Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisie | |||
institutie:9 [29-08-2024 om 17.28 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:9 [27-05-2025 om 14.14 uur] (huidige) – Cornelis Bregman | ||
---|---|---|---|
Regel 9: | Regel 9: | ||
==== 2. Is er een groot verschil tussen beeld en gelijkenis? ==== | ==== 2. Is er een groot verschil tussen beeld en gelijkenis? ==== | ||
- | Het woord gelijkenis heeft een wijdere strekking, want waar een beeld is, daar is ook een gelijkenis, maar dat geldt niet voor het tegenovergestelde. Er kan namelijk van iets gezegd worden dat het op iets anders lijkt, maar dan is toch nog niet het beeld van dat andere. | + | Het woord gelijkenis heeft een wijdere strekking, want waar een beeld is, daar is ook een gelijkenis, maar dat geldt niet voor het tegenovergestelde. Er kan namelijk van iets gezegd worden dat het op iets anders lijkt, maar dan is het toch nog niet het beeld van dat andere. |
Als we het echter hebben over het vraagstuk van het beeld van God in de mens, wordt het woord “gelijkenis” eraan toegevoegd om het woord “beeld” des te beter te verklaren. Dat zien we ook in Filippenzen 2:7. | Als we het echter hebben over het vraagstuk van het beeld van God in de mens, wordt het woord “gelijkenis” eraan toegevoegd om het woord “beeld” des te beter te verklaren. Dat zien we ook in Filippenzen 2:7. | ||
Regel 19: | Regel 19: | ||
==== 4. Is alleen de mens het beeld van God, of [anders gezegd] naar het beeld van God geschapen? ==== | ==== 4. Is alleen de mens het beeld van God, of [anders gezegd] naar het beeld van God geschapen? ==== | ||
- | Christus is het natuurlijke, | + | Christus is het natuurlijke, |
Ook de engelen zijn naar het beeld van God geschapen, want ook zij worden kinderen of zonen van God genoemd.((*Job 1:6 *Job 2:1)) Ze zijn als geestelijke, | Ook de engelen zijn naar het beeld van God geschapen, want ook zij worden kinderen of zonen van God genoemd.((*Job 1:6 *Job 2:1)) Ze zijn als geestelijke, | ||
Regel 31: | Regel 31: | ||
==== 6. Waarom is hij náár Gods beeld geschapen? ==== | ==== 6. Waarom is hij náár Gods beeld geschapen? ==== | ||
- | Vanwege het onvolkomene in die gelijkenis, want hij vertoonde | + | Vanwege het onvolkomene in die gelijkenis, want hij vertoonde |
==== 7. Is de ‘hele Adam’, dus met ziel en lichaam, naar Gods beeld geschapen? ==== | ==== 7. Is de ‘hele Adam’, dus met ziel en lichaam, naar Gods beeld geschapen? ==== | ||
Regel 39: | Regel 39: | ||
Ook de vernieuwing van Gods beeld in de mens laat ons dit zien. Dat beeld is immers niets anders dan de heiliging, want niet alleen de ziel wordt geheiligd maar ook het lichaam.((*Romeinen 12:1 *1 Tessalonicenzen 5:23)) | Ook de vernieuwing van Gods beeld in de mens laat ons dit zien. Dat beeld is immers niets anders dan de heiliging, want niet alleen de ziel wordt geheiligd maar ook het lichaam.((*Romeinen 12:1 *1 Tessalonicenzen 5:23)) | ||
- | Hier komt nog bij dat God verbiedt een mens dood te slaan. Genesis 9:6 geeft als reden op: “Want naar het beeld Gods Hij de mens gemaakt.” | + | Hier komt nog bij dat God verbiedt een mens dood te slaan. Genesis 9:6 geeft als reden op: “Want naar het beeld Gods heeft Hij de mens gemaakt.” |
Daarom moet het beeld van God dus op heel de mens betrekking hebben. Het is echter wel zo dat het beeld van God het eerst, het meest en in het bijzonder in de ziel tot uiting kwam, maar wel zo dat de glans en de fonkeling ervan zich ook in het lichaam manifesteerden. | Daarom moet het beeld van God dus op heel de mens betrekking hebben. Het is echter wel zo dat het beeld van God het eerst, het meest en in het bijzonder in de ziel tot uiting kwam, maar wel zo dat de glans en de fonkeling ervan zich ook in het lichaam manifesteerden. | ||
Regel 53: | Regel 53: | ||
==== 9. Waarom wordt de mens het beeld van God genoemd voor wat zijn wezen betreft? ==== | ==== 9. Waarom wordt de mens het beeld van God genoemd voor wat zijn wezen betreft? ==== | ||
- | Omdat de ziel, die God in de mens onuitwisbaar heeft ingedrukt, een geestelijke natuur is; ze is een verstandig, niet-lichamelijk, | + | Omdat de ziel, die God in de mens onuitwisbaar heeft ingedrukt, een geestelijke natuur is; ze is een verstandig, niet-lichamelijk, |
De ziel is in de mens begiftigd met veel eigenschappen of vaardigheden, | De ziel is in de mens begiftigd met veel eigenschappen of vaardigheden, | ||
Regel 59: | Regel 59: | ||
==== 10. Waarom geldt dat ook voor de gaven en eigenschappen van de mens? ==== | ==== 10. Waarom geldt dat ook voor de gaven en eigenschappen van de mens? ==== | ||
- | De eerste reden is dat God in het begin een straal van hemelse wijsheid in het verstand van de mens heeft ontstoken. Daardoor kende hij God en Zijn wil die hem geopenbaard was, heel goed en dus ook al de werken van God en het karakter en de eigenschappen van alle dingen. Dat kunnen we afleiden uit het feit dat Adam, toen hij uit zijn slaap wakker werd, van Eva direct wist waaruit zij was voortgekomen. Hij zei immers: “Dit is nu eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees” (Genesis 2:23). Hij gaf ook alle dieren een naam die bij hun aard paste. | + | De eerste reden is dat God in het begin een straal van hemelse wijsheid in het verstand van de mens heeft ontstoken. Daardoor kende hij God en zijn wil die hem geopenbaard was, heel goed en dus ook al de werken van God en het karakter en de eigenschappen van alle dingen. Dat kunnen we afleiden uit het feit dat Adam, toen hij uit zijn slaap wakker werd, van Eva direct wist waaruit zij was voortgekomen. Hij zei immers: “Dit is nu eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees” (Genesis 2:23). Hij gaf ook alle dieren een naam die bij hun aard paste. |
Vervolgens heeft God de mens ook rijk bedeeld met de gaven van volkomen gerechtigheid en heiligheid. Daardoor volgde hij Gods gerechtigheid en heiligheid als in een spiegel na en liet die zo zien. God had hem ook de krachten gegeven waardoor hij in staat was om alles te doen wat goed was. | Vervolgens heeft God de mens ook rijk bedeeld met de gaven van volkomen gerechtigheid en heiligheid. Daardoor volgde hij Gods gerechtigheid en heiligheid als in een spiegel na en liet die zo zien. God had hem ook de krachten gegeven waardoor hij in staat was om alles te doen wat goed was. | ||
- | Ten slotte had de mens ook een lichaam gekregen dat op een voortreffelijke manier geschikt was om de ziel die hem inspireerde, | + | Ten slotte had de mens ook een lichaam gekregen dat op een voortreffelijke manier geschikt was om de ziel die hem inspireerde, |
==== 11. Waarom zegt men dat de mens naar het beeld van God is geschapen voor wat betreft zijn waardigheid en heerschappij over de dingen? ==== | ==== 11. Waarom zegt men dat de mens naar het beeld van God is geschapen voor wat betreft zijn waardigheid en heerschappij over de dingen? ==== | ||
- | De mens had heerschappij over de dieren en alle schepselen van het aardrijk, en daardoor beeldde hij op aarde God Zelf af, Die de Here van alle dingen is. Want Hij sprak: “… opdat zij – namelijk man en vrouw – heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde” (Genesis 1:26). In Psalm 8:7 lezen we: “Gij doet hem heersen over de werken uwer handen.” Daardoor kon Adam in het begin alle dieren tot zich roepen en daaraan gehoorzaamden ze ook (Genesis 2:19,20). Dit beeld past bij Gods uitwendige instelling en ordening; en daarom wordt in 1 Korintiërs 11:7 de man als het hoofd van de vrouw en het huisgezin, het beeld van God genoemd. | + | De mens had heerschappij over de dieren en alle schepselen van het aardrijk, en daardoor beeldde hij op aarde God zelf af, die de Here van alle dingen is. Want Hij sprak: “… opdat zij – namelijk man en vrouw – heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde” (Genesis 1:26). In Psalm 8:7 lezen we: “Gij doet hem heersen over de werken uwer handen.” Daardoor kon Adam in het begin alle dieren tot zich roepen en daaraan gehoorzaamden ze ook (Genesis 2:19,20). Dit beeld past bij Gods uitwendige instelling en ordening; en daarom wordt in 1 Korintiërs 11:7 de man als het hoofd van de vrouw en het huisgezin, het beeld van God genoemd. |
- | In het hoofd-zijn van de man over de vrouw en alle andere dingen wordt iets gezien van de heerlijkheid en het beeld van God, evenals in alle vorm van overheid.((*Psalm 82:6)) De vrouw is niet naar Gods beeld geschapen, maar dat komt in het bijzonder aan de man toe. Deze positie blijkt uit de ordening en het doel van de schepping. De vrouw is uit de man geschapen, ter wille van de man (1 Korintiërs 11:8-9) en niet andersom. | + | In het hoofd-zijn van de man over de vrouw en alle andere dingen wordt iets gezien van de heerlijkheid en het beeld van God, evenals in alle vormen |
==== 12. Heeft Adam door de zonde alle delen van het beeld van God verloren? ==== | ==== 12. Heeft Adam door de zonde alle delen van het beeld van God verloren? ==== | ||
- | Het eerste en laatste deel genoemd onder 8 zijn nog in de mens overgebleven, | + | Het eerste en laatste deel genoemd onder 8 zijn nog in de mens overgebleven, |
- | De volmaaktheid zal er echter zijn als wij in de toekomende heerlijkheid ten volle gelijkvormig zullen zijn aan Christus, | + | De volmaaktheid zal er echter zijn als wij in de toekomende heerlijkheid ten volle gelijkvormig zullen zijn aan Christus, |
==== 13. Hoe wordt het beeld van God zichtbaar in het lichaam van de mens? ==== | ==== 13. Hoe wordt het beeld van God zichtbaar in het lichaam van de mens? ==== | ||
- Niet op die manier dat dit beeld ook eenvoudigweg een lichaam is met de gestalte als van het menselijke lichaam. Nee, dit beeld is een “lichaam” dat samengevoegd is met de redelijke ziel. En zo draagt het lichaam een deel van het beeld van God, en bevat het bij wijze van spreken de hele wereld in zich. Daarom wordt de mens ook wel “de kleine wereld” genoemd, waarin de Schepper en het beeld van de hele wereld tot uiting komen. | - Niet op die manier dat dit beeld ook eenvoudigweg een lichaam is met de gestalte als van het menselijke lichaam. Nee, dit beeld is een “lichaam” dat samengevoegd is met de redelijke ziel. En zo draagt het lichaam een deel van het beeld van God, en bevat het bij wijze van spreken de hele wereld in zich. Daarom wordt de mens ook wel “de kleine wereld” genoemd, waarin de Schepper en het beeld van de hele wereld tot uiting komen. | ||
- | - De vele onderdelen van het menselijk lichaam, zoals ogen, mond, tong en handen laten de geestelijke eigenschappen van God zien, zoals Zijn wijsheid en Zijn macht, en nog andere. Zie Hebreeën 8: | + | - De vele onderdelen van het menselijk lichaam, zoals ogen, mond, tong en handen laten de geestelijke eigenschappen van God zien, zoals Zijn wijsheid en Zijn macht, en nog andere. Zie Hebreeën 8: |
- De gaven van de ziel straalden uit naar het lichaam, zoals het licht van de kaars de lantaarn verlicht. De gerechtigheid en heiligheid hadden invloed op het lichaam en de onderdelen ervan. Daardoor oefende de mens door zijn lichaam de waardigheid en het hoge gezag van de mens uit over alle schepselen hier op aarde. Met name door zijn voorkomen straalde hij een gebiedende, heersende majesteitelijke kracht uit, waardoor hij door de dieren als een overste over hen werd gezien. | - De gaven van de ziel straalden uit naar het lichaam, zoals het licht van de kaars de lantaarn verlicht. De gerechtigheid en heiligheid hadden invloed op het lichaam en de onderdelen ervan. Daardoor oefende de mens door zijn lichaam de waardigheid en het hoge gezag van de mens uit over alle schepselen hier op aarde. Met name door zijn voorkomen straalde hij een gebiedende, heersende majesteitelijke kracht uit, waardoor hij door de dieren als een overste over hen werd gezien. | ||
Regel 89: | Regel 89: | ||
- God Zelf kan Zich nu met de mens, die aan Hem “gelijk” is, verenigen tot eeuwige gelukzaligheid. | - God Zelf kan Zich nu met de mens, die aan Hem “gelijk” is, verenigen tot eeuwige gelukzaligheid. | ||
- De mensen die naar het beeld van God geschapen zijn, kunnen nu niet alleen God liefhebben maar ook elkaar, en zo mogen ze elkaar dan zien in dit en in het eeuwige leven. | - De mensen die naar het beeld van God geschapen zijn, kunnen nu niet alleen God liefhebben maar ook elkaar, en zo mogen ze elkaar dan zien in dit en in het eeuwige leven. | ||
- | - De verworpenen kunnen, omdat ze naar het beeld van God geschapen zijn, zich niet verontschuldigen. | + | - De verworpenen kunnen |
==== 15. Welke zaken zijn in strijd met deze leer? ==== | ==== 15. Welke zaken zijn in strijd met deze leer? ==== | ||
Regel 96: | Regel 96: | ||
- De dwaze mening van Osiander, die leerde dat het menselijk lichaam gemaakt is naar de gestalte van het lichaam dat door Christus zou worden aangenomen. | - De dwaze mening van Osiander, die leerde dat het menselijk lichaam gemaakt is naar de gestalte van het lichaam dat door Christus zou worden aangenomen. | ||
- De mening van Flacius Illyricus, die stelde dat het beeld van God (dat is: de gerechtigheid en heiligheid van de ziel) het wezen van de ziel zelf is. | - De mening van Flacius Illyricus, die stelde dat het beeld van God (dat is: de gerechtigheid en heiligheid van de ziel) het wezen van de ziel zelf is. | ||
- | - De dwaling van de scholastici, | + | - De dwaling van de scholastici, |