Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:9 [16-09-2020 om 15.20 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:9 [29-08-2024 om 17.28 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 3: | Regel 3: | ||
==== 1. Wat is een beeld? ==== | ==== 1. Wat is een beeld? ==== | ||
- | Het is een uitdrukking | + | Het is de expressie of uitbeelding van een bepaald iets. Dat kan zijn uitdrukking |
- | ==== 2. Hoe veel verschillen | + | Het beeld kan zich ook buiten de ziel bevinden. Dan heeft het een zekere gelijkheid |
- | Gelijkenis strekt zich wijder uit dan beeld: want waar een beeld is, daar is ook een gelijkenis, maar niet het tegendeel. Want het een wordt gezegd het ander gelijk te zijn, en nochtans en is het een niet het beeld van het andere. | + | ==== 2. Is er een groot verschil tussen |
+ | |||
+ | Het woord gelijkenis heeft een wijdere strekking, | ||
+ | |||
+ | Als we het echter hebben over het vraagstuk | ||
==== 3. Is de mens naar Gods beeld geschapen? ==== | ==== 3. Is de mens naar Gods beeld geschapen? ==== | ||
- | Ja hij, want Genesis 1.27. God schiep | + | Ja, want in Genesis 1:27 lezen we: “God schiep |
+ | |||
+ | ==== 4. Is alleen de mens het beeld van God, of [anders gezegd] naar het beeld van God geschapen? ==== | ||
+ | |||
+ | Christus | ||
+ | |||
+ | Ook de engelen zijn naar het beeld van God geschapen, want ook zij worden kinderen of zonen van God genoemd.((*Job 1:6 *Job 2:1)) Ze zijn als geestelijke, | ||
+ | |||
+ | De mens wordt het beeld van God genoemd (1 Korintiërs 11:7) en is geschapen naar het beeld van God, wat niet alleen voor Adam geldt, maar ook voor Eva.((*Genesis 1:26,27 *Kolossenzen 3:10)) Dit laatste beeld is zowel bij de mensen als bij de engelen alleen gegrond op genade. | ||
+ | |||
+ | ==== 5. Waarom wordt de mens het beeld van God genoemd? ==== | ||
- | ==== 4. Is de mens alleen Gods beeld, of naar het beeld Gods geschapen? ==== | + | Vanwege |
- | - Christus is het natuurlijk, waarachtig, en het allervolmaakste beeld Gods des Vaders((*2 Korintiërs 4:4 *Kolossenzen 1:15)), zo ten aanzien, hij de eeuwige Zoon is. Want hij is uit het wezen des Vaders geboren, niet gemaakt. Daarom wordt hij genoemd het uitgedrukte beeld van Zijn Persoons of zelfstandigheid, | + | ==== 6. Waarom |
- | - De engelen zijn ook naar het beeld Gods geschapen, want ze worden ook kinderen of zonen Gods genoemd((*Johannes 1:6 *Johannes 2:1)), en zijn geestelijk, onsterfelijk, | + | |
- | - De mens wordt genoemd het beeld Gods, 1 Korintiërs 11:7, en wordt gezegd geschapen te zijn naar Gods beeld, niet alleen Adam, maar ook Eva, Genesis 1: | + | |
- | ==== 5. Waarom wordt de mens het Beeld Gods genoemd? ==== | + | Vanwege |
- | Om de ware gelijkheid, die hij met God heeft. | + | ==== 7. Is de ‘hele Adam’, dus met ziel en lichaam, naar Gods beeld geschapen? ==== |
- | ==== 6. Waarom | + | Ja, geheel en al, en dus niet alleen een bepaald deel. God spreekt namelijk door Mozes in Genesis 1:26: “Laat Ons mensen – dus niet alleen de ziel of het lichaam – maken naar ons beeld, als onze gelijkenis.” Dit blijkt ook uit het tegenovergestelde van het beeld van God, namelijk de zonde. Die zetelt immers niet alleen in de ziel, maar ook in het lichaam.((*Romeinen 6:12)) Daarom mogen we zeggen dat het beeld van God niet alleen in de ziel en niet alleen in het lichaam maar in de hele mens is geweest. |
- | Om de onvolkomenheid | + | Ook de vernieuwing |
- | ==== 7. Is de gehele Adam zowel met ziel als met lichaam, | + | Hier komt nog bij dat God verbiedt een mens dood te slaan. Genesis 9:6 geeft als reden op: “Want |
- | Ja hij, in het geheel, namelijk, niet in het gedeeld, aangemerkt, want God spreekt bij Mozes van de gehele | + | Daarom moet het beeld van God dus op heel de mens betrekking hebben. Het is echter wel zo dat het beeld van God het eerst, het meest en in het bijzonder |
- | Datzelfde leert ook de vernieuwing | + | ==== 8. Wat is het beeld van God in de mens geweest, en uit hoeveel delen bestaat |
- | Hier komt nog bij, dat God verbiedende den mens dood te slaan, Genesis 9:6, deze reden inbrengt: Want God heeft de mens naar zijn beeld gemaakt, en is derhalve het Beeld Gods van de gehele mens te verstaan: welk beeld Gods nochtans eerst, allermeest en bijzonderlijk in de ziel scheen, maar alzo dat de glinsteren en vonken van dat beeld ook in het lichaam zich vertoonden. | + | Het beeld van God in de mens zien we in drie delen naar voren komen: |
- | ==== 8. Wat is het beeld Gods in de mens geweest, en hoe veel delen heeft het? ==== | + | - In het wezen van de mens, dat is vooral de ziel. |
+ | - In zijn gaven en eigenschappen, | ||
+ | - In zijn uitwendige kenmerken, zoals zijn waardigheid, | ||
- | Het beeld Gods wordt in de mens aangemerkt: | + | ==== 9. Waarom |
- | - Ten aanzien van het wezen des mensen, en voornamelijk van de ziel. | + | Omdat de ziel, die God in de mens onuitwisbaar heeft ingedrukt, een geestelijke natuur is; ze is een verstandig, niet-lichamelijk, onsterfelijk en geestelijk wezen is, dat naar de haar gegeven mate de goddelijke natuur laat zien. |
- | - Ten aanzien van de gaven of hoedanigheden, die nochtans van zijn wezen verschillend zijn. | + | |
- | - Ten aanzien van de attributen, of toevoegsels, of van de waardigheid, hoogheid, heerschappij, | + | |
- | ==== 9. Waarom wordt de mens ten aanzien | + | De ziel is in de mens begiftigd met veel eigenschappen of vaardigheden, |
- | - Overmits | + | ==== 10. Waarom geldt dat ook voor de gaven en eigenschappen |
- | - De ene ziel in de mens zijnde begaafd met veel faculteiten of krachten, als memorie, gedachte, wil, is een teken (zoals Augustinus zegt) dat ons vertoont de eenheid van het Goddelijke wezen, en de veelheid der Personen. | + | |
- | ==== 10 Waarom ten aanzien | + | De eerste reden is dat God in het begin een straal van hemelse wijsheid in het verstand |
- | Om dat God in het begin, een toorts | + | Vervolgens heeft God de mens ook rijk bedeeld met de gaven van volkomen gerechtigheid en heiligheid. Daardoor volgde |
- | Ten andere, overmits God den mens in de wil versierd had met volkomen gerechtigheid en heiligheid, waar door hij Gods rechtvaardigheid en heiligheid, als in een spiegel, vertoonde, en navolgde; had hem ook voorzien met krachten, die tot alle goed bekwaam waren: eindelijk met een lichaam, dat zeer heerlijk | + | Ten slotte had de mens ook een lichaam |
- | ==== 11. Waarom | + | ==== 11. Waarom |
- | Overmits hij door de heerschappij, | + | De mens had heerschappij |
- | Want in de hoogheid, waarvoor | + | In het hoofd-zijn van de man over de vrouw en alle andere dingen |
- | ==== 12. Heeft Adam al de delen of trappen | + | ==== 12. Heeft Adam door de zonde alle delen van het beeld van God verloren? ==== |
- | De twee uiterste delen zijn in de mens overgebleven, | + | Het eerste en laatste deel genoemd onder 8 zijn nog in de mens overgebleven, |
- | Maar de hoogste en volkomen trap zal zijn, als wij in de toekomende heerlijkheid | + | De volmaaktheid |
- | ==== 13. Hoe schijnt | + | ==== 13. Hoe wordt het beeld van God zichtbaar |
- | - Niet in zoveel het simpel | + | - Niet op die manier dat dit beeld ook eenvoudigweg |
- | - Overmits dat de velerlei lidmaten | + | - De vele onderdelen |
- | - Overmits de gaven van de ziel het lichaam | + | - De gaven van de ziel straalden uit naar het lichaam, |
- | ==== 14. Tot welk doel heeft God de mens naar Zijn beeld geschapen? ==== | + | ==== 14. Met welk doel heeft God de mens naar Zijn beeld geschapen? ==== |
- | - Omdat God, nademaal Hij in Zichzelf, en vanwege Zijn natuur | + | - God is in Zichzelf en vanwege Zijn natuur |
- | - Dat God alzo door de mens bekend zijnde, van hem zou bemind, geëerd, en verheerlijkt worden, want alle gelijke | + | - De mens die God zo kent, kan Hem nu beminnen, eren en verheerlijken. Alles wat “gelijk” is, heeft elkaar namelijk |
- | - Dat God zelf wederom | + | - God Zelf kan Zich nu met de mens, die aan Hem “gelijk” is, verenigen tot eeuwige gelukzaligheid. |
- | - Dat de mensen, die naar een beeld Gods geschapen zijn, niet alleen God, maar ook elkaar | + | - De mensen die naar het beeld van God geschapen zijn, kunnen nu niet alleen God liefhebben |
- | - Opdat de verworpenen, | + | - De verworpenen |
- | ==== 15. Welke dingen strijden | + | ==== 15. Welke zaken zijn in strijd |
- | - De ketterij van de Manicheeën, | + | - De ketterij van de manicheeërs |
- | - De uitzinnigheid | + | - De dwaze mening |
- | - En Flacius Illyricus, die zei dat het beeld Gods, dat is, de heiligheid | + | - De mening van Flacius Illyricus, die stelde |
- | - De dwaling | + | - De dwaling |