Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:39 [25-05-2020 om 17.12 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:39 [03-09-2024 om 00.52 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | ===== 39. Het eeuwige leven ===== | + | ====== Het eeuwige leven ====== |
- | ==== 1. Hoe veel soorten of onderscheiden van leven stellen de theologie dat er zijn? ==== | + | ==== 1. Hoe spreken theologen over het (eeuwige) |
- | - Het leven dat de apostel het zieleleven noemt, omdat de ziel het beste van de mens is waardoor goeden en kwaden hier op aarde kunnen leven, bemind worden, voelen en verstaan: dat ook wel genoemd wordt het lichamelijke, | + | Ze onderscheiden: |
- | - Het leven der genade, dat de kinderen Gods alleen in het geestelijk koninkrijk van Christus in deze wereld ervaren dat door haar uitnemendheid ook wel 'het leven uit God' te zijn. Niet zo zeer omdat het van God komt (net als de andere) maar omdat het in de Zijnen leeft die dat voor goed ervaren. Het heet ook wel het leven van Christus om dezelfde reden omdat Christus door het geloof en een bovennatuurlijke geest in de Zijnen leeft die hun leven vormen naar Zijn wil. Ook wordt het wel genoemd het nieuwe leven of het christelijke leven. En: de vernieuwing van het gemoed, van het verstand, van de wil en de genegenheden. Of: de nieuwe creatuur, de nieuwe mens, het bovennatuurlijk en geestelijk leven. Dit wordt gezet tegenover de dood in de zonden en de oude mens. | + | |
- | - Het leven der heerlijkheid, | + | |
- | ==== 2. Op hoeveel manieren | + | - Het leven van de ziel. De apostel Paulus noemt het zo omdat de ziel het meest wezenlijke van de mens is, waardoor goede en slechte mensen hier op aarde kunnen samenleven, elkaar kunnen liefhebben, aanvoelen en begrijpen. Dit leven wordt ook wel het lichamelijke, |
+ | - Het leven der genade. Alleen kinderen van God verkrijgen dit leven als ze inwoners zijn van het geestelijk koninkrijk van Christus in deze wereld. Dit leven wordt door zijn voortreffelijkheid ook wel “het leven uit God” genoemd. Het komt, net als alle leven, van God. De gelovigen hebben er deel aan en ervaren het als een groot voorrecht. Om dezelfde reden wordt het ook wel het “leven van Christus” genoemd. Christus leeft door het geloof en door Zijn Heilige Geest in Zijn kinderen, waardoor ze een leven leiden dat met de wil van God overeenkomt. Omdat het innerlijk van de mens wordt vernieuwd, het verstand verlicht en de wil en het gevoel worden bewogen, wordt het ook wel het “nieuwe christelijke leven” genoemd. We kunnen dan spreken van een “nieuw schepsel”; | ||
+ | - Het leven der heerlijkheid. Wanneer de ziel in het toekomende weer met het lichaam verenigd is, zal het een eenheid zijn die de apostel beschrijft als een “geestelijk lichaam”. Het gaat dan niet om de essentie, maar om de uiterlijke verschijningsvorm zoals verklaard wordt in 1 Korintiërs 15:44 : "Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt. Is er een natuurlijk lichaam, dan bestaat er ook een geestelijk lichaam." | ||
+ | |||
+ | ==== 2. Op hoeveel manieren | ||
Op twee manieren: | Op twee manieren: | ||
- | - Door een overnoeming, | + | - Door er in overdrachtelijke [metonymische] zin over te spreken. In die zin is het een weg, een manier om het hemelse |
- | - Toe-eigenend, het vooruitzicht | + | - Door gelovige toe-eigening |
- | ==== 3. Waarmee bewijst u dat er een eeuwig leven zal zijn? ==== | + | ==== 3. Hoe kan men bewijzen |
- | - Uit de natuur van God, want omdat er een God is die eeuwig | + | - Uit de natuur van God. Omdat God onveranderlijk |
- | - Uit de aard van de ziel: want omdat dat zij onsterfelijk is zo volgt daaruit dat er na dit leven nog een leven is waar de ziel hoewel van het lichaam gescheiden zelfstandig voortleeft en God daar kent, eert en dient. | + | - Het volgt uit wat de ziel in wezen is. Omdat ze onsterfelijk is, volgt daaruit dat er na dit leven nog een leven is waar de ziel, hoewel van het lichaam gescheiden, zelfstandig voortleeft en God daar kent, eert en dient. |
- | - Uit de verrijzenissen van lichamen; want het zou niet nodig zijn dat de lichamen opstonden | + | - Uit de opstanding der doden. Het zou niet nodig zijn dat er een opstanding is als er geen leven zou zijn waarin men zal voortleven. En nog belangrijker zijn de uitspraken van God de Vader en Christus over de voorzienigheid, |
- | - Uit het 'handschrift van God' | + | - Uit het “handschrift van God” dat hij in het verstand van ieder mens heeft geschreven; |
- | - Uit een bewijstekst | + | - Uit de bewijstekst |
- | - Uit de getuigenissen | + | - Uit de getuigenissen |
- | - Uit de voorbeelden: want Enoch en later Elia zijn in dit eeuwige leven overgezet | + | - Uit de voorbeelden |
- | - Het is een artikel van onze Apostolische Geloofsbelijdenis: | + | - Het is ten slotte |
==== 4. Hoe wordt het eeuwige leven in de Schrift ook wel genoemd? ==== | ==== 4. Hoe wordt het eeuwige leven in de Schrift ook wel genoemd? ==== | ||
- | | + | |
- | - Het Koninkrijk van God; | + | |
- | - Het Koninkrijk van de Vader; | + | |
- | - Het Koninkrijk der hemelen. | + | |
- | | + | |
- | | + | |
- | - Het huis van de Vader.((*Johannes 14:2)) | + | |
- | - In beeldspraak: | + | |
- | - De vreugde des Heeren.((*Matteüs 25:21)) | + | |
- | - De nieuwe, heilige, vaste en toekomende stad Jeruzalem.((*Hebreeën 13:14 *Openbaring 21:10)) | + | |
- | - De onverderflijke, | + | |
- | - De heerlijkheid van God, omdat het eeuwige leven bestaat in het laten meedelen in Gods heerlijkheid naar Romeinen 3:23: "Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods" | + | |
- | - Onze heerlijkheid, | + | |
- | - De rust.((*2 Tessalonicenzen 1:7)) | + | |
- | - De verkoeling.((*Handelingen 3:19)) | + | |
- | - De vrede.((*Lucas 1:79)) | + | |
- | - Zulk een grote gelukzaligheid, | + | |
- | ==== 5. Maar waarom | + | Het eeuwige leven wordt ook wel aangeduid als: |
+ | * Het huis van de Vader (Johannes 14:2). | ||
+ | * Een overvloed van vreugde (Psalm 16:11). | ||
+ | * De vreugde van uw heer (Matteüs 25:21). | ||
+ | * De nieuwe, welgebouwde, | ||
+ | * De onvergankelijke, | ||
+ | * De heerlijkheid van God. Het eeuwige leven is het delen in Gods heerlijkheid. "Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods” (Romeinen 3:23). | ||
+ | * Onze heerlijkheid. Omdat het dit alleen is waarop wij veilig en gerust zonder zorg mogen steunen en die verwachten. “Wat wij spreken, als een geheimenis, is de verborgen wijsheid Gods, die God (reeds) van eeuwigheid voorbeschikt heeft tot onze heerlijkheid” (1 Corinthiërs 2:7). | ||
+ | * Een verkwikking (2 Thessalonicenzen 1:7). | ||
+ | * Een tijd van verademing (Handelingen 3:19). | ||
+ | * De weg des vredes (Lucas 1:79). | ||
+ | * Een grote gelukzaligheid. Er is niets wat met het eeuwige leven vergeleken kan worden. Geen oog heeft het gezien, geen oor heeft het gehoord en het is nimmer in een mensenhart opgekomen (1 Corinthiërs 2:9; Psalm 31:20; Jesaja 64:4). | ||
- | Omdat het niet tijdelijk | + | ==== 5. Maar waarom wordt dit leven eeuwig genoemd? ==== |
+ | |||
+ | Omdat dit leven niet tijdelijk | ||
==== 6. Wat is het eeuwige leven? ==== | ==== 6. Wat is het eeuwige leven? ==== | ||
- | Het is een verheerlijkte toestand | + | Het is een zich bevinden |
- | Of het is een stand der gelukzaligen na dit leven in welke een volkomen | + | Men kan ook zeggen dat het eeuwige leven de toestand van de gezaligden |
==== 7. Wat zijn de oorzaken van het eeuwige leven? ==== | ==== 7. Wat zijn de oorzaken van het eeuwige leven? ==== | ||
- | De voornaamste oorzaak is God die ons dat uit Zijn barmhartigheid en genadige goedheid door Christus | + | De voornaamste oorzaak is God. Hij schenkt |
- | De aannemende werktuiglijke | + | De werkende |
- | De verzegelende oorzaak is de Heilige Geest. | + | De verzegelende oorzaak is de Heilige Geest. |
- | ==== 8. Waarom | + | ==== 8. Waarom |
- | - Omdat dat ze het menselijke verstand onbekend en ondoorgrondelijk was, maar Christus heeft ons dit verklaard. | + | - Omdat de toegang tot het eeuwige leven voor het menselijke verstand onbekend en niet te doorgronden is. Maar Christus heeft het ons verklaard. |
- | - Omdat er alleen een toegang tot het Leven door Christus is. | + | - Omdat de toegang tot dit leven alleen |
- | - Omdat er weinig door dezelve ingaan.Wij kunnen | + | - Omdat betrekkelijk |
- | - Omdat het voor het vlees niet aangenaam is en zwaar valt vanwege het kruis en de verzaking | + | - Omdat het leven van het geloof |
- | ==== 9. Wat is de voorstelling van het eeuwige leven? ==== | + | ==== 9. Hoe kunnen we ons het eeuwige leven voorstellen? ==== |
- | De materiele voorstelling | + | In materiële zin is God het eeuwige leven, in formele |
- | Gelijk ook der engelen | + | Ook de zaligheid van de engelen |
- | ==== 10. Maar genieten | + | ==== 10. Maar we genieten God toch al in dit leven en ons geloofsoog ziet Hem toch op deze aarde? ==== |
- | Jazeker: (om welke reden het eeuwige leven ook nu al in ons begonnen is) maar alleen door een raadsel, dat wil zeggen een donkere en door tussenkomende versluierende dingen, | + | Jazeker. We belijden daarom dat het eeuwige leven nu al in ons begonnen is. Het is echter wel een raadsel; de geschapen |
- | Zo zien wij God dan 1. door het natuurlijk | + | Wat wij zien van God komt ten eerste |
- | 3. Door het gezicht | + | Ten tweede zien we Hem in die spiegel op een figuurlijke wijze. Zijn Goddelijke heerlijkheid wordt bijvoorbeeld in Jesaja 6:1-2 uitgebeeld: “In het sterfjaar |
- | ==== 11. Zullen | + | En ten derde kunnen we door ons geloofsinzicht de wil en de werken van de Vader en de Zoon herkennen en kennen. Christus spreekt daarover in Johannes 14:9: “Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.” Maar eens, in de heerlijkheid, |
- | Jazeker, want zij zullen vol van de Heilige Geest en Wijsheid zijn, gelijk zoals Adam voor de val, toen hij de oprechtheid van Gods beeld nog had, Eva kende die hij nog nooit gezien had en dat er niemand was die hem zei vanwaar hij was voortgekomen *Genesis 2:23. Zo heeft Petrus op de berg toen hij nog in zijn sterfelijk lichaam was en alleen maar een indruk kreeg van het eeuwige leven Mozes en Elia die hij nooit tevoren gezien had door inwendige openbaring herkend *Mattheus 17:3,4. | + | ==== 11. Zullen we elkaar |
- | ==== 12. Wie zijn voor het eeuwige leven geordineerd? | + | Jazeker, want we zullen vervuld |
- | Een aantal zielen van welk land en volk dat ze ook mogen zijn, maar met onderscheid zoals er in de Bijbel gezegd wordt, *Romeinen 11:7 :daarom alleen de gezegenden van de Vader ofwel de uitverkorenen en dus degenen die in Christus geloven. Zij, die doen hetgeen Zijn Vader wil en die hun geloof door de werken in hun leven bewijzen, zowel mannen als vrouwen zijn mede-erfgenamen van de genade des levens. | + | ==== 12. Wie zijn er voorbestemd tot het eeuwige |
- | ==== 13. Wat zal de hoedanigheid of stand van het eeuwige leven zijn? ==== | + | Een bepaald aantal mensen uit verschillende landen en volkeren zijn persoonlijk voorbestemd. In de Bijbel wordt gezegd: “Hetgeen Israël najaagt, heeft het niet verkregen, maar het uitverkoren deel heeft het verkregen, en de overigen zijn verhard” (Romeinen 11:7). Alleen de gezegenden van de Vader (Matteüs 25:34), ofwel de uitverkorenen, |
- | Dat kunnen | + | ==== 13. Wat kunnen |
- | - De bediening en de werking van de delen en krachten van ons lichaam en ziel zal volmaakt zijn: want de zonde, zowel van de ziel als van het lichaam zal ten enenmale teniet zijn gedaan. Wij zullen verlost zijn van de dood en van alle ellendigheden want daar zal noch dood, noch droefheid, noch klagen, noch roepen, noch smart en pijn meer zijn. Daarom zal alle zwakheid, ziekte, pijn, droefheid, ouderdom, verdorvenheid, | + | Ons verduisterd verstand kan het wezenlijke |
- | - Het zal een volle genoegzaamheid hebben in het gelukzalige leven: want er zullen geen hulpmiddelen van dit leven zijn zoals voedsel, drank, kleding, het licht of de warmte van zon of de koude van de maan, rust en andere soortgelijke zaken. Deze zullen daar niet zijn om te onderhouden, | + | |
- | - Het zal zeer heerlijk zijn want wij zullen nergens anders op zien dan op de heerlijkheid en grootmaking van de enige ware God door Christus. Want wij zullen heilig zijn gelijk God heilig | + | |
- | - Het zal zeer genoeglijk zijn want de uitverkorenen zullen alles hebben wat zij wensen (want, zegt Bernardus, al wat wij lief zullen hebben dat zal er zijn en wat er niet is zullen | + | |
- | - De gemeenschap of gemeenmaking van de goddelijke natuur, dat is niet de instorting van het Goddelijk wezen in ons maar van de Goddelijke hoedanigheden.Dat is van de onsterfelijkheid, | + | |
- | - Hier zal nog bijkomen de verklaring (???) van de lichamen, de overgrote schoonheid en majesteit waardoor zij het verheerlijkte lichaam van Christus gelijkvormig gemaakt worden. *Philippensen 3:21 En de rechtvaardigen zullen blinken gelijk de Zon en zullen blinken als de glans van het uitspansel. *Daniel 12:3 | + | |
- | - Daar zal wezen de triomf van de uitverkorenen over de duivel, dood en hel. Gemeenschap met alle heiligen, de omgang met de heilige engelen, de volkomen liefde Gods en die van de naaste, eendracht met allen en de volmaakste vrede: Want zij zullen daar alleen een wil hebben die aan God gelijk is omdat zij geen eigen wil hebben. En daarom dat het gebeuren zoals zij het willen. Daar zal ook een zoet gezang | + | |
- | ==== 14. Zal de heerlijkheid | + | - In het eeuwige leven zal het functioneren van lichaam en ziel in alle opzichten volmaakt zijn; want de zonde van zowel de ziel als het lichaam zal geheel teniet zijn gedaan. We zullen verlost zijn van de dood, verdorvenheid en ellende. Er zal geen ouderdom of sterfelijkheid zijn, geen droefheid, smart, ziekte of pijn, geen armoede of gebrek en geen klacht zal meer gehoord worden. “Er zal een gezonde eeuwigheid en een eeuwige gezondheid zijn," zegt Bernardus. De rechtvaardigen beërven het land en wonen daarin voor immer” (Psalm 37:29). Hun zaligheid zal in de Heere zijn. Dat volkomen leven zal moeiteloos zijn, want ons lichaam en ziel zullen |
+ | - In dat gelukzalige | ||
+ | - Het zal een bijzonder heerlijk leven zijn, want we zullen niets anders zien dan de heerlijkheid en de verheerlijking van de enige ware drie-enige God. We zullen heilig zijn zoals God heilig is; want wij zullen Hem gelijk zijn, hoewel niet even-gelijk. (1 Johannes 3:2). En de gemeente zal zonder vlek of rimpel zijn, geheel heilig en onbesmet (Efeziërs 5:27). | ||
+ | - Het eeuwige leven zal zeer aangenaam zijn. De uitverkorenen zullen alles bezitten wat zij wensen – want, zegt Bernardus: “Al wat wij liefhebben zal er zijn en wat er niet is zullen wij niet wensen.” We zullen door het voortdurend aanschouwen van God en de tegenwoordigheid van Christus, naar lichaam en ziel met een “overvloed van vreugde” vervuld zijn (Psalm 16:11). Voor de reeds gestorvenen geldt: “Maar ik zal in gerechtigheid uw aangezicht aanschouwen, | ||
+ | - We zullen deel krijgen aan de Goddelijke natuur. Niet door de instorting van iets van het Goddelijk wezen, maar door het ontvangen van Goddelijke eigenschappen als onsterfelijkheid, | ||
+ | - We moeten | ||
+ | | ||
- | Neen, maar gelijk als God Zijn gaven de uitverkorenen | + | ==== 14. Zullen |
- | ==== 15. Wanneer | + | Neen, maar zoals als God in dit leven Zijn gaven aan de uitverkorenen niet in gelijke mate schenkt, zo zal Hij zijn gaven in de hemel aan zijn uitverkorenen ook niet in gelijke mate schenken. Christus spreekt er in het bijzonder tot Zijn apostelen over (Matteüs 19:28). En Paulus is er zeker van dat er een bijzondere kroon voor hem is weggelegd voor zijn arbeid (1 Thessalonicenzen 2:19). Zie ook Daniël 12:3. De Schrift belooft de gelovigen niet alleen |
- | Het begint | + | ==== 15. Wanneer |
- | Ten andere zijn wij nu door het geloof in Christus | + | Het eeuwige leven vangt al tijdens dit leven in het hart van de gelovigen aan als de Heilige Geest, |
- | ==== 16. Maar genieten | + | ==== 16. Genieten |
- | Laat het ons genoeg | + | Laten we tevreden |
- | Nochtans omdat ze de verrijzenis van het lichaam verwachten en de volkomen genieting aller goederen die God aan degenen belooft die Hem liefhebben mogen ze dan niet gezegd worden in de volkomen en volmaakte maar in de begonnen gelukzaligheid te zijn. *2Timotheus 4:8 . En *Openbaring 6:9-11, daarentegen zegt Petrus in *2Petrus 2:9 dat de onrechtvaardige zo gestraft en gepijnigd worden òf door de beroving van dit leven of door andere tormenten zodat ze op de dag van het oordeel over gehouden worden om met nog veel zwaardere, te weten eeuwige straffen en pijnen aan lichaam en ziel gekweld en gepijnigd te worden. | + | ==== ==== |
- | ==== 17. Waar is de plaats van het eeuwige | + | ==== 17. Waar zullen we eeuwig |
- | Niet op deze aarde of in de lucht ofwel in het elementaire (???) deel van de hemel waar geen wonen, geen dood, schrik | + | Niet op de aarde zoals die nu is, niet in de wolkenlucht of in de “hemelse gewesten” |
- | ==== 18. Welk is het doel van het eeuwige leven? ==== | + | ==== 18. Wat is het doel van het eeuwige leven? ==== |
- | - Opdat God zijn genade | + | - Het eerste doel is dat God zijn genade |
- | - Opdat de godzaligen | + | - De gelovigen zullen verder |
- | - Opdat zij loon verkrijgen | + | - Ze zullen |
- | - Opdat zij Gods onmetelijke | + | - Ze zullen in het eeuwige leven Gods onmetelijke |
==== 19. Wat zijn de vruchten van het eeuwige leven? ==== | ==== 19. Wat zijn de vruchten van het eeuwige leven? ==== | ||
- | - Onze gelijkheid met de engelen, niet in wezen maar in zoveel dit nodig is de eigenlijke condities (???) en en gestalten of standen | + | - We zullen als de engelen |
- | - De mede-deelachtigmaking | + | - De gelovigen zullen deel krijgen |
- | + | ||
- | ==== 20. Wat is het nut van deze leer over het eeuwige leven? ==== | + | |
- | + | ||
- | - Het is een troost tegen alle ellendigheden en ongerechtigheden die ons in dit leven aangedaan worden. | + | |
- | - Het matigt | + | |
- | - Het vermindert de angst en de schrik van de dood dewijl wij geloven dat wij een beter leven na deze dood verkrijgen zullen en wel overleggen hetgeen geschreven staat in Openbaring 14:13: " | + | |
- | - Het maakt ons zorgvuldig en vaardig om God te gehoorzamen en te dienen en de liefde te vereffenen aan onze even-naasten met welke wij in de hemelen altijd zullen omgaan. | + | |
- | ==== 21. Wat strijdt hiertegen? ==== | + | ==== 20. Wat is het nut van de leer over het eeuwige leven? ==== |
- | - De ongerijmde waanideeën van Democritus, Epicurius, Plinius, Galenus en anderen die de leer van het eeuwige | + | - Deze leer zal ons troost bieden wanneer we in dit leven gebukt gaan onder allerhande ellende |
- | - De nieuwsgierige vragen en beschrijvingen van de papisten aangaande de trappen der heiligen in het eeuwige leven, zoals het verzinsel dat degenen | + | - Ze matigt |
- | - De dwalingen van hen die vóór hun tijd willen weten wat men in de hemel doet en de weg verzuimen waarlangs men ten hemel gaan moet. | + | - Ze vermindert |
- | - De waandenkbeelden van sommige kerkvaders als Ireneüs, Tertullianus en anderen, die van mening waren dat de zielen van de godzaligen pas ten hemel zouden opvaren | + | - Deze leer zet ons aan om God in alles te gehoorzamen, te dienen |
- | - De dwaling van paus Johannes XX((Vermoedelijk moet dit een andere paus zijn geweest, daar het er met de huidige wetenschappelijke inzichten op lijkt dat Paus Johannes XX nooit heeft bestaan.)) die meende dat de zielen Gods aangezicht niet zouden zien tot aan de laatste dag van de wederkomst. | + | |
- | - Tegen het eeuwige leven strijdt wel met name de eeuwige dood, alsook de droefenis, angst, het roepen, wenen, de kou, vermoeidheid, | + | |
+ | ==== 21. Wat is strijdig met de leer van het eeuwige leven? ==== | ||
+ | - De ongerijmde denkbeelden van Democritus, Epicurus, Plinius, Galenus en andere wijsgeren die de leer van het eeuwige leven belachelijk maken en leren dat alle dingen met het sterven van ons lichaam vergaan. | ||
+ | - De nieuwsgierige vragen van de roomsen, die ze opwerpen in hun veronderstellingen over de rangorde waarin de heiligen in het eeuwige leven zullen staan. Van hen komt ook het verzinsel dat wie kuis zijn in het huwelijksleven dertig vruchten zullen verkrijgen, de weduwen en de weduwnaars die zich van het huwelijk onthouden zestig en de maagden honderd, of zelfs gouden kronen. | ||
+ | - De dwalingen van hen die vooruitlopend op het toekomende leven willen weten wat men in de hemel doet, maar tegelijk verzuimen de weg te bewandelen waarlangs men in de hemel komt. | ||
+ | - De waandenkbeelden van sommige kerkvaders als Ireneüs, Tertullianus en anderen, die van mening waren dat de zielen van de vromen pas ten hemel zullen opvaren na de wederkomst van Christus, en dat ze tot aan de opstanding vertoeven op een zekere plek, die niet de hemel is maar wel hoger dan de hel. | ||
+ | - De dwaling van paus Johannes XX((Vermoedelijk bedoelt Bucanus paus Johannes XIX, daar Johannes XX nooit heeft bestaan.)) die meende dat de zielen Gods aangezicht niet zullen zien tot aan de dag van de wederkomst. | ||
+ | - Tegen het eeuwige leven pleit vooral het bestaan van de eeuwige dood. Ook droefheid en angst, kou en vermoeidheid, |