Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
| Beide kanten vorige revisieVorige revisie | |||
| institutie:48 [08-09-2025 om 12.47 uur] – Cornelis Bregman | institutie:48 [09-09-2025 om 10.23 uur] (huidige) – Cornelis Bregman | ||
|---|---|---|---|
| Regel 925: | Regel 925: | ||
| ==== 119. En wat houdt het vijfde doel in? ==== | ==== 119. En wat houdt het vijfde doel in? ==== | ||
| - | De bevestiging van het Nieuwe Testament tussen God en mensen, dat wil zeggen de belofte van het evangelie ten aanzien van de vergeving van de zonden. Daardoor betuigt God dat Hij allen in genade aanneemt en hun de zonden vergeeft omwille van de verdienste, het lijden en de dood van Christus, die vanuit het ware en levende geloof dit sacrament gebruiken. Dat heeft Hij immers | + | De bevestiging van het Nieuwe Testament tussen God en mensen, dat wil zeggen de belofte van het evangelie ten aanzien van de vergeving van de zonden. Daardoor betuigt God dat Hij allen die vanuit het ware en levende geloof dit sacrament gebruiken, |
| Zo is het Avondmaal een liefelijk teken van het verbond waarin Gods Zoon Zich met ons verbindt, waardoor Hij ons in zijn goedheid en genade aanneemt, en wij van onze kant met Hem een verbond maken met de verzekering dat we in Hem geloven, zijn weldaden uit genade ontvangen, en dat we liever al ons bezit kwijtraken dan Hem niet te gehoorzamen. | Zo is het Avondmaal een liefelijk teken van het verbond waarin Gods Zoon Zich met ons verbindt, waardoor Hij ons in zijn goedheid en genade aanneemt, en wij van onze kant met Hem een verbond maken met de verzekering dat we in Hem geloven, zijn weldaden uit genade ontvangen, en dat we liever al ons bezit kwijtraken dan Hem niet te gehoorzamen. | ||
| Regel 931: | Regel 931: | ||
| ==== 120. Wat is het zesde doel? ==== | ==== 120. Wat is het zesde doel? ==== | ||
| - | Het sacrament moet ook een pand zijn van onze opstanding. Dat geldt in de eerste plaats de geestelijke opstanding in dit leven die we daarom de eerste opstanding noemen en die betrekking heeft op de ziel.((*Romeinen 6:4,5,11 *Openbaring 20:5,6)) Wie daaraan deelheeft, over hem zal de tweede dood geen macht meer uitoefenen.((*Openbaring 20:6)) Dat geldt vervolgens ook de lichamelijke opstanding op de jongste dag, de dag waarop het lichaam zal opstaan; en dan spreken we over de tweede opstanding, die ons van de eerste dood verlost((*Openbaring 20:13)), en ook het eeuwige leven en de eeuwige zaligheid schenkt. Die mogen we dan beërven door de kracht van Christus’ opstanding uit de doden. Dan zal gelden wat in Johannes 6:54 staat: “Wie mijn vlees uit en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem opwekken ten jongsten dage.” | + | Het sacrament moet ook een pand zijn van onze opstanding. Dat geldt in de eerste plaats de geestelijke opstanding in dit leven die we daarom de eerste opstanding noemen en die betrekking heeft op de ziel.((*Romeinen 6:4,5,11 *Openbaring 20:5,6)) Wie daaraan deelheeft, over hem zal de tweede dood geen macht meer uitoefenen.((*Openbaring 20:6)) Dat geldt vervolgens ook de lichamelijke opstanding op de jongste dag, de dag waarop het lichaam zal opstaan; en dan spreken we over de tweede opstanding, die ons van de eerste dood verlost((*Openbaring 20:13)), en ook het eeuwige leven en de eeuwige zaligheid schenkt. Die mogen we dan beërven door de kracht van Christus’ opstanding uit de doden. Dan zal gelden wat in Johannes 6:54 staat: “Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem opwekken ten jongsten dage.” |
| ==== 121. Wat is het zevende doel? ==== | ==== 121. Wat is het zevende doel? ==== | ||
| - | Ook moet het sacrament een pand zijn van onze geestelijke gemeenschap, | + | Ook moet het sacrament een pand zijn van onze geestelijke gemeenschap, |
| Hieruit volgt opnieuw dat onze gemeenschap met Christus niet van lichamelijke en natuurlijke aard is, omdat de gemeenschap van de kerk of gemeente niet lichamelijk is, maar zich op een verborgen en geheel geestelijke wijze manifesteert. | Hieruit volgt opnieuw dat onze gemeenschap met Christus niet van lichamelijke en natuurlijke aard is, omdat de gemeenschap van de kerk of gemeente niet lichamelijk is, maar zich op een verborgen en geheel geestelijke wijze manifesteert. | ||
| Regel 941: | Regel 941: | ||
| Het brood ontstaat immers na het malen van veel graankorrels en het daarna bakken van het meel; en de wijn ontstaat door het persen van veel druiven. Zo groeien wij als vele gelovigen tezamen op in één verborgen lichaam, waarvan Christus het Hoofd is. In Romeinen 12:4-5 lezen we: “Want gelijk wij in één lichaam vele leden hebben, (…), zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander” – we zijn als mensen in Christus Jezus van hetzelfde lichaam. | Het brood ontstaat immers na het malen van veel graankorrels en het daarna bakken van het meel; en de wijn ontstaat door het persen van veel druiven. Zo groeien wij als vele gelovigen tezamen op in één verborgen lichaam, waarvan Christus het Hoofd is. In Romeinen 12:4-5 lezen we: “Want gelijk wij in één lichaam vele leden hebben, (…), zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander” – we zijn als mensen in Christus Jezus van hetzelfde lichaam. | ||
| - | Deze gemeenschap der heiligen komt voort uit de gemeenschap die wij met Christus als ons Hoofd hebben – zoals oorzaak en gevolg bij elkaar horen. Hieruit volgt vanzelfsprekend ook de overeenstemming in de wil, en daaruit komt de liefde voort, de eendracht en het één van hart en ziel zijn van hen die aan het avondmaal | + | Deze gemeenschap der heiligen komt voort uit de gemeenschap die wij met Christus als ons Hoofd hebben – zoals oorzaak en gevolg bij elkaar horen. Hieruit volgt vanzelfsprekend ook de overeenstemming in de wil, en daaruit komt de liefde voort, de eendracht en het één van hart en ziel zijn van hen die aan het Avondmaal |
| Het Avondmaal is voor ons ook een voorschrift waaruit we kunnen leren dat we, als de nood dat eist, onze lichamen tot eer van God en tot bescherming van onze naasten moeten opofferen en ons leven daarvoor moeten overgeven. We moeten ons er ook aan gewennen om de bezittingen die God ons gegeven heeft, in liefde en met een voor allen geldende milde vrijgevigheid rijkelijk te schenken aan de armen en allen die hulp nodig hebben. Laat het een aansporing zijn om te volharden in de broederlijke liefde – een liefde die voortkomt uit het heerlijke onderpand van Gods liefde voor ons, arme zondaren. Het moet echter verre van ons zijn om dit zoals bij de wederdopers het belangrijkste doel van het Avondmaal te laten zijn. Het mag ook niet zo zijn dat deze heilige en verborgen zaken alleen een voorschrift tot navolging voor ons zijn en ons alleen enkele verborgen zaken in herinnering brengen. | Het Avondmaal is voor ons ook een voorschrift waaruit we kunnen leren dat we, als de nood dat eist, onze lichamen tot eer van God en tot bescherming van onze naasten moeten opofferen en ons leven daarvoor moeten overgeven. We moeten ons er ook aan gewennen om de bezittingen die God ons gegeven heeft, in liefde en met een voor allen geldende milde vrijgevigheid rijkelijk te schenken aan de armen en allen die hulp nodig hebben. Laat het een aansporing zijn om te volharden in de broederlijke liefde – een liefde die voortkomt uit het heerlijke onderpand van Gods liefde voor ons, arme zondaren. Het moet echter verre van ons zijn om dit zoals bij de wederdopers het belangrijkste doel van het Avondmaal te laten zijn. Het mag ook niet zo zijn dat deze heilige en verborgen zaken alleen een voorschrift tot navolging voor ons zijn en ons alleen enkele verborgen zaken in herinnering brengen. | ||
| Regel 948: | Regel 948: | ||
| - Het sacrament moet een getuigenis zijn van onze belijdenis en van de overeenstemming met de leer en het geloof in Christus. | - Het sacrament moet een getuigenis zijn van onze belijdenis en van de overeenstemming met de leer en het geloof in Christus. | ||
| - | - Het is ook een teken dat wij niet meer behoren bij de onderdanen van de satan, en ook dat we geen heidenen zijn, geen aanhangers van de Islam, geen Joden en geen roomsen, en dat we niet behoren tot de een of andere sekte die niets te maken heeft met het ware kennen van Christus. | + | - Het is ook een teken dat wij niet meer behoren bij de onderdanen van de satan, en ook dat we geen heidenen zijn, geen moslims, geen Joden en geen roomsen, en dat we niet behoren tot de een of andere sekte die niets te maken heeft met het ware kennen van Christus. |
| - Het is een benadrukken van de belofte om in het geloof en de kennis van het Evangelie te zullen volharden, hoe het ook verder gaan mag. | - Het is een benadrukken van de belofte om in het geloof en de kennis van het Evangelie te zullen volharden, hoe het ook verder gaan mag. | ||
| - Het is eveneens een geestelijke band waarmee de openbare eredienst van de gemeente wordt onderhouden. | - Het is eveneens een geestelijke band waarmee de openbare eredienst van de gemeente wordt onderhouden. | ||
| - | - Het is een hulpmiddel in de beoefening van de godzaligheid, | + | - Het is een hulpmiddel in de beoefening van de godzaligheid, |
| - Het is ten slotte een troost in alle aanvechtingen. | - Het is ten slotte een troost in alle aanvechtingen. | ||
| ==== 123. Ontvangen en ervaren alle gelovigen in gelijke mate de kracht en de vrucht van het Heilig Avondmaal? ==== | ==== 123. Ontvangen en ervaren alle gelovigen in gelijke mate de kracht en de vrucht van het Heilig Avondmaal? ==== | ||
| - | Nee, zeker niet! Maar het is zoals Origines zegt: de kracht en de vrucht ervan zijn er in overeenstemming met de toestand, de grootte en de omstandigheden van het geloof in hen die tot het Avondmaal komen. | + | Nee, zeker niet! Maar het is zoals Origines zegt: de kracht en de vrucht ervan zijn in overeenstemming met de toestand, de grootte en de omstandigheden van het geloof in hen die tot het Avondmaal komen. |
| ==== 124. Wat is de juiste manier om het Heilig Avondmaal te bedienen? ==== | ==== 124. Wat is de juiste manier om het Heilig Avondmaal te bedienen? ==== | ||
| Regel 962: | Regel 962: | ||
| Laat het op de volgende manier bediend worden. | Laat het op de volgende manier bediend worden. | ||
| - | - Het moet zo bediend worden dat het op de beste manier overeenkomt met de eenvoud van de oorspronkelijke instelling, en vrij is van alle bijgeloof en uitwendige praal. Ambrosius zegt namelijk dat de sacramenten geen goud zoeken en zij die niet om goud gekocht zijn, hebben daarin ook geen behagen. Bovendien moet het bediend worden door godzalige en wettige dienaren van de gemeente. Er zijn wel mensen die denken dat het Avondmaal in vroeger tijd ook wel in de huizen bediend werd en dat het daarom niet nodig was dat er dienaren van het Woord bij betrokken waren – zoals men ook niet leest dat er in alle huizen waar men het paaslam at, priesters | + | - Het moet zo bediend worden dat het op de beste manier overeenkomt met de eenvoud van de oorspronkelijke instelling, en vrij is van alle bijgeloof en uitwendige praal. Ambrosius zegt namelijk dat de sacramenten geen goud zoeken en zij die niet om goud gekocht zijn, hebben daarin ook geen behagen. Bovendien moet het bediend worden door godzalige en wettige dienaren van de gemeente. Er zijn wel mensen die denken dat het Avondmaal in vroeger tijd ook wel in de huizen bediend werd en dat het daarom niet nodig was dat er dienaren van het Woord bij betrokken waren – zoals men ook niet leest dat in alle huizen waar men het paaslam at, priesters aanwezig waren. Dit komt echter niet overeen met de instelling door Christus. De dienaren moeten de dienst ernstig en eerbiedig leiden, de gebeden uitspreken, de woorden van de instelling duidelijk voorlezen en uitleggen, en de leden van de gemeente nodigen om tot de heilige tafel te naderen. Ze moeten door hun eigen voorbeeld de gemeente aanmoedigen en voorhouden om ordelijk en met een geschikt hart te komen en wat ze hun geven, met eerbied aan te nemen. Ten slotte moeten ze ertoe opwekken om niet aan de tekenen te blijven hangen, maar hun harten hoog op te heffen. |
| - De dienaren moeten de leden van de gemeente ook voorhouden dat ze met christelijke liefde en weldadigheid de armen tegemoet treden. Daarom wordt het Avondmaal ook wel de maaltijd van de liefde genoemd, omdat het Avondmaal tot gevolg had dat men de armen een milde handreiking gaf. | - De dienaren moeten de leden van de gemeente ook voorhouden dat ze met christelijke liefde en weldadigheid de armen tegemoet treden. Daarom wordt het Avondmaal ook wel de maaltijd van de liefde genoemd, omdat het Avondmaal tot gevolg had dat men de armen een milde handreiking gaf. | ||
| - De dienaren moeten de dood des Heren verkondigen. Het past namelijk niet om het Avondmaal zwijgend te bedienen. Nee, het is goed als men de geschiedenis leest van het lijden van Christus of iets dergelijks, of dat men psalmen zingt of over de dood des Heren een preek houdt. | - De dienaren moeten de dood des Heren verkondigen. Het past namelijk niet om het Avondmaal zwijgend te bedienen. Nee, het is goed als men de geschiedenis leest van het lijden van Christus of iets dergelijks, of dat men psalmen zingt of over de dood des Heren een preek houdt. | ||
| Regel 974: | Regel 974: | ||
| In de tijd van Justinus brachten de diakenen na de bediening van het Avondmaal des Heren wel alles wat overgebleven was naar hen die door ziekte niet in de gemeente aanwezig konden zijn. Ze brachten dat ook wel bij vreemden en bij bisschoppen die ter plaatse een tijdelijk verblijf hadden. Eusebius vertelt((In Eccl. hist. lib. 5. cap. 29)) dat de bisschop van Rome dat gewoon was, maar dan gebeurde dat zonder bijgelovigheid en met als enige doel om een teken te geven van eendracht en overeenstemming in de leer en heel de belijdenis. We moeten er echter niet op letten of men dat vroeger gedaan heeft, maar het gaat om de vraag of men daar goed aan gedaan heeft. Die manier van doen is nu [in ieder geval] veranderd in een schandelijk bijgeloof. Daardoor brengt men het sacrament nu alleen bij degenen die op sterven liggen, en dat om winstbejag. Daarbij maakt men de mensen wijs dat ze dit nodig hebben om zalig te worden. Daarom is de gewoonte om het brood en de wijn van het Avondmaal bij diegenen te brengen die er niet bij tegenwoordig waren, heel terecht in onze gemeenten afgeschaft. | In de tijd van Justinus brachten de diakenen na de bediening van het Avondmaal des Heren wel alles wat overgebleven was naar hen die door ziekte niet in de gemeente aanwezig konden zijn. Ze brachten dat ook wel bij vreemden en bij bisschoppen die ter plaatse een tijdelijk verblijf hadden. Eusebius vertelt((In Eccl. hist. lib. 5. cap. 29)) dat de bisschop van Rome dat gewoon was, maar dan gebeurde dat zonder bijgelovigheid en met als enige doel om een teken te geven van eendracht en overeenstemming in de leer en heel de belijdenis. We moeten er echter niet op letten of men dat vroeger gedaan heeft, maar het gaat om de vraag of men daar goed aan gedaan heeft. Die manier van doen is nu [in ieder geval] veranderd in een schandelijk bijgeloof. Daardoor brengt men het sacrament nu alleen bij degenen die op sterven liggen, en dat om winstbejag. Daarbij maakt men de mensen wijs dat ze dit nodig hebben om zalig te worden. Daarom is de gewoonte om het brood en de wijn van het Avondmaal bij diegenen te brengen die er niet bij tegenwoordig waren, heel terecht in onze gemeenten afgeschaft. | ||
| - | Cyprianus zegt((In brief 3, boek 2.)) ook dat we bij de bediening van dit sacrament niet anders behoren te doen dan wat Christus | + | Cyprianus zegt((In brief 3, boek 2.)) ook dat we bij de bediening van dit sacrament niet anders behoren te doen dan wat Christus |
| ==== 126. Wanneer en hoe vaak behoort men het Avondmaal te vieren? ==== | ==== 126. Wanneer en hoe vaak behoort men het Avondmaal te vieren? ==== | ||
| - | De Here heeft ons geen bepaalde tijden voorgeschreven, | + | De Here heeft ons geen bepaalde tijden voorgeschreven, |
| Augustinus zegt dat hij het dagelijks gebruik van het sacrament niet kan prijzen of kan afkeuren, maar wel zegt hij: “Toch roep ik u ertoe op dat u het alle zondagen ontvangt. En als het niet dikwijls kan plaatsvinden, | Augustinus zegt dat hij het dagelijks gebruik van het sacrament niet kan prijzen of kan afkeuren, maar wel zegt hij: “Toch roep ik u ertoe op dat u het alle zondagen ontvangt. En als het niet dikwijls kan plaatsvinden, | ||
| Regel 986: | Regel 986: | ||
| ==== 127. Hoe behoren we naar het Avondmaal des Heren te gaan? ==== | ==== 127. Hoe behoren we naar het Avondmaal des Heren te gaan? ==== | ||
| - | Niet op een lichtzinnige en onwaardige manier. Zoals een medicijn voor het lichaam niet helpt als men het op een verkeerde en ook schadelijke manier gebruikt als men het niet op de juiste tijd, plaats en manier hanteert, niet met de juiste hoeveelheid en niet gericht op deze bepaalde ziekte waar het bij past – zo doet ook het Avondmaal des Heren geen kracht als een heilzaam medicijn voor de ziel, als men het op een verkeerde manier gebruikt; ja, dan is het juist hinderlijk. De apostel zegt immers in 1 Korintiërs 11:27: “Wie [dus] op onwaardige wijze het brood eet of de beker des Heren drinkt, zal zich bezondigen aan het lichaam en bloed des Heren.” | + | Niet op een lichtzinnige en onwaardige manier. Zoals een medicijn voor het lichaam niet helpt als men het op een verkeerde en ook schadelijke manier gebruikt; als men het niet op de juiste tijd, plaats en manier hanteert; niet met de juiste hoeveelheid en niet gericht op deze bepaalde ziekte waar het bij past – zo doet ook het Avondmaal des Heren geen kracht als een heilzaam medicijn voor de ziel, als men het op een verkeerde manier gebruikt; ja, dan is het juist hinderlijk. De apostel zegt immers in 1 Korintiërs 11:27: “Wie [dus] op onwaardige wijze het brood eet of de beker des Heren drinkt, zal zich bezondigen aan het lichaam en bloed des Heren.” |
| ==== 128. Hoeveel soorten mensen gaan er aan het Avondmaal? ==== | ==== 128. Hoeveel soorten mensen gaan er aan het Avondmaal? ==== | ||
| Regel 1008: | Regel 1008: | ||
| Nee, maar zij moeten juist weten dat dit zo belangrijke onderpand gegeven wordt, opdat het geloof aangaande de vergeving van de zonden daardoor zal worden aangewakkerd en bevestigd. Hierdoor zal de ziel die met God verzoend is, Hem ook opnieuw aanroepen en Hem met een goed geweten dienen. De ziel moet niet vertrouwen op haar eigen waardigheid, | Nee, maar zij moeten juist weten dat dit zo belangrijke onderpand gegeven wordt, opdat het geloof aangaande de vergeving van de zonden daardoor zal worden aangewakkerd en bevestigd. Hierdoor zal de ziel die met God verzoend is, Hem ook opnieuw aanroepen en Hem met een goed geweten dienen. De ziel moet niet vertrouwen op haar eigen waardigheid, | ||
| - | ==== 131. Welke raad geeft de apostel nu aan het die aan het Avondmaal deelnemen? ==== | + | ==== 131. Welke raad geeft de apostel nu aan hen die aan het Avondmaal deelnemen? ==== |
| Dat de mens zichzelf beproeven moet, en “dan” – als hij zich namelijk beproefd heeft en ervaart dat hij door Gods genade mag gaan – “ete van het brood en drinke uit de beker”.((*1 Korintiërs 11:28)) | Dat de mens zichzelf beproeven moet, en “dan” – als hij zich namelijk beproefd heeft en ervaart dat hij door Gods genade mag gaan – “ete van het brood en drinke uit de beker”.((*1 Korintiërs 11:28)) | ||
| Regel 1023: | Regel 1023: | ||
| ==== 133. Wie wordt tot dit beproeven geroepen? ==== | ==== 133. Wie wordt tot dit beproeven geroepen? ==== | ||
| - | Paulus zegt dat de mens zichzelf moet beproeven, want niemand kan beter en met meer zekerheid oordelen of hij in het geloof is dan hijzelf. Het is vervolgens zo dat niet de onwaardigheid van een ander maar die van onszelf ons veroordeelt. Bovendien weet ook niemand beter wat er in ons hart schuilt of hoe wij ons tegenover God staan dan wijzelf.((*1 Korintiërs 2:11)) Ten slotte wordt uit de woorden van Paulus wel duidelijk dat ieder kan weten wat hem te doen staat. Niemand mag zich inbeelden dat hier een zogenaamd ‘ingewonden’ geloof vereist wordt of dat men blijft leunen op het geloof van een ander. Nee, zegt de apostel, laat ieder zichzélf beproeven en niet zijn medemens. Niemand mag namelijk zijn naaste oordelen en evenmin denken dat de onwaardigheid van een ander hem zou kunnen verhinderen. Ieder moet namelijk voor zichzelf rekenschap geven, zegt Romeinen 14:12. | + | Paulus zegt dat de mens zichzelf moet beproeven, want niemand kan beter en met meer zekerheid oordelen of hij in het geloof is dan hijzelf. Het is vervolgens zo dat niet de onwaardigheid van een ander maar die van onszelf ons veroordeelt. Bovendien weet ook niemand beter wat er in ons hart schuilt of hoe wij tegenover God staan dan wijzelf.((*1 Korintiërs 2:11)) Ten slotte wordt uit de woorden van Paulus wel duidelijk dat ieder kan weten wat hem te doen staat. Niemand mag zich inbeelden dat hier een zogenaamd ‘ingewonden’ geloof vereist wordt of dat men blijft leunen op het geloof van een ander. Nee, zegt de apostel, laat ieder zichzélf beproeven en niet zijn medemens. Niemand mag namelijk zijn naaste oordelen en evenmin denken dat de onwaardigheid van een ander hem zou kunnen verhinderen. Ieder moet namelijk voor zichzelf rekenschap geven, zegt Romeinen 14:12. |
| Dit is echter geen beletsel voor de dienaars en herders van de gemeente, die de gemeenteleden wél mogen onderzoeken hoe ze in de leer van de godzaligheid zijn gevorderd. En als het nodig is, moet hij hun ook privéonderwijs, | Dit is echter geen beletsel voor de dienaars en herders van de gemeente, die de gemeenteleden wél mogen onderzoeken hoe ze in de leer van de godzaligheid zijn gevorderd. En als het nodig is, moet hij hun ook privéonderwijs, | ||
| Regel 1039: | Regel 1039: | ||
| ==== 136. Welke straf kunnen zij die het brood des Heren onwaardig gebruiken, tegemoet zien? ==== | ==== 136. Welke straf kunnen zij die het brood des Heren onwaardig gebruiken, tegemoet zien? ==== | ||
| - | Er zijn verschillende maten en graden in onwaardigheid, | + | Er zijn verschillende maten en graden in onwaardigheid, |
| Een andere mate van onwaardigheid heeft betrekking op de gelovigen, namelijk op hen “die het lichaam des Heren niet onderscheiden”; | Een andere mate van onwaardigheid heeft betrekking op de gelovigen, namelijk op hen “die het lichaam des Heren niet onderscheiden”; | ||
| Regel 1063: | Regel 1063: | ||
| In het geheel niet. Daarvoor zijn de volgende redenen: | In het geheel niet. Daarvoor zijn de volgende redenen: | ||
| - | - Als ze het zichzelf iets aandoen door zich een oordeel te eten, is dat niet het eten van Christus, die ons gegeven is tot het leven en gerechtigheid. | + | - Als ze zichzelf iets aandoen door zich een oordeel te eten, is dat niet het eten van Christus, die ons gegeven is tot het leven en gerechtigheid. |
| - | - De belofte van genade zegt alleen de gelovigen toe dat zij deel hebben aan het lichaam van Christus; en de sacramenten zijn alleen voor de gelovigen werkelijk een sacrament, maar beslist niet voor d ongelovigen. 2 Korintiërs 6:15 is immers duidelijk: “Welke overeenstemming is er tussen Christus en Belial, of welk deel heeft een gelovige samen met een ongelovige? | + | - De belofte van genade zegt alleen de gelovigen toe dat zij deel hebben aan het lichaam van Christus; en de sacramenten zijn alleen voor de gelovigen werkelijk een sacrament, maar beslist niet voor de ongelovigen. 2 Korintiërs 6:15 is immers duidelijk: “Welke overeenstemming is er tussen Christus en Belial, of welk deel heeft een gelovige samen met een ongelovige? |
| - De apostel zegt dat niemand deel kan nemen aan de tafel des Heren (dus aan het voedsel dat op deze tafel wordt toebereid), én aan tafel van de duivel (dus gemeenschap onderhouden met de duivel en boze geesten).((*1 Korintiërs 10:21)) | - De apostel zegt dat niemand deel kan nemen aan de tafel des Heren (dus aan het voedsel dat op deze tafel wordt toebereid), én aan tafel van de duivel (dus gemeenschap onderhouden met de duivel en boze geesten).((*1 Korintiërs 10:21)) | ||
| - De betekende zaak wordt met het hart genoten en niet met de mond; Christus wordt immers niet ontvangen door onderdelen van het lichaam, maar alleen door het geloof((*Efeze 3:17)) – en dat hebben de goddelozen niet. | - De betekende zaak wordt met het hart genoten en niet met de mond; Christus wordt immers niet ontvangen door onderdelen van het lichaam, maar alleen door het geloof((*Efeze 3:17)) – en dat hebben de goddelozen niet. | ||
| Regel 1082: | Regel 1082: | ||
| ==== 142. De dienaar van het Woord kan niet weten wie waardig of onwaardig zijn [om het Avondmaal te gebruiken]. Mag hij daarom met een goed geweten ieder wel aan het Avondmaal des Heren toelaten? ==== | ==== 142. De dienaar van het Woord kan niet weten wie waardig of onwaardig zijn [om het Avondmaal te gebruiken]. Mag hij daarom met een goed geweten ieder wel aan het Avondmaal des Heren toelaten? ==== | ||
| - | De kerk oordeelt niet over de verborgen dingen en ziet dus ook niet wat er in het binnenste van het hart is, maar ze spreekt wel haar oordeel uit in overeenstemming met het richtsnoer van Gods wet. Daarom is het goed als de dienaar van het Woord God Zelf laat oordelen hoe het in het hart van ieder gesteld is. Degene die een vroom leven leidt, zonder schulden is en van wie geen openbare zonden bekend zijn, mag hij toelaten. Daartegenover is hij wel verplicht om degenen die verstrikt zijn in dwalingen en tegen de fundamenten van de leer ingaan, van de tafel te weren – en daarvan is de kerkenraad al van te voren op de hoogte. Deze plicht van de dienaar des Woords om van de tafel te weren geldt ook voor lasteraars, ketters, afgodendienaars, | + | De kerk oordeelt niet over de verborgen dingen en ziet dus ook niet wat er in het binnenste van het hart is, maar ze spreekt wel haar oordeel uit in overeenstemming met het richtsnoer van Gods wet. Daarom is het goed als de dienaar van het Woord God zelf laat oordelen hoe het in het hart van ieder gesteld is. Degene die een vroom leven leidt, zonder schulden is en van wie geen openbare zonden bekend zijn, mag hij toelaten. Daartegenover is hij wel verplicht om degenen die verstrikt zijn in dwalingen en tegen de fundamenten van de leer ingaan, van de tafel te weren – en daarvan is de kerkenraad al van te voren op de hoogte. Deze plicht van de dienaar des Woords om van de tafel te weren geldt ook voor lasteraars, ketters, afgodendienaars, |
| - | Christus | + | Christus |
| ==== 143. Is het een middelmatige kwestie als je het Avondmaal gebruikt of als je je daarvan onthoudt? ==== | ==== 143. Is het een middelmatige kwestie als je het Avondmaal gebruikt of als je je daarvan onthoudt? ==== | ||
| Regel 1097: | Regel 1097: | ||
| ==== 144. Zullen we in het eeuwige leven nog sacramentele tekenen van het lichaam en bloed van Christus nodig hebben? ==== | ==== 144. Zullen we in het eeuwige leven nog sacramentele tekenen van het lichaam en bloed van Christus nodig hebben? ==== | ||
| - | Nee, want we zijn dan ook lichamelijk bij Christus. De sacramenten hebben afgedaan als de lichamelijke tegenwoordigheid van Christus aan Zijn kerk is teruggegeven, | + | Nee, want we zijn dan ook lichamelijk bij Christus. De sacramenten hebben afgedaan als de lichamelijke tegenwoordigheid van Christus aan zijn kerk is teruggegeven, |
| ==== 145. Welke dingen zijn in strijd met de leer van het Heilig Avondmaal? ==== | ==== 145. Welke dingen zijn in strijd met de leer van het Heilig Avondmaal? ==== | ||
| Regel 1117: | Regel 1117: | ||
| - Ze beweren eveneens dat dit offer ook aan anderen wordt geschonken vanwege het gedane werk. | - Ze beweren eveneens dat dit offer ook aan anderen wordt geschonken vanwege het gedane werk. | ||
| - Ze stellen dat het offer van de mis er voor zorgt dat niet alleen levenden verlost worden van zonden, straffen en andere moeiten, maar ook verdienste hebben om de gestorvenen uit het door hen verzonnen vagevuur te verlossen. | - Ze stellen dat het offer van de mis er voor zorgt dat niet alleen levenden verlost worden van zonden, straffen en andere moeiten, maar ook verdienste hebben om de gestorvenen uit het door hen verzonnen vagevuur te verlossen. | ||
| - | - Ze verzinnen dat de mispriester Christus aan God de Vader offert, en zo stellen ze hem als een middelaar tussen Christus en de Vader. Hierdoor wordt het offer van Christus aan het kruis geheel en al tenietgedaan, | + | - Ze verzinnen dat de mispriester Christus aan God de Vader offert, en zo stellen ze hem als een middelaar tussen Christus en de Vader. Hierdoor wordt het offer van Christus aan het kruis geheel en al tenietgedaan, |
| - Bovendien onthouden ze op een godslasterlijke manier aan de leken het tweede onderdeel van het Avondmaal, namelijk de beker, hoewel het concilie van Constanz stelt dat dit ingaat tegen de instelling van Christus en de gewoonte in de vroegchristelijke kerk. | - Bovendien onthouden ze op een godslasterlijke manier aan de leken het tweede onderdeel van het Avondmaal, namelijk de beker, hoewel het concilie van Constanz stelt dat dit ingaat tegen de instelling van Christus en de gewoonte in de vroegchristelijke kerk. | ||
| - Ze willen dat de zaken die Christus toch echt wel van elkaar heeft onderscheiden, | - Ze willen dat de zaken die Christus toch echt wel van elkaar heeft onderscheiden, | ||
| Regel 1129: | Regel 1129: | ||
| - Ze beweren ook dat de oorbiecht nodig is voor hen die het sacrament zullen ontvangen. | - Ze beweren ook dat de oorbiecht nodig is voor hen die het sacrament zullen ontvangen. | ||
| - Ze bedienen de mis in een vreemde en onbekende taal. | - Ze bedienen de mis in een vreemde en onbekende taal. | ||
| - | - Bij het bedienen van de mis roepen ze ook heiligen aan, waarbij ze tegelijk ook hun verzonnen en ingebeelde verdiensten opsommen. | + | - Bij het bedienen van de mis roepen ze heiligen aan, waarbij ze tegelijk ook hun verzonnen en ingebeelde verdiensten opsommen. |
| - Ze houden een mis ter ere van de heiligen, zodat zij voor hen tot God zullen bidden, waardoor de gedachtenis aan Christus en Zijn voorbede verduisterd en zelfs verworpen wordt. | - Ze houden een mis ter ere van de heiligen, zodat zij voor hen tot God zullen bidden, waardoor de gedachtenis aan Christus en Zijn voorbede verduisterd en zelfs verworpen wordt. | ||
| - Ze denken dat het gebruik van het Avondmaal beslist nodig is voor hen die op sterven liggen. | - Ze denken dat het gebruik van het Avondmaal beslist nodig is voor hen die op sterven liggen. | ||
| Regel 1156: | Regel 1156: | ||
| - De dwaling van hen die de heilige handelingen [van het sacrament] zonder enige eerbied uitvoeren alsof het om heel gewone dagelijkse dingen gaat. Ze denken dat het hun vrij staat om het Avondmaal te gebruiken of zich daarvan te onthouden. Daarom gebruiken ze het ook maar heel zelden, omdat het niet in het minste een onderdeel is van hun godsdienstige praktijk – terwijl het door God juist zo ernstig aan ons wordt opgedragen. | - De dwaling van hen die de heilige handelingen [van het sacrament] zonder enige eerbied uitvoeren alsof het om heel gewone dagelijkse dingen gaat. Ze denken dat het hun vrij staat om het Avondmaal te gebruiken of zich daarvan te onthouden. Daarom gebruiken ze het ook maar heel zelden, omdat het niet in het minste een onderdeel is van hun godsdienstige praktijk – terwijl het door God juist zo ernstig aan ons wordt opgedragen. | ||
| - De dwaling van sommige mensen, die tegen de openlijke instelling door Christus zelf((*Lucas 22:19)) in, beweren dat het Avondmaal niet in de plaats gekomen is van het Pascha, maar van het manna [in de woestijn]. Dit manna is echter geen gewoon en blijvend sacrament geweest, en er lopen ook geen lijnen naar het Avondmaal. Er is namelijk in het manna geen teken dat wijst op de verdienste van Christus – en dat is toch het voornaamste waarover het in het Avondmaal gaat. | - De dwaling van sommige mensen, die tegen de openlijke instelling door Christus zelf((*Lucas 22:19)) in, beweren dat het Avondmaal niet in de plaats gekomen is van het Pascha, maar van het manna [in de woestijn]. Dit manna is echter geen gewoon en blijvend sacrament geweest, en er lopen ook geen lijnen naar het Avondmaal. Er is namelijk in het manna geen teken dat wijst op de verdienste van Christus – en dat is toch het voornaamste waarover het in het Avondmaal gaat. | ||
| - | - De dwaling van een zekere liberale vrijdenker, de Nederlander Jodocus Harchius Montensis, die niet wil aannemen dat het gekruisigde lichaam van Christus zelf door ons genomen en gegeten wordt. Hij gaat ervanuit dat Christus | + | - De dwaling van een zekere liberale vrijdenker, de Nederlander Jodocus Harchius Montensis, die niet wil aannemen dat het gekruisigde lichaam van Christus zelf door ons genomen en gegeten wordt. Hij gaat ervanuit dat Christus |