden heel en al hangt aan de betekende zaak, namelijk de gemeenschap die wij aan Christus hebben, alhoewel de doop ons die afbeeld door het waterbad en het avondmaal door de spijze en de drank, toch is het beter dat men zich matige in de vergelijking van beiden, opdat het niet schijne dat men de een meer toeschrijft dan de ander. \\ Want het water in de doop is niet minder, op een sacramentele wijze van spreken, het bloed van Christus als de wijn in het avondmaal het bloed van Christus is.((*1 Petrus 1:2)) En het is ook niet minder om in de doop in Christus ingelijfd te worden, met Hem gekruisigd te worden, te sterven en begraven te worden, te verrijzen en Christus aan te doen, als in het avondmaal Zijn vlees te eten en Zijn bloed te drinken. En tenslotte wordt ons een en dezelfde Christus voorgesteld in de doop als een wasvat, een ingang tot het huis des Heren, en als een kleed; en in het avondmaal als een spijs en drank; om Hem door het geloof meer en meer te genieten.
  
 ==== 53 Wat zijn de doeleinden van de doop? ==== ==== 53 Wat zijn de doeleinden van de doop? ====
Regel 316: Regel 319:
   - De doop onderwijst ons dat wij gelijkvormig moeten worden aan het beeld van de Zoon van God; zowel in het kruis, de dood en de begrafenis, alsook in de verlossing, opstanding en toekomende heerlijkheid((*Romeinen 8:19)).   - De doop onderwijst ons dat wij gelijkvormig moeten worden aan het beeld van de Zoon van God; zowel in het kruis, de dood en de begrafenis, alsook in de verlossing, opstanding en toekomende heerlijkheid((*Romeinen 8:19)).
   - De doop verwekt ons om onze naasten zonder vooringenomenheid en met liefde tegemoet te treden; onszelf voortdurend te doden ofwel te bekeren en om ons leven tot eer van God te leven((*Romeinen 6:4)).   - De doop verwekt ons om onze naasten zonder vooringenomenheid en met liefde tegemoet te treden; onszelf voortdurend te doden ofwel te bekeren en om ons leven tot eer van God te leven((*Romeinen 6:4)).
-  - Zij dient tot de vole verzekerdheid en versterking van ons geloof; en ook tot troost in elke aanvechting, omdat ze een getuigenisbrief is dat God met ons verzoend is door Zijn Zoon. We zijn immers in Hem ingegrift; Zijn verdiensten en weldaden komen ook ons toe en wij zijn in Hem ook tot kinderen van God aangenomen. Ook wil de Vader ons door zijn Geest regeren, van de eeuwige dood verlossen en tenslotte wil Hij ons het eeuwige leven schenken.+  - Zij dient tot de volle verzekerdheid en versterking van ons geloof; en ook tot troost in elke aanvechting, omdat ze een getuigenisbrief is dat God met ons verzoend is door Zijn Zoon. We zijn immers in Hem ingegrift; Zijn verdiensten en weldaden komen ook ons toe en wij zijn in Hem ook tot kinderen van God aangenomen. Ook wil de Vader ons door zijn Geest regeren, van de eeuwige dood verlossen en tenslotte wil Hij ons het eeuwige leven schenken.
  
-==== 54 Worden deze weldaden gelijkelijk door allen genoten die de doop ontvangen.  ====+==== 54 Worden deze weldaden gelijkelijk door allen genoten die de doop ontvangen. ====
  
-Nee, want allen zijn daarin niet hetzelfde. Want de inlijving en inplanting in Christus en de weldaden die daaruit volgen worden de verworpenen (ofschoon ze gedoopt worden), zeker niet inderdaad meegedeeld, (alhoewel ze hen wel echt aangeboden worden) maar alleen ten aanzien van het sacrament. Want God roept alleen diegenen krachtig, en rechtvaardigt ze, wederbaart ze en verheerlijkt ze die Hij daartoe ook verkoren en verordineerd heeft. ((*Romeinen 8:30)) Maar de uitverkorenen, hetzij kinderen of volwassenen, worden evengelijk, of door de doop of voor de doop, ingelijfd en begiftigd met de toerekening der gerechtigheid, de vergeving der zonden en met het recht op het eeuwige leven; want ze zijn alleen evengelijk kinderen van God. \\ Maar de wedergeboorte geschiedt niet in allen op dezelfde manier; en ook de gaven van de Geest, het geloof, de hoop en de liefde worden aan allen niet in gelijke maat geschonken, of door allen in gelijke maat ontvangen, maar alleen naar de mate dat het God belieft en goed denkt. De gelijkenis van de talenten((*Matteüs 25:14)) leert ons dat heel duidelijk. En we lezen in Efeze 4:17 //Aan elk van ons is de genade gegeven naar de maat van de gave van Christus.// Men neemt de vruchten van de wedergeboorte in de één meer en groter waar dan in de ander.+Nee, want allen zijn daarin niet hetzelfde. Want de inlijving en inplanting in Christus en de weldaden die daaruit volgen worden de verworpenen (ofschoon ze gedoopt worden), zeker niet inderdaad meegedeeld, (alhoewel ze hen wel echt aangeboden worden) maar alleen ten aanzien van het sacrament. Want God roept alleen diegenen krachtig, en rechtvaardigt ze, wederbaart ze en verheerlijkt ze die Hij daartoe ook verkoren en verordineerd heeft. ((*Romeinen 8:30)) Maar de uitverkorenen, hetzij kinderen of volwassenen, worden evengelijk, of door de doop of voor de doop, ingelijfd en begiftigd met de toerekening der gerechtigheid, de vergeving der zonden en met het recht op het eeuwige leven; want ze zijn alleen evengelijk kinderen van God. \\ Maar de wedergeboorte geschiedt niet in allen op dezelfde manier; en ook de gaven van de Geest, het geloof, de hoop en de liefde worden aan allen niet in gelijke maat geschonken, of door allen in gelijke maat ontvangen, maar alleen naar de mate dat het God belieft en goed denkt. De gelijkenis van de talenten((*Matteüs 25:14)) leert ons dat heel duidelijk. En we lezen in Efeze 4:17 //Aan elk van ons is de genade gegeven naar de maat van de gave van Christus.//  Men neemt de vruchten van de wedergeboorte in de één meer en groter waar dan in de ander.
  
 ==== 55 Welk is het tweede doel van de doop? ==== ==== 55 Welk is het tweede doel van de doop? ====
Regel 332: Regel 335:
 ==== 57 Blijven al de zonden, of worden ze in de doop weggenomen? ==== ==== 57 Blijven al de zonden, of worden ze in de doop weggenomen? ====
  
-??? Vanwege de natuurstaat blijven ze inderdaad voorzover het de kracht, of de wortel en de materie van de zonde betreft. Maar ze worden weggenomen vanwege de stand van de persoon wat aangaat de schuld of de **??? form**  (ik ben niet zeker over dit woord, het kan hier en elders niet met vorm vertaalt worden, het omvat behalve de vorm ook de **handeling**) die de gelovigen niet toegerekend wordt+Vanwege de natuurstaat blijven de zonden inderdaad voorzover het de kracht, of de wortel en de materie van de zonde betreft. Maar ze worden weggenomen vanwege de stand van de persoon wat aangaat de schuld of de **??? form**  (ik ben niet zeker over dit woord, het kan hier en elders niet met vorm vertaalt worden, het omvat behalve de vorm ook de **daadwerkelijke handeling**) die de gelovigen niet toegerekend wordt, want in Romeinen 8:1 lezen we: zo is er dan nu geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn. Dat wil zeggen, al de zonden, zowel erfzonde als daadwerkelijke zonden, worden in de doop vergeven((*Ezechiël 36:25 *Zacharia 13:1 *Marcus 1:4 *1 Korintiërs 6:11 *Hebreeën 10:2 *Romeinen 11:26,27 en glossa ad Romeinen 6)). Daarom zegt Ambrosius: //Gods genade scheld ons alle onze zonden in de doop om niet// kwijt//,//  en, //de begeerlijkheid wordt in de doop weggenomen, niet opdat ze niet meer in de mens zij, maar opdat ze hem niet //hindere//. // \\ En ten andere wordt de zonde dagelijks meer en meer gedood((*Romeinen 6:6-12)), totdat ze eindelijk in de dood ten enenmale tenietgedaan en weggenomen zal wezen. \\ Dus dwalen degenen zeer die menen dat men door de doop in dit leven in dezelfde gerechtigheid en volkomenheid of zuiverheid van natuur gesteld wordt als Adam voor de val gehad heeft. 
 + 
 +  - Want de zonde blijft wonen in hem die de vergeving der zonden door de doop verkregen heeft((*Romeinen 7:17,18)). Maar niet om in hen te regeren of te heersen; nee, het is de bedoeling dat de wedergeboren mens de zonde als een vijand zou overwinnen, binden, onderdrukken en kwellen; zoals men van Adonibezek((*Richteren 1:6)) leest die door de Israëlieten overwonnen werd. Laten men zo de zonde de handen en de voeten afsnijden en doden, totdat men haar geheel en al ten onder gebracht heeft. 
 +  - De verdrukking des levens, ze zijn de straf der hel geweest en zijn alszodanig weggenomen; toch blijven ze nog wel, maar niet tot wraak of straf, maar tot beproeving en oefening; en tot meerder eer voor ons, opdat de inwonende zonde daardoor gedood zou worden; en opdat ons geloof en onze godzaligheid daardoor geoefend en vermeerderd zou worden. Zoals gezegd wordt in Richteren 3:1 //Dit nu zijn de volken, die de Here liet overblijven om door hen al die Israëlieten op de proef te stellen. //Met de bedoeling dat de lidmaten niet ongelijk zullen bevonden worden aan het Hoofd in wie ze ingelijfd zijn. Romeinen 8:17// immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.// 
 + 
 +==== 58 Wat is het juiste wettelijk gebruik van de doop? ==== 
 + 
 +Als wij ze gebruiken met het doel waarvoor ze door Christus ingesteld is; namelijk dat we in Christus alleen, zoeken en door het geloof aannemen, de vergeving van de zonden, de vernieuwing van onze natuur en de hemelse erfenis. We moeten de doop daarin zien als een goddelijk getuigschrift van die weldaden, die zo lang wij leven ons geloof zal versterken, en ons steeds zal betuigen dat de belofte der genade ons toekomt. En ook dat wij, daar ons onze zonden vergeven zijn, in genade aangenomen zijn. Ook onderwijst en vermaant de doop ons dat wij op deze conditie of voorwaarde gedoopt zijn, dat wij zouden wandelen in een vernieuwd leven; en ons met heel ons bestaan naar het eeuwige leven zouden uitstrekken. 
 + 
 +==== 59 Wat is de vrucht van de kinderdoop? ==== 
 + 
 +De kinderdoop strekt tot troost van de ouders, want het teken dat aan het kind gegeven wordt, versterkt als door een ingedrukt zegel, de belofte die aan de gelovige ouders gedaan is, namelijk dat de Here niet alleen haarzelf, maar ook haar kinderen tot een God zal zijn. Daardoor verblijden ze zich uitermate en maken Gods goedertierenheid groot. \\ De kinderdoop strekt daarnaast ook tot onderwijzing aan de kinderen als ze ouder worden; ze worden er door aangezet om die God ernstig en ijverig te dienen, die hen zo ernstig en plechtig met zo'n bijzonder zegelpand der aanneming, tot zijn kinderen aangenomen heeft, nog voor ze Hem, vanwege hun klein kind zijn, als een Vader konden erkennen. 
 + 
 +==== 60 Welke dingen strijden hiertegen? ==== 
 + 
 +  - Ten eerste de dwalingen van de papisten: 
 +      - Ze leren dat de doop van Johannes anders is geweest dan de doop van de apostelen. 
 +      - De reine en eenmalige instelling van de doop door Christus besmetten ze door daaraan van alles toe te voegen, zoals zout, olie, honing, blazing???, speeksel, bekruisen??? en brandende waskaarsen. 
 +      - Ze verwarren de kinderdoop met de volwassendoop door het vooraf stellen van vragen over het geloof en het ontvluchten van de duivel. 
 +      - Ze zeggen dat de doop voor alle gedoopten, zowel ongelovigen als gelovigen, door het dopen zelf (//ex opere operato//) de genade aanbrengt, rechtvaardig maakt, zonden vergeeft en ook heilig en heerlijk maakt. 
 +      - Ze beweren ook, wat nog maar kort geleden door sommige mensen verzonnen is, dat de doop een teken indrukt in de ziel. Dat ingedrukte teken noemen ze een //karakter,// dat niet verwijderd kan worden, zodat een christen daardoor zelfs ook in de hel van een jood en een heiden onderscheiden kan worden. 
 +      - Ze leren dat de waterdoop absoluut nodig is om zalig te worden. En dat er dus niemand zonder de doop zalig kan worden. 
 +      - Ze verwarren het dopen /ambt van bezweren??? en dopen met elkaar. Ze beweren dat ze de duivel uit de dopeling uitdrijven, terwijl iemand die werkelijk door de duivel bezeten is niet zou behoren gedoopt te worden. 
 +      - Ze laten vrouwen toe, als de zogenaamde nood het vereist, om de doop te bedienen. Als dan het kind toch in leven blijft brengen ze het naar de priester om alsnog het kind ook door hem te laten dopen. 
 +      - Ze dromen dat het water, of de ceremonieen van de doop een goddelijke kracht hebben. 
 +      - Ze bezweren en wijden het water van de doop, zoals de tovenaars doen, op de dag voor pasen en pinksteren. Terwijl de apostelen slecht gewoon water gebruikten dat ze overal vinden konden, zoals in Handelingen 8:38 bij de doop van de moorman. 
 +      - Ze achten het een vereiste om tot driemaal toe in te dopen. 
 +      - De kleine kindertjes die zonder de doop sterven stellen ze buiten het aangezicht van God en het eeuwige leven. Ze zouden dan in een zogenaamde voorburg der hel zijn, waar ze wel de straf dragen van de ??? schade, maar niet van het gevoelen. Ze begraven deze kinderen ook niet met de andere christenen in de gewijde aarde van het kerkhof maar buiten de gewone begraafplaats, tenzij ze in het lichaam van de moeder 'gedoopt' zijn. 
 +      - Ze dopen allerhande kinderen. 
 +      - Ze dopen ook dingen zoals klokken in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest; ja, met nog veel meer statie dan bij de doop van mensen. Want het is niemand geoorloofd klokken te dopen dan de bisschoppen alleen; (terwijl het zelfs bij hen aan vrouwen toegelaten wordt om mensen te dopen). Ze geven ook namen van vrouwen aan klokken, bijvoorbeeld //Margaretha//  of //Paulina //ik doop u in de naam des Vaders etc. Ze verzinnen ook dat door het geluid van de klokken, die zo gewijd en gedoopt zijn, de duivels, of het leger en de dreiging van de vijand, of ook onweer, hagel en plasregen, cyclonen en onstuimige stormwinden, donder, schadelijke bliksem en weerlicht verdreven worden, ook zou brand en vuur uitgeblust worden en zelfs doden zouden er hun vermaak in hebben. 
 +      - Ze verzinnen ook een geestelijk familieband tussen de gedoopten, zijn ouders, zijn kinderen en kindskinderen en tussen de getuigen of peten en zijn ouders of kinderen en kindskinderen. 
 +      - Ze stellen ook dat het teken en de betekende zaak, dat is het water en de Geest, natuurlijkerwijze aan elkaar gebonden en wezenlijk in elkaar zijn. 
 +      - Ze oordelen dat de doop minder is dan de monnikkengelofte. 
 +      - Ze bedienen de doop in een vreemde en uitheemse taal. 
 +  - Ook strijdt hiertegen de valse leer van degenen die staande willen houden, dat door de doop alleen maar de vorige zonden vergeven worden. Hieruit is ontstaan dat veel mensen in de oude kerk de doop ten onrechte uitstelden tot zelfs het laatste uur voor de dood toe. 
 +  - En ook de dwaling van het gewonen volk dat, aangaande het kind dat hen geboren is, tegen de herder van de gemeente zegt: God heeft mij een heiden gegeven, ik bid u dat gij hem een christen maakt. De doop maakt ons echter geen christenen, maar ze geeft te kennen dat we christenen zijn. 
 +  - Verder de dwaling van degenen die leren dat de doop veel minder waardig en nuttig is dan het avondmaal. Ze zeggen dat we wel in het avondmaal des heren, maar niet ook in de doop deel aan Christus krijgen. 
 +  - Ook strijdt hiertegen de leer van de Moren, Abessijnen genoemd, die terwijl ze niet tevreden zijn met de waterdoop, degenen die ze gedoopt hebben terstond met vuur brandmerken. Zoals Seleucus en Hermias uit Galatia, die zoals Augusinus vertelt, niet doopten met water, maar met vuur. Ze verstaan het woord vuur in de uitspraak van Johannes de Doper in Matteüs 3:11 //Die na mij komt zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur//, op een eigenlijk manier, terwijl het oneigenlijk bedoeld is voor de kracht van de Heilige Geest die de harten van de mensen reinigt en verlicht; hij spreekt daar van de inwendige doop. 
 +  - Ook de dwaling van sommige Oosterse en Zuidelijke naties die hun kleine kinderen tegelijk dopen en besnijden. 
 +  - Van de donatisten, die de kracht en waarde van de doop afmeten aan de waardigheid van de bedienaar. 
 +  - Van de wederdopers, die drijven dat men degenen die in het pausdom door de afgodendienaars gedoopt zijn behoort te herdopen. Ook weigeren ze de doop aan de kleinen kinderen en willen dat de doop alleen een teken en //livrei//  van de christelijke belijdenis. 
 +  - De dwaling van Marcion die leerde dat men een en dezelfde mens, zo hij zich schandelijk in zonde verloor, zelfs wel tot twee of drie keer opnieuw behoorde te dopen. En ook de dwaling van de dagdopers, die de dagelijkse doop invoerden vanwege het feit dat de mens toch dagelijks zondigt. 
 +  - De zonde van hen die, alhoewel ze begiftigt zijn met de kennis van het evangelie, toch hun kinderen in het pausdom door de valse herders laten dopen.
  
  


Paginahulpmiddelen