Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:8

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:8 [24-08-2022 om 16.26 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:8 [26-05-2025 om 09.52 uur] (huidige) Cornelis Bregman
Regel 1: Regel 1:
 ====== De mens ====== ====== De mens ======
  
-==== 1. Wat verstaat u onder het begrip ‘mens’? ==== +==== 1. Wat verstaat u onder een ‘mens’? ==== 
-De mens is niet een lichaam of een ziel apart, maar een schepsel dat als ziel én lichaam met een liefdevolle en sterke band is gevormd tot één zelfstandigheid of persoon.+De mens is niet een lichaam of een ziel apart, maar een schepsel dat met ziel én lichaam door een liefdevolle en sterke band is gevormd tot één zelfstandigheid of persoon.
 ==== 2. Waarom heeft God de mens als laatste van al Zijn scheppingswerken gemaakt? ==== ==== 2. Waarom heeft God de mens als laatste van al Zijn scheppingswerken gemaakt? ====
-  - Bij de mens moest scheppen bestaan uit het vormen van een lichaam en een ziel. Daarom moest Hij alles vóór de schepping van de mens geschapen hebben wat behoort en dient tot de gelukzaligheid van zowel het lichaam als de ziel. +  - Omdat Hij de mens zou scheppen met een lichaam en een zielmoest Hij daarvóór alles geschapen hebben wat dient tot de gelukzaligheid van zowel het lichaam als de ziel. 
-  - God gebruikte de geschapen dingen tot eer van Hemzelf als de Schepper. +  - Opdat de mens de eerder geschapen dingen zou gebruiken tot de eer van de Schepper. 
-  - Zo werd heel de wereld in de mens samengevat en als het ware op een kleine kaart beschreven. Daardoor kon hij Gods ‘kleine wereld’ zijn en een samenvatting van de eerder geschapen dingen. +  - Opdat heel de wereld in de mens zou worden samengevat en als het ware op een kleine kaart zou worden beschreven, en de mens zo Gods ‘kleine wereld’ zou zijn en een samenvatting van de eerder geschapen dingen. 
-  - Omdat God Zich in de mens wilde meedelen en in hem Zijn intrek nemen.+  - Omdat God Zich aan de mens wilde meedelen en in hem Zijn intrek wilde nemen.
 ==== 3. Wie is de Schepper van de mens? ==== ==== 3. Wie is de Schepper van de mens? ====
 Genesis 1:26,27 zegt ons dat Hij Jahweh Elohim is, God de Heere, dat is: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Hij heeft de mens naar Zijn beeld geschapen, zonder medewerking van de engelen. Genesis 1:26,27 zegt ons dat Hij Jahweh Elohim is, God de Heere, dat is: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Hij heeft de mens naar Zijn beeld geschapen, zonder medewerking van de engelen.
Regel 17: Regel 17:
 Zoals God het begin is in de schepping van alle dingen, mocht de mens het begin zijn in de voortplanting van alle mensen. Dit met als doel dat ze zouden beseffen samen te zijn voortgekomen uit één en dezelfde mens, elkaar zouden liefhebben als gelijken en zich met elkaar verbonden zouden weten door een gemeenschappelijke bloedband.((*Handelingen 17:26)) Zoals God het begin is in de schepping van alle dingen, mocht de mens het begin zijn in de voortplanting van alle mensen. Dit met als doel dat ze zouden beseffen samen te zijn voortgekomen uit één en dezelfde mens, elkaar zouden liefhebben als gelijken en zich met elkaar verbonden zouden weten door een gemeenschappelijke bloedband.((*Handelingen 17:26))
 ==== 7. Waarom is de vrouw uit de zijde van de man en niet uit een ander deel van zijn lichaam geschapen? ==== ==== 7. Waarom is de vrouw uit de zijde van de man en niet uit een ander deel van zijn lichaam geschapen? ====
-Ze is voor de man niet geschapen als een heerseres en ook niet als een dienstmeisje, maar als een metgezel en hulp. Daarom moest ze niet voortgebracht worden uit het hoofd en ook niet uit de voeten, maar uit de zijde van de man. Zo kon de man weten dat zij naast hem gesteld behoorde te worden, want hij was zich ervan bewust dat ze uit zijn zijde genomen was.+Ze is voor de man niet geschapen als een heerseres en ook niet als een dienares, maar als een metgezel en hulp. Daarom moest ze niet voortgebracht worden uit het hoofd en ook niet uit de voeten, maar uit de zijde van de man. Zo kon de man weten dat zij naast hem gesteld behoorde te worden, want hij was zich ervan bewust dat ze uit zijn zijde genomen was.
 Vervolgens mag ook gezegd worden dat zoals de vrouw uit de zijde van de slapende man is geschapen, zo ook de gemeente verlost is door het bloed en het water dat uit de zijde van de ontslapen Christus aan het kruis is gevloeid.((*Johannes 19:34 *Efeziërs 5:23)) Vervolgens mag ook gezegd worden dat zoals de vrouw uit de zijde van de slapende man is geschapen, zo ook de gemeente verlost is door het bloed en het water dat uit de zijde van de ontslapen Christus aan het kruis is gevloeid.((*Johannes 19:34 *Efeziërs 5:23))
 ==== 8. Uit hoeveel delen bestaat de mens? ==== ==== 8. Uit hoeveel delen bestaat de mens? ====
Regel 28: Regel 28:
 Zijn gezicht recht omhoog te houden, in de richting van de sterren. Zijn gezicht recht omhoog te houden, in de richting van de sterren.
 ==== 10. Is het lichaam van Adam geschapen uit de zogenoemde vier elementen? ==== ==== 10. Is het lichaam van Adam geschapen uit de zogenoemde vier elementen? ====
-Ja, dat wordt voldoende duidelijk uit de vier //humores// of vochtigheden waaruit zijn lichaam bestond.((Bucanus gaat hier uit van de klassieke elementenleer, en van de vier lichaamssappen die volgens de oude Grieken de gemoedstoestand van de mens uitmaken: bloed, gele gal, zwarte gal en slijm.))+Ja, dat wordt voldoende duidelijk uit de vier //humores// of vochten waaruit zijn lichaam bestond.((Bucanus gaat hier uit van de klassieke elementenleer, en van de vier lichaamssappen die volgens de oude Grieken de gemoedstoestand van de mens uitmaken: bloed, gele gal, zwarte gal en slijm.))
 ==== 11. Waarom spreekt Mozes dan alleen over aarde? ==== ==== 11. Waarom spreekt Mozes dan alleen over aarde? ====
 Omdat de naamgeving plaatsvindt aan de hand van het belangrijkste onderdeel. Omdat de naamgeving plaatsvindt aan de hand van het belangrijkste onderdeel.
Regel 45: Regel 45:
 Jahweh Elohim, de Here God, Vader, Zoon en Heilige Geest, heeft – menselijkerwijs gesproken – in de neus van de mens een adem van leven geblazen. In Kolossenzen 1:16 wordt gezegd dat God alles, zowel het zichtbare als het onzichtbare, door de Zoon geschapen heeft. Jahweh Elohim, de Here God, Vader, Zoon en Heilige Geest, heeft – menselijkerwijs gesproken – in de neus van de mens een adem van leven geblazen. In Kolossenzen 1:16 wordt gezegd dat God alles, zowel het zichtbare als het onzichtbare, door de Zoon geschapen heeft.
 ==== 18. Hoe is dit inblazen van de levensgeest geweest? ==== ==== 18. Hoe is dit inblazen van de levensgeest geweest? ====
-Er zijn theologen die dit blazen niet anders opvatten dan dat Mozes gewoon gezegd heeft dat de ziel op het bevel van God in het lichaam is gegoten.+Er zijn theologen die dit blazen niet anders opvatten dan dat Mozes gewoon gezegd heeft dat de ziel op het bevel van God in het lichaam is gevloeid.
 De oude kerkvaders Justinus, Irenaeus en Tertullianus zijn van mening dat de Zoon van God toen al voor een tijd de gedaante van een menselijk lichaam had aangenomen; en in dat lichaam is Hij dan naderhand aan de aartsvaders verschenen als een voorspel van wat Hij daarna in werkelijkheid metterdaad heeft volbracht. Volgens hen heeft Gods Zoon met Zijn handen slijk genomen en Adams lichaam daaruit gemaakt naar het beeld van de lichamelijke gestalte die Hijzelf droeg. En zo heeft Hij al blazend in Adams neus de ziel in hem gegeven. Daarna heeft Hij een van Adams ribben genomen en daarvan Eva gemaakt. Deze mening van de oude kerkvaders gaat niet in tegen de rechtzinnige leer van het geloof. Christus heeft immers met soortgelijke daden gehandeld – zoals toen Hij uit speeksel slijk maakte waarmee Hij de blinde ziende maakte.((*Johannes 9:6)) En toen Hij blies op de apostelen en hun zo de Heilige Geest gaf, betuigde Hij daarmee dat Hij dezelfde is Die Adam uit het slijk schiep en hem de levende geest inblies. De oude kerkvaders Justinus, Irenaeus en Tertullianus zijn van mening dat de Zoon van God toen al voor een tijd de gedaante van een menselijk lichaam had aangenomen; en in dat lichaam is Hij dan naderhand aan de aartsvaders verschenen als een voorspel van wat Hij daarna in werkelijkheid metterdaad heeft volbracht. Volgens hen heeft Gods Zoon met Zijn handen slijk genomen en Adams lichaam daaruit gemaakt naar het beeld van de lichamelijke gestalte die Hijzelf droeg. En zo heeft Hij al blazend in Adams neus de ziel in hem gegeven. Daarna heeft Hij een van Adams ribben genomen en daarvan Eva gemaakt. Deze mening van de oude kerkvaders gaat niet in tegen de rechtzinnige leer van het geloof. Christus heeft immers met soortgelijke daden gehandeld – zoals toen Hij uit speeksel slijk maakte waarmee Hij de blinde ziende maakte.((*Johannes 9:6)) En toen Hij blies op de apostelen en hun zo de Heilige Geest gaf, betuigde Hij daarmee dat Hij dezelfde is Die Adam uit het slijk schiep en hem de levende geest inblies.
-Het blazen waarover Mozes spreekt, is dus een scheppingsdaad geweest en niet het inblazen van Gods wezen of van Gods Geest zelf. Nee, het was het inblazen van de levende ziel! Dat was een zichtbaar teken van een onzichtbaar iets, namelijk van de ziel, die de Zoon van God schiep en in het lichaam van Adam ingoot. Zo was ook het blazen van Christus waarmee Hij op Zijn discipelen blies, niet de Heilige Geest zelf, maar een zichtbaar teken van de Heilige Geest.+Het blazen waarover Mozes spreekt, is dus een scheppingsdaad geweest en niet het inblazen van Gods wezen of van Gods Geest zelf. Nee, het was het inblazen van de levende ziel! Dat was een zichtbaar teken van een onzichtbaar iets, namelijk van de ziel, die de Zoon van God schiep en in het lichaam van Adam ingoot. Zo was ook het blazen van Christus waarmee Hij op zijn discipelen blies, niet de Heilige Geest zelf, maar een zichtbaar teken van de Heilige Geest.
 ==== 19. Waaruit is de ziel dan geschapen? ==== ==== 19. Waaruit is de ziel dan geschapen? ====
-De ziel is niet //uit// God geschapen, zoals de Manicheeërs stellen, want alles wat uit Hem is, is wat Hij Zelf is, en dat is geen ander dan de Zoon en de Heilige Geest; want ze is slechts //door// God geschapen. Ook niet uit hemelse elementen, niet uit de elementen van vuur en lucht, niet uit de vermenging van lichaamssappen, en niet toevalligerwijs uit de allerkleinste stoffelijke elementen. Want daarvan geldt wat Cicero zegt: “Het is niet zo dat een van deze genoemde elementen het vermogen heeft van herinnering, verstand en gedachtenvorming. Ze weten niet van dingen die in het verleden zijn gebeurd, ze kunnen geen dingen van tevoren zien aankomen die in de toekomst gaan gebeuren, en ze begrijpen ook niets van wat er momenteel gaande is, want dat is alleen voorbehouden aan goddelijke dingen.”((Cicero, //Tuscul. question, lib. I//.)) +De ziel is niet //uit// God geschapen, zoals de Manicheeërs stellen, want alles wat uit Hem is, is wat Hijzelf is, en dat is geen ander dan de Zoon en de Heilige Geest; want ze is slechts //door// God geschapen. Ook niet uit hemelse elementen, niet uit de elementen van vuur en lucht, niet uit de vermenging van lichaamssappen, en niet toevalligerwijs uit de allerkleinste stoffelijke elementen. Want daarvan geldt wat Cicero zegt: “Het is niet zo dat een van deze genoemde elementen het vermogen heeft van herinnering, verstand en gedachtenvorming. Ze weten niet van dingen die in het verleden zijn gebeurd, ze kunnen geen dingen van tevoren zien aankomen die in de toekomst gaan gebeuren, en ze begrijpen ook niets van wat er momenteel gaande is, want dat is alleen voorbehouden aan goddelijke dingen.”((Cicero, //Tuscul. question, lib. I//.)) 
-De ziel is geheel uit het niets geschapen, en dat geldt voor ieder mens; daarom wordt God ook een “Vader der geesten” genoemd (Hebreeën 12:9). Terecht haalt Paulus in Handelingen 17:28 uit Aratus aan dat wij van Gods geslacht zijn; dat geldt niet voor Zijn wezen, maar wel voor het feit dat wij met goddelijke gaven zijn bedeeld, zoals de farizeeërs [duivelse gaven hadden en] adderengebroed werden genoemd (Matteüs 3:7 en 12:34). +De ziel is geheel uit het niets geschapen, en dat geldt voor ieder mens; daarom wordt God ook een “Vader der geesten” genoemd (Hebreeën 12:9). Terecht haalt Paulus in Handelingen 17:28 uit Aratus aan dat wij van Gods geslacht zijn; dat geldt niet voor zijn wezen, maar wel voor het feit dat wij met goddelijke gaven zijn bedeeld, zoals de farizeeërs [duivelse gaven hadden en] adderengebroed werden genoemd (Matteüs 3:7 en 12:34). 
-==== 20. Bent u dan niet van gevoelen dat de ziel die door God is ingeblazen, een deeltje is van Zijn goddelijk wezen? ==== +==== 20. Bent u dan niet van gevoelen dat de ziel die door God is ingeblazen, een deeltje is van zijn goddelijk wezen? ==== 
-Helemaal niet! Dat zou namelijk betekenen dat het wezen van God gedeeld kan worden, en dat Zijn wezen ook voor een deel veranderlijk en aan de zonden onderworpen is en de straf van de hel zou moeten dragen. Alleen al de gedachte hieraan is ongerijmd en godslasterlijk. De woorden van Aratus “Wij zijn Gods geslacht” worden door Paulus wel goedgekeurd,((*Handelingen 17:28)) maar hebben uitsluitend betrekking op de werkende oorzaak en de uitnemende gaven van alle mensen gemeenschappelijk.+Helemaal niet! Dat zou namelijk betekenen dat het wezen van God gedeeld kan worden, en dat zijn wezen ook voor een deel veranderlijk en aan de zonden onderworpen is en de straf van de hel zou moeten dragen. Alleen al de gedachte hieraan is ongerijmd en godslasterlijk. De woorden van Aratus “Wij zijn Gods geslacht” worden door Paulus wel goedgekeurd,((*Handelingen 17:28)) maar hebben uitsluitend betrekking op de werkende oorzaak en de uitnemende gaven van alle mensen gemeenschappelijk.
 ==== 21. Waarom heeft God er de voorkeur aan gegeven om de adem van het leven niet in een ander deel van het lichaam maar in het aangezicht van de mens in te blazen? ==== ==== 21. Waarom heeft God er de voorkeur aan gegeven om de adem van het leven niet in een ander deel van het lichaam maar in het aangezicht van de mens in te blazen? ====
 Omdat dit deel van het lichaam het meest is voorzien van de instrumenten waardoor de zintuigen hun werk kunnen doen, en ook het meest geschikt is om de dingen te zien die boven het hier en nu uitgaan. Omdat dit deel van het lichaam het meest is voorzien van de instrumenten waardoor de zintuigen hun werk kunnen doen, en ook het meest geschikt is om de dingen te zien die boven het hier en nu uitgaan.
Regel 67: Regel 67:
   - In de Schrift worden aan de mens niet veel zielen toegeschreven; integendeel, nooit meer dan één. Er zijn in de mens echter wel meerdere vermogens van de ziel((*Matteüs 26:38 *Handelingen 7:59 *Handelingen 20:10)) die in haar tegelijk aanwezig zijn en zo op een soort drie-eenheid lijken. Sommige daarvan manifesteren zich eerder en andere weer later, al naar gelang de instrumenten van deze vermogens eerder dan die van het lichaam voldoende sterk en vaardig zijn of eerder zijn geschapen.   - In de Schrift worden aan de mens niet veel zielen toegeschreven; integendeel, nooit meer dan één. Er zijn in de mens echter wel meerdere vermogens van de ziel((*Matteüs 26:38 *Handelingen 7:59 *Handelingen 20:10)) die in haar tegelijk aanwezig zijn en zo op een soort drie-eenheid lijken. Sommige daarvan manifesteren zich eerder en andere weer later, al naar gelang de instrumenten van deze vermogens eerder dan die van het lichaam voldoende sterk en vaardig zijn of eerder zijn geschapen.
 ==== 25. Wat is de ziel van de mens? ==== ==== 25. Wat is de ziel van de mens? ====
-Het is een geestelijk wezen dat door God in het menselijk lichaam uit niets is geschapen, en met dat lichaam verenigd is om één zelfstandig persoon te vormen. Deze ziel maakt het lichaam levend en zorgt ervoor dat de verschillende lichamelijke en geestelijke vermogens hun werk kunnen doen. Maar ze neemt ook de leiding in het besturen van het hele menselijke leven, en ze wekt de mens op tot het kennen en dienen van God, de Schepper. Als de ziel echter van het lichaam gescheiden wordt, vergaat ze niet maar blijft ze onsterfelijk.+Het is een geestelijk wezen dat door God in het menselijk lichaam uit niets is geschapen, en met dat lichaam verenigd is om één zelfstandig persoon te vormen. Deze ziel maakt het lichaam levend en zorgt ervoor dat de verschillende lichamelijke en geestelijke vermogens hun werk kunnen doen. Maar ze neemt ook de leiding in het besturen van heel het menselijke leven, en ze wekt de mens op tot het kennen en dienen van God, de Schepper. Als de ziel echter van het lichaam gescheiden wordt, vergaat ze niet maar blijft ze onsterfelijk.
 ==== 26. Wanneer wordt de ziel ingegoten in het lichaam? ==== ==== 26. Wanneer wordt de ziel ingegoten in het lichaam? ====
 Op het ogenblik dat het lichaampje in de buik van de moeder zich heeft gevormd en gereed is om zo’n ziel te ontvangen. Dit blijkt duidelijk uit de schepping van de eerste ziel, die als een voorbeeld van alle andere zielen gezien kan worden.((*Genesis 2:7 *Prediker 12:7)) Op het ogenblik dat het lichaampje in de buik van de moeder zich heeft gevormd en gereed is om zo’n ziel te ontvangen. Dit blijkt duidelijk uit de schepping van de eerste ziel, die als een voorbeeld van alle andere zielen gezien kan worden.((*Genesis 2:7 *Prediker 12:7))
Regel 74: Regel 74:
 ==== 28. Is heel de ziel in het hele lichaam en ook helemaal in elk deel van het lichaam? ==== ==== 28. Is heel de ziel in het hele lichaam en ook helemaal in elk deel van het lichaam? ====
 Augustinus en sommigen na hem zijn wel van mening dat de ziel voor zichzelf vooral in het hele lichaam is en niet zozeer in de afzonderlijke delen. Ze is in het lichaam zoals het licht in de lucht is, en moet gezien worden als de voortdurende beweging, gestalte, werking en perfectie van het hele lichaam, maar ook voor de delen afzonderlijk. De ziel is onlichamelijk, niet aan een plaats gebonden en ondeelbaar. Augustinus en sommigen na hem zijn wel van mening dat de ziel voor zichzelf vooral in het hele lichaam is en niet zozeer in de afzonderlijke delen. Ze is in het lichaam zoals het licht in de lucht is, en moet gezien worden als de voortdurende beweging, gestalte, werking en perfectie van het hele lichaam, maar ook voor de delen afzonderlijk. De ziel is onlichamelijk, niet aan een plaats gebonden en ondeelbaar.
-Maar anderen zijn van mening dat de ziel als een koning op zijn troon gezeten, haar kracht uitgiet door het hele lichaam en verschillende daden doet in de verschillende delen van het lichaam met alle verscheidenheid van het instrumentarium die voor die daden nodig zijn en zich in die delen bevindt. Zo gebruikt ze de ratio in het hoofd, ze laat haar wil gelden in het hart, ze is werkzaam in de maag, en ziet door de ogen.((*1 Korintiërs 12:27)) Met deze mening kunnen we ook instemmen. Het is het vrome verstand echter toegestaan van deze mening te verschillen tot aan de tijd dat ze duidelijk wordt bevestigd.+Maar anderen zijn van mening dat de ziel als een koning op zijn troon gezeten, haar kracht uitgiet door het hele lichaam en verschillende daden doet in de verschillende delen van het lichaam met alle verscheidenheid van het instrumentarium dat voor die daden nodig is en zich in die delen bevindt. Zo gebruikt ze de ratio in het hoofd, ze laat haar wil gelden in het hart, ze is werkzaam in de maag, en ziet door de ogen.((*1 Korintiërs 12:27)) Met deze mening kunnen we ook instemmen. Het is het vrome verstand echter toegestaan van deze mening te verschillen tot aan de tijd dat ze duidelijk wordt bevestigd.
 ==== 29. Hoeveel wezenlijke functies heeft de ziel? ==== ==== 29. Hoeveel wezenlijke functies heeft de ziel? ====
 Volgens Plato drie: de functie om te heersen, om uiting te geven aan toorn en om te begeren. Aristoteles spreekt over de redelijke of verstandelijke functie, de gevoelsfunctie en de levenwekkende functie. Aristoteles zegt namelijk dat de ziel het innerlijke beginsel is wat de oorzaak is waardoor wij leven, gevoelen en vooral begrijpen. Volgens Plato drie: de functie om te heersen, om uiting te geven aan toorn en om te begeren. Aristoteles spreekt over de redelijke of verstandelijke functie, de gevoelsfunctie en de levenwekkende functie. Aristoteles zegt namelijk dat de ziel het innerlijke beginsel is wat de oorzaak is waardoor wij leven, gevoelen en vooral begrijpen.
Regel 83: Regel 83:
 Dat is de kracht van de ziel waardoor wij alle dingen accepteren of juist afwijzen, al naar gelang het verstand oordeelt of iets goed of slecht is. Deze wil wordt de bedachtzame wil genoemd als ze zich laat leiden door het goede. Als dat niet het geval is, maar ze door een zekere valse schijn van het goede bewogen wordt, dan wordt ze een gemoedsberoering of genegenheid van begeerlijkheid genoemd. Dat is de kracht van de ziel waardoor wij alle dingen accepteren of juist afwijzen, al naar gelang het verstand oordeelt of iets goed of slecht is. Deze wil wordt de bedachtzame wil genoemd als ze zich laat leiden door het goede. Als dat niet het geval is, maar ze door een zekere valse schijn van het goede bewogen wordt, dan wordt ze een gemoedsberoering of genegenheid van begeerlijkheid genoemd.
 ==== 32. Zijn alle zielen van de mensen tegelijk door God geschapen, net zoals de engelen? ==== ==== 32. Zijn alle zielen van de mensen tegelijk door God geschapen, net zoals de engelen? ====
-Origines en andere kerkvaders hebben dat wel gemeend; ze zouden dan na hun schepping als het ware in Gods schatkamer zijn bewaard. Maar het tegenovergestelde blijkt uit de Schrift. In Genesis 2:7 spreekt Mozes immers over de mens die pas bij het inblazen van de levensadem tot een levende ziel werd (SV). Daarnaast leert David in Psalm 33:15 dat de zielen aansluitend in het lichaam van ieder mens geschapen worden, want God vormt hun aller hart, dat wil zeggen: de ziel. En in Zacharia 12:1 lezen we dat de Here de geest des mensen in diens binnenste formeert. In Romeinen 9:11 schrijft de apostel over Jakob en Ezau dat ze vóór hun geboorte nog geen goed of kwaad gedaan hadden. Als dat zo is, volgt daaruit dat hun zielen niet vanaf het begin van de schepping geschapen zijn geweest. Het zou immers heel merkwaardig zijn dat ze zo’n lange tijd niets gedaan zouden hebben.+Origines en andere kerkvaders hebben dat wel gemeend; ze zouden dan na hun schepping als het ware in Gods schatkamer zijn bewaard. Maar het tegenovergestelde blijkt uit de Schrift. In Genesis 2:7 spreekt Mozes immers over de mens die pas bij het inblazen van de levensadem tot een levende ziel werd (SV). Daarnaast leert David in Psalm 33:15 dat de zielen aansluitend in het lichaam van ieder mens geschapen worden, want God vormt hun aller hart, dat wil zeggen: de ziel. En in Zacharia 12:1 lezen we dat de Here de geest van de mens in diens binnenste formeert. In Romeinen 9:11 schrijft de apostel over Jakob en Ezau dat ze vóór hun geboorte nog geen goed of kwaad gedaan hadden. Als dat zo is, volgt daaruit dat hun zielen niet vanaf het begin van de schepping geschapen zijn geweest. Het zou immers heel merkwaardig zijn dat ze zo’n lange tijd niets gedaan zouden hebben.
 ==== 33. Is de ziel van Eva uit Adam geschapen of niet? Of komen de zielen uit elkaar voort, zoals het een op het ander – zoals men zegt – overgedragen wordt? Of wordt er steeds een nieuwe ziel door God geschapen? ==== ==== 33. Is de ziel van Eva uit Adam geschapen of niet? Of komen de zielen uit elkaar voort, zoals het een op het ander – zoals men zegt – overgedragen wordt? Of wordt er steeds een nieuwe ziel door God geschapen? ====
 Enkele oude kerkvaders hebben gemeend dat evenals licht uit licht ontstoken wordt, zo ook de gehele mens uit de gehele mens voortkomt. Het lichaam uit het lichaam, de ziel uit de ziel, die daarna bij ieder in zijn lichaam wordt ingebracht. Maar de schepping van de eerste mens leert ons – als voorbeeld – wat de herkomst of oorsprong van elke ziel is. Enkele oude kerkvaders hebben gemeend dat evenals licht uit licht ontstoken wordt, zo ook de gehele mens uit de gehele mens voortkomt. Het lichaam uit het lichaam, de ziel uit de ziel, die daarna bij ieder in zijn lichaam wordt ingebracht. Maar de schepping van de eerste mens leert ons – als voorbeeld – wat de herkomst of oorsprong van elke ziel is.
 Adam zei ook over Eva in Genesis 2:23: “Dit is nu eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees.” Hij zei dus niet: ziel van mijn ziel – wat hij wel gezegd zou hebben als de ziel van Eva uit zijn ziel was genomen. Adam zei ook over Eva in Genesis 2:23: “Dit is nu eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees.” Hij zei dus niet: ziel van mijn ziel – wat hij wel gezegd zou hebben als de ziel van Eva uit zijn ziel was genomen.
 Bovendien is er het getuigenis van Zacharia 12:1 dat God “de geest des mensen in diens binnenste formeert”. En in Prediker 12:7 lezen we dat “de geest wederkeert tot God, die hem geschonken heeft”. En Petrus geeft de opdracht dat wij onze “zielen aan de getrouwe Schepper overgeven”.((*1 Petrus 4:19)) Bovendien is er het getuigenis van Zacharia 12:1 dat God “de geest des mensen in diens binnenste formeert”. En in Prediker 12:7 lezen we dat “de geest wederkeert tot God, die hem geschonken heeft”. En Petrus geeft de opdracht dat wij onze “zielen aan de getrouwe Schepper overgeven”.((*1 Petrus 4:19))
-De tegenstelling in Hebreeën 12:9 lijkt deze mening ook nodig te maken, want hier worden onze vaders naar het vlees gesteld tegenover de Vader der geesten – Die bij het scheppen van zielen geen gebruik maakt van de dienst van mensen. Dat blijkt ook duidelijk uit Jesaja 57:16 waar duidelijk gezegd wordt dat God de zielen geschapen heeft, dus zonder middelen en niet door overbrenging van de ene mens op de andere.+De tegenstelling in Hebreeën 12:9 lijkt deze mening ook nodig te maken, want hier worden onze vaders naar het vlees gesteld tegenover de Vader der geesten – Die bij het scheppen van zielen geen gebruik maakt van de dienst van mensen. Dat blijkt ook duidelijk uit Jesaja 57:16 waar gezegd wordt dat God de zielen geschapen heeft, dus zonder middelen en niet door overbrenging van de ene mens op de andere.
 Ditzelfde standpunt blijkt ook uit de aard van de ziel die werkelijk een-voudig is en daarom ook ondeelbaar. Maar als iets overgedragen wordt, vereist dat afsnijding, en daaruit wordt al duidelijk dat de ziel er niet is door overbrenging. En zoals er geen enkele engel is die een andere engel voortbrengt, zo brengt ook geen enkele ziel – die van dezelfde aard is als de engelen – een andere ziel voort. Ditzelfde standpunt blijkt ook uit de aard van de ziel die werkelijk een-voudig is en daarom ook ondeelbaar. Maar als iets overgedragen wordt, vereist dat afsnijding, en daaruit wordt al duidelijk dat de ziel er niet is door overbrenging. En zoals er geen enkele engel is die een andere engel voortbrengt, zo brengt ook geen enkele ziel – die van dezelfde aard is als de engelen – een andere ziel voort.
 Uit alles blijkt dat – zoals Augustinus zegt – de ziel terwijl ze ingestort wordt, wordt geschapen en terwijl ze geschapen wordt, wordt ingestort. Uit alles blijkt dat – zoals Augustinus zegt – de ziel terwijl ze ingestort wordt, wordt geschapen en terwijl ze geschapen wordt, wordt ingestort.
Regel 101: Regel 101:
 Die manier heeft geen betrekking op het lichaam of op de ziel, maar het gebeurt door de voortplanting vanuit Adam. Dat het hele menselijke geslacht door Adam is verdorven, komt niet zozeer door het voortbrengen – al staat de manier waarop daar niet geheel buiten, want een zondig mens brengt een ander zondig mens voort – maar heeft alles te maken met Gods rechtvaardige straf. God heeft alle mensen vanuit de oorsprong, via het hoofd van het menselijk geslacht met de oorspronkelijke gerechtigheid begiftigd. En zo heeft Hij ook nadat Adam gezondigd heeft, allen rechtvaardig van hun gaven beroofd. Calvijn schrijft in zijn //Institutie//, boek 2, hoofdstuk 1, paragraaf 7: “De besmetting heeft haar oorzaak niet in de substantie van het vlees of van de ziel, maar omdat het zo door God beschikt was, dat wat Hij de eerste mens geschonken had, deze voor zichzelf en voor zijn nakomelingen zou hebben, echter met de mogelijkheid om het ook weer te verliezen.” Die manier heeft geen betrekking op het lichaam of op de ziel, maar het gebeurt door de voortplanting vanuit Adam. Dat het hele menselijke geslacht door Adam is verdorven, komt niet zozeer door het voortbrengen – al staat de manier waarop daar niet geheel buiten, want een zondig mens brengt een ander zondig mens voort – maar heeft alles te maken met Gods rechtvaardige straf. God heeft alle mensen vanuit de oorsprong, via het hoofd van het menselijk geslacht met de oorspronkelijke gerechtigheid begiftigd. En zo heeft Hij ook nadat Adam gezondigd heeft, allen rechtvaardig van hun gaven beroofd. Calvijn schrijft in zijn //Institutie//, boek 2, hoofdstuk 1, paragraaf 7: “De besmetting heeft haar oorzaak niet in de substantie van het vlees of van de ziel, maar omdat het zo door God beschikt was, dat wat Hij de eerste mens geschonken had, deze voor zichzelf en voor zijn nakomelingen zou hebben, echter met de mogelijkheid om het ook weer te verliezen.”
 Vervolgens is het zo dat de ziel besmet wordt in het lichaam dat door de zonde bedorven is. Dat gebeurt niet door een natuurlijke samenvoeging (zoals wijn die in een azijnvat wordt gedaan), maar door Gods rechtvaardige beschikking. Want zo spoedig de ziel, die vanuit zichzelf zuiver is, verenigd wordt met het lichaam dat in zonde ontvangen is,((*Psalm 51:7)) wordt de mens de ongehoorzaamheid van onze eerste ouders als zonde van hemzelf toegerekend. Daarom zegt de apostel dat wij allen in Adam – als de wortel van ons bestaan – gezondigd hebben. Dat wil zeggen: dat we schuldig geworden zijn als degenen die in zijn lendenen waren opgesloten (vgl. Romeinen 5:12). Zo wordt ook van Levi gezegd dat hij vóór hij werkelijk leefde, in Abraham al tienden gegeven had.((*Hebreeën 7:9-10)) Vervolgens is het zo dat de ziel besmet wordt in het lichaam dat door de zonde bedorven is. Dat gebeurt niet door een natuurlijke samenvoeging (zoals wijn die in een azijnvat wordt gedaan), maar door Gods rechtvaardige beschikking. Want zo spoedig de ziel, die vanuit zichzelf zuiver is, verenigd wordt met het lichaam dat in zonde ontvangen is,((*Psalm 51:7)) wordt de mens de ongehoorzaamheid van onze eerste ouders als zonde van hemzelf toegerekend. Daarom zegt de apostel dat wij allen in Adam – als de wortel van ons bestaan – gezondigd hebben. Dat wil zeggen: dat we schuldig geworden zijn als degenen die in zijn lendenen waren opgesloten (vgl. Romeinen 5:12). Zo wordt ook van Levi gezegd dat hij vóór hij werkelijk leefde, in Abraham al tienden gegeven had.((*Hebreeën 7:9-10))
-Na de toerekening van de ongerechtigheid van Adam volgt naar Gods rechtvaardige beschikking in de ziel ook direct de besmetting of het verderf, en ook de neiging om het kwade te doen. Dat is een straf op de eerste zonde, en daarbij is die straf ook zelf zonde, zoals de gehoorzaamheid van Christus die ons toegerekend wordt, werkelijk ook ónze gerechtigheid is waardoor wij gerechtvaardigd worden. Maar de wedergeboorte is een vervolg op deze rechtvaardiging. Zo wordt vanaf het allereerste begin de wortel van de zonde en de neiging om te zondigen, in ons overgeplant en zo is ze ons aangeboren.+Na de toerekening van de ongerechtigheid van Adam volgt naar Gods rechtvaardige beschikking in de ziel ook direct de besmetting of het verderf, en ook de neiging om het kwade te doen. Dat is een straf op de eerste zonde, en zij is ook zelf zonde, zoals de gehoorzaamheid van Christus die ons toegerekend wordt, werkelijk ook ónze gerechtigheid is waardoor wij gerechtvaardigd worden. Maar de wedergeboorte is een vervolg op deze rechtvaardiging. Zo wordt vanaf het allereerste begin de wortel van de zonde en de neiging om te zondigen, in ons overgeplant en zo is ze ons aangeboren.
 ==== 36. Waaruit bewijst u de onsterfelijkheid van de ziel? ==== ==== 36. Waaruit bewijst u de onsterfelijkheid van de ziel? ====
-  - Uit verschillende getuigenissen in de Heilige Schrift.((*Psalm 49:16 *Prediker 12:7 *Matteüs 10:28 *Matteüs 22:32 *Filippenzen 1:23 *1 Petrus 3:19 *Openbaring 6:9 *Openbaring 7:9)) En verder zijn er duidelijke argumenten op grond van de manier waarop de mens geschapen is. De ziel van de mens is namelijk door het inblazen van God geschapen, en daarom is ze van goddelijke oorsprong en onsterfelijk. Ze is ook vanuit de wijsheid en kennis van God zelf gegeven en in de mens ingedrukt. Een vergankelijke kracht kan namelijk niet tot de onsterfelijkheid en de fontein van het leven uitstijgen tot ver boven alle lichamelijke zaken. Maar de ziel kan de hemelse, goddelijke en eeuwige dingen door een wondergrote scherpzinnigheid onderzoeken.+  - Uit verschillende getuigenissen in de Heilige Schrift.((*Psalm 49:16 *Prediker 12:7 *Matteüs 10:28 *Matteüs 22:32 *Filippenzen 1:23 *1 Petrus 3:19 *Openbaring 6:9 *Openbaring 7:9)) En uit duidelijke argumenten op grond van de manier waarop de mens geschapen is. De ziel van de mens is namelijk door het inblazen van God geschapen, en daarom is ze van goddelijke oorsprong en onsterfelijk. Ze is ook vanuit de wijsheid en kennis van God zelf gegeven en in de mens ingedrukt. Een vergankelijke kracht kan namelijk niet tot de onsterfelijkheid en de fontein van het leven uitstijgen tot ver boven alle lichamelijke zaken. Maar de ziel kan de hemelse, goddelijke en eeuwige dingen door een wondergrote scherpzinnigheid onderzoeken.
   - We weten het ook uit het getuigenis van het geweten, dat met vreselijke verschrikkingen bevangen wordt door de schuld van de zonden. Dat kan echter alleen als de ziel van de mens na de dood levend zal blijven. Anders zouden de mensen met een kwaad geweten geen oorzaak hebben zo verschrikt te zijn vanwege de toekomende straf.   - We weten het ook uit het getuigenis van het geweten, dat met vreselijke verschrikkingen bevangen wordt door de schuld van de zonden. Dat kan echter alleen als de ziel van de mens na de dood levend zal blijven. Anders zouden de mensen met een kwaad geweten geen oorzaak hebben zo verschrikt te zijn vanwege de toekomende straf.
   - Ook weten we het uit de heerlijke gaven en krachten waarmee de ziel begiftigd is. Daarmee doorzoekt ze het hemelruim en toont ze haar kracht in het bedenken en overdenken van veel ongewone en verbazingwekkende zaken.   - Ook weten we het uit de heerlijke gaven en krachten waarmee de ziel begiftigd is. Daarmee doorzoekt ze het hemelruim en toont ze haar kracht in het bedenken en overdenken van veel ongewone en verbazingwekkende zaken.
-  - We weten het eveneens uit de aard van de ziel zelf, want ze is in haar wezen een- of enkelvoudig en vrij van innerlijke tegenstellingen en lichamelijke verschijnselen. Ze is namelijk het beeld zelf van God.((*Genesis 1:26,27)) Er is immers niets sterfelijks in het onsterfelijke beeld van God.+  - We weten het eveneens uit de aard van de ziel zelf, want ze is in haar wezen één- of enkelvoudig en vrij van innerlijke tegenstellingen en lichamelijke verschijnselen. Ze is namelijk het beeld van God.((*Genesis 1:26,27)) Er is immers niets sterfelijks in het onsterfelijke beeld van God.
   - Ook het voedsel van de ziel is van onsterfelijke aard.((*Johannes 6:51 *1 Petrus 1:23)) Als de ziel niet onsterfelijk zou zijn, is ons geloof zinloos; en dat geldt dan ook voor elke vorm van godsdienst.((*1 Korintiërs 15:14)) Dan zijn alle godvrezende mensen heel ongelukkig en de goddelozen zijn gelukkig en ‘zalig’. Ook de beesten zouden dan gelukkiger zijn dan de mensen. God heeft dan niets te maken met recht en onrecht.   - Ook het voedsel van de ziel is van onsterfelijke aard.((*Johannes 6:51 *1 Petrus 1:23)) Als de ziel niet onsterfelijk zou zijn, is ons geloof zinloos; en dat geldt dan ook voor elke vorm van godsdienst.((*1 Korintiërs 15:14)) Dan zijn alle godvrezende mensen heel ongelukkig en de goddelozen zijn gelukkig en ‘zalig’. Ook de beesten zouden dan gelukkiger zijn dan de mensen. God heeft dan niets te maken met recht en onrecht.
   - Ten slotte kan ook het algemeen gevoelen en de overeenstemming tussen alle volken nog genoemd worden als bewijs van het feit dat de ziel onsterfelijk is.   - Ten slotte kan ook het algemeen gevoelen en de overeenstemming tussen alle volken nog genoemd worden als bewijs van het feit dat de ziel onsterfelijk is.
-==== 37. Welk verschil is er tussen de zielen [van mensen] en de engelen? ==== +==== 37. Welk verschil is er tussen zielen en engelen? ==== 
-Niet zoveel wat het wezen betreft, maar anders dan de mensen kennen de engelen niet een band met een lichaam waaraan ze onderworpen zijn en waardoor ze worden ingesloten. We kunnen ook zeggen dat de engelen niet de gestalten zijn van een lichaam, terwijl de zielen dat wel altijd zijn.+Niet zoveel wat het wezen betreft, maar anders dan mensen kennen engelen niet een band met een lichaam waaraan ze onderworpen zijn en waardoor ze worden ingesloten. We kunnen ook zeggen dat engelen niet de gestalten zijn van een lichaam, terwijl zielen dat wel altijd zijn.
 ==== 38. Met welk doel is de mens geschapen? ==== ==== 38. Met welk doel is de mens geschapen? ====
-Allereerst om God te kennen. Vervolgens om Hem op aarde te dienen, zowel geestelijk en inwendig als lichamelijk en uitwendig. En ten slotte om Gods Naam te verheerlijken. En daarop zou dan de volle en totale gelukzaligheid van de mens in de hemel volgen. Daarom zegt Christus: “Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt” (Johannes 17:3). +Allereerst om God te kennen. Vervolgens om Hem op aarde te dienen, zowel geestelijk en inwendig als lichamelijk en uitwendig. En ten slotte om Hem te verheerlijken. En daarop volgt dan de volle en totale gelukzaligheid van de mens in de hemel. Daarom zegt Christus: “Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt” (Johannes 17:3). 
-==== 39. Wat is het nut voor als u let op de plaats die de mens mag innemen? ====+==== 39. Wat is het nut dat schept uit de leer aangaande de mens? ====
   - Dat wij Gods wonderlijk grote kracht en goedheid die Hij ons in onze schepping bewezen heeft, erkennen en met dankbaarheid prijzen.   - Dat wij Gods wonderlijk grote kracht en goedheid die Hij ons in onze schepping bewezen heeft, erkennen en met dankbaarheid prijzen.
   - Dat wij in al de nood van ons leven troost ontvangen door wat David zegt in Psalm 22:10-12: “Gij toch hebt mij uit de moederschoot getogen, Gij deedt mij vertrouwend rusten aan de borst van mijn moeder; aan U werd ik overgegeven bij mijn geboorte, van de moederschoot af zijt Gij mijn God. Wees dan niet verre van mij.”   - Dat wij in al de nood van ons leven troost ontvangen door wat David zegt in Psalm 22:10-12: “Gij toch hebt mij uit de moederschoot getogen, Gij deedt mij vertrouwend rusten aan de borst van mijn moeder; aan U werd ik overgegeven bij mijn geboorte, van de moederschoot af zijt Gij mijn God. Wees dan niet verre van mij.”
 ==== 40. Welk nut hebt u in het bijzonder uit de leer van de onsterfelijkheid van onze ziel? ==== ==== 40. Welk nut hebt u in het bijzonder uit de leer van de onsterfelijkheid van onze ziel? ====
   - Dat wij God, de Schepper, voor zo’n grote weldaad en gave eeuwig loven en danken.   - Dat wij God, de Schepper, voor zo’n grote weldaad en gave eeuwig loven en danken.
-  - Dat wij niet, zoals de onredelijke dieren, alleen maar met aardse en vergankelijke dingen bezigzijn, maar de zaken overdenken die behoren tot de eeuwige gelukzaligheid van onze ziel.+  - Dat wij niet, zoals de onredelijke dieren, alleen maar met aardse en vergankelijke dingen bezig zijn, maar de zaken overdenken die behoren tot de eeuwige gelukzaligheid van onze ziel.
 ==== 41. Welke dingen zijn in strijd met de leer van de schepping van de mens? ==== ==== 41. Welke dingen zijn in strijd met de leer van de schepping van de mens? ====
   - De dwaling van de rabbijnen, die van mening waren dat de engelen Gods medewerkers waren in de schepping van de mens.   - De dwaling van de rabbijnen, die van mening waren dat de engelen Gods medewerkers waren in de schepping van de mens.
-  - De dwaling van Aristoteles, die de gedachte aanhing dat de mens evenmin als de wereld een begin gekend heeft. Die mening komen we ook tegen in de verhalen die de dichters ophangen. +  - De dwaling van Aristoteles, die de gedachte aanhing dat de mens evenmin als de wereld een begin gekend heeft. Die mening komen we ook tegen in de verhalen die dichters ophangen. 
-  - De totaal verkeerde mening van de Epicureërs en sadduceeën, die de gek steken met de onsterfelijkheid van de ziel.((*Jesaja 22:13 *1 Korintiërs 15:32))+  - De totaal verkeerde mening van de epicuristen en sadduceeën, die de gek steken met de onsterfelijkheid van de ziel.((*Jesaja 22:13 *1 Korintiërs 15:32))
   - De even verkeerde mening van de Manicheeërs, de volgelingen van Priscillus en die van Plato, die ervanuit gingen dat de ziel uit het wezen van God stamt.   - De even verkeerde mening van de Manicheeërs, de volgelingen van Priscillus en die van Plato, die ervanuit gingen dat de ziel uit het wezen van God stamt.
   - De mening van de volgelingen van Pythagoras, die stelden dat de ziel van het ene naar het andere lichaam gaat. En ook de mening van de Egyptenaren die van een zeker aantal zielen uitgingen; zij dachten dan dat een ziel in een ander lichaam overging als het eerdere lichaam dood was.   - De mening van de volgelingen van Pythagoras, die stelden dat de ziel van het ene naar het andere lichaam gaat. En ook de mening van de Egyptenaren die van een zeker aantal zielen uitgingen; zij dachten dan dat een ziel in een ander lichaam overging als het eerdere lichaam dood was.
   - De dwaling van Themistius en Averroes, die de fantasie aanhingen dat alle mensen één gezamenlijke ziel hebben.   - De dwaling van Themistius en Averroes, die de fantasie aanhingen dat alle mensen één gezamenlijke ziel hebben.
   - De dwaasheid van veel mensen die zó vastzitten in de materiële zaken van deze wereld, dat ze het eeuwige heil en de zaligheid van de ziel verwaarlozen.((*Matteüs 16:26))   - De dwaasheid van veel mensen die zó vastzitten in de materiële zaken van deze wereld, dat ze het eeuwige heil en de zaligheid van de ziel verwaarlozen.((*Matteüs 16:26))


Paginahulpmiddelen