Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:9 [16-01-2020 om 12.11 uur] – Paul de Korte | institutie:9 [29-08-2024 om 17.28 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | ====== | + | ====== Het beeld van God in de mens ====== |
- | ===== 1. Wat is een beeld? | + | ==== 1. Wat is een beeld? ==== |
- | Het is een uitdrukking | + | Het is de expressie of uitbeelding van een bepaald iets. Dat kan zijn uitdrukking |
- | ===== 2. Hoe veel verschillen | + | Het beeld kan zich ook buiten de ziel bevinden. Dan heeft het een zekere gelijkheid |
- | Gelijkenis strekt zich wijder uit dan beeld: want waar een beeld is, daar is ook een gelijkenis, maar niet het tegendeel. Want het een wordt gezegd het ander gelijk te zijn, en nochtans en is het een niet het beeld van het andere. In deze disputatie nochtans of ontwe???ringe van het beeld Gods in den Mens, is het woord gelijkenis tot betere verklaring gevoegd bij het woord beeld, als Filippenzen 2:7. | + | ==== 2. Is er een groot verschil tussen |
- | ===== 3. Is de mens naar Gods beeld geschapen? ===== | + | Het woord gelijkenis heeft een wijdere strekking, want waar een beeld is, daar is ook een gelijkenis, maar dat geldt niet voor het tegenovergestelde. Er kan namelijk van iets gezegd worden dat het op iets anders lijkt, maar dan is toch nog niet het beeld van dat andere. |
- | Ja hij, want Genesis 1.27. God schiep den mens naar zijn Beeld: en Paulus zegt, 1 Korintiërs 11:7. De man moet het hoofd niet bedekken, overmits hij het beeld Gods is en Kolossenzen 3:10. | + | Als we het echter hebben over het vraagstuk van het beeld van God in de mens, wordt het woord “gelijkenis” eraan toegevoegd om het woord “beeld” des te beter te verklaren. Dat zien we ook in Filippenzen 2:7. |
- | ===== 4. Is de mens alleen | + | ==== 3. Is de mens naar Gods beeld geschapen? ==== |
- | - Christus is het natuurlijk, waarachtig, en het allervolmaakste beeld Gods des Vaders(( | + | Ja, want in Genesis |
- | 2 Korintiërs 4:4, Kolossenzen 1:15. | + | |
- | )), zo ten aanzien, hij de eeuwige Zoon is. Want hij is uit het wezen des Vaders geboren, niet gemaakt. Daarom wordt hij genoemd het uitgedrukte beeld van Zijn Persoons of zelfstandigheid, | + | |
- | 1 Timoteüs 3:16. | + | |
- | )). Ja, wat meer is, op dat wij in de blote aanschouwing Gods niet zouden weg gesweight worden, zo is de Zoon met het vlees bekleed, ons als een spiegel, waar in de Vader ons Zijn oneindige en almachtige majesteit en heerlijkheid, | + | |
- | - De engelen | + | |
- | Johannes 1:6 en 2:1. | + | |
- | )), en zijn geestelijk, onsterfelijk, | + | |
- | - De mens wordt genoemd het beeld Gods, 1 Korintiërs 11:7, en wordt gezegd geschapen te zijn naar Gods beeld, | + | |
- | Kolossenzen 3:10. | + | |
- | )). Maar dit laatste beeld beide in de engelen, en mensen is uit genade. | + | |
- | ===== 5. Waarom wordt de mens het Beeld Gods genoemd? ===== | + | ==== 4. Is alleen |
- | Om de ware gelijkheid, die hij met God heeft. | + | Christus is het natuurlijke, |
- | ===== 6. Waarom | + | Ook de engelen zijn naar het beeld van God geschapen, want ook zij worden kinderen of zonen van God genoemd.((*Job 1:6 *Job 2:1)) Ze zijn als geestelijke, |
- | Om de onvolkomenheid | + | De mens wordt het beeld van God genoemd (1 Korintiërs 11:7) en is geschapen naar het beeld van God, wat niet alleen voor Adam geldt, maar ook voor Eva.((*Genesis 1:26,27 *Kolossenzen 3:10)) Dit laatste beeld is zowel bij de mensen als bij de engelen alleen gegrond op genade. |
- | ===== 7. Is de gehele Adam zowel met ziel als met lichaam, naar Gods beeld geschapen? ===== | + | ==== 5. Waarom wordt de mens het beeld van God genoemd? ==== |
- | Ja hij, in het geheel, namelijk, niet in het gedeeld, aangemerkt, want God spreekt bij Mozes van de gehele mens, als hij zegt, Genesis 1:26: Laat ons mensen (niet de ziel, of het lichaam des mensen) naar Ons beeld maken. Hetwelk blijkt uit het tegendeel van het beeld Gods, hetwelk de zonde is: want die is niet alleen in de ziel, maar ook in het lichaam(( | + | Vanwege de gelijkenis die hij met God vertoont. |
- | Romeinen 6:12. | + | |
- | )), en daarom is het beeld Gods niet in de ziel alleen, of alleen in het lichaam geweest, maar in de gehele mens. | + | |
- | Datzelfde leert ook de vernieuwing van dat beeld in de mens, hetwelk niet anders is, dan de heiligmaking, | + | ==== 6. Waarom is hij náár Gods beeld geschapen? ==== |
- | Romeinen 12:1, 1 Tessalonicenzen 5:23. | + | |
- | )). | + | |
- | Hier komt nog bij, dat God verbiedende den mens dood te slaan, Genesis 9:6, deze reden inbrengt: Want God heeft de mens naar zijn beeld gemaakt, en is derhalve het Beeld Gods van de gehele mens te verstaan: welk beeld Gods nochtans eerst, allermeest en bijzonderlijk in de ziel scheen, maar alzo dat de glinsteren en vonken van dat beeld ook in het lichaam zich vertoonden. | + | Vanwege het onvolkomene in die gelijkenis, want hij vertoonde niet volkomen het beeld van God, zoals Christus |
- | ===== 8. Wat is het beeld Gods in de mens geweest, en hoe veel delen heeft het? ===== | + | ==== 7. Is de ‘hele Adam’, dus met ziel en lichaam, naar Gods beeld geschapen? ==== |
- | Het beeld Gods wordt in de mens aangemerkt: | + | Ja, geheel en al, en dus niet alleen een bepaald deel. God spreekt namelijk door Mozes in Genesis 1:26: “Laat Ons mensen – dus niet alleen de ziel of het lichaam – maken naar ons beeld, als onze gelijkenis.” Dit blijkt ook uit het tegenovergestelde van het beeld van God, namelijk de zonde. Die zetelt immers niet alleen |
- | - Ten aanzien van het wezen des mensen, en voornamelijk van de ziel. | + | Ook de vernieuwing |
- | - Ten aanzien | + | |
- | - Ten aanzien van de attributen, of toevoegsels, | + | |
- | ===== 9. Waarom wordt de mens ten aanzien van zijn wezen het beeld Gods genoemd? ===== | + | Hier komt nog bij dat God verbiedt een mens dood te slaan. Genesis 9:6 geeft als reden op: “Want naar het beeld Gods Hij de mens gemaakt.” |
- | - Overmits dat de ziel, den mens van God ingeprint, een geestelijke natuur, verstandelijk, | + | Daarom moet het beeld van God dus op heel de mens betrekking hebben. Het is echter wel zo dat het beeld van God het eerst, het meest en in het bijzonder |
- | Boek der Wijsheid 2:23, Prediker 17:2. | + | |
- | )). | + | |
- | - De ene ziel in de mens zijnde begaafd met veel faculteiten of krachten, als memorie, gedachte, wil, is een teken (zoals Augustinus zegt) dat ons vertoont | + | |
- | ===== 10 Waarom ten aanzien | + | ==== 8. Wat is het beeld van God in de mens geweest, en uit hoeveel delen bestaat het? ==== |
- | Om dat God in het begin, een toorts van de hemelse wijsheid | + | Het beeld van God in de mens zien we in drie delen naar voren komen: |
- | Kolossenzen 3:10. | + | |
- | )), waardoor hij God, en Zijn wil, die hem geopenbaard was, en derhalve, al de werken Gods, en aller dingen natuur en eigenschap ten rechten kende, hetwelk daaruit afgenomen wordt, dat Adam, als hij van den slaap opgewekt was, Eva kende, waar ze van voortgebracht was, zeggende, Deze is been van mijn benen, en vlees van mijn vlees, Genesis 2:23. En alle beesten namen gegeven heeft naar haar natuur, vers 19. | + | |
- | Ten andere, overmits God den mens in de wil versierd had met volkomen gerechtigheid en heiligheid, waar door hij Gods rechtvaardigheid en heiligheid, als in een spiegel, vertoonde, en navolgde; had hem ook voorzien met krachten, die tot alle goed bekwaam waren: eindelijk met een lichaam, dat zeer heerlijk geschikt was om de ziel, die hem bewoog, vaardig en zonder enige vermoeidheid te gehoorzamen(( | + | - In het wezen van de mens, dat is vooral |
- | Genesis 1:31, Prediker 7:30. | + | - In zijn gaven en eigenschappen, die van zijn wezen onderscheiden zijn. |
- | )). Daarom zegt Paulus Efeziërs 4:24. En de nieuwe mens aandoen die naar God geschapen is in rechtvaardigheid en ware heiligheid. En Kolossenzen 3:10: Die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld desgenen, die hem geschapen heeft, etc. | + | - In zijn uitwendige kenmerken, zoals zijn waardigheid, zijn hoge positie, zijn heerschappij en zijn bevoorrechte positie boven alle andere schepselen. |
- | ===== 11. Waarom wordt de mens gezegd na het beeld Gods geschapen te zijn, ten aanzien van de waardigheid en heerschappij? ===== | + | ==== 9. Waarom wordt de mens het beeld van God genoemd voor wat zijn wezen betreft? ==== |
- | Overmits hij door de heerschappij, die hij had over alle dieren, en alle creaturen van dit aardrijk, | + | Omdat de ziel, die God in de mens onuitwisbaar heeft ingedrukt, een geestelijke natuur is; ze is een verstandig, niet-lichamelijk, onsterfelijk |
- | Want in de hoogheid, waarvoor de man de vrouw te boven gaat, wordt de heerlijkheid en het beeld Gods enigszins gezien, als ook in alle overheid(( | + | De ziel is in de mens begiftigd met veel eigenschappen of vaardigheden, zoals het geheugen, het denkvermogen en de wil. Dat is een teken, zoals Augustinus zegt, dat op de eenheid |
- | Psalm 82:6. | + | |
- | )). En de vrouw is naar dit beeld niet geschapen, maar komt de man in het bijzonder toe, hetwelk zo uit de orde of vervolg | + | |
- | ===== 12. Heeft Adam al de delen of trappen | + | ==== 10. Waarom geldt dat ook voor de gaven en eigenschappen |
- | De twee uiterste delen zijn in de mens overgebleven, | + | De eerste reden is dat God in het begin een straal van hemelse wijsheid in het verstand van de mens heeft ontstoken. Daardoor kende hij God en Zijn wil die hem geopenbaard was, heel goed en dus ook al de werken |
- | 1 Korintiërs 11:7. | + | |
- | )): de wilde woeste beesten laten zich temmen en dweeg maken, dat ze de mens gehoorzaam zijn, of tenminste niet beschadigen of kwetsen. Het middelste is ook nog over zoveel belangt enig verstand | + | |
- | 2 Korintiërs 3:18. | + | |
- | )). | + | |
- | Maar de hoogste en volkomen | + | Vervolgens heeft God de mens ook rijk bedeeld met de gaven van volkomen |
- | ===== 13. Hoe schijnt het beeld Gods in het lichaam | + | Ten slotte had de mens ook een lichaam gekregen dat op een voortreffelijke manier geschikt was om de ziel die hem inspireerde, |
- | - Niet in zoveel het simpel een lichaam is, en van zulke gedaante, maar in zoveel het een lichaam is, dat met de redelijke ziel samengevoegd is, draagt het een deel van het beeld Gods, en vervat de ganse wereld als in zich, waarom ook de mens de kleine wereld genoemd wordt: waarin de Schepper en het voorbeeld | + | ==== 11. Waarom zegt men dat de mens naar het beeld van God is geschapen voor wat betreft zijn waardigheid en heerschappij |
- | - Overmits dat de velerlei lidmaten van het lichaam ogen, oren, mond, tong, handen de geestelijke leden Gods, dat is, Zijn geestelijke volmaaktheden, | + | |
- | - Overmits de gaven van de ziel het lichaam zelf verlichten, gelijk het licht van de kaars de hoorn van de lantaarn verlicht, en de geregtigheid zelf en heiligheid strekken haar uit, tot het lichaam en de leden van het lichaam, en derhalve oefende en stelde de mens in het werk de waardigheid en hoogheid | + | |
- | ===== 14. Tot welk doel heeft God de mens naar Zijn beeld geschapen? ===== | + | De mens had heerschappij over de dieren en alle schepselen van het aardrijk, en daardoor beeldde hij op aarde God Zelf af, Die de Here van alle dingen is. Want Hij sprak: “… opdat zij – namelijk man en vrouw – heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde” (Genesis 1:26). In Psalm 8:7 lezen we: “Gij doet hem heersen over de werken uwer handen.” Daardoor kon Adam in het begin alle dieren tot zich roepen en daaraan gehoorzaamden ze ook (Genesis 2:19,20). Dit beeld past bij Gods uitwendige instelling en ordening; en daarom wordt in 1 Korintiërs 11:7 de man als het hoofd van de vrouw en het huisgezin, het beeld van God genoemd. |
- | | + | In het hoofd-zijn van de man over de vrouw en alle andere dingen wordt iets gezien van de heerlijkheid |
- | - Dat God alzo door de mens bekend zijnde, van hem zou bemind, geëerd, en verheerlijkt worden, want alle gelijke heeft zijns gelijke lief. | + | |
- | - Dat God zelf wederom de mens, als die Hem gelijk | + | |
- | - Dat de mensen, die naar een beeld Gods geschapen | + | |
- | - Opdat de verworpenen, | + | |
- | ===== 15. Welke dingen strijden met deze leer? ===== | + | ==== 12. Heeft Adam door de zonde alle delen van het beeld van God verloren? ==== |
- | ~~NOTOC~~ | + | Het eerste en laatste deel genoemd onder 8 zijn nog in de mens overgebleven, |
- | ~~NOTOC~~ | + | De volmaaktheid zal er echter zijn als wij in de toekomende heerlijkheid ten volle gelijkvormig zullen zijn aan Christus, Die haar weer in ons opricht. |
- | ~~NOTOC~~ | + | ==== 13. Hoe wordt het beeld van God zichtbaar in het lichaam van de mens? ==== |
- | ~~NOTOC~~ | + | - Niet op die manier dat dit beeld ook eenvoudigweg een lichaam is met de gestalte als van het menselijke lichaam. Nee, dit beeld is een “lichaam” dat samengevoegd is met de redelijke ziel. En zo draagt het lichaam een deel van het beeld van God, en bevat het bij wijze van spreken de hele wereld in zich. Daarom wordt de mens ook wel “de kleine wereld” genoemd, waarin de Schepper en het beeld van de hele wereld tot uiting komen. |
+ | - De vele onderdelen van het menselijk lichaam, zoals ogen, mond, tong en handen laten de geestelijke eigenschappen van God zien, zoals Zijn wijsheid en Zijn macht, en nog andere. Zie Hebreeën 8: | ||
+ | - De gaven van de ziel straalden uit naar het lichaam, zoals het licht van de kaars de lantaarn verlicht. De gerechtigheid en heiligheid hadden invloed op het lichaam en de onderdelen ervan. Daardoor oefende de mens door zijn lichaam de waardigheid en het hoge gezag van de mens uit over alle schepselen hier op aarde. Met name door zijn voorkomen straalde hij een gebiedende, heersende majesteitelijke kracht uit, waardoor hij door de dieren als een overste over hen werd gezien. | ||
- | ~~NOTOC~~ | + | ==== 14. Met welk doel heeft God de mens naar Zijn beeld geschapen? ==== |
- | ~~NOTOC~~ | + | - God is in Zichzelf en vanwege Zijn natuur onzichtbaar, |
+ | - De mens die God zo kent, kan Hem nu beminnen, eren en verheerlijken. Alles wat “gelijk” is, heeft elkaar namelijk lief. | ||
+ | - God Zelf kan Zich nu met de mens, die aan Hem “gelijk” is, verenigen tot eeuwige gelukzaligheid. | ||
+ | - De mensen die naar het beeld van God geschapen zijn, kunnen nu niet alleen God liefhebben maar ook elkaar, en zo mogen ze elkaar dan zien in dit en in het eeuwige leven. | ||
+ | - De verworpenen kunnen, omdat ze naar het beeld van God geschapen zijn, zich niet verontschuldigen. | ||
- | ~~NOTOC~~ | + | ==== 15. Welke zaken zijn in strijd met deze leer? ==== |
- | ~~NOTOC~~ | + | - De ketterij van de manicheeërs en de antropomorfisten. Zij hielden zich aan het verzinsel dat God lichamelijk is en dat Hij Adams lichaam geschapen had naar het beeld en de gelijkenis van Zijn eigen lichaam. En ook de nogal lompe mening van allen die gemeend hebben dat de uitwendige gestalte van de mens het beeld van God is geweest. |
+ | - De dwaze mening van Osiander, die leerde dat het menselijk lichaam gemaakt is naar de gestalte van het lichaam dat door Christus zou worden aangenomen. | ||
+ | - De mening van Flacius Illyricus, die stelde dat het beeld van God (dat is: de gerechtigheid en heiligheid van de ziel) het wezen van de ziel zelf is. | ||
+ | - De dwaling van de scholastici, |