Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:6 [28-02-2020 om 11.23 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:6 [29-08-2024 om 17.25 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | ====== | + | ====== De engelen ====== |
==== 1. Wat betekent het woord ' | ==== 1. Wat betekent het woord ' | ||
Regel 6: | Regel 6: | ||
Dit woord wordt toegeschreven: | Dit woord wordt toegeschreven: | ||
- | | + | |
+ | | ||
- aan Johannes de doper in Maleachi 3:1. "Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt de Here der heerscharen." | - aan Johannes de doper in Maleachi 3:1. "Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt de Here der heerscharen." | ||
- aan de voorgangers van de gemeenten in Maleachi 2:7: "Want de lippen van de priester bewaren kennis en uit zijn mond zoekt men onderricht in de wet, want een bode van de Here der heerscharen is hij". | - aan de voorgangers van de gemeenten in Maleachi 2:7: "Want de lippen van de priester bewaren kennis en uit zijn mond zoekt men onderricht in de wet, want een bode van de Here der heerscharen is hij". | ||
Regel 23: | Regel 24: | ||
==== 4. Maar wanneer zijn de engelen geschapen? ==== | ==== 4. Maar wanneer zijn de engelen geschapen? ==== | ||
- | Niet van eeuwigheid: want alleen de Zoon van God is er van eeuwigheid geweest. Hieruit volgt dat de engelen zijn geschapen in het begin van alle dingen. Op welke dag dat is geweest, kunnen we niet precies zeggen, hoewel uit de boeken van Mozes opgemaakt kan worden dat ze op de eerste dag geschapen zijn; op de dag waarop de hemel geschapen werd, waarvan zij inwoners zijn. Daarom worden zij ook hemelse engelen genoemd ((*Matteüs 24:36. *Galaten 1:8.)). Dat Mozes de schepping van de engelen verzweeg, toen hij de schepping van al het geschapene beschreef, heeft als reden dat het zijn voornemen was zijn vertellingen te voegen naar het verstand en het begrip van het eenvoudige volk. Daarom heeft hij alleen de schepping van de zichtbare dingen beschreven. | + | Niet van eeuwigheid: want alleen de Zoon van God is er van eeuwigheid geweest. Hieruit volgt dat de engelen zijn geschapen in het begin van alle dingen. Op welke dag dat is geweest, kunnen we niet precies zeggen, hoewel uit de boeken van Mozes opgemaakt kan worden dat ze op de eerste dag geschapen zijn; op de dag waarop de hemel geschapen werd, waarvan zij inwoners zijn. Daarom worden zij ook hemelse engelen genoemd ((*Matteüs 24:36 *Galaten 1:8)). Dat Mozes de schepping van de engelen verzweeg, toen hij de schepping van al het geschapene beschreef, heeft als reden dat het zijn voornemen was zijn vertellingen te voegen naar het verstand en het begrip van het eenvoudige volk. Daarom heeft hij alleen de schepping van de zichtbare dingen beschreven. |
==== 5. Christus zegt dat de engelen altijd het aangezicht van de Vader zien. Maar dan zijn ze er toch altijd al geweest? ==== | ==== 5. Christus zegt dat de engelen altijd het aangezicht van de Vader zien. Maar dan zijn ze er toch altijd al geweest? ==== | ||
- | Christus zegt dit in Mattheus | + | Christus zegt dit in Matteüs |
==== 6. Wat is een engel? ==== | ==== 6. Wat is een engel? ==== | ||
Regel 39: | Regel 40: | ||
==== 8. Hoedanig zijn de engelen geschapen? ==== | ==== 8. Hoedanig zijn de engelen geschapen? ==== | ||
- | Allen zijn zij goed geschapen, want Genesis 1:31 zegt: "En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed." Wel zijn sommige engelen gevallen, | + | Allen zijn zij goed geschapen, want Genesis 1:31 zegt: "En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed." Wel zijn sommige engelen gevallen, |
==== 9. Zijn de engelen veranderlijk of onveranderlijk? | ==== 9. Zijn de engelen veranderlijk of onveranderlijk? | ||
- | Wat betreft hun wezen, zijn ze onvergankelijk, | + | Wat betreft hun wezen, zijn ze onvergankelijk, |
- | ==== 10. Wat is de oorzaak dat sommigen van de engelen van de waarheid zijn afgevallen en de anderen in de genade en de waarheid blijven staan? ==== | + | ==== 10. Wat is de oorzaak dat sommige |
- | De naaste oorzaak en zonder middel is de goede wil van de engelen zelf, in welke zij van God in het begin geschapen zijn. Het middel of de belangrijkste oorzaak, de genadige goedwilligheid van God, waardoor | + | Ten eerste |
- | Maar de belangrijkste oorzaak is het eeuwig vast en onveranderlijk besluit, raad en welbehagen van God, uit Zijn wijsheid voortgekomen, | + | De belangrijkste oorzaak is het eeuwig vast en onveranderlijk besluit, |
- | ==== 11. Mogen diegenen | + | ==== 11. Kunnen degenen |
- | Geenszins: want ze zijn oprecht gelukzalig: "Want Ik zeg u, dat hun engelen in de hemelen voortdurend het aangezicht zien van mijn Vader, die in de hemelen is." Matteüs 18:10.Doch niet van nature maar door genade | + | Geenszins, want ze zijn oprecht gelukzalig: "Want Ik zeg u, dat hun engelen in de hemelen voortdurend het aangezicht zien van mijn Vader, die in de hemelen is" |
==== 12. Maar als zij niet meer kunnen zondigen en ellendig worden, hebben ze dan niet opgehouden van vrije wil en goeddunken te zijn? ==== | ==== 12. Maar als zij niet meer kunnen zondigen en ellendig worden, hebben ze dan niet opgehouden van vrije wil en goeddunken te zijn? ==== | ||
- | Beslist | + | Juist niet, want al wat ze willen, willen ze vrijwillig. Ja wat meer is: zij zijn nog veel vrijwilliger dan ze waren toen ze konden zondigen én niet-zondigen. Want ze zijn nu zó vrij van zonde, dat ze niet kunnen zondigen en zó vrij van ellendigheid, dat ze niet meer ellendig kunnen zijn, want ze zijn uitermate |
==== 13. Welke namen worden aan de engelen gegeven? ==== | ==== 13. Welke namen worden aan de engelen gegeven? ==== | ||
- Geesten, vanwege hun natuur, hun geestelijk wezen. | - Geesten, vanwege hun natuur, hun geestelijk wezen. | ||
- | - Lichte sterren of morgensterren((*Job 38:7.)), omdat ze van een zeer zuivere, lichte en schijnende of glinsterende natuur zijn. | + | - Lichte sterren of morgensterren,((*Job 38:7)) omdat ze van een zeer zuivere, lichte en schijnende of glinsterende natuur zijn. |
- | - Kinderen of zonen van God, niet vanwege hun wezen of natuur, zoals de eniggeboren Zoon, maar door aanneming tot kinderen, en vanwege de genade, of ter onderscheiding, | + | - Kinderen of zonen van God, niet vanwege hun wezen of natuur, zoals dat het geval is bij de eniggeboren Zoon, maar door aanneming tot kinderen, en dat vanwege de genade, of ook ter onderscheiding, |
- | - Engelen, | + | - Engelen, vanwege hun ambt. |
- | - Goden, vanwege hun waardigheid en macht. De satan wordt de god van deze eeuw genoemd.((*2 Korintiërs 4:4.)) | + | - Goden, vanwege hun waardigheid en macht. De satan wordt de god van deze eeuw genoemd.((*2 Korintiërs 4:4)) |
- | - Overheden en machten in de hemel, | + | - Overheden en machten in de hemel, |
- | - Serafs, vanwege hun werking, of ' | + | - Serafs, vanwege hun werking, of ' |
- | - Cherubim, vanwege de gedaante van de verschijningen, | + | - Cherubim, vanwege de gedaante van de verschijningen, |
- | - Idem mannen((*Genesis 18:2. *Lucas 24:4. *Handelingen 1:10.)) en mannen van God.((*Judas 1:13.)) | + | - Mannen((*Genesis 18:2 *Lucas 24:4 *Handelingen 1:10)) en mannen van God((*Judas 1:13)). |
- | - Dan diensthalve wakers | + | - Wakers |
==== 14. Op hoeveel manieren zijn de engelen aan de mensen verschenen? ==== | ==== 14. Op hoeveel manieren zijn de engelen aan de mensen verschenen? ==== | ||
- | - In dromen zoals in Matteüs 1:20 wordt gezegd dat de engel aan Jozef, | + | - In dromen, zoals in Matteüs 1:20 wordt gezegd dat de engel aan Jozef, |
- | - In gezichten zoals aan de profeten: en dat of wel zonder een oprecht en waar lichaam, maar nochtans | + | - In gezichten, zoals aan de profeten: en dat ofwel zonder een echt lichaam, maar niet zonder enige lichamelijke gedaante, of nadat zij een echt lichaam aangenomen |
==== 15. Mochten de engelen mensen genoemd worden toen ze ware menselijke lichamen aannamen? ==== | ==== 15. Mochten de engelen mensen genoemd worden toen ze ware menselijke lichamen aannamen? ==== | ||
- | Geenszins, want zij waren niet met de menselijke natuur verenigd, maar zij hebben, om met Augustinus te spreken, die lichamen als kleren | + | Geenszins, want zij waren niet geheel en al met de menselijke natuur verenigd, maar zij hebben, om met Augustinus te spreken, die lichamen als kleren |
==== 16. Wat is er met die lichamen gebeurd toen de engelen terugkeerden naar de hemel? ==== | ==== 16. Wat is er met die lichamen gebeurd toen de engelen terugkeerden naar de hemel? ==== | ||
- | Die uit niet geschapen waren, zijn weer tot niet geworden, en die van de aarde gemaakt waren, zijn weer teruggekeerd tot die materie, of ook tot niet geworden. Want iets tot niet te brengen, is even eenvoudig als iets uit niet te scheppen. | + | De lichamen die uit niet geschapen waren, zijn weer tot niet geworden, en de lichamen |
==== 17. Veranderen de engelen ook van plaats en volbrengen ze hun werk binnen een bepaalde tijd? ==== | ==== 17. Veranderen de engelen ook van plaats en volbrengen ze hun werk binnen een bepaalde tijd? ==== | ||
- | Ja zij, aangezien zij eindige geesten zijn nochtans | + | Ja, aangezien zij eindige geesten zijn. Hoewel ze niet te beschrijven zijn, want ze worden door plaats niet gemeten, |
- | In Hebreeën 2:14 worden ze alle gedienstige geesten genoemd uitgezonden | + | In Hebreeën 2:14 worden ze allen gedienstige geesten genoemd, uitgezonden |
- | ==== 18. Wat is het getal van de engelen? ==== | + | ==== 18. Hoeveel |
- | Daar wordt gezegd | + | In Daniel 7:10 wordt gezegd |
- | ==== 19. Is er een ordening | + | ==== 19. Is er een orde van rangen of functies onder de engelen? ==== |
- | Niemand | + | Niemand die enigszins |
- | Dat er heilige overheden en trappen van heilige overheden onder de engelen zouden zijn, zoals degenen | + | Dat er heilige overheden en trappen van heilige overheden onder de engelen zouden zijn, zoals de aanhangers |
- | ==== 20. Heeft een ieder zijn eigen naam? ==== | + | ==== 20. Heeft eenieder |
- | De namen die haar voor een tijd gegeven worden om de ambten die haar opgelegd zijn, zijn geen eigen namen maar noem-namen of ten aanzien van ons, verschillende manieren waardoor ze Gods wil volbrengen, krachtig uitvoeren en de mensen verschijnen als in Daniel 8:16 en 9:21 en Lucas 1:19. Daar wordt gedacht van een Gabriel, wiens naam betekend: de sterkte van God, omdat God door hem zijn macht uitvoert. Zo ook Daniel 10:13 van een Michael dat betekent: wie is als de sterke God. In Tobit 3:19, van Rafael, welke naam komt van helen/ gezond maken, want hij was gekomen om Sara en Tobias gezond te maken: gelijkerwijs ook van een Uriël. 4 Ezra 4:1 van het licht, omdat hij gekomen was om Ezra te verlichten en te onderwijzen. | + | De namen die hun voor een tijd gegeven worden om de ambten die hen opgelegd zijn, zijn geen eigennamen |
- | ==== 21. Hebben de engelen enige kennis van dingen? ==== | + | ==== 21. Hebben de engelen |
- Ze hebben een natuurlijke kennis van God in de schepping gegeven: want ze zijn verstandige geesten. Daarvan zegt Christus in Johannes 8:44 dat sommige in de waarheid of in de kennis van de waarheid zijn blijven staan en sommige niet. | - Ze hebben een natuurlijke kennis van God in de schepping gegeven: want ze zijn verstandige geesten. Daarvan zegt Christus in Johannes 8:44 dat sommige in de waarheid of in de kennis van de waarheid zijn blijven staan en sommige niet. | ||
- Ze hebben een geopenbaarde kennis vanuit de Goddelijke openbaring: zoals in Daniel 8:16 en 9:22. De verborgenheid van de zeventig weken was de engel Gabriel geopenbaard opdat hij het Daniel zou bekent maken en Daniel de gemeente. | - Ze hebben een geopenbaarde kennis vanuit de Goddelijke openbaring: zoals in Daniel 8:16 en 9:22. De verborgenheid van de zeventig weken was de engel Gabriel geopenbaard opdat hij het Daniel zou bekent maken en Daniel de gemeente. | ||
- Ze hebben ook een ervaren kennis die ze verkrijgen door ervaring en optekening van de dingen die hier van ons geschieden. Efeziers 3:10: de menigerlei wijsheid van God die in de roeping van de heidenen klaar schijnt, is de engelen geopenbaard door de dienst van de prediking van het evangelie dat in de gemeente geschied. Zo wordt ook in Lucas 15:10 gezegd dat de engelen zich zeer verblijden over de boetvaardige zondaar die zich bekeerd, daar ze behoeders over zijn. | - Ze hebben ook een ervaren kennis die ze verkrijgen door ervaring en optekening van de dingen die hier van ons geschieden. Efeziers 3:10: de menigerlei wijsheid van God die in de roeping van de heidenen klaar schijnt, is de engelen geopenbaard door de dienst van de prediking van het evangelie dat in de gemeente geschied. Zo wordt ook in Lucas 15:10 gezegd dat de engelen zich zeer verblijden over de boetvaardige zondaar die zich bekeerd, daar ze behoeders over zijn. | ||
- | - Daarboven hebben ze nog een bovennatuurlijke kennis waardoor ze God zo volkomen zien en kennen dat ze geenszins van Hem zouden willen of kunnen willen afvallen. Daarin is haar gelukzaligheid gelegen.((*Matteüs 18:10.)) | + | - Daarboven hebben ze nog een bovennatuurlijke kennis waardoor ze God zo volkomen zien en kennen dat ze geenszins van Hem zouden willen of kunnen willen afvallen. Daarin is hun gelukzaligheid gelegen.((*Matteüs 18:10)) |
- | ==== 22. Weten de engelen de daden van ieder mens of wat hij doet, zegt of lijdt? ==== | + | ==== 22. Weten de engelen de daden van ieder mens en al wat hij doet, zegt of lijdt? ==== |
- | Nee, want in Hebreeën 4:13 wordt gezegd dat voor God alle dingen open en ontbloot zijn voor zijn ogen: maar nochtans weten ze het van die mensen over wie haar van God belast | + | Nee, want in Hebreeën 4:13 wordt gezegd dat voor God alle dingen open en ontbloot zijn voor zijn ogen: maar nochtans weten ze het van die mensen over wie zij door God belast |
- | ==== 23. Maar wat? Hebben | + | ==== 23. Maar hebben |
Nee, want God alleen is kenner van de harten, tenzij de mensen hun gedachten en genegenheid door werken en tekenen te kennen geven, of God haar die openbaart. Want als gezegd wordt: "Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is?" (1 Korintiërs 2:11). | Nee, want God alleen is kenner van de harten, tenzij de mensen hun gedachten en genegenheid door werken en tekenen te kennen geven, of God haar die openbaart. Want als gezegd wordt: "Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is?" (1 Korintiërs 2:11). | ||
Regel 126: | Regel 127: | ||
==== 25. Wat te denken van de macht en de kracht van de engelen? ==== | ==== 25. Wat te denken van de macht en de kracht van de engelen? ==== | ||
- | - Zij vermogen door natuurlijke kracht in de lichamelijke dingen te werken al hetgeen de lichamen van nature kan aankomen (nochtans geen wonderen doen, dan in zoveel God haar dienst in het doen van wonderen placht te gebruiken) ((*Johannes 5:4.)) en dat of zonder middel door haarzelf als doden, en van plaats te bewegen, als toen een engel bijna het hele leger van Sanherib doodde, en de andere hoop verjaagde ((*2 Koningen 19:35.)). En dat hij Petrus en de andere apostelen uit de gevangenis leidde ((*Handelingen 5:19. *Handelingen 12:7-8.)), en Filippus van de ene plaats naar de andere bracht. ((*Handelingen 8:39.)) Of door middel van door natuurlijk werkende dingen, die zij tot de dingen passen, maar niet gelijk Christus velen het gezicht zonder middel door Hemzelf weder gegeven heeft.((*Matteüs 9:9.)) Nochtans vermogen ze in de daad door deze haar kracht niet dan zoveel God haar voorschrijft en zij zien de wil van God te zijn. ((*Psalm 103:20.)) | + | - Zij vermogen door natuurlijke kracht in de lichamelijke dingen te werken al hetgeen de lichamen van nature kan aankomen (nochtans geen wonderen doen, dan in zoveel God haar dienst in het doen van wonderen placht te gebruiken) ((*Johannes 5:4)) en dat of zonder middel door haarzelf als doden, en van plaats te bewegen, als toen een engel bijna het hele leger van Sanherib doodde, en de andere hoop verjaagde ((*2 Koningen 19:35)). En dat hij Petrus en de andere apostelen uit de gevangenis leidde ((*Handelingen 5:19 *Handelingen 12:7-8)), en Filippus van de ene plaats naar de andere bracht. ((*Handelingen 8:39)) Of door middel van door natuurlijk werkende dingen, die zij tot de dingen passen, maar niet gelijk Christus velen het gezicht zonder middel door Hemzelf weder gegeven heeft.((*Matteüs 9:9)) Nochtans vermogen ze in de daad door deze haar kracht niet dan zoveel God haar voorschrijft en zij zien de wil van God te zijn. ((*Psalm 103:20)) |
- | - Zij kunnen werken in die zin, zo uitwendig, als toen ze de ogen van die van Sodom verblindde dat ze de deur van Lots huis niet konden zien, ((*Genesis 19:1.)) en de Syriërs ((*2 Koningen 6:18.))een gedruis in haar leger verwekt hebben.((*2 Koningen 7:6.)) Zo ook de inwendige, gelijk als ze de oudvaders veel dingen in de droom getoond en geopenbaard hebben, en de vromen veel dingen in het geheugen en het verstand terug brachten. | + | - Zij kunnen werken in die zin, zo uitwendig, als toen ze de ogen van die van Sodom verblindde dat ze de deur van Lots huis niet konden zien, ((*Genesis 19:1)) en de Syriërs ((*2 Koningen 6:18))een gedruis in haar leger verwekt hebben.((*2 Koningen 7:6)) Zo ook de inwendige, gelijk als ze de oudvaders veel dingen in de droom getoond en geopenbaard hebben, en de vromen veel dingen in het geheugen en het verstand terug brachten. |
- | - De engelen kunnen het verstand zelf niet verlichten of de wil krachtig roeren, hetwelk de Heilige Geest alleen toekomt. ((*Spreuken 21:1.)) Maar als werktuigen van de Heilige Geest het bedenken van het gehoorde woord verwekken, het verstand de waarheid voorstellen en hetzelve vermanen, dat ze zelf toestemt en onze wil tot enig goed, als Raadsheren radende, alleen en inwendig als sprekende en werkende door een geestelijke wijze aansporen. ((*Hebreeën 1:14. *Matteüs 2:13.)) | + | - De engelen kunnen het verstand zelf niet verlichten of de wil krachtig roeren, hetwelk de Heilige Geest alleen toekomt. ((*Spreuken 21:1)) Maar als werktuigen van de Heilige Geest het bedenken van het gehoorde woord verwekken, het verstand de waarheid voorstellen en hetzelve vermanen, dat ze zelf toestemt en onze wil tot enig goed, als Raadsheren radende, alleen en inwendig als sprekende en werkende door een geestelijke wijze aansporen. ((*Hebreeën 1:14 *Matteüs 2:13)) |
- | - Die goede engelen hebben ook meer kracht dan de duivelen.((*Openbaring 12:7-8. *Tobit 8:3.)) | + | - Die goede engelen hebben ook meer kracht dan de duivelen.((*Openbaring 12:7-8 *Tobit 8:3)) |
==== 26. Welke spraak gebruiken de engelen bij God, onder elkaar of bij de mensen? ==== | ==== 26. Welke spraak gebruiken de engelen bij God, onder elkaar of bij de mensen? ==== | ||
- | Geen lichamelijke en vleselijke spraak, behalve in een aangenomen lichaam, maar geestelijke en hemelse, waardoor ze zonder uiterlijke reden en behoorlijke stem of luide rede en gedruis een ieder zijn zinnen en verstand, hetwelk hij wil, of in een andere engel of mensen verstand of begrip, geestelijk en geheel engelachtig inprent, instort en meedeelt. Of hetzelve in zijn verstand als in een open spiegel een ander toont, laat zien en verklaart. Daarom zei Paulus in 1 Korintiërs 13:1: "Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak," | + | Geen lichamelijke en vleselijke spraak, behalve in een aangenomen lichaam, maar geestelijke en hemelse, waardoor ze zonder uiterlijke reden en behoorlijke stem of luide rede en gedruis een ieder zijn zinnen en verstand, hetwelk hij wil, of in een andere engel of mensen verstand of begrip, geestelijk en geheel engelachtig inprent, instort en meedeelt. Of hetzelve in zijn verstand als in een open spiegel een ander toont, laat zien en verklaart. Daarom zei Paulus in 1 Korintiërs 13:1: "Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak," |
==== 27. Wat is het ambt van de engelen? ==== | ==== 27. Wat is het ambt van de engelen? ==== | ||
- | Dat is verschillend en velerlei want ze zijn Gods dienaren. Vorsten en prinsen die naar het bevel van haar koning wachten (dat zij gaarne en vaardig volbrengen), | + | Dat is verschillend en velerlei want ze zijn Gods dienaren. Vorsten en prinsen die naar het bevel van haar koning wachten (dat zij gaarne en vaardig volbrengen), |
- | In het bijzonder zijn ze dienaren van de uitverkorenen. Hebreeën 1:14: "Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienst van hen, die het heil zullen beërven?" | + | In het bijzonder zijn ze dienaren van de uitverkorenen. Hebreeën 1:14: "Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienst van hen, die het heil zullen beërven?" |
- | ==== 28. Is eenieder | + | ==== 28. Is een ieder mens, gebied |
- | Dat gewoonlijk een ieder uitverkorenen | + | Dat gewoonlijk een ieder uitverkorene |
Het is nochtans uit de schrift openbaar, dat buitengewoon veel engelen, zo dikwijls als nodig is, tot een ieder gelovig mens gezonden worden om hem te beschermen. Zo wordt in Psalm 34:8 gezegd dat de engelen zich legeren rondom degene die God vrezen. Datzelfde moet men gevoelen van ieder landschap. Want daar wordt gezegd in Daniel 10: 13,20,21 en 11:1. en 12:1, dat de engel van Gods volk streed tegen de vorst van Perzië en dat ieder van de engelen dat koninkrijk beschermde daar hij zorg over droeg. Dat weten we van de kwade geesten, dat soms een mens van een en dezelfde kwade geest gekweld wordt, als blijkt uit de geschiedenis van Job (1:12). Maar dat soms veel mensen van een en dezelfde kwade geest gekweld worden als blijkt uit 2 Kronieken 18:21. Een kwade geest heeft veel profeten bedrogen. Zo leest men ook dat somtijds veel kwade geesten een en dezelfde mens gekweld hebben als in Lukas 8:30. Een legioen duivelen had een mens bezeten. Maar dat een ieder een kwade engel van God zou toegeschikt zijn, kunnen we in de schrift nergens lezen. | Het is nochtans uit de schrift openbaar, dat buitengewoon veel engelen, zo dikwijls als nodig is, tot een ieder gelovig mens gezonden worden om hem te beschermen. Zo wordt in Psalm 34:8 gezegd dat de engelen zich legeren rondom degene die God vrezen. Datzelfde moet men gevoelen van ieder landschap. Want daar wordt gezegd in Daniel 10: 13,20,21 en 11:1. en 12:1, dat de engel van Gods volk streed tegen de vorst van Perzië en dat ieder van de engelen dat koninkrijk beschermde daar hij zorg over droeg. Dat weten we van de kwade geesten, dat soms een mens van een en dezelfde kwade geest gekweld wordt, als blijkt uit de geschiedenis van Job (1:12). Maar dat soms veel mensen van een en dezelfde kwade geest gekweld worden als blijkt uit 2 Kronieken 18:21. Een kwade geest heeft veel profeten bedrogen. Zo leest men ook dat somtijds veel kwade geesten een en dezelfde mens gekweld hebben als in Lukas 8:30. Een legioen duivelen had een mens bezeten. Maar dat een ieder een kwade engel van God zou toegeschikt zijn, kunnen we in de schrift nergens lezen. | ||
- | ==== 29. Kan er twist en onenigheid komen onder de goede engelen | + | ==== 29. Kan er twist en onenigheid komen onder de goede engelen |
De zeer geleerde overzetter antwoordt dat we door het woord ‘vorsten’ niet moeten verstaan de engelen die over de koninkrijken van Perzië en Griekenland gesteld zijn, maar die mensen die in die tijd vorsten van Perzië en Griekenland waren. De zin is dat de engel wel tegen Cambyses, toen ter tijd koning van Perzië een en twintig dagen gestreden heeft, dat is: dat hij belet heeft, dat zijn wrede besluiten en plannen om het volk van God nog langer in de gevangenis te houden, en nog meer te verdrukken, niet in het werk zouden gesteld worden: maar dat ook daarna komen zal de vorst van Griekenland, | De zeer geleerde overzetter antwoordt dat we door het woord ‘vorsten’ niet moeten verstaan de engelen die over de koninkrijken van Perzië en Griekenland gesteld zijn, maar die mensen die in die tijd vorsten van Perzië en Griekenland waren. De zin is dat de engel wel tegen Cambyses, toen ter tijd koning van Perzië een en twintig dagen gestreden heeft, dat is: dat hij belet heeft, dat zijn wrede besluiten en plannen om het volk van God nog langer in de gevangenis te houden, en nog meer te verdrukken, niet in het werk zouden gesteld worden: maar dat ook daarna komen zal de vorst van Griekenland, | ||
- | ==== 30. Hebben de engelen die niet gezondigd hebben Christus | + | ==== 30. Hebben de engelen die niet gezondigd hebben Christus |
- | De engelen hebben een Middelaar nodig gehad, niet ter verlossing van de zonde (want zo is Christus Middelaar van God en mensen), ((*1 Timoteüs 2:5)) maar de behouding | + | De engelen hebben een Middelaar nodig gehad, niet ter verlossing van de zonde (want zo is Christus Middelaar van God en mensen), ((*1 Timoteüs 2:5)) maar wel tot behoud |
- | ==== 31. Mag men de engelen aanroepen of door enige religieuze | + | ==== 31. Mogen we de engelen aanroepen of hen door enige vorm van godsdienst eren? ==== |
- | De engel antwoordt Manoach in Richteren 13:16: "Al zoudt gij mij ook hier houden, van uw spijze zal ik niet eten. Maar indien gij het bereiden wilt, offer het als een brandoffer aan de Here." En Christus zegt in Mattheus | + | De engel antwoordt Manoach in Richteren 13:16: "Al zoudt gij mij ook hier houden, van uw spijze zal ik niet eten. Maar indien gij het bereiden wilt, offer het als een brandoffer aan de Here." En Christus zegt in Matteüs |
- | Paulus vervloekt in Kolossenzen 2:18 alle godsdienst die men de engelen aandoet. De engel in Openbaring 19:10 verbiedt Johannes hem te aanbidden, zoals ook in hoofdstuk 22:9. Zo heeft dan Johannes hem ten onrechte willen aanbidden. Want het middelaarsambt komt Christus alleen toe. ((*1 Timoteüs 2:5.)).En de engelen zelf zijn ook medeschepselen en erkennen mededienstknechten van God met ons te zijn. Ja ook Augustinus zei dat de heilige mannen of engelen willen niet dat men haar zal toeschrijven, | + | Paulus vervloekt in Kolossenzen 2:18 alle godsdienst die men de engelen aandoet. De engel in Openbaring 19:10 verbiedt Johannes hem te aanbidden, zoals ook in hoofdstuk 22:9. Zo heeft dan Johannes hem ten onrechte willen aanbidden. Want het middelaarsambt komt Christus alleen toe. ((*1 Timoteüs 2:5)).En de engelen zelf zijn ook medeschepselen en erkennen mededienstknechten van God met ons te zijn. Ja ook Augustinus zei dat de heilige mannen of engelen willen niet dat men haar zal toeschrijven, |
- Tegenwerping: | - Tegenwerping: | ||
Regel 169: | Regel 170: | ||
Niet door nood, want Hij heeft geen ding nodig, maar door Zijn goede wil, opdat Hij zijn goedheid aan ons verklaart, dat Hij ons de engelen tot dienaren gegeven heeft om Zijn eer en onze troost: opdat wij zien dat zulke uitnemende schepselen ook om ons geschapen zijn en tot onze dienst beschikt. Daarna, om vriendschap tussen ons en de engelen te maken en te houden tot de tijd, dat wij eindelijk haar genoeglijke gemeenschap in de hemelen genieten. | Niet door nood, want Hij heeft geen ding nodig, maar door Zijn goede wil, opdat Hij zijn goedheid aan ons verklaart, dat Hij ons de engelen tot dienaren gegeven heeft om Zijn eer en onze troost: opdat wij zien dat zulke uitnemende schepselen ook om ons geschapen zijn en tot onze dienst beschikt. Daarna, om vriendschap tussen ons en de engelen te maken en te houden tot de tijd, dat wij eindelijk haar genoeglijke gemeenschap in de hemelen genieten. | ||
- | ==== 33.Wat is de oorzaak dat de engelen, nadat zij wel de oudvaders gewoonlijk verschenen in menselijke gedaante en met haar gemeenzaam omgingen en met hen spraken, dat nu niet meer doen ? ==== | + | ==== 33. Wat is de oorzaak dat de engelen, nadat zij wel de oudvaders gewoonlijk verschenen in menselijke gedaante en met haar gemeenzaam omgingen en met hen spraken, dat nu niet meer doen ? ==== |
- | Aangezien Christus nu in het vlees gekomen is en aan de rechterhand van de Vader in de hemelen zit, en de Heilige Geest overvloedig gegeven heeft, God wil dat onze omgang in de hemelen is ((*Filippenzen 3:20.)) en niet de omgang met de (zienlijke) engelen op de aarde. Ten anderen aangezien de gemeente in het eerst zodanige hemelse bevestiging nodig had, maar Gods Woord is nu overvloedig genoeg bevestigd is. Hebreeën 1:1. | + | Aangezien Christus nu in het vlees gekomen is en aan de rechterhand van de Vader in de hemelen zit, en de Heilige Geest overvloedig gegeven heeft, God wil dat onze omgang in de hemelen is ((*Filippenzen 3:20)) en niet de omgang met de (zienlijke) engelen op de aarde. Ten anderen aangezien de gemeente in het eerst zodanige hemelse bevestiging nodig had, maar Gods Woord is nu overvloedig genoeg bevestigd is. Hebreeën 1:1. |
==== 34. Wat is het nut en het gebruik in de gemeente van de leer van de Engelen? ==== | ==== 34. Wat is het nut en het gebruik in de gemeente van de leer van de Engelen? ==== | ||
- | - Opdat wij Gods grote goedwilligheid, | + | - Opdat wij Gods grote goedwilligheid, |
- Ten andere, opdat wij eerlijk en heilig wandelen voor de engelen die getuigen en opmerkers zijn van ons doen en spreken. Ten laatste, opdat wij in het geloof versterkt worden in alle tegenspoed, nood en verschrikking, | - Ten andere, opdat wij eerlijk en heilig wandelen voor de engelen die getuigen en opmerkers zijn van ons doen en spreken. Ten laatste, opdat wij in het geloof versterkt worden in alle tegenspoed, nood en verschrikking, | ||
Regel 183: | Regel 184: | ||
- De dwaling van degene waarvan in Kolossenzen 2:18 gesproken wordt die de godsdienst van de engelen verheerlijkten. | - De dwaling van degene waarvan in Kolossenzen 2:18 gesproken wordt die de godsdienst van de engelen verheerlijkten. | ||
- De Papisten, die zonder het woord van God willen staande houden dat een ieder mens twee engelen gegeven zijn, een goed en de ander kwaad: deze opdat hij hem kwelle, dien opdat hij hem beware dien hij gegeven is: en dat ze beide onafscheidelijke metgezellen en leidslieden zijn van een ieder mens. Welke dwaling uit hetgeen dat boven gezegd is weerlegt wordt. | - De Papisten, die zonder het woord van God willen staande houden dat een ieder mens twee engelen gegeven zijn, een goed en de ander kwaad: deze opdat hij hem kwelle, dien opdat hij hem beware dien hij gegeven is: en dat ze beide onafscheidelijke metgezellen en leidslieden zijn van een ieder mens. Welke dwaling uit hetgeen dat boven gezegd is weerlegt wordt. | ||
+ | |||
+ |