Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:47 [17-02-2021 om 11.32 uur] – Externe bewerking 127.0.0.1 | institutie:47 [24-04-2024 om 10.23 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 3: | Regel 3: | ||
==== 1. Waar komt het woord ' | ==== 1. Waar komt het woord ' | ||
- | Het Latijnse woord // | + | Het Latijnse woord // |
+ | In het Latijn is // | ||
- | //Op hoeveel manieren wordt het woord ' | + | //Op hoeveel manieren wordt dit woord voor ' |
Op twee manieren: | Op twee manieren: | ||
- | - In eigenlijke zin. Dan bedoelen we de eenvoudige | + | - In eigenlijke zin. Dan bedoelen we een gewone |
- In oneigenlijke zin wordt het woord op veel verschillende manieren gebruikt: | - In oneigenlijke zin wordt het woord op veel verschillende manieren gebruikt: | ||
- | - Bij wijze van een gelijkenis.Zo wordt de zondvloed waar God de zonden van de wereld mee strafte en waarin Hij het huisgezin van Noach in de ark bewaarde, een doop genoemd als een voorbeeld | + | - Bij wijze van een gelijkenis.Zo wordt de zondvloed waar God de zonden van de wereld mee strafte en waarin Hij het huisgezin van Noach in de ark bewaarde, een doop genoemd als een " |
- | - Bij wijze van een overneming. Zo wordt het gebruikt voor de zending en uitstorting van de Heilige Geest, of voor de bijzonder gaven van de Heilige Geest die de gelovigen soms ontvingen door de waterdoop. Als in Handelingen 1:5 "Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze." Zo wordt er gesproken van de doop des Geestes of de vuurs. | + | - Als een figuurlijke manier van spreken. Zo wordt het gebruikt voor de zending en uitstorting van de Heilige Geest, of voor de bijzonder gaven van de Heilige Geest die de gelovigen soms ontvingen door de waterdoop. Als in Handelingen 1:5 "Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze." Zo wordt er gesproken van de doop des Geestes of de vuurs. |
- Bij wijze van een synecdoche, dat wil zeggen: een deel wordt genomen voor het geheel. Zo wordt het woord doop gebruikt voor heel de leer en dienst van Johannes in Johannes 4:1 en 3:23, zie ook Matteüs 21:25 " | - Bij wijze van een synecdoche, dat wil zeggen: een deel wordt genomen voor het geheel. Zo wordt het woord doop gebruikt voor heel de leer en dienst van Johannes in Johannes 4:1 en 3:23, zie ook Matteüs 21:25 " | ||
- Door een overnoeming en door uitnemendheid ??? Voor het gewone sacrament der gemeente waardoor wij ons in het openbaar begeven in de dienst van onze kapitein Christus, om onder Hem de christelijke krijg te voeren en waardoor we ons aan Hem door een eed verplichten en verbinden. Dit sacrament wordt door de Kerkvaders waterdoop genoemd of ook wel doop des bloeds omdat de kracht van de doop ontleend wordt aan het bloed van Christus. 1Johannes 1:7 "Het bloed van Christus reinigt ons van alle zonden" | - Door een overnoeming en door uitnemendheid ??? Voor het gewone sacrament der gemeente waardoor wij ons in het openbaar begeven in de dienst van onze kapitein Christus, om onder Hem de christelijke krijg te voeren en waardoor we ons aan Hem door een eed verplichten en verbinden. Dit sacrament wordt door de Kerkvaders waterdoop genoemd of ook wel doop des bloeds omdat de kracht van de doop ontleend wordt aan het bloed van Christus. 1Johannes 1:7 "Het bloed van Christus reinigt ons van alle zonden" | ||
Regel 174: | Regel 175: | ||
==== 36. Aangezien het teken degenen toekomt die deel hebben aan de belofte, waarom de kleine kinderen gedoopt worden, zal men hen dan ook het avondmaal des Heren uitreiken? ==== | ==== 36. Aangezien het teken degenen toekomt die deel hebben aan de belofte, waarom de kleine kinderen gedoopt worden, zal men hen dan ook het avondmaal des Heren uitreiken? ==== | ||
- | Sommige oudvaders zijn van dat gevoelen geweest, zoals Cyprianus ((Serm. 5 de lapsis)) en ook Augustinus ((Lib. de excl. dogmat. cap. 52)) daartoe bewogen zijnde door de woorden uit Johannes 6:53 //tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet, en Zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in uzelf.// \\ Maar wij gaan daar niet in mee; want deze plaats spreekt niet van het sacramenteel eten, maar van het geestelijk eten. Het spreekt van het geloof waardoor de gelovigen die op Christus steunen levend gemaakt worden. Ze vertrouwen dat hij voor hen Zijn lichaam heeft opgeofferd en Zijn bloed heeft uitgestort. Op deze wijze is het vlees van Christus voor ons een spijs en Zijn bloed voor ons een drank geworden. \\ Ook werd daarvoor wel aangedragen de spreuk: //die de belofte toekomt, die komt ook het teken toe//. Dit is wel waar, maar dan wel naar Gods schikking en naar de eigenschap van ieder sacrament. In dier voege namelijk dat het sacrament der inlijving zowel aan de kinderen als aan de volwassenen op gelijke wijze medegedeeld wordt; alhoewel in het Oude Testament alleen aan de manspersonen, | + | Sommige oudvaders zijn van dat gevoelen geweest, zoals Cyprianus ((Serm. 5 de lapsis)) en ook Augustinus ((Lib. de excl. dogmat. cap. 52)) daartoe bewogen zijnde door de woorden uit Johannes 6:53 //tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet, en Zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in uzelf.// \\ Maar wij gaan daar niet in mee; want deze plaats spreekt niet van het sacramenteel eten, maar van het geestelijk eten. Het spreekt van het geloof waardoor de gelovigen die op Christus steunen levend gemaakt worden. Ze vertrouwen dat hij voor hen Zijn lichaam heeft opgeofferd en Zijn bloed heeft uitgestort. Op deze wijze is het vlees van Christus voor ons een spijs en Zijn bloed voor ons een drank geworden. \\ Ook werd daarvoor wel aangedragen de spreuk: //die de belofte toekomt, die komt ook het teken toe//. Dit is wel waar, maar dan wel naar Gods schikking en naar de eigenschap van ieder sacrament. In dier voege namelijk dat het sacrament der inlijving zowel aan de kinderen als aan de volwassenen op gelijke wijze medegedeeld wordt; alhoewel in het Oude Testament alleen aan de manspersonen, |
==== 37. Waarom wilde Christus in zijn dertigste jaar gedoopt worden, daar Hij immers de vergeving der zonden en de wedergeboorte niet nodig had? ((*Lucas 3:23)) ==== | ==== 37. Waarom wilde Christus in zijn dertigste jaar gedoopt worden, daar Hij immers de vergeving der zonden en de wedergeboorte niet nodig had? ((*Lucas 3:23)) ==== | ||
Regel 302: | Regel 303: | ||
==== 52 Is het ene sacrament niet beter als het andere? ==== | ==== 52 Is het ene sacrament niet beter als het andere? ==== | ||
- | Niet ten aanzien van //het wezen//, dat wil zeggen, niet daarin alsof men in de doop alleen ontving de gave van de genade van Christus en niet Christus zelf; maar in het avondmaal het lichaam en bloed van Christus, alhoewel ze niet alle (als ons tegensprekers zeggen) | + | Niet ten aanzien van //het wezen//, |
- | Maar alleen //in de reden//, dat is ten aanzien zowel van ons begin of opgang in Christus, als van onze toeneming en onderhouding | + | Maar alleen //in de reden//, |
+ | |||
+ | Daar het uitnemender is voor het eeuwige leven gevoed en gekoesterd te worden, (in dier voege dat men altijd herboren mensen blijft), | ||
==== 53 Wat zijn de doeleinden van de doop? ==== | ==== 53 Wat zijn de doeleinden van de doop? ==== | ||
Regel 316: | Regel 319: | ||
- De doop onderwijst ons dat wij gelijkvormig moeten worden aan het beeld van de Zoon van God; zowel in het kruis, de dood en de begrafenis, alsook in de verlossing, opstanding en toekomende heerlijkheid((*Romeinen 8:19)). | - De doop onderwijst ons dat wij gelijkvormig moeten worden aan het beeld van de Zoon van God; zowel in het kruis, de dood en de begrafenis, alsook in de verlossing, opstanding en toekomende heerlijkheid((*Romeinen 8:19)). | ||
- De doop verwekt ons om onze naasten zonder vooringenomenheid en met liefde tegemoet te treden; onszelf voortdurend te doden ofwel te bekeren en om ons leven tot eer van God te leven((*Romeinen 6:4)). | - De doop verwekt ons om onze naasten zonder vooringenomenheid en met liefde tegemoet te treden; onszelf voortdurend te doden ofwel te bekeren en om ons leven tot eer van God te leven((*Romeinen 6:4)). | ||
- | - Zij dient tot de vole verzekerdheid en versterking van ons geloof; en ook tot troost in elke aanvechting, | + | - Zij dient tot de volle verzekerdheid en versterking van ons geloof; en ook tot troost in elke aanvechting, |
- | ==== 54 Worden deze weldaden gelijkelijk door allen genoten die de doop ontvangen. | + | ==== 54 Worden deze weldaden gelijkelijk door allen genoten die de doop ontvangen. ==== |
- | Nee, want allen zijn daarin niet hetzelfde. Want de inlijving en inplanting in Christus en de weldaden die daaruit volgen worden de verworpenen (ofschoon ze gedoopt worden), zeker niet inderdaad meegedeeld, (alhoewel ze hen wel echt aangeboden worden) maar alleen ten aanzien van het sacrament. Want God roept alleen diegenen krachtig, en rechtvaardigt ze, wederbaart ze en verheerlijkt ze die Hij daartoe ook verkoren en verordineerd heeft. ((*Romeinen 8:30)) Maar de uitverkorenen, | + | Nee, want allen zijn daarin niet hetzelfde. Want de inlijving en inplanting in Christus en de weldaden die daaruit volgen worden de verworpenen (ofschoon ze gedoopt worden), zeker niet inderdaad meegedeeld, (alhoewel ze hen wel echt aangeboden worden) maar alleen ten aanzien van het sacrament. Want God roept alleen diegenen krachtig, en rechtvaardigt ze, wederbaart ze en verheerlijkt ze die Hij daartoe ook verkoren en verordineerd heeft. ((*Romeinen 8:30)) Maar de uitverkorenen, |
==== 55 Welk is het tweede doel van de doop? ==== | ==== 55 Welk is het tweede doel van de doop? ==== | ||
Regel 332: | Regel 335: | ||
==== 57 Blijven al de zonden, of worden ze in de doop weggenomen? ==== | ==== 57 Blijven al de zonden, of worden ze in de doop weggenomen? ==== | ||
- | ??? Vanwege de natuurstaat blijven | + | Vanwege de natuurstaat blijven |
+ | |||
+ | - Want de zonde blijft wonen in hem die de vergeving der zonden door de doop verkregen heeft((*Romeinen 7:17,18)). Maar niet om in hen te regeren of te heersen; nee, het is de bedoeling dat de wedergeboren mens de zonde als een vijand zou overwinnen, binden, onderdrukken en kwellen; zoals men van Adonibezek((*Richteren 1:6)) leest die door de Israëlieten overwonnen werd. Laten men zo de zonde de handen en de voeten afsnijden en doden, totdat men haar geheel en al ten onder gebracht heeft. | ||
+ | - De verdrukking des levens, ze zijn de straf der hel geweest en zijn alszodanig weggenomen; toch blijven ze nog wel, maar niet tot wraak of straf, maar tot beproeving en oefening; en tot meerder eer voor ons, opdat de inwonende zonde daardoor gedood zou worden; en opdat ons geloof en onze godzaligheid daardoor geoefend en vermeerderd zou worden. Zoals gezegd wordt in Richteren 3:1 //Dit nu zijn de volken, die de Here liet overblijven om door hen al die Israëlieten op de proef te stellen. //Met de bedoeling dat de lidmaten niet ongelijk zullen bevonden worden aan het Hoofd in wie ze ingelijfd zijn. Romeinen 8:17// immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.// | ||
+ | |||
+ | ==== 58 Wat is het juiste wettelijk gebruik van de doop? ==== | ||
+ | |||
+ | Als wij ze gebruiken met het doel waarvoor ze door Christus ingesteld is; namelijk dat we in Christus alleen, zoeken en door het geloof aannemen, de vergeving van de zonden, de vernieuwing van onze natuur en de hemelse erfenis. We moeten de doop daarin zien als een goddelijk getuigschrift van die weldaden, die zo lang wij leven ons geloof zal versterken, en ons steeds zal betuigen dat de belofte der genade ons toekomt. En ook dat wij, daar ons onze zonden vergeven zijn, in genade aangenomen zijn. Ook onderwijst en vermaant de doop ons dat wij op deze conditie of voorwaarde gedoopt zijn, dat wij zouden wandelen in een vernieuwd leven; en ons met heel ons bestaan naar het eeuwige leven zouden uitstrekken. | ||
+ | |||
+ | ==== 59 Wat is de vrucht van de kinderdoop? ==== | ||
+ | |||
+ | De kinderdoop strekt tot troost van de ouders, want het teken dat aan het kind gegeven wordt, versterkt als door een ingedrukt zegel, de belofte die aan de gelovige ouders gedaan is, namelijk dat de Here niet alleen haarzelf, maar ook haar kinderen tot een God zal zijn. Daardoor verblijden ze zich uitermate en maken Gods goedertierenheid groot. \\ De kinderdoop strekt daarnaast ook tot onderwijzing aan de kinderen als ze ouder worden; ze worden er door aangezet om die God ernstig en ijverig te dienen, die hen zo ernstig en plechtig met zo'n bijzonder zegelpand der aanneming, tot zijn kinderen aangenomen heeft, nog voor ze Hem, vanwege hun klein kind zijn, als een Vader konden erkennen. | ||
+ | |||
+ | ==== 60 Welke dingen strijden hiertegen? ==== | ||
+ | |||
+ | - Ten eerste de dwalingen van de papisten: | ||
+ | - Ze leren dat de doop van Johannes anders is geweest dan de doop van de apostelen. | ||
+ | - De reine en eenmalige instelling van de doop door Christus besmetten ze door daaraan van alles toe te voegen, zoals zout, olie, honing, blazing???, speeksel, bekruisen??? | ||
+ | - Ze verwarren de kinderdoop met de volwassendoop door het vooraf stellen van vragen over het geloof en het ontvluchten van de duivel. | ||
+ | - Ze zeggen dat de doop voor alle gedoopten, zowel ongelovigen als gelovigen, door het dopen zelf (//ex opere operato//) de genade aanbrengt, rechtvaardig maakt, zonden vergeeft en ook heilig en heerlijk maakt. | ||
+ | - Ze beweren ook, wat nog maar kort geleden door sommige mensen verzonnen is, dat de doop een teken indrukt in de ziel. Dat ingedrukte teken noemen ze een // | ||
+ | - Ze leren dat de waterdoop absoluut nodig is om zalig te worden. En dat er dus niemand zonder de doop zalig kan worden. | ||
+ | - Ze verwarren het dopen /ambt van bezweren??? en dopen met elkaar. Ze beweren dat ze de duivel uit de dopeling uitdrijven, terwijl iemand die werkelijk door de duivel bezeten is niet zou behoren gedoopt te worden. | ||
+ | - Ze laten vrouwen toe, als de zogenaamde nood het vereist, om de doop te bedienen. Als dan het kind toch in leven blijft brengen ze het naar de priester om alsnog het kind ook door hem te laten dopen. | ||
+ | - Ze dromen dat het water, of de ceremonieen van de doop een goddelijke kracht hebben. | ||
+ | - Ze bezweren en wijden het water van de doop, zoals de tovenaars doen, op de dag voor pasen en pinksteren. Terwijl de apostelen slecht gewoon water gebruikten dat ze overal vinden konden, zoals in Handelingen 8:38 bij de doop van de moorman. | ||
+ | - Ze achten het een vereiste om tot driemaal toe in te dopen. | ||
+ | - De kleine kindertjes die zonder de doop sterven stellen ze buiten het aangezicht van God en het eeuwige leven. Ze zouden dan in een zogenaamde voorburg der hel zijn, waar ze wel de straf dragen van de ??? schade, maar niet van het gevoelen. Ze begraven deze kinderen ook niet met de andere christenen in de gewijde aarde van het kerkhof maar buiten de gewone begraafplaats, | ||
+ | - Ze dopen allerhande kinderen. | ||
+ | - Ze dopen ook dingen zoals klokken in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest; ja, met nog veel meer statie dan bij de doop van mensen. Want het is niemand geoorloofd klokken te dopen dan de bisschoppen alleen; (terwijl het zelfs bij hen aan vrouwen toegelaten wordt om mensen te dopen). Ze geven ook namen van vrouwen aan klokken, bijvoorbeeld // | ||
+ | - Ze verzinnen ook een geestelijk familieband tussen de gedoopten, zijn ouders, zijn kinderen en kindskinderen en tussen de getuigen of peten en zijn ouders of kinderen en kindskinderen. | ||
+ | - Ze stellen ook dat het teken en de betekende zaak, dat is het water en de Geest, natuurlijkerwijze aan elkaar gebonden en wezenlijk in elkaar zijn. | ||
+ | - Ze oordelen dat de doop minder is dan de monnikkengelofte. | ||
+ | - Ze bedienen de doop in een vreemde en uitheemse taal. | ||
+ | - Ook strijdt hiertegen de valse leer van degenen die staande willen houden, dat door de doop alleen maar de vorige zonden vergeven worden. Hieruit is ontstaan dat veel mensen in de oude kerk de doop ten onrechte uitstelden tot zelfs het laatste uur voor de dood toe. | ||
+ | - En ook de dwaling van het gewonen volk dat, aangaande het kind dat hen geboren is, tegen de herder van de gemeente zegt: God heeft mij een heiden gegeven, ik bid u dat gij hem een christen maakt. De doop maakt ons echter geen christenen, maar ze geeft te kennen dat we christenen zijn. | ||
+ | - Verder de dwaling van degenen die leren dat de doop veel minder waardig en nuttig is dan het avondmaal. Ze zeggen dat we wel in het avondmaal des heren, maar niet ook in de doop deel aan Christus krijgen. | ||
+ | - Ook strijdt hiertegen de leer van de Moren, Abessijnen genoemd, die terwijl ze niet tevreden zijn met de waterdoop, degenen die ze gedoopt hebben terstond met vuur brandmerken. Zoals Seleucus en Hermias uit Galatia, die zoals Augusinus vertelt, niet doopten met water, maar met vuur. Ze verstaan het woord vuur in de uitspraak van Johannes de Doper in Matteüs 3:11 //Die na mij komt zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur//, op een eigenlijk manier, terwijl het oneigenlijk bedoeld is voor de kracht van de Heilige Geest die de harten van de mensen reinigt en verlicht; hij spreekt daar van de inwendige doop. | ||
+ | - Ook de dwaling van sommige Oosterse en Zuidelijke naties die hun kleine kinderen tegelijk dopen en besnijden. | ||
+ | - Van de donatisten, die de kracht en waarde van de doop afmeten aan de waardigheid van de bedienaar. | ||
+ | - Van de wederdopers, | ||
+ | - De dwaling van Marcion die leerde dat men een en dezelfde mens, zo hij zich schandelijk in zonde verloor, zelfs wel tot twee of drie keer opnieuw behoorde te dopen. En ook de dwaling van de dagdopers, die de dagelijkse doop invoerden vanwege het feit dat de mens toch dagelijks zondigt. | ||
+ | - De zonde van hen die, alhoewel ze begiftigt zijn met de kennis van het evangelie, toch hun kinderen in het pausdom door de valse herders laten dopen. | ||