Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:9

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:9 [09-03-2020 om 19.02 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:9 [29-08-2024 om 17.28 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 1: Regel 1:
-====== 9. Het beeld van God in de mens ======+====== Het beeld van God in de mens ======
  
 ==== 1. Wat is een beeld? ==== ==== 1. Wat is een beeld? ====
  
-Het is een uitdrukking of vertoning van enig ding en dat, zowel in de ziel des mensen, te weten, in het verstand of bekennende kracht, en wordt door de filosofen genoemd Idea, vorm, of gedaante in het gemoed ontvangen: als buiten de ziel, en is een gelijkheid en overeenkomst van gedaante, welke is, of in de daad bestaande, van het wezen en van de hoedanigheden tezamen, gelijk als gezegd wordt dat Adam mensen geteeld heeft naar zijn beeld, Genesis 5:3, of alleen van enige accidenten of bijvalligheden, als Lucas 20:24. De penning heeft des keizers beeld, of is enige ijdele vertoning, afschaduwing, en figuur of gedaante.+Het is de expressie of uitbeelding van een bepaald iets. Dat kan zijn uitdrukking vinden in de ziel, en dan met name in het verstand door de kracht van de herkenning – dan wordt het door de filosofen een //idea// genoemd – of het heeft een plaats in het hart gekregen.
  
-==== 2. Hoe veel verschillen beeld en gelijkenissen? ====+Het beeld kan zich ook buiten de ziel bevinden. Dan heeft het een zekere gelijkheid en overeenstemming in voorkomen. Dat kan zich manifesteren in het wezen en de eigenschappen ervan, zoals we van Adam kunnen zeggen dat hij mensen heeft voortgebracht naar zijn beeld (Genesis 5:3). Het kan ook zijn dat het zich manifesteert in een bepaalde verschijningsvorm, zoals in Lucas 20:24, waar de schelling het beeld van de keizer heeft. Ook is het mogelijk dat het beeld een bepaalde uitbeelding of afschaduwing is [van iets in de werkelijkheid].
  
-Gelijkenis strekt zich wijder uit dan beeldwant waar een beeld is, daar is ook een gelijkenis, maar niet het tegendeelWant het een wordt gezegd het ander gelijk te zijnen nochtans en is het een niet het beeld van het andere. In deze disputatie nochtans of ontwe???ringe van het beeld Gods in den Mensis het woord gelijkenis tot betere verklaring gevoegd bij het woord beeld, als Filippenzen 2:7.+==== 2. Is er een groot verschil tussen beeld en gelijkenis? ==== 
 + 
 +Het woord gelijkenis heeft een wijdere strekking, want waar een beeld is, daar is ook een gelijkenis, maar dat geldt niet voor het tegenovergesteldeEr kan namelijk van iets gezegd worden dat het op iets anders lijktmaar dan is toch nog niet het beeld van dat andere. 
 + 
 +Als we het echter hebben over het vraagstuk van het beeld van God in de menswordt het woord gelijkenis” eraan toegevoegd om het woord beeld” des te beter te verklaren. Dat zien we ook in Filippenzen 2:7.
  
 ==== 3. Is de mens naar Gods beeld geschapen? ==== ==== 3. Is de mens naar Gods beeld geschapen? ====
  
-Ja hij, want Genesis 1.27God schiep den mens naar zijn Beeld: en Paulus zegt1 Korintiërs 11:7. De man moet het hoofd niet bedekken, overmits hij het beeld Gods is en Kolossenzen 3:10.+Ja, want in Genesis 1:27 lezen we: “God schiep de mens naar zijn beeld”. En Paulus zegt in 1 Korintiërs 11:7: “Een man moet het hoofd niet dekken: hij is heet beeld en de heerlijkheid van God.”((*Kolossenzen 3:10)) 
 + 
 +==== 4. Is alleen de mens het beeld van God, of [anders gezegd] naar het beeld van God geschapen? ==== 
 + 
 +Christus is het natuurlijke, waarachtige en meest volmaakte beeld van God de Vader.((*2 Korintiërs 4:4 *Kolossenzen 1:15)) Dat geldt ten aanzien van het feit dat Hij de eeuwige Zoon is, want Hij is uit het wezen van de Vader geboren, en niet gemaakt. Daarom wordt Hij ook ‘de afdruk van zijn wezen’ genoemd (Hebreeën 1:3). Dat geldt ook ten aanzien van het feit dat Hij in het vlees geopenbaard is, want heel het wezen van Zijn Vader en Zijn volkomenheid wordt in de gestalte van de Zoon, Die in Zijn lichaam voor ons zichtbaar is geworden, gezien en geopenbaard.((*1 Timoteüs 3:16)) Ja, wat meer is, om door de directe aanschouwing van God niet verzwolgen te worden, is de Zoon in Zijn lichamelijke gestalte voor ons als een spiegel, waarin de Vader ons Zijn oneindige en almachtige majesteit, heerlijkheid, goedheid, wijsheid, waarheid en rechtvaardigheid laat zien. Daarom zegt Christus: “Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien” (Johannes 14:9).((*Johannes 12:45)) 
 + 
 +Ook de engelen zijn naar het beeld van God geschapen, want ook zij worden kinderen of zonen van God genoemd.((*Job 1:6 *Job 2:1)) Ze zijn als geestelijke, rechtvaardige en onsterfelijke wezens geschapen. En Christus leert ons duidelijk dat wij in de hemel in waarheid gelukzalig zullen zijn en daarom aan God gelijk als we daar als de engelen van God zijn geworden.((*Matteüs 22:30)) 
 + 
 +De mens wordt het beeld van God genoemd (1 Korintiërs 11:7) en is geschapen naar het beeld van God, wat niet alleen voor Adam geldt, maar ook voor Eva.((*Genesis 1:26,27 *Kolossenzen 3:10)) Dit laatste beeld is zowel bij de mensen als bij de engelen alleen gegrond op genade. 
 + 
 +==== 5. Waarom wordt de mens het beeld van God genoemd? ====
  
-==== 4. Is de mens alleen Gods beeld, of naar het beeld Gods geschapen? ====+Vanwege de gelijkenis die hij met God vertoont.
  
-  - Christus is het natuurlijk, waarachtig, en het allervolmaakste beeld Gods des Vaders((*2 Korintiërs 4:4 *Kolossenzen 1:15)), zo ten aanzien, hij de eeuwige Zoon isWant hij is uit het wezen des Vaders geboren, niet gemaakt. Daarom wordt hij genoemd het uitgedrukte beeld van Zijn Persoons of zelfstandigheid, Hebreeën 1:3. Alsook, ten aanzien Hij in het vlees geopenbaard is, want des Vaders gehele aard, volkomenheid, en als het aanschijn wordt in de Zoon, die door het vlees zienlijk geworden is, gezien en aanschouwd((*1 Timoteüs 3:16)). Ja, wat meer is, opdat wij in de blote aanschouwing Gods niet zouden weg gesweight??? worden, zo is de Zoon met het vlees bekleed, ons als een spiegel, waar in de Vader ons Zijn oneindige en almachtige majesteit en heerlijkheid, goedheid, wijsheid, waarheid, rechtvaardigheid laat zien en aanschouwen. Daarom zegt Christus, Die mij gezien heeft die heeft den Vader gezien, Johannes 12:45 en 14:9. +==== 6Waarom is hij náár Gods beeld geschapen? ====
-  - De engelen zijn ook naar het beeld Gods geschapen, want ze worden ook kinderen of zonen Gods genoemd((*Johannes 1:6 *Johannes 2:1)), en zijn geestelijk, onsterfelijk, en rechtvaardig geschapen: en Christus leert duidelijk, dat wij dan waarlijk gelukzalig, en derhalve God zelf gelijk zullen zijn, als wij geworden zullen zijn in den Hemel als de engelen Gods, Matteüs 22:30. +
-  - De mens wordt genoemd het beeld Gods, 1 Korintiërs 11:7, en wordt gezegd geschapen te zijn naar Gods beeld, niet alleen Adam, maar ook Eva, Genesis 1:26((*Kolossenzen 3:10)). Maar dit laatste beeld beide in de engelen, en mensen is uit genade.+
  
-==== 5. Waarom wordt de mens het Beeld Gods genoemd? ====+Vanwege het onvolkomene in die gelijkenis, want hij vertoonde niet volkomen het beeld van God, zoals Christus de Vader volkomen representeert of vertoont.
  
-Om de ware gelijkheiddie hij met God heeft.+==== 7. Is de ‘hele Adam’dus met ziel en lichaam, naar Gods beeld geschapen? ====
  
-==== 6Waarom naar het beeld geschapen? ====+Ja, geheel en al, en dus niet alleen een bepaald deelGod spreekt namelijk door Mozes in Genesis 1:26: “Laat Ons mensen – dus niet alleen de ziel of het lichaam – maken naar ons beeld, als onze gelijkenis.” Dit blijkt ook uit het tegenovergestelde van het beeld van God, namelijk de zonde. Die zetelt immers niet alleen in de ziel, maar ook in het lichaam.((*Romeinen 6:12)) Daarom mogen we zeggen dat het beeld van God niet alleen in de ziel en niet alleen in het lichaam maar in de hele mens is geweest.
  
-Om de onvolkomenheid van deze gelijkheid of gelijkenis, want hij vertoonde God niet volkomen, gelijk Christus den Vader volkomen representeert of vertoont.+Ook de vernieuwing van Gods beeld in de mens laat ons dit zien. Dat beeld is immers niets anders dan de heiliging, want niet alleen de ziel wordt geheiligd maar ook het lichaam.((*Romeinen 12:1 *1 Tessalonicenzen 5:23))
  
-==== 7Is de gehele Adam zowel met ziel als met lichaam, naar Gods beeld geschapen? ====+Hier komt nog bij dat God verbiedt een mens dood te slaanGenesis 9:6 geeft als reden op: “Want naar het beeld Gods Hij de mens gemaakt.”
  
-Ja hij, in het geheel, namelijk, niet in het gedeeld, aangemerkt, want God spreekt bij Mozes van de gehele mens, als hij zegt, Genesis 1:26: Laat ons mensen (niet de ziel, of het lichaam des mensen) naar Ons beeld maken. Hetwelk blijkt uit het tegendeel van het beeld Godshetwelk de zonde is: want die is niet alleen in de ziel, maar ook in het lichaam((*Romeinen 6:12)), en daarom is het beeld Gods niet in de ziel alleen, of alleen in het lichaam geweest, maar in de gehele mens.+Daarom moet het beeld van God dus op heel de mens betrekking hebben. Het is echter wel zo dat het beeld van God het eersthet meest en in het bijzonder in de ziel tot uiting kwam, maar wel zo dat de glans en de fonkeling ervan zich ook in het lichaam manifesteerden.
  
-Datzelfde leert ook de vernieuwing van dat beeld in de mens, hetwelk niet anders is, dan de heiligmaking, maar de ziel wordt niet alleen geheiligd, maar ook het lichaam((*Romeinen 12:1 *1 Tessalonicenzen 5:23)).+==== 8. Wat is het beeld van God in de mens geweesten uit hoeveel delen bestaat het? ====
  
-Hier komt nog bij, dat God verbiedende den mens dood te slaan, Genesis 9:6, deze reden inbrengt: Want God heeft de mens naar zijn beeld gemaakt, en is derhalve het Beeld Gods van de gehele mens te verstaanwelk beeld Gods nochtans eerst, allermeest en bijzonderlijk in de ziel scheen, maar alzo dat de glinsteren en vonken van dat beeld ook in het lichaam zich vertoonden.+Het beeld van God in de mens zien we in drie delen naar voren komen:
  
-==== 8. Wat is het beeld Gods in de mens geweest, en hoe veel delen heeft het? ====+  - In het wezen van de mens, dat is vooral de ziel. 
 +  - In zijn gaven en eigenschappen, die van zijn wezen onderscheiden zijn. 
 +  - In zijn uitwendige kenmerken, zoals zijn waardigheid, zijn hoge positie, zijn heerschappij en zijn bevoorrechte positie boven alle andere schepselen.
  
-Het beeld Gods wordt in de mens aangemerkt:+==== 9. Waarom wordt de mens het beeld van God genoemd voor wat zijn wezen betreft? ====
  
-  - Ten aanzien van het wezen des mensen, en voornamelijk van de ziel+Omdat de ziel, die God in de mens onuitwisbaar heeft ingedrukteen geestelijke natuur is; ze is een verstandigniet-lichamelijkonsterfelijk en geestelijk wezen isdat naar de haar gegeven mate de goddelijke natuur laat zien.
-  - Ten aanzien van de gaven of hoedanigheden, die nochtans van zijn wezen verschillend zijn. +
-  - Ten aanzien van de attributenof toevoegselsof van de waardigheidhoogheidheerschappij, en uitsteking boven alle creaturen.+
  
-==== 9. Waarom wordt de mens ten aanzien van zijn wezen het beeld Gods genoemd? ====+De ziel is in de mens begiftigd met veel eigenschappen of vaardigheden, zoals het geheugen, het denkvermogen en de wil. Dat is een teken, zoals Augustinus zegt, dat op de eenheid van het goddelijk Wezen en de veelheid van de Personen wijst.
  
-  - Overmits dat de ziel, den mens van God ingeprint, een geestelijke natuur, verstandelijk, onlichamelijk, onsterfelijk, een onzienlijk wezen is, welke naar haar mate Gods natuur vertoont((*Boek der Wijsheid 2:23 *Prediker 17:2)). +==== 10. Waarom geldt dat ook voor de gaven en eigenschappen van de mens? ====
-  - De ene ziel in de mens zijnde begaafd met veel faculteiten of krachten, als memorie, gedachte, wil, is een teken (zoals Augustinus zegt) dat ons vertoont de eenheid van het Goddelijke wezen, en de veelheid der Personen.+
  
-==== 10 Waarom ten aanzien van de gaven? ====+De eerste reden is dat God in het begin een straal van hemelse wijsheid in het verstand van de mens heeft ontstoken. Daardoor kende hij God en Zijn wil die hem geopenbaard was, heel goed en dus ook al de werken van God en het karakter en de eigenschappen van alle dingen. Dat kunnen we afleiden uit het feit dat Adam, toen hij uit zijn slaap wakker werd, van Eva direct wist waaruit zij was voortgekomen. Hij zei immers: “Dit is nu eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees” (Genesis 2:23). Hij gaf ook alle dieren een naam die bij hun aard paste.
  
-Om dat God in het begin, een toorts van de hemelse wijsheid in het verstand des mensen ontstoken had((*Kolossenzen 3:10)), waardoor hij God, en Zijn wil, die hem geopenbaard was, en derhalve, al de werken Gods, en aller dingen natuur en eigenschap ten rechten kende, hetwelk daaruit afgenomen wordt, dat Adam, als hij van den slaap opgewekt was, Eva kende, waar ze van voortgebracht was, zeggende, Deze is been van mijn benen, en vlees van mijn vlees (Genesis 2:23). En alle beesten namen gegeven heeft naar haar natuur (Genesis 2:19).+Vervolgens heeft God de mens ook rijk bedeeld met de gaven van volkomen gerechtigheid en heiligheid. Daardoor volgde hij Gods gerechtigheid en heiligheid als in een spiegel na en liet die zo zien. God had hem ook de krachten gegeven waardoor hij in staat was om alles te doen wat goed was.
  
-Ten andere, overmits God den mens in de wil versierd had met volkomen gerechtigheid en heiligheid, waar door hij Gods rechtvaardigheid en heiligheid, als in een spiegel, vertoonde, en navolgde; had hem ook voorzien met krachten, die tot alle goed bekwaam waren: eindelijk met een lichaamdat zeer heerlijk geschikt was om de zieldie hem bewoogvaardig en zonder enige vermoeidheid te gehoorzamen((*Genesis 1:31 *Prediker 7:30))Daarom zegt Paulus Efeziërs 4:24En de nieuwe mens aandoen die naar God geschapen is in rechtvaardigheid en ware heiligheid. En Kolossenzen 3:10: Die vernieuwd wordt tot kennisnaar het evenbeeld desgenen, die hem geschapen heeft, etc.+Ten slotte had de mens ook een lichaam gekregen dat op een voortreffelijke manier geschikt was om de ziel die hem inspireerdemet gemak en zonder enige vermoeidheid te gehoorzamen.((*Genesis 1:31 *Prediker 7:29)) Daarom zegt Paulus in Efeziërs 4:24: “En de nieuwe mens aandoet, die naar (de wil van) God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.” En in Kolossenzen 3:10 lezen we“En de nieuwe [mens] aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper.
  
-==== 11. Waarom wordt de mens gezegd na het beeld Gods geschapen te zijn, ten aanzien van de waardigheid en heerschappij? ====+==== 11. Waarom zegt men dat de mens naar het beeld van God is geschapen voor wat betreft zijn waardigheid en heerschappij over de dingen? ====
  
-Overmits hij door de heerschappij, die hij had over alle dierenen alle creaturen van dit aardrijk, God zelf, de Heere van dingen, op aarde vertoonde. Want hij zegtdie (namelijk man en vrouw) heerschappij hebben over de vissen der zeeen over het gevogelte des hemelsen over het veeen over de gehele aardeGenesis 1:26 en Psalm 8:7Gij doet hem heersen over de werken uwer handen: Waartoe dient, dat Adam alle beesten in het begin op zijn gebied tot hem geroepen heeft, wiens roeping zij ook gehoorzaam geweest zijn, Genesis 2:19 en 20, en dit beeld behoort tot Gods uiterlijke ordonnantie en schikking: waarom ook 1Korintiërs 11:7: De Man om het gebied over de vrouw en het huisgezin, het beeld Gods genoemd wordt.+De mens had heerschappij over de dieren en alle schepselen van het aardrijk, en daardoor beeldde hij op aarde God Zelf afDie de Here van alle dingen is. Want Hij sprak“… opdat zij – namelijk man en vrouw – heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde” (Genesis 1:26). In Psalm 8:7 lezen we: “Gij doet hem heersen over de werken uwer handen.” Daardoor kon Adam in het begin alle dieren tot zich roepen en daaraan gehoorzaamden ze ook (Genesis 2:19,20). Dit beeld past bij Gods uitwendige instelling en ordening; en daarom wordt in 1 Korintiërs 11:7 de man als het hoofd van de vrouw en het huisgezin, het beeld van God genoemd.
  
-Want in de hoogheid, waarvoor de man de vrouw te boven gaat, wordt de heerlijkheid en het beeld Gods enigszins gezienals ook in alle overheid((*Psalm 82:6)). En de vrouw is naar dit beeld niet geschapen, maar komt de man in het bijzonder toe, hetwelk zo uit de orde of vervolg van de schepping, als uit het einde afgenomen wordt: want de vrouw is uit de man geschapen, en om des mans wil, 1 Korintiërs 11:8-9en niet in het tegendeel.+In het hoofd-zijn van de man over de vrouw en alle andere dingen wordt iets gezien van de heerlijkheid en het beeld van Godevenals in alle vorm van overheid.((*Psalm 82:6)) De vrouw is niet naar Gods beeld geschapen, maar dat komt in het bijzonder aan de man toe. Deze positie blijkt uit de ordening en het doel van de schepping. De vrouw is uit de man geschapen, ter wille van de man (1 Korintiërs 11:8-9en niet andersom.
  
-==== 12. Heeft Adam al de delen of trappen van het beeld Gods, door de zonde verloren? ====+==== 12. Heeft Adam door de zonde alle delen van het beeld van God verloren? ====
  
-De twee uiterste delen zijn in de mens overgebleven, zoveel aangaat enige dunne en geringe schaduwen((*1 Korintiërs 11:7))de wilde woeste beesten laten zich temmen en dweeg makendat ze de mens gehoorzaam zijn, of tenminste niet beschadigen of kwetsenHet middelste is ook nog over zoveel belangt enig verstand en wil, zouden anders naeuw geen menschen, maar gans en gaar onvernuftige dieren zijn. Maar zoveel aangaat de ware kennis van God, rechtvaardigheid, en heiligheid, is het door de zonde geheel verloren, maar wordt van dag tot dag in de herborenen door Christus weer opgericht((*2 Korintiërs 3:18)).+Het eerste en laatste deel genoemd onder 8 zijn nog in de mens overgebleven, al gaat het daarbij slechts om enkele flauwe schaduwen:((*1 Korintiërs 11:7)) de wilde dieren laten zich nog temmen, zodat ze de mens gehoorzamen of hem in ieder geval geen schade aanbrengenEn wat de gaven en eigenschappen van de mens betreft, daarvan is ook nog iets over voor wat betreft zijn verstand en wil. Anders zou hij nauwelijks nog een mens zijn, maar een geheel en al een onredelijk dier. Maar wat zijn ware kennis van God, zijn gerechtigheid en zijn heiligheid betreftdie heeft de mens door de zonde geheel en al verloren. In de wedergeboren mensen worden die echter door Christus dagelijks weer aangebracht.((*2 Korintiërs 3:18))
  
-Maar de hoogste en volkomen trap zal zijnals wij in de toekomende heerlijkheid van Christus, die hetzelve weer in ons opricht, ten volle zullen gelijkvormig worden.+De volmaaktheid zal er echter zijn als wij in de toekomende heerlijkheid ten volle gelijkvormig zullen zijn aan Christus, Die haar weer in ons opricht.
  
-==== 13. Hoe schijnt het beeld Gods in het lichaam van de mensen? ====+==== 13. Hoe wordt het beeld van God zichtbaar in het lichaam van de mens? ====
  
-  - Niet in zoveel het simpel een lichaam is, en van zulke gedaante, maar in zoveel het een lichaam is, dat met de redelijke ziel samengevoegd is, draagt het een deel van het beeld Gods, en vervat de ganse wereld als in zich, waarom ook de mens de kleine wereld genoemd wordt: waarin de Schepper en het voorbeeld van de gehele wereld schijnt+  - Niet op die manier dat dit beeld ook eenvoudigweg een lichaam is met de gestalte als van het menselijke lichaam. Needit beeld is een “lichaam” dat samengevoegd is met de redelijke ziel. En zo draagt het lichaam een deel van het beeld van God, en bevat het bij wijze van spreken de hele wereld in zich. Daarom wordt de mens ook wel “de kleine wereld” genoemdwaarin de Schepper en het beeld van de hele wereld tot uiting komen
-  - Overmits dat de velerlei lidmaten van het lichaam ogenoren, mond, tonghanden de geestelijke leden Gods, dat is, Zijn geestelijke volmaaktheden, wijsheidmacht, en de andere attributen, toevoegselen, vertonen, niet anders dan tot de Hebreeën 8:5, 9, 24 en 10:1. De tabernakel, ark des verbonds, tafel, vaten, offereanden, beelden waren van de hemelse en geestelijke dingen+  - De vele onderdelen van het menselijk lichaam, zoals ogen, mond, tong en handen laten de geestelijke eigenschappen van God zienzoals Zijn wijsheid en Zijn macht, en nog andere. Zie Hebreeën 8:5((*Hebreeën 8:5)) en ~Hebreeën 10:1((*Hebreeën 10:1)), waar de tabernakel, de ark van het verbondde tafel, het heilige vaatwerk en de offers afbeeldingen waren van de hemelse en geestelijke zaken
-  - Overmits de gaven van de ziel het lichaam zelf verlichtengelijk het licht van de kaars de hoorn van de lantaarn verlicht, en de geregtigheid zelf en heiligheid strekken haar uit, tot het lichaam en de leden van het lichaam, en derhalve oefende en stelde de mens in het werk de waardigheid en hoogheid over alle creaturen, die hier beneden waren, door het lichaam, en vertoonde in zijn aanzicht een gebiedende of heersende majesteitwaaruit hij van de beesten voor een heer bekend wordt, Genesis 2:20.+  - De gaven van de ziel straalden uit naar het lichaam, zoals het licht van de kaars de lantaarn verlicht. De gerechtigheid en heiligheid hadden invloed op het lichaam en de onderdelen ervan. Daardoor oefende de mens door zijn lichaam de waardigheid en het hoge gezag van de mens uit over alle schepselen hier op aarde. Met name door zijn voorkomen straalde hij een gebiedendeheersende majesteitelijke kracht uitwaardoor hij door de dieren als een overste over hen werd gezien.
  
-==== 14. Tot welk doel heeft God de mens naar Zijn beeld geschapen? ====+==== 14. Met welk doel heeft God de mens naar Zijn beeld geschapen? ====
  
-  - Omdat God, nademaal Hij in Zichzelfen vanwege Zijn natuur onzienlijk is, Zijn wezen en natuur in de mens (als in een spiegelenigszins zienlijk zou maken, en op deze wijze Zich door de mens zou laten kennen. Want het eigen doe en gebruik van een beeld isdat degene, wiens beeld het is, daardoor gekend wordt. +  - God is in Zichzelf en vanwege Zijn natuur onzichtbaarmaar zo maakt Hij Zich in Zijn wezen en natuur in de mens – als in een spiegel – enigszins zichtbaar. Op deze wijze laat Hij Zich aan de mens kennen. De eigenlijke bedoeling van een beeld is namelijk dat de afgebeelde daardoor gekend wordt. 
-  - Dat God alzo door de mens bekend zijndevan hem zou bemind, geëerd, en verheerlijkt wordenwant alle gelijke heeft zijns gelijke lief. +  - De mens die God zo kentkan Hem nu beminneneren en verheerlijken. Alles wat “gelijk” is, heeft elkaar namelijk lief. 
-  - Dat God zelf wederom de mens, als die Hem gelijk is, met Zich zou verenigen tot de eeuwige gelukzaligheid. +  - God Zelf kan Zich nu met de mens, die aan Hem gelijk” is, verenigen tot eeuwige gelukzaligheid. 
-  - Dat de mensendie naar een beeld Gods geschapen zijn, niet alleen Godmaar ook elkaar mochten beminnen, en waarnemen, zowel in dit, als in het andere leven. +  - De mensen die naar het beeld van God geschapen zijn, kunnen nu niet alleen God liefhebben maar ook elkaar, en zo mogen ze elkaar dan zien in dit en in het eeuwige leven. 
-  - Opdat de verworpenen, als die naar het beeld Gods geschapen zijn, niet te verontschuldigen zijn.+  - De verworpenen kunnenomdat ze naar het beeld van God geschapen zijn, zich niet verontschuldigen.
  
-==== 15. Welke dingen strijden met deze leer? ====+==== 15. Welke zaken zijn in strijd met deze leer? ====
  
-  - De ketterij van de Manicheeën, en antropomorfieten, die God versierden lichamelijk te zijn, die Adams lichaam zou geschapen hebben naar het beeld en gelijkenis van Zijn lichaam, alsook de grove mening dergenen, die gemeend hebbendat de uitwendige gedaante des mensen, Gods beeld geweest is. +  - De ketterij van de manicheeërs en de antropomorfisten. Zij hielden zich aan het verzinsel dat God lichamelijk is en dat Hij Adams lichaam geschapen had naar het beeld en de gelijkenis van Zijn eigen lichaam. En ook de nogal lompe mening van allen die gemeend hebben dat de uitwendige gestalte van de mens het beeld van God is geweest
-  - De uitzinnigheid van Osiander, die leerde dat het lichaam gemaakt is naar de gedaante van het lichaam dat door Christus zou aangenomen worden. +  - De dwaze mening van Osiander, die leerde dat het menselijk lichaam gemaakt is naar de gestalte van het lichaam dat door Christus zou worden aangenomen
-  - En Flacius Illyricus, die zei dat het beeld Gods, dat isde heiligheid en gerechtigheid van het wezen van de ziel zelf is, of dat het het wezen zelf is. ??? +  - De mening van Flacius Illyricus, die stelde dat het beeld van God (dat isde gerechtigheid en heiligheid van de ziel) het wezen van de ziel zelf is. 
-  - De dwaling der schoolleraren, die geleerd hebben dat het beeld Gods niet anders geweest isdan een toevalligof van buiten aankomende, en een uitwendig versiersel.+  - De dwaling van de scholastici, die geleerd hebben dat het beeld van God niet anders is geweest en nog is dan een casueel, van buitenaf aangebracht en uitwendig versierend element.


Paginahulpmiddelen