Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:38 [08-07-2020 om 10.12 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:38 [27-01-2021 om 11.21 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | ====== | + | ====== Het laatste oordeel ====== |
==== 1. Wat wordt er in de Heilige Schrift onder het woord ‘oordeel’ verstaan? ==== | ==== 1. Wat wordt er in de Heilige Schrift onder het woord ‘oordeel’ verstaan? ==== | ||
- Oordelen betekent in het algemeen gevoelen, denken, menen. Het woord ‘oordeel’ betekent dus het gevoelen of de mening van het hart. | - Oordelen betekent in het algemeen gevoelen, denken, menen. Het woord ‘oordeel’ betekent dus het gevoelen of de mening van het hart. | ||
- | - Vanuit het tegenovergestelde kan men goed begrijpen wat het woord betekent. Oordelen staat immers tegenover behouden. ‘Behouden’ betekent beschermen, verlossen of uit het verderf bevrijden en tot de zaligheid brengen. Daarom betekent ‘oordelen’ veroordelen, | + | - Vanuit het tegenovergestelde kan men goed begrijpen wat het woord betekent. Oordelen staat immers tegenover behouden. ‘Behouden’ betekent beschermen, verlossen of uit het verderf bevrijden en tot de zaligheid brengen. Daarom betekent ‘oordelen’ veroordelen, |
- Oordelen of rechter-zijn betekent ook regeren, heersen zoals blijkt uit Richteren 3:10 en andere hoofdstukken. Daarom wordt het woord ‘oordeel’ of ‘gerecht’ gebruikt voor het heersen, de macht((gheweldt)) en de rechtspraak van de vorst; en ook wel voor rechtvaardigheid of datgene wat recht en billijk is.((*Lucas 11:42)) Het woord ‘richter’ of ‘rechter’ wordt gebruikt als men de overheid bedoelt.((*Exodus 2:14)) Als het woord aan God wordt toegeschreven, | - Oordelen of rechter-zijn betekent ook regeren, heersen zoals blijkt uit Richteren 3:10 en andere hoofdstukken. Daarom wordt het woord ‘oordeel’ of ‘gerecht’ gebruikt voor het heersen, de macht((gheweldt)) en de rechtspraak van de vorst; en ook wel voor rechtvaardigheid of datgene wat recht en billijk is.((*Lucas 11:42)) Het woord ‘richter’ of ‘rechter’ wordt gebruikt als men de overheid bedoelt.((*Exodus 2:14)) Als het woord aan God wordt toegeschreven, | ||
- | | + | |
- | - De regering en onderhouding((wel-ghestelden standt)) van de gemeente, waardoor de Vader het Evangelie door de Zoon openbaart, de dienst van Zijn Woord onderhoudt, de Heilige Geest geeft, de doden levend maakt, het Koninkrijk (dat is Zijn gemeente) door het Woord bijeenhoudt vanaf het begin van de wereld. “Zie, mijn knecht, die Ik verkoren heb, mijn geliefde, in wie mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal mijn Geest op Hem leggen en Hij zal de heidenen het oordeel verkondigen” (Matteüs | + | - De regering en onderhouding((wel-ghestelden standt)) van de gemeente, waardoor de Vader het Evangelie door de Zoon openbaart, de dienst van Zijn Woord onderhoudt, de Heilige Geest geeft, de doden levend maakt, het Koninkrijk (dat is Zijn gemeente) door het Woord bijeenhoudt vanaf het begin van de wereld. “Zie, mijn knecht, die Ik verkoren heb, mijn geliefde, in wie mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal mijn Geest op Hem leggen en Hij zal de heidenen het oordeel verkondigen” (Mattheüs |
- | - Gods wraak en straf over de zonden en de zondaren.((*1 Petrus 4:17)) | + | - Gods wraak en straf over de zonden en de zondaren.((*1 Petrus 4:17)) |
- | - Gods geboden en wetten.((*Psalm 19:9 *Psalm 119: | + | - Gods geboden en wetten.((*Psalm 19:9 *Psalm 119: |
- | + | | |
- | Oordelen betekent: de gebreken en fouten van een ander bestraffen door het voorbeeld van vroomheid en deugd daartegenover te stellen.((*Lucas 22:29 *Matteüs 12:27,41,42 *Matteüs 19:28)) De apostelen zullen over de twaalf stammen van Israël rechtspreken; | + | - Oordelen is in eigenlijke zin het werk van een rechter. Als hij het vonnis uitspreekt, waardoor hij iemand veroordeelt of vrijspreekt. Als hij de schuldige veroordeelt, |
==== 2. In hoeveel opzichten is er sprake van het oordeel van de Heere? ==== | ==== 2. In hoeveel opzichten is er sprake van het oordeel van de Heere? ==== | ||
- | In twee opzichten. Er is een specifiek aan de eindtijd voorafgaand verborgen oordeel van tijdelijke aard, dat óf aan velen óf aan iemand in het bijzonder voltrokken wordt. Dat kan in dit leven of in de dood van een ieder zijn. Het oordeel blijkt positief wanneer de Heere in dit leven degenen die Hem toebehoren beschermt zoals de belofte luidt: “De poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen” (Mattheüs 16:18). Maar het kan ook zijn dat de Heere degenen van Zijn kinderen die van Hem afgedwaald zijn, straft met oorlog, een dure tijd, pestziekte, of een andere ramp, opdat ze met deze wereld niet zullen vergaan.((*1 Korintiërs 11:31)) Daarom zegt Petrus in zijn eerste brief, hoofdstuk | + | In twee opzichten. Er is een specifiek aan de eindtijd voorafgaand verborgen oordeel van tijdelijke aard, dat óf aan velen óf aan iemand in het bijzonder voltrokken wordt. Dat kan in dit leven of in de dood van een ieder zijn. Het oordeel blijkt positief wanneer de Heere in dit leven degenen die Hem toebehoren beschermt zoals de belofte luidt: “De poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen” (Mattheüs 16:18). Maar het kan ook zijn dat de Heere degenen van Zijn kinderen die van Hem afgedwaald zijn, straft met oorlog, een dure tijd, pestziekte, of een andere ramp, opdat ze met deze wereld niet zullen vergaan.((*1 Korintiërs 11:31)) Daarom zegt Petrus in 1 Petrus |
==== 3. Wat zijn de argumenten waaruit blijkt dat er een algemeen en laatste oordeel gehouden zal worden? ==== | ==== 3. Wat zijn de argumenten waaruit blijkt dat er een algemeen en laatste oordeel gehouden zal worden? ==== | ||
Regel 21: | Regel 21: | ||
- Het oordeel en de opstanding zijn zo innig met elkaar verbonden dat het niet zó kan zijn dat God al de doden gaat oordelen zonder dat Hij hen tegelijk van de doden opwekt. En het doel van de opstanding kan niet anders worden geformuleerd dan dat God alle mensen ten oordeel roept. Dan scheidt Hij de schapen van de bokken, het koren van het kaf, en de vromen van de goddelozen.((*Matteüs 25:33)) | - Het oordeel en de opstanding zijn zo innig met elkaar verbonden dat het niet zó kan zijn dat God al de doden gaat oordelen zonder dat Hij hen tegelijk van de doden opwekt. En het doel van de opstanding kan niet anders worden geformuleerd dan dat God alle mensen ten oordeel roept. Dan scheidt Hij de schapen van de bokken, het koren van het kaf, en de vromen van de goddelozen.((*Matteüs 25:33)) | ||
- Een argument is ook een principe waar we vanuit onze natuur besef van omdragen. Dat principe leert ons dat God rechtvaardig is en dat het daarom de goeden goed en de slechten tot in eeuwigheid slecht moet gaan. Dit vindt niet in dit leven plaats, want er zijn veel goddelozen die allerlei slechts bedrijven en door God toch niet in dit leven gestraft worden. Er zijn ook veel godvrezende mensen die God oprecht dienen maar hier op aarde alleen maar verdriet kennen, laat staan dat ze nú al in dit leven door God beloond worden. Hieruit kan dus niets anders volgen dan dat er beslist een oordeel zal komen. Daarin zal het met de slechten slecht aflopen en de goeden zullen het loon van hun godzalig leven ontvangen. | - Een argument is ook een principe waar we vanuit onze natuur besef van omdragen. Dat principe leert ons dat God rechtvaardig is en dat het daarom de goeden goed en de slechten tot in eeuwigheid slecht moet gaan. Dit vindt niet in dit leven plaats, want er zijn veel goddelozen die allerlei slechts bedrijven en door God toch niet in dit leven gestraft worden. Er zijn ook veel godvrezende mensen die God oprecht dienen maar hier op aarde alleen maar verdriet kennen, laat staan dat ze nú al in dit leven door God beloond worden. Hieruit kan dus niets anders volgen dan dat er beslist een oordeel zal komen. Daarin zal het met de slechten slecht aflopen en de goeden zullen het loon van hun godzalig leven ontvangen. | ||
- | - Het wordt echter nog veel stelliger bewezen door de getuigenissen in de Heilige Schrift. Zie Psalm 9 vers 8: “Maar de HERE zetelt voor eeuwig, zijn rechterstoel heeft Hij ten gerichte gezet, ja, Hij oordeelt de wereld in gerechtigheid, | + | - Het wordt echter nog veel stelliger bewezen door de getuigenissen in de Heilige Schrift. Zie Psalm 9:8: “Maar de HERE zetelt voor eeuwig, zijn rechterstoel heeft Hij ten gerichte gezet, ja, Hij oordeelt de wereld in gerechtigheid, |
- In de apostolische geloofsbelijdenis belijden we dat Christus zal komen om te oordelen de levenden en de doden. | - In de apostolische geloofsbelijdenis belijden we dat Christus zal komen om te oordelen de levenden en de doden. | ||
Regel 30: | Regel 30: | ||
==== 5. Welke werkende oorzaken ven het toekomende oordeel zijn er? ==== | ==== 5. Welke werkende oorzaken ven het toekomende oordeel zijn er? ==== | ||
- | Allereerst de eeuwige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, de ene God – Hij heeft de macht om recht te spreken, en bezit de heerschappij over alle dingen. Hij heeft het gezag om te oordelen en besluit daar Zelf toe. “Een Oude van dagen zette Zich neder (…) De vierschaar zette zich neder, en de boeken werden geopend” (Daniël 7:9 en 10). Als de Heilige Geest zal gekomen zijn, “zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel” (Johannes16: | + | Allereerst de eeuwige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, de ene God – Hij heeft de macht om recht te spreken, en bezit de heerschappij over alle dingen. Hij heeft het gezag om te oordelen en besluit daar Zelf toe. “Een Oude van dagen zette Zich neder (…) De vierschaar zette zich neder, en de boeken werden geopend” (Daniël 7:9 en 10). Als de Heilige Geest zal gekomen zijn, “zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel” (Johannes16: |
==== 6. Zal dan de Zoon Rechter zijn en het oordeel uitvoeren zónder de Vader en de Heilige Geest? ==== | ==== 6. Zal dan de Zoon Rechter zijn en het oordeel uitvoeren zónder de Vader en de Heilige Geest? ==== | ||
- | … fol. 200 II rechterkolom. | + | Dat mag men niet zondermeer zeggen, maar wel vanuit de gedachtegang en het gevoelen van hen die Hem van de Vader scheiden. De Joden gingen er vanuit dat de Vader alléén oordeelt (dus zónder de Zoon), maar Hij heeft het oordeel aan de Zoon gegeven, zodat Hij alle dingen oordeelt door Zijn Zoon (Johannes 5:22). Anders gezegd: omdat de Zoon de eeuwig geboren Wijsheid en Waarheid is, die uit de Vader voortkomt en Hem volkomen openbaart((vertooght)), |
+ | |||
+ | ==== 7. Komt de macht om te oordelen Christus toe omdat Hij Mens is, en niet alleen omdat Hij Gód is? ==== | ||
+ | |||
+ | Ja, want de Vader heeft Hem macht gegeven om te oordelen in Zijn hoedanigheid van Zoon des mensen. En dat niet vanwege de staat van Zijn menselijke natuur, want dan zouden alle mensen wel rechter kunnen zijn. Nee, het is vanwege de staat van Zijn heerlijkheid die het gevolg is van de vereniging van Zijn goddelijke en menselijke Persoon. Naar Zijn menselijke natuur is Hij het Hoofd van heel Zijn gemeente, | ||
+ | |||
+ | ==== 8. Wie zullen de mederechters zijn die in het oordeel toestemmen? ==== | ||
+ | |||
+ | De apostelen en de andere heiligen. “Ik zeg u, gij, die Mij gevolgd zijt, zult (…) ook op twaalf tronen zitten om de twaalf stammen van Israël te richten”, zegt Christus in Mattheüs 19: | ||
+ | |||
+ | - De heiligen zijn als leden van Christus ook rechter. | ||
+ | - God zal al Zijn vijanden vóór Zich stellen én voor de bijeengekomen gemeente.((*Joël 3:2)) | ||
+ | - De apostelen zullen de wereld oordelen op grond van de leer die zij verkondigd hebben. Zij weten hoe het oordeel van Christus zal zijn, en Zijn oordeel zullen alle godzalige gelovigen ook ondertekenen. | ||
+ | - De godzalige vromen zullen de goddelozen ook oordelen vanwege het voorbeeld van hun geloof en hun bekering. Het geloof van de apostelen zal bij de Joden alle onschuld wegnemen. In deze bewoordingen spreekt Christus ook over de koningin van het Zuiden en over Ninevé.((Lucas 11:31,32)) Zij zullen in het oordeel opstaan en het menselijk geslacht veroordelen dat niet werd bewogen door de prediking van Christus. | ||
+ | |||
+ | ==== 9. Wie zullen geoordeeld worden? ==== | ||
+ | |||
+ | - Alle mensen, niemand uitgezonderd, | ||
+ | - De engelen die gezondigd hebben en die God niet gespaard heeft, “maar hen (…) aan de krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren” op de grote dag (2 Petrus 2:4 en Judas:6). | ||
+ | - Met name ook de mens der zonde, het kind des verderfs, de antichrist.((*1 Tessalonicenzen 2:3 *Openbaring 20:10)) De Heere zal hem wel in het bijzonder verderven door de Geest van Zijn mond, dat is: door de verkondiging van het Evangelie, en ten slotte zal Hij hem tot niets doen worden als Hij in Zijn heerlijkheid ten oordeel zal komen. Daardoor spreken we ook over Zijn heerlijke toekomst. | ||
+ | - De onredelijke schepselen, de dieren, zullen op een manier die bij hen past geoordeeld worden, als de hemel en de aarde en alles wat daarin is zullen vergaan. Zie 2 Petrus 3:7-12: “Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen (…). Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan – dus van veranderlijkheid tot onveranderlijkheid en onverderfelijkheid gebracht worden – en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.” Dat betreft niet zozeer het wezenlijke daarvan, alsof die heerlijke schepping totaal vernietigd zou worden, want waar zou Christus dan het oordeel moeten uitspreken? Maar wel wat betreft de aan het verderf onderworpen elementen daarin. Al datgene wat onvolkomen en vergankelijk is, wordt weggenomen als vuil en onreinheid dat weggeveegd wordt. Het wordt door vuur gelouterd, zoals goud in de oven gezuiverd wordt waardoor het een hogere graad van zuiverheid bereikt. In 1 Korintiërs 7:31 wordt het als volgt onder woorden gebracht: “Het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen”, | ||
+ | |||
+ | ==== 10. Over welke zaken zal het oordeel worden uitgesproken? | ||
+ | |||
+ | Over het geloof of ongeloof van ieder mens, dat opgemerkt wordt vanuit de vruchten van beide.((*Matteüs 12:36,37)) Men moet van elk zinloos woord rekenschap geven op de dag van het oordeel, en hoeveel te meer zal dat gelden voor een ernstiger zonde – als men namelijk de verzoening door Christus niet omhelst en aanneemt. God zal het in de mensen verborgene oordelen.((*Romeinen 2:16)) “Zo zal dan een ieder onzer voor zichzelf rekenschap geven aan God” (Romeinen 14:12). “Ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken” (1 Korintiërs 3:13). Het is zo dat men op deze dag het licht van de waarheid nog beter kan doorzien en begrijpen – het licht dat de duisternis van de onwetendheid verdrijft en als een vuur in het hart schijnt. “Wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad” (2 Korintiërs 5:10). Dezelfde gedachte wordt ook in Openbaring 20:12 uitgedrukt. Daarom zegt Augustinus: “In alles waarmee de mens bezig is als hij sterft – daarnaar zal hij geoordeeld worden. | ||
+ | |||
+ | ==== 11. Op welke wijze zal het oordeel worden uitgevoerd? ==== | ||
+ | |||
+ | We kunnen niet goed zeggen op welke manier dit zal gebeuren, maar wel maakt de Schrift ons duidelijk dat het dit oordeel of gericht een heel rechtvaardig gebeuren zal zijn vol heerlijkheid en majesteit.((*Matteüs 24:30,31 *Matteüs 25:31 *Marcus 13:26 *1 Tessalonicenzen 4:16)). Er zijn drie onderdelen te onderscheiden: | ||
+ | |||
+ | - Christus zal onverwachts, | ||
+ | - Hij zal op de troon van Zijn heerlijkheid en majesteit gaan zitten.((*Matteüs 19:28)) Wat voor soort troon dat zal zijn, moet men niet nauwkeurig [willen] onderzoeken. Het is echter wel duidelijk dat Hij lichamelijk en voor ieder te zien op de wolken van de hemel zal verschijnen om door allen gezien te worden. "Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien, ook zij, die Hem hebben doorstoken" | ||
+ | - Hij zal door de dienst van de engelen alle volken vóór Zich verzamelen, zodat niemand – hoe goddeloos en machtig ook – zich zal kunnen verbergen, kan achterblijven, | ||
+ | - Hij zal hen van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen van de bokken scheidt. De schapen – dat wil zeggen: die Zijn stem gehoord hebben en onschuldig als een lam geweest zijn – zal Hij aan Zijn rechterhand plaatsen. De bokken daarentegen – dat wil zeggen: zij die deze Herder veracht hebben en als bokken hun lichtzinnige begeerten en hartstochten hebben uitgeleefd((haer dertelheyt / wulpschheydt ende begeerlickheyt (…) sullen gevolght hebben)) – zullen aan Zijn linkerhand staan. | ||
+ | - Hij zal in twee opzichten een onherroepelijk vonnis uitspreken. Het eerste zal een aangenaam vonnis zijn ten opzichte van alle uitverkorenen, | ||
+ | - Na het uitspreken van het vonnis zal direct de uitvoering ervan volgen. De verworpenen zullen namelijk door de engelen van voor het aangezicht van de Heere en Zijn majesteitelijke kracht verstoten worden, en ze zullen gedwongen worden – of ze nu willen of niet – de eeuwige straf te ondergaan.((*1 Tessalonicenzen 1:8,9)) De in God gezaligden zullen opgenomen en de Heere in de lucht tegemoet gevoerd worden. Dan mogen zij met Christus het eeuwige leven en de gelukzalige onsterfelijkheid genieten.((*1 Tessalonicenzen 4:17)) | ||
+ | |||
+ | ==== 12. Naar de norm van welke wet zal Christus het vonnis uitspreken? ==== | ||
+ | |||
+ | Het is zeker waar dat de godzaligen vrijgesproken zullen worden door de stem van de wet, omdat Christus die voor hen vervuld heeft. En het is ook waar dat de goddelozen door diezelfde wet, die alle zonden veroordeelt met eeuwige straffen, verdoemd zullen worden. Maar toch zal niet de stem van de wet maar die van het Evangelie dat de apostelen gepredikt hebben, het richtsnoer voor het laatste oordeel zijn. Zo spreekt ook de Schrift. “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem” (Johannes 3:36). “God [oordeelt] het in de mensen verborgene volgens mijn evangelie, door Christus Jezus” (Romeinen 2:16). Het vonnis in het laatste oordeel zal niets anders zijn dan een bekendmaking of verklaring van het vonnis dat nu al in dit leven door de prediking van het Woord wordt uitgesproken over de rechtvaardigverklaring of de veroordeling van ieder in het bijzonder. | ||
+ | |||
+ | ==== 13. Wat zijn de kenmerken van het laatste oordeel en welke namen worden nog meer gebruikt? ==== | ||
+ | |||
+ | De apostel noemt er in Romeinen 2:5 drie: | ||
+ | |||
+ | - Hij noemt het een dag van toorn of van wraak, omdat God Zich zal wreken op allen die het Evangelie in dit leven niet geloofd zullen hebben. Zie ook Sefanja 1:15: “Die dag is een dag van verbolgenheid, | ||
+ | - Het is een dag van openbaarmaking, | ||
+ | - Het is een dag van rechtvaardig oordeel, zodat niemand mag denken, zoals Chrysostomos zegt, dat Gods oordeel uit een vertoornd hart voortkomt en ook niet zal denken dat de Rechter op deze manier wraak zal nemen. Nee, gerechtigheid zal in dit oordeel leidend zijn. Deze dag wordt in het bijzonder de dag de dag des Heren genoemd en dag van Christus, waarop Hij in heerlijkheid en majesteit zal terugkomen.((*Lucas 17:30 *1 Korintiërs 5:5 *Filippenzen 1:6)) Ook is het de dag van het oordeel((*Matteüs 10:15 *Matteüs 12:36)) en de jongste dag.((*Johannes 6:39,40)) Dat wil zeggen: de allerlaatste dag, wat de tijd betreft. De dingen die het laatst gebeuren, zijn voor ons de jongste gebeurtenissen. | ||
+ | |||
+ | ==== 14. Wat zijn de waarschuwingen die aan het toekomende oordeel vooraf gaan? ==== | ||
+ | |||
+ | - Het vonnis van de dood dat vóór de val van onze voorouders is uitgesproken over degenen die Gods gebod overtreden.((*Genesis 2:17)) | ||
+ | - Datzelfde vonnis wordt ook in de wet door de stem van God uitgesproken.((*Deuteronomium 17:26 *Galaten 3:15)) | ||
+ | - Het handschrift van God in het geweten van de mensen: “terwijl hun geweten medegetuigt en hun gedachten elkander onderling aanklagen of ook verontschuldigen, | ||
+ | - De voorbeelden van Gods straf, zoals we die zagen in de zondvloed waardoor de hele mensheid behalve het huisgezin van Noach verging; | ||
+ | - De zwakheden en gebreken, zowel zichtbaar als onzichtbaar, | ||
+ | |||
+ | ==== 15. Welke tekenen gaan aan het laatste oordeel vooraf? ==== | ||
+ | |||
+ | Dat zijn er vele, waarvan er verschillende zijn die aan het oordeel voorafgaan en sommige die daarna volgen. Van de tekenen die voorafgaan, zijn er sommige die heel lange tijd voorafgaan en dus nog ver van het einde verwijderd zijn, zoals: | ||
+ | |||
+ | - De verkondiging van het Evangelie in heel de wereld en onder alle volken.((*Matteüs 24:14 *Marcus 13:10)) | ||
+ | - De zorgeloosheid en lichtzinnige levenswandel die nu al lange tijd de overhand gekregen heeft, zoals het in de dagen van Noach toeging vóór de zondvloed. | ||
+ | - De afval van de gezonde leer, waar Paulus over spreekt in 1 Timoteüs 4:1: “De Geest zegt nadrukkelijk, | ||
+ | - De vreselijke verdorvenheid van de zeden en gewoonten in het leven.((*1 Timoteüs 3:1-5)) | ||
+ | - De toekomende verschijning van de antichrist; de dag van Christus zal nu nog niet komen, want “eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander”. “Kinderen, | ||
+ | - De vervolging en het gevangennemen van godvrezende mensen omwille van de naam van Christus.((*Matteüs 24:9)) | ||
+ | - De openlijke ergernissen.((*Matteüs 24:10 in de Statenvertaling: | ||
+ | - De valse christussen en de valse profeten die beweren: “Ik ben Christus.” Dat zijn mensen die van zichzelf zeggen dat ze door Christus gezonden zijn, of die zich door middel van tekenen en wonderen voordoen als Christus. Dat doen ze om zo mogelijk de uitverkorenen te verleiden.((*Lucas 21:8 *Matteüs 24:24)). | ||
+ | - De verkilling van de liefde (Lucas 24:12) en het ontbreken van geloof. | ||
+ | |||
+ | Sommige gaan eveneens aan het laatste oordeel vooraf, hoewel ook dan het einde niet direct zal volgen. | ||
+ | |||
+ | - In de hemel; zie Marcus 13:7-24. “De zon [zal] verduisterd worden”, wat inhoudt dat er dikwijls een zonne-eclips zal zijn. “En de maan zal haar glans niet geven. En de sterren zullen van de hemel vallen”, wat wil zeggen dat het erop // | ||
+ | - Op de aarde, waar grote aardbevingen zullen plaatsvinden en oorlogen en revoluties plaatsvinden. “Volk zal opstaan tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk”.((*Lucas 21:9,10)) Er zal geen plek op de aarde zijn waar geen oorlog is, de pest zal uitbreken, het zal een dure tijd zijn, een tijd vol verschrikkingen, | ||
+ | - In de zeeën. Schrikaanjagende donderende watermassa’s((schrickelick gerommel, geraes en getier)) zullen vloedgolven veroorzaken in de zee en in de rivieren.((*Lucas 21:26)) | ||
+ | - In de lucht, waar vreselijk en angstaanjagend noodweer zal zijn. Om kort te gaan: de hemel, de aarde en alle elementen zullen op hun manier het aangezicht van de vertoornde Rechter laten zien. Als de zondaren dat zien, is dat een aansporing zich te bekeren, behalve wanneer ze het gevaar zoeken en onverhoeds ten onder willen gaan. | ||
+ | - Hier kan de bekering van het hele volk Israël nog aan worden toegevoegd. Het gehele Israël zal zich bekeren tot de gemeente van Christus, nadat de volheid van de heidenen zal zijn binnengegaan. Daar leest men van in Jesaja 59:20 en Romeinen 11:25,26. Maar hoe en wanneer dit zal gebeuren, weet men niet. | ||
+ | |||
+ | Er zijn nog tekenen die zullen volgen op het laatste oordeel: het gejammer van alle geslachten op de aarde, het teken van de Zoon des mensen dat men aan de hemel zal zien, als de Heere op de wolken zal terugkomen.((*Matteüs 24:30)) Sommigen zijn van mening dat dit het teken van het kruis zal zijn, en anderen denken dat het een verschijnsel zal zijn dat de hoogste heerlijkheid en majesteit [van Christus] weergeeft en dat te kennen geeft dat Christus komt om de wereld te oordelen. | ||
+ | |||
+ | ==== 16. Wanneer zal het [laatste] oordeel plaatsvinden? | ||
+ | |||
+ | Dat is een ongerijmde vraag, zegt Augustinus, want de Heere zegt in Matteüs 24:36: “Van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, maar de Vader alleen.” Marcus 13:32 voegt er nog aan toe: “ook de Zoon niet.” In Handelingen 1:7 lezen we: “Het is niet uw zaak de tijden (// | ||
+ | |||
+ | ==== 17. In 1 Petrus 4:7 wordt nadrukkelijk gezegd dat het einde van alle dingen nabij is, en in Jakobus 5:8 staat de toekomst des Heren nabij is. Gaat wat Paulus zegt hier niet tegenin als hij in 2 Tessalonicenzen 2:2,3 zegt dat de dag van de Here nog niet voor de deur staat? ==== | ||
+ | |||
+ | Nee, want dezelfde dingen worden niet op dezelfde manier gezegd, met dezelfde optiek en op dezelfde tijd. Paulus ontkende namelijk dat de dag des Heren nabij is voor wat zijn eigen tijd betreft, terwijl hij nog leefde. Daarmee ging hij in tegen de valse profeten die een bepaalde dichtbij zijnde tijd noemden. Maar hij ontkent niet dat de komst van de Here nadert, en evenmin dat hij de laatste tijden beleeft ten opzichte van de voorgaande eeuwen en vanwege het feit dat Christus in het vlees gekomen is. Op deze laatste tijdsperiode zal geen nieuwe meer volgen. Het zal ook niet zo lang duren als het geduurd heeft vanaf de schepping van de wereld tot aan de geboorte van Christus. Ten slotte is de dag van Christus aanstaande vanuit God gezien, want bij Hem zijn duizend jaren als een dag.((*Psalm 90:4 *2 Petrus 3:8)) | ||
+ | |||
+ | ==== 18. Waarom wordt van de Zoon gezegd dat Hij de dag van het oordeel niet weet (Marcus 13:32)? ==== | ||
+ | |||
+ | Het is niet zo, zegt Augustinus, dat Hij het voor Zichzelf niet weet, maar wel dat Hij het niet weet //voor ons//. Dat betekent dat Hij zó handelt dat wij het niet weten. Hij maakt het ons dus niet bekend, omdat het ons niet toekomt het te weten. Het kan ook zijn dat Hij het niet vanuit Zijn menselijke natuur weet. Die natuur weet hiervan niet meer dan haar vanuit Zijn goddelijke natuur getoond wordt. Ook is het mogelijk dat Hij het niet weet voor zover het Zijn vernederde staat betreft. Als Hij vanuit Zijn vernedering spreekt, schrijft Hij gewoonlijk de goddelijke werken aan Zijn Vader toe, zoals Hijzelf zegt in Johannes 5:30: “Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik”, en in Johannes 7:16: “Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft.” | ||
+ | |||
+ | ==== 19. Waarom heeft God de jongste dag voor ons verborgen gehouden? ==== | ||
+ | |||
+ | God wil dat wij Hem elke dag en elk uur zullen verwachten en zullen waken, want die dag mag ons niet overrompelen. Ook moeten we onze nieuwsgierigheid in het onderzoeken van Gods verborgenheden in toom houden. | ||
+ | |||
+ | ==== 20. Waarom stelt de Heere het laatste oordeel uit? ==== | ||
+ | |||
+ | - De Heere wil dat het getal van de uitverkorenen vervuld zal worden. God heeft van eeuwigheid van hen geweten en besloten hen te roepen. Degenen die nog geroepen moeten worden, zullen Zijn roepstem horen door het Evangelie. Zo zullen degenen die vanaf het begin van de wereld geroepen zijn, en nu voor een deel in de hemel en voor een deel op de aarde leven, ten slotte vergaderd worden.((*1 Petrus 3:9 *Openbaring 6:11)) | ||
+ | - Hij wil hiermee onze hoop, onze lijdzaamheid, | ||
+ | - Hij wil de onschuld ontnemen aan de goddelozen. Zij hebben immers Gods goedertierenheid en verdraagzaamheid veracht, en dat geldt ook voor de tijd die Hij hun zo mild gegeven heeft om zich te bekeren.((*Romeinen 2:4,5 *2 Petrus 3:8,9)) | ||
+ | |||
+ | ==== 21. Waar zal het oordeel gehouden worden? ==== | ||
+ | |||
+ | De Joden beweren dat het zal gehouden worden in het dal van Josafat, dat dichtbij Jeruzalem lag, buiten de Oostpoort van de tempel. Het dal werd zo genoemd vanwege de glorierijke overwinningen die God aan koning Josafat gaf in zijn strijd tegen de Ammonieten en Moabieten.((*2 Kronieken 20:26)) De Joden leiden deze plaats af uit Joël 3:2: “[Ik zal] alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden.” Dit is echter heel ongerijmd, want zoals God gewild heeft dat Hij alleen de tijd van het oordeel weet, zal ook wel een plaats vinden die geschikt is om over alle bijeen verzamelde mensen het oordeel uit te spreken. | ||
+ | |||
+ | ==== 22. Wat is het doel van het laatste oordeel? ==== | ||
+ | |||
+ | - Wat de mensen betreft, wordt het oordeel gehouden opdat ieder mens verantwoording zal afleggen van wat hij met zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed hetzij kwaad. Dat is iets wat tijdens zijn leven in de wereld niet is gebeurd. | ||
+ | - Wat God betreft, vindt het oordeel plaats opdat Hij over allen het definitieve en altijd durende vonnis uitspreekt en opdat Zijn heerlijkheid tot in alle eeuwigheid zal getoond worden vanwege de rechtvaardigheid die Hij in het oordeel zal betrachten. | ||
+ | - De voltooiing van het Koninkrijk van Christus. Daarna zal Christus het Rijk van God aan de Vader overgeven. Dat zal Hij doen als Hij de satan en al de goddelozen tot de allerlaatste toe overwonnen, de dood verslonden, en de uitverkorenen verzoend zal hebben. Dan zal Hij hen aan de Vader overgeven om met eeuwige heerlijkheid gekroond te worden. Hij zal dan niet meer hoeven te regeren over kerk en wereld((de Burgerlicke ende Kerkelicke regeeringhe alsdan ophoudende)), | ||
+ | - De bevrijding van de schepping uit de dienstbaarheid van de verdorvenheid.((*Romeinen 8:20,21)) | ||
+ | |||
+ | ==== 23. Wat is het nut van deze leer over het laatste oordeel? ==== | ||
+ | |||
+ | - Deze leer dient tot onderwijs, want hierdoor worden we vermaand dat we steeds berouw en verdriet moeten hebben over onze zonden, en dat we ons moeten bekeren. Ze wekt ons ook op om te bidden en waakzaam te zijn, om rechtvaardig en matig te zijn en om God te vrezen.((*Lucas 21:36 *Titus 2:12,13 *2 Petrus 3:11,12)) | ||
+ | - Deze leer vertroost de godzaligen, want hierdoor geloven zij dat alle ellende in deze wereld eenmaal tot een einde zullen komen. Ze geloven dat Christus zal weerkomen om Zijn en onze vijanden te overwinnen en Zich op hen te wreken. Ze geloven dat Hij hen uit de handen van hun vijanden zal verlossen. Wij zijn broeders van de Rechter en ledematen van Zijn lichaam. Hij heeft ons als onze Jezus zeer lief, en omdat Hij Jezus is, is Hij onze Zaligmaker, onze Advocaat, onze Verlosser en onze Voorbidder. Hij heeft Zijn leven voor ons gegeven, en heeft al degenen die in Hem geloven met een eed het eeuwige leven beloofd. “Wie zal veroordelen? | ||
+ | |||
+ | ==== 24. Welke zaken zijn met een laatste oordeel in strijd? ==== | ||
+ | |||
+ | - Het gevoelen van de heidenen die geloven in een eeuwig voortbestaan van de wereld. | ||
+ | - De leer van Origenes en de chiliasten die geloven dat ze na hun opstanding in een duizendjarig rijk zalig zullen zijn((datse alle sullen saligh werden / duysent jaer nae de Verrijssenisse)). | ||
+ | - De dwaling van hen die van mening zijn dat er alleen geoordeeld zal worden in dit leven en dat er geen ander voor allen geldend oordeel zal zijn. En ook de dwaling van hen die denken dat de zielen van de gelovigen in de hemel niet beloond en de zielen van de goddelozen in de hel niet gestraft zullen worden. | ||
+ | - De goddeloze mening van de spotters die het laatste oordeel ontkennen of er hun schouders over ophalen((verachten)). Ze vragen met een spotlach wanneer het zal komen, want het wordt nogal lang uitgesteld … (2 Petrus 3:3 en 4). Zodra deze mensen over een laatste oordeel horen, drijven ze er de spot mee, zoals de epicuristen en de stoïcijnen deden in Handelingen 17:32. Daarin waren zij volgelingen van Manilius, die zegt: //Non alium videre Patre, aliumne Nepotes aspicient//, | ||
+ | - De nieuwsgierigheid van hen die vanuit een ingebeelde openbaring hun opvattingen verkondigen, | ||