Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:6 [09-03-2020 om 17.24 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:6 [29-08-2024 om 17.25 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | ====== | + | ====== De engelen ====== |
==== 1. Wat betekent het woord ' | ==== 1. Wat betekent het woord ' | ||
Regel 6: | Regel 6: | ||
Dit woord wordt toegeschreven: | Dit woord wordt toegeschreven: | ||
+ | |||
- in het bijzonder aan Gods Zoon, die door de Vader in de wereld gezonden is, om als mens en slachtoffer het menselijk geslacht te verlossen. In Genesis 48:16 heet hij "de Engel, die mij verlost heeft uit alle nood". Hij is de eeuwige Engel, die de leidsman van de Israëlieten geweest is, en soms de Engel van de HEERE of ook zelf Heere genoemd wordt.((*Exodus 14:19 *Exodus 33:20 *1 Korintiërs 10:9)) Hij wordt ook genoemd: de Engel van het verbond, of van het Testament.((*Maleachi 3:1)) | - in het bijzonder aan Gods Zoon, die door de Vader in de wereld gezonden is, om als mens en slachtoffer het menselijk geslacht te verlossen. In Genesis 48:16 heet hij "de Engel, die mij verlost heeft uit alle nood". Hij is de eeuwige Engel, die de leidsman van de Israëlieten geweest is, en soms de Engel van de HEERE of ook zelf Heere genoemd wordt.((*Exodus 14:19 *Exodus 33:20 *1 Korintiërs 10:9)) Hij wordt ook genoemd: de Engel van het verbond, of van het Testament.((*Maleachi 3:1)) | ||
- aan Johannes de doper in Maleachi 3:1. "Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt de Here der heerscharen." | - aan Johannes de doper in Maleachi 3:1. "Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt de Here der heerscharen." | ||
Regel 27: | Regel 28: | ||
==== 5. Christus zegt dat de engelen altijd het aangezicht van de Vader zien. Maar dan zijn ze er toch altijd al geweest? ==== | ==== 5. Christus zegt dat de engelen altijd het aangezicht van de Vader zien. Maar dan zijn ze er toch altijd al geweest? ==== | ||
- | Christus zegt dit in Mattheus | + | Christus zegt dit in Matteüs |
==== 6. Wat is een engel? ==== | ==== 6. Wat is een engel? ==== | ||
Regel 68: | Regel 69: | ||
- Overheden en machten in de hemel, | - Overheden en machten in de hemel, | ||
- Serafs, vanwege hun werking, of ' | - Serafs, vanwege hun werking, of ' | ||
- | - Cherubim, vanwege de gedaante van de verschijningen, | + | - Cherubim, vanwege de gedaante van de verschijningen, |
- Mannen((*Genesis 18:2 *Lucas 24:4 *Handelingen 1:10)) en mannen van God((*Judas 1:13)). | - Mannen((*Genesis 18:2 *Lucas 24:4 *Handelingen 1:10)) en mannen van God((*Judas 1:13)). | ||
- Wakers en wachters of bewaarders van de wereld, vanwege hun dienst.((*Daniël 4:14)) | - Wakers en wachters of bewaarders van de wereld, vanwege hun dienst.((*Daniël 4:14)) | ||
Regel 143: | Regel 144: | ||
==== 28. Is een ieder mens, gebied of ook iedere stad een zekere goede engel tot bewaring en een kwade tot verleiding of kwelling bestemd en toegeschikt? | ==== 28. Is een ieder mens, gebied of ook iedere stad een zekere goede engel tot bewaring en een kwade tot verleiding of kwelling bestemd en toegeschikt? | ||
- | Dat gewoonlijk een ieder uitverkorene een zekere goede engel van God tot bewaring toegeschikt is, kunnen we afleiden uit de woorden van Christus in Mattheus | + | Dat gewoonlijk een ieder uitverkorene een zekere goede engel van God tot bewaring toegeschikt is, kunnen we afleiden uit de woorden van Christus in Matteüs |
Het is nochtans uit de schrift openbaar, dat buitengewoon veel engelen, zo dikwijls als nodig is, tot een ieder gelovig mens gezonden worden om hem te beschermen. Zo wordt in Psalm 34:8 gezegd dat de engelen zich legeren rondom degene die God vrezen. Datzelfde moet men gevoelen van ieder landschap. Want daar wordt gezegd in Daniel 10: 13,20,21 en 11:1. en 12:1, dat de engel van Gods volk streed tegen de vorst van Perzië en dat ieder van de engelen dat koninkrijk beschermde daar hij zorg over droeg. Dat weten we van de kwade geesten, dat soms een mens van een en dezelfde kwade geest gekweld wordt, als blijkt uit de geschiedenis van Job (1:12). Maar dat soms veel mensen van een en dezelfde kwade geest gekweld worden als blijkt uit 2 Kronieken 18:21. Een kwade geest heeft veel profeten bedrogen. Zo leest men ook dat somtijds veel kwade geesten een en dezelfde mens gekweld hebben als in Lukas 8:30. Een legioen duivelen had een mens bezeten. Maar dat een ieder een kwade engel van God zou toegeschikt zijn, kunnen we in de schrift nergens lezen. | Het is nochtans uit de schrift openbaar, dat buitengewoon veel engelen, zo dikwijls als nodig is, tot een ieder gelovig mens gezonden worden om hem te beschermen. Zo wordt in Psalm 34:8 gezegd dat de engelen zich legeren rondom degene die God vrezen. Datzelfde moet men gevoelen van ieder landschap. Want daar wordt gezegd in Daniel 10: 13,20,21 en 11:1. en 12:1, dat de engel van Gods volk streed tegen de vorst van Perzië en dat ieder van de engelen dat koninkrijk beschermde daar hij zorg over droeg. Dat weten we van de kwade geesten, dat soms een mens van een en dezelfde kwade geest gekweld wordt, als blijkt uit de geschiedenis van Job (1:12). Maar dat soms veel mensen van een en dezelfde kwade geest gekweld worden als blijkt uit 2 Kronieken 18:21. Een kwade geest heeft veel profeten bedrogen. Zo leest men ook dat somtijds veel kwade geesten een en dezelfde mens gekweld hebben als in Lukas 8:30. Een legioen duivelen had een mens bezeten. Maar dat een ieder een kwade engel van God zou toegeschikt zijn, kunnen we in de schrift nergens lezen. | ||
Regel 157: | Regel 158: | ||
==== 31. Mogen we de engelen aanroepen of hen door enige vorm van godsdienst eren? ==== | ==== 31. Mogen we de engelen aanroepen of hen door enige vorm van godsdienst eren? ==== | ||
- | De engel antwoordt Manoach in Richteren 13:16: "Al zoudt gij mij ook hier houden, van uw spijze zal ik niet eten. Maar indien gij het bereiden wilt, offer het als een brandoffer aan de Here." En Christus zegt in Mattheus | + | De engel antwoordt Manoach in Richteren 13:16: "Al zoudt gij mij ook hier houden, van uw spijze zal ik niet eten. Maar indien gij het bereiden wilt, offer het als een brandoffer aan de Here." En Christus zegt in Matteüs |
Paulus vervloekt in Kolossenzen 2:18 alle godsdienst die men de engelen aandoet. De engel in Openbaring 19:10 verbiedt Johannes hem te aanbidden, zoals ook in hoofdstuk 22:9. Zo heeft dan Johannes hem ten onrechte willen aanbidden. Want het middelaarsambt komt Christus alleen toe. ((*1 Timoteüs 2:5)).En de engelen zelf zijn ook medeschepselen en erkennen mededienstknechten van God met ons te zijn. Ja ook Augustinus zei dat de heilige mannen of engelen willen niet dat men haar zal toeschrijven, | Paulus vervloekt in Kolossenzen 2:18 alle godsdienst die men de engelen aandoet. De engel in Openbaring 19:10 verbiedt Johannes hem te aanbidden, zoals ook in hoofdstuk 22:9. Zo heeft dan Johannes hem ten onrechte willen aanbidden. Want het middelaarsambt komt Christus alleen toe. ((*1 Timoteüs 2:5)).En de engelen zelf zijn ook medeschepselen en erkennen mededienstknechten van God met ons te zijn. Ja ook Augustinus zei dat de heilige mannen of engelen willen niet dat men haar zal toeschrijven, | ||
Regel 169: | Regel 170: | ||
Niet door nood, want Hij heeft geen ding nodig, maar door Zijn goede wil, opdat Hij zijn goedheid aan ons verklaart, dat Hij ons de engelen tot dienaren gegeven heeft om Zijn eer en onze troost: opdat wij zien dat zulke uitnemende schepselen ook om ons geschapen zijn en tot onze dienst beschikt. Daarna, om vriendschap tussen ons en de engelen te maken en te houden tot de tijd, dat wij eindelijk haar genoeglijke gemeenschap in de hemelen genieten. | Niet door nood, want Hij heeft geen ding nodig, maar door Zijn goede wil, opdat Hij zijn goedheid aan ons verklaart, dat Hij ons de engelen tot dienaren gegeven heeft om Zijn eer en onze troost: opdat wij zien dat zulke uitnemende schepselen ook om ons geschapen zijn en tot onze dienst beschikt. Daarna, om vriendschap tussen ons en de engelen te maken en te houden tot de tijd, dat wij eindelijk haar genoeglijke gemeenschap in de hemelen genieten. | ||
- | ==== 33.Wat is de oorzaak dat de engelen, nadat zij wel de oudvaders gewoonlijk verschenen in menselijke gedaante en met haar gemeenzaam omgingen en met hen spraken, dat nu niet meer doen ? ==== | + | ==== 33. Wat is de oorzaak dat de engelen, nadat zij wel de oudvaders gewoonlijk verschenen in menselijke gedaante en met haar gemeenzaam omgingen en met hen spraken, dat nu niet meer doen ? ==== |
Aangezien Christus nu in het vlees gekomen is en aan de rechterhand van de Vader in de hemelen zit, en de Heilige Geest overvloedig gegeven heeft, God wil dat onze omgang in de hemelen is ((*Filippenzen 3:20)) en niet de omgang met de (zienlijke) engelen op de aarde. Ten anderen aangezien de gemeente in het eerst zodanige hemelse bevestiging nodig had, maar Gods Woord is nu overvloedig genoeg bevestigd is. Hebreeën 1:1. | Aangezien Christus nu in het vlees gekomen is en aan de rechterhand van de Vader in de hemelen zit, en de Heilige Geest overvloedig gegeven heeft, God wil dat onze omgang in de hemelen is ((*Filippenzen 3:20)) en niet de omgang met de (zienlijke) engelen op de aarde. Ten anderen aangezien de gemeente in het eerst zodanige hemelse bevestiging nodig had, maar Gods Woord is nu overvloedig genoeg bevestigd is. Hebreeën 1:1. | ||
Regel 175: | Regel 176: | ||
==== 34. Wat is het nut en het gebruik in de gemeente van de leer van de Engelen? ==== | ==== 34. Wat is het nut en het gebruik in de gemeente van de leer van de Engelen? ==== | ||
- | - Opdat wij Gods grote goedwilligheid, | + | - Opdat wij Gods grote goedwilligheid, |
- Ten andere, opdat wij eerlijk en heilig wandelen voor de engelen die getuigen en opmerkers zijn van ons doen en spreken. Ten laatste, opdat wij in het geloof versterkt worden in alle tegenspoed, nood en verschrikking, | - Ten andere, opdat wij eerlijk en heilig wandelen voor de engelen die getuigen en opmerkers zijn van ons doen en spreken. Ten laatste, opdat wij in het geloof versterkt worden in alle tegenspoed, nood en verschrikking, | ||
Regel 183: | Regel 184: | ||
- De dwaling van degene waarvan in Kolossenzen 2:18 gesproken wordt die de godsdienst van de engelen verheerlijkten. | - De dwaling van degene waarvan in Kolossenzen 2:18 gesproken wordt die de godsdienst van de engelen verheerlijkten. | ||
- De Papisten, die zonder het woord van God willen staande houden dat een ieder mens twee engelen gegeven zijn, een goed en de ander kwaad: deze opdat hij hem kwelle, dien opdat hij hem beware dien hij gegeven is: en dat ze beide onafscheidelijke metgezellen en leidslieden zijn van een ieder mens. Welke dwaling uit hetgeen dat boven gezegd is weerlegt wordt. | - De Papisten, die zonder het woord van God willen staande houden dat een ieder mens twee engelen gegeven zijn, een goed en de ander kwaad: deze opdat hij hem kwelle, dien opdat hij hem beware dien hij gegeven is: en dat ze beide onafscheidelijke metgezellen en leidslieden zijn van een ieder mens. Welke dwaling uit hetgeen dat boven gezegd is weerlegt wordt. | ||
+ | |||
+ |